Operation Manual

1-151
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD
DE LASEREENHEID REINIGEN
Wanneer de lasereenheid in het apparaat vuil wordt, kunnen lijnpatronen (gekleurde lijnen) zichtbaar worden op de
afdruk.
Lijnen (gekleurde strepen) identificeren die zijn veroorzaakt door een vuile lasereenheid
• De gekleurde strepen zijn altijd op dezelfde plaats zichtbaar. (De lijnen zijn nooit zwart.)
• De gekleurde strepen lopen evenwijdig aan de richting waarin het papier wordt ingevoerd.
• De gekleurde strepen zijn niet alleen zichtbaar bij het kopiëren, maar ook op afdrukken vanaf de computer. (Kopie en
afdruk hebben dezelfde lijnen.)
Bij problemen die op bovengenoemde problemen lijken, reinigt u de lasereenheid zoals hieronder uitgelegd.
1
Open de voorklep.
Als een afwerkingseenheid (grote stapeleenheid) of zadelsteek-afwerkingseenheid (grote stapeleenheid) is
geïnstalleerd op de MX-5050N/MX-5070N/MX-6050N/MX-6070N, opent u de voorklep op de afwerkingseenheid (grote
stapeleenheid) of de bovenste voorklep op de zadelsteek-afwerkingseenheid (grote stapeleenheid) voordat u de
voorklep van de machine opent.
2
Verwijder de toneropvangbak.
Duw de ontgrendelknoppen aan weerszijden van de
toneropvangbak naar binnen en trek de bak voorzichtig naar
buiten.
3
Pak de reiniger voor de lasereenheid.
Deze reiniger is bevestigd aan de voorklep.
(1) Trek aan de rechterkant van de reiniger
om deze van de haak te nemen.
(2) Plaats de reiniger over de haak heen naar
de achterkant.
(3) Draai de reiniger rond de naaf om deze
los te maken van de linkerhaak.
(1)
(2)
Naaf