Operation Manual

4-72
FAX►OVERIGE FUNCTIES
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm van de Normale modus een bestemming invoert.
DE FAXMODUS SELECTEREN (pagina 4-8)
FAXHANDELINGEN OPSLAAN
(PROGRAMMA)
Met deze functie worden diverse instellingen gezamenlijk opgeslagen als één programma. Het opgeslagen programma
kan eenvoudig worden opgeroepen.
Stel dat u eens per maand documenten met hetzelfde A4-formaat (8-1/2" x 11") naar alle filialen in diverse regio's wilt
versturen.
(1)Dezelfde documenten worden naar elk filiaal gefaxt
(2)Om papier te besparen, worden twee documentpagina's als één pagina gefaxt
(3)Vegen op de randen van de documenten worden vóór verzending gewist
OVERIGE FUNCTIES
Wanneer geen werkprogramma is opgeslagen Wanneer een werkprogramma is opgeslagen
Voer het faxnummer van elk filiaal in.
Geef N-Up op.
Geef Wissen op.
Tik op de toets [Start].
Scan en verzend het origineel.
Roep het geregistreerde programma aan.
Tik op de toets [Start].
Scan en verzend het origineel.
Het kost elke maand veel tijd om de documenten te verzenden
omdat bovenstaande instellingen moeten worden
geselecteerd.
Bovendien worden er soms fouten gemaakt bij het selecteren
van de instellingen.
Wanneer u een programma hebt opgeslagen, kunt u
instellingen eenvoudig selecteren door te tikken op de toets
van het programma.
Bovendien vindt de verzending plaats volgens de opgeslagen
instellingen. Er is dus geen kans op fouten.
Een programma configureren:
Tik op [Programmaregistratie]. Dit wordt in het actiepaneel weergegeven wanneer u in een modusscherm werkt.
1 2
1 2
1 2
Documenten met het formaat A4 (8-1/2" x 11")
die moeten worden verspreid
Fax ontvangen door ontvangers.