Operation Manual

2-126
KOPIEERMACHINE
Inhoudsopgave
KOPIEËN CONTROLEREN ALVORENS U
AFDRUKT (Proefafdruk)
Met deze functie drukt u slechts één set kopieën af, ongeacht het aantal sets dat u hebt opgegeven. Wanneer de eerste
set is gecontroleerd op fouten, kunt u de overige sets afdrukken. Voorheen moest u het origineel opnieuw scannen
telkens wanneer wijzigingen van de instellingen nodig waren. Maar met deze functie kunt u instellingen voor het
gescande origineel wijzigen, zonder het opnieuw te scannen. Zo kunt u efficiënter kopiëren.
1
Plaats het origineel.
Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
2
Selecteer de kopieerinstellingen in het basisscherm.
3
Selecteer Proefafdruk.
(1) Druk op de toets [Spec. Functies].
SPECIALE FUNCTIES (pagina 2-41)
(2) Druk op de toetsen om tussen de
schermen te wisselen.
(3) Druk op de toets [Proefafdruk] zodat deze
wordt gemarkeerd.
(4) Druk op de toets [OK].
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
Indien OK
Nadat de aanpassingen zijn
gemaakt, wordt er één set voor
u afgedrukt om te controleren.
De resterende vier
sets worden afgedrukt
Pas de
instellingen aan
Indien OK
Er wordt één set
kopieën afgedrukt die
u kunt controleren.
"Proefafdruk" wordt
geselecteerd en er
worden vijf sets afgedrukt.
De resterende vier sets
worden afgedrukt
Spec. Functies
2
2
OK
Beeld bewerken
Snelbestand
Proefafdruk
Kleur-
Instellingen
Langzame
scanmodus
Aantal
originelen
Origineel
gem. form.
Stempel
Bestand
(4)(2)(3)