Operation Manual

4-66
FAX►FAXEN ONTVANGEN
8
Selecteer de afzender van wie de faxen zullen worden doorgestuurd.
Als u alle ontvangen gegevens wilt doorsturen, selecteert u [Alle ontvangen gegevens doorsturen].
Als u alleen de faxen van een opgegeven afzender wilt doorsturen, selecteert u [Verstuur enkele ontvangen gegevens
van gespecificeerde afzenders.]. Als u alle gegevens wilt doorsturen behalve die van specifieke afzenders, selecteert
u [Verstuur alle ontvangen gegevens behalve die van gespecificeerde afzenders.]. Selecteer vervolgens de afzenders
in de lijst en klik op de knop [Toevoegen].
Als u afzenders selecteert in de lijst 'Instelling Verzendadres', kunt u de toets [Shift] of de toets [Ctrl] op het toetsenbord
gebruiken om meerdere afzenders te selecteren.
9
Selecteer de doorstuurvoorwaarden.
Als u de ontvangen gegevens altijd wilt doorsturen, selecteert u [Altijd doorsturen].
Als u een dag en tijd wilt opgeven voor het doorsturen van ontvangen gegevens, selecteert u [Verstuur ontvangen
gegevens enkel op gespecificeerde dagen.] en schakelt u het selectievakje van de gewenste dag van de week in.
Als u een tijdstip wilt opgeven, schakelt u het selectievakje [Doorstuurtijd instellen] in en geeft u de tijd op.
Per doorstuurtabel kunnen maximaal drie dagen en tijden worden ingesteld en per ingestelde tijd kan een bestemming
worden ingesteld. Als u deze instellingen wilt configureren, gebruikt u de tabbladen van [Doorstuurvoorwaarde] om
toegang tot elk van de instellingen te krijgen.
10
Selecteer de bestandsindeling.
De opmaak kan voor elk doorstuuradres apart worden ingesteld (voor elk van de doorstuuradressen 1, 2 en 3 in de tabel).
Afbeeldingen die zijn verzonden in TIFF-indeling, worden in sommige ontvangstsituaties mogelijk niet goed
weergegeven. Verander in dat geval de bestandsindeling in PDF.
Als het Internetfaxadres als een ontvanger is geselecteerd, worden gegevens in TIFF doorgestuurd, ongeacht de
opgegeven indeling.
Als een faxnummer als ontvanger is geselecteerd, wordt de bestandsindeling genegeerd.
11
Selecteer de ontvanger in het adresboek.
U kunt meerdere geregistreerde adressen of telefoonnummers uit het adresboek van het apparaat opgeven.
Er kunnen in totaal maximaal 1.000 ontvangers voor Ontvangers 1, 2 en 3 worden geregistreerd.
Wanneer u de ontvangers in het adresboek selecteert, kunnen maximaal 400 ontvangers worden geregistreerd voor
Netwerkmap, FTP/Bureaublad, Internetfax en Fax.
12
Voer een ontvanger rechtstreeks in en geef de ontvanger op.
Geef deze informatie zo nodig op.
Voer een e-mailadres, Internetfaxadres of direct SMTP-adres in of voer rechtstreeks een faxnummer in en tik op de
toets [Toevoegen].
Wanneer u een e-mailadres of faxnummer opgeeft, kunt u Globaal Adres Zoeken gebruiken.
Wanneer u een faxnummer opgeeft, moet u ook de Internationale Correspondentiemodus opgeven.
Wanneer u de ontvangers rechtstreeks invoert, kunnen maximaal 100 ontvangers worden geregistreerd voor
E-mailadres, Netwerkmap, FTP/Bureaublad, Internetfax en Fax.