Operation Manual

2-133
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES
DE HELDERHEID VAN EEN KOPIE AANPASSEN
(HELDERHEID)
Met deze functie past u de helderheid van een kleurenkopie aan.
De helderheid moet worden opgegeven voordat het origineel wordt gescand.
1
Tik op de toets [Overige] en op de toets [Helderheid].
2
Tik op de toets of schuif met de
schuifbalk om de helderheid aan te
passen.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen,
tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
De instelling van de helderheid annuleren:
Tik op de toets [Off].
3
Plaats het origineel.
Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-82)
GLASPLAAT (pagina 1-84)
Alle instellingen annuleren:
Tik op de toets [CA].
4
Tik op de toets [Kleur Start] om het kopiëren te starten.
Donker
Originelen
Licht
Overige
Voorbeeld-
weergave
Start
Kleur
Start
Vorige
Helderheid
Deze instelling wordt allen toegepast op kleur.
Kleurmodus
Belichting
Type/belichting selecteren
Off
On
Licht
-2 -1 0
21
Aanp. Formaat/Richting.
Origineel
Donker
Afbeeldingsomtrek aanpassen
Scherpte
Intensiteit
Intensiteit aanpassen
A3
CA
Z/W