Operation Manual

3-7
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING
(6) Afdrukbeeld
Een visuele weergave van de gevolgen van de huidige instellingen op het afdrukbeeld. De afwerkinstellingen en de
kleurmodus worden met pictogrammen aangeduid.
(7) Machineafbeelding
Hier ziet u welke opties op het apparaat zijn geïnstalleerd en de papier- en uitvoerladen die worden gebruikt.
(8) De knop [Help]
Hiermee opent u het Help-venster van de printerdriver.
PAPIER SELECTEREN
Controleer, voordat u gaat afdrukken, het papiertype en -formaat en de aanwezige hoeveelheid papier in de laden van
het apparaat. Klik op de knop [Ladestatus] op het tabblad [Papierinvoerbron] om de actuele informatie over de laden
weer te geven.
De instelling 'Uitvoergrootte' en de instelling 'Papierlade' zijn als volgt met elkaar verbonden:
Als 'Papierlade' is ingesteld op [Automatische keuze]
De lade met het papier met het formaat en type dat u hebt geselecteerd bij 'Uitvoergrootte' en 'Papiertype' wordt
automatisch geselecteerd.
Als 'Papierlade' op een andere optie is ingesteld dan [Automatische keuze]
De opgegeven lade wordt voor het afdrukken gebruikt, ongeacht de instelling bij 'Uitvoergrootte'.
Wanneer u 'Papiertype' hebt ingesteld op [Handinvoer], moet u 'Papiertype' selecteren. Controleer het papiertype dat
is ingesteld voor de doorvoerlade van het apparaat, controleer of dat type papier zich inderdaad in de doorvoerlade
bevindt en selecteer vervolgens het juiste papiertype.
Als 'Papiertype' is ingesteld op [Automatische keuze]
Er wordt automatisch een lade geselecteerd met normaal of gerecycled papier met het formaat dat is opgegeven bij
'Uitvoergrootte'. (De standaardfabrieksinstelling is alleen normaal papier.)
Als 'Papiertype' op een andere optie is ingesteld dan [Automatische keuze]
Voor het afdrukken wordt de lade gebruikt met het opgegeven type papier van het bij 'Uitvoergrootte' opgegeven
formaat.
U kunt het Help-venster voor een instelling weergeven door op de instelling te klikken en op de toets [F1] te drukken.
Klik op de knop rechtsboven in het scherm Instellingen en klik vervolgens op een van de instellingen om de Help voor
die instelling in een apart venster weer te geven.
Ook speciale media, zoals enveloppen, kunt u in de doorvoerlade laden.
Zie 'PAPIER IN DE DOORVOERLADE LADEN (pagina 1-76)
' voor de procedure voor het laden van papier in de
doorvoerlade.
Als [Papierformaat herkenning handinvoer inschakelen] (uitgeschakeld in de fabrieksinstelling) of [Papiersoort herkenning
handinvoer inschakelen] (uitgeschakeld in de fabrieksinstelling) (toegankelijk via de [Systeeminstellingen]) is ingeschakeld
bij 'Instellingen (beheerder)' → [Printer- Instellingen] → [Voorwaarde-Instellingen] → [Instellingen handinvoerlade] wordt er
niet afgedrukt als het papierformaat of het papiertype dat is opgegeven in de printerdriver niet overeenkomt met het
papierformaat of het papiertype dat is opgegeven bij de instellingen van de doorvoerlade.
De doorvoerlade uitsluiten van te selecteren lades wanneer [Automatische keuze] is geselecteerd:
Bij 'Instellingen (beheerder)' selecteert u [Systeeminstellingen] → [Printer- Instellingen] → [Voorwaarde-Instellingen] →
[Instellingen handinvoerlade] → [Handinvoer uitsluiten bij automatische papierselectie].
Als u vaak speciale media in de doorvoerlade laadt, is het aan te raden deze instelling in te schakelen.