Operation Manual

2-14
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN.
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe de instellingen worden geselecteerd in het basisscherm van de eenvoudige modus.
DE KOPIEERMODUS SELECTEREN (pagina 2-4)
KOPIËREN
DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID
GEBRUIKEN VOOR KOPIËREN
BELANGRIJKSTE PROCEDURES
VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN.
1
Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische
documentinvoereenheid.
AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-82)
2
Controleer het papier (lade) en de
kleurmodus die u wilt gebruiken voor
kopiëren en tik op de toetsen voor
andere instellingen die u wilt
selecteren.
Papier Selectie ►pagina 2-13
Dubbelz. Kopie ►pagina 2-17
Kopieerfactor ►pagina 2-26
Nietje / Perforatie ►pagina 2-42, ►pagina 2-45
Kleurmodus ►pagina 2-20
Origineel ►pagina 2-33
Belichting ►pagina 2-23
•N-Up ►pagina 2-50
Kaart Formaat ►pagina 2-54
Afhankelijk van het formaat van het geplaatste origineel kan het voorkomen dat hetzelfde papierformaat als dat van het
origineel niet automatisch wordt geselecteerd. In dergelijke gevallen wijzigt u de papierlade handmatig.
3
Tik op de toets [Voorbeeld- weergave].
VOORBEELDSCHERM (pagina 1-17)
Origineel
A4
Details
Nietje / Perforatie
KopieerfactorDubbelz. Kopie
Papier
Selectie
A4
Papiercassette 1
1 → 1
100% Off
Voorbeeld-
weergave
Z/W
Start
Kleur
Start
Aantal
kopieën
CA