Operation Manual

7-182
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS VOOR FAX
Instelling Afdrukken Activiteitenrapport
U kunt het apparaat zodanig instellen dat het activiteitenrapport dat in het geheugen is opgeslagen periodiek wordt
afgedrukt.
U kunt instellen dat het Activiteitenrapport voor beeldverzending telkens bij het bereiken van 200 transacties wordt
afgedrukt of op een aangegeven tijdstip (slechts eenmaal per dag). (De instellingen kunnen gelijktijdig worden
ingeschakeld.)
ECM
Als u een fax verzendt, kan ruis op de lijn vervormingen in het beeld veroorzaken. U kunt de ECM (foutcorrectiemodus)
inschakelen om het vervormde deel automatisch opnieuw te laten verzenden.
Digitaal lijnnetwerk
Als deze instelling is ingeschakeld, is het verzendniveau 15 dB of minder als u verbinding maakt met een digitale lijn.
Detectie Onderscheidend Belsignaal
Deze instelling kan alleen worden geactiveerd in Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Hongkong.
Als meerdere telefoonnummers aan uw telefoonlijn zijn toegewezen, kan het gekozen nummer worden bepaald aan de
hand van het belpatroon. Door afzonderlijke nummers voor telefoongesprekken en faxen te gebruiken, kunt u bepalen
welk soort oproep u ontvangt aan de hand van het belpatroon. U kunt het apparaat instellen om automatisch faxen te
ontvangen wanneer het faxnummer wordt opgeroepen, door het patroon in te stellen dat overeenkomt met uw
faxnummer. (In Canada zijn zes selecties zijn beschikbaar.)
PBX-instelling
Deze instelling kan alleen worden geactiveerd in Frankrijk en Duitsland.
Wanneer het apparaat op een PBX wordt gebruikt, kunt u de PBX-instelling inschakelen zodat het apparaat automatisch
verbinding maakt met een buitenlijn. Wanneer deze instelling is ingeschakeld, wordt de toets [R] weergegeven in het
basisscherm. Als u de toets [R] aanraakt, wordt de PBX-instelling tijdelijk geannuleerd.
Selecteer [Flash] als uw PBX de Flash-methode gebruikt om verbinding te maken met een buitenlijn. Geef het
ID-nummer op als uw PBX een ID-nummer gebruikt voor verbinding met een buitenlijn.
Wanneer u alleen de instelling 'Dagelijks afdrukken op opgegeven tijd' selecteert en het aantal transacties 200 bereikt
vóór het opgegeven tijdstip, wordt bij elke nieuwe transactie de oudste transactie verwijderd (de oudste transactie wordt
niet afgedrukt).
Het transactierapport kan naar behoefte handmatig worden afgedrukt. Zie 'Lijst voor Beheerder (pagina 7-52)
' voor meer
informatie.
Als het ontvangende faxapparaat een Super G3-apparaat is, is ECM altijd actief, ongeacht deze instelling.
Selecteer een nummer voor het eerste cijfer en vervolgens een nummer of een streepje "-" voor het tweede en derde cijfer.