Operation Manual

3-11
PRINTERâ–ºAFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING
VEELGEBRUIKTE FUNCTIES
INSTELLINGEN OPSLAAN TIJDENS HET AFDRUKKEN
De instellingen die bij het afdrukken op de verschillende tabbladen zijn geconfigureerd, kunnen als Favoriet worden
opgeslagen. Door veelgebruikte instellingen of ingewikkelde kleurinstellingen onder een speciale naam op te slaan kunt
u die eenvoudig opnieuw selecteren wanneer u ze nodig hebt.
U kunt instellingen opslaan vanaf elk tabblad in het eigenschappenvenster van de printerdriver. De op elk tabblad
geconfigureerde instellingen worden op het moment van opslaan in een lijst geplaatst, zodat u deze tijdens het opslaan
kunt controleren.
Opgeslagen instellingen verwijderen
Selecteer bij stap 2 van 'OPGESLAGEN INSTELLINGEN GEBRUIKEN (pagina 3-12)
' de gebruikersinstellingen die u wilt
verwijderen en klik vervolgens op de toets [Verwijderen].
1
Selecteer de printerdriver van het apparaat in het afdrukvenster van de
toepassing en klik op de knop [Voorkeursinstellingen].
De knop die wordt gebruikt om het eigenschappenvenster van de printerdriver te openen (meestal [Eigenschap] of
[Voorkeursinstellingen]), kan per toepassing verschillen.
2
Leg de afdrukinstellingen vast.
(1) Configureer de afdrukinstellingen op elk
tabblad.
(2) Klik op de knop [Opslaan].
3
Controleer de instellingen en sla ze op.
(1) Controleer de instellingen die worden
weergegeven.
(2) Voer een naam in voor de instellingen
(maximaal 20 tekens).
(3) Klik op de knop [OK].
(2)
(1)
(2)
(1)
(3)