Operation Manual

5-105
SCANNER/INTERNETFAX►ANDERE FUNCTIES
6
Geef de breedte van de wisstrook op.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
Tik op de getalsweergave die het gebied van de kantlijnverschuiving op de voorzijde of achterzijde aangeeft en voer
het gebied in met de cijfertoetsen.
Als u het gebied snel wilt instellen, geeft u eerst met de cijfertoetsen een waarde op die dicht bij de gewenste waarde
ligt en past u deze vervolgens aan met .
Wisinstelling annuleren:
Tik op de toets [Wissen].
7
Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten.
Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand.
Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid.
Als u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, moet u elke pagina afzonderlijk scannen.
Wanneer het scannen is voltooid, plaatst u het volgende origineel en tikt u op de toets [Start].
Herhaal dit totdat alle pagina's zijn gescand en tik vervolgens op de toets [Lezen Klaar].
Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het verzenden is voltooid.
U kunt op de toets [Voorbeeld- weergave] tikken om een voorbeeld van de afbeelding te controleren voordat u een
afbeelding verstuurt. Zie 'HET TE VERZENDEN BEELD CONTROLEREN (pagina 5-68)
' voor meer informatie.