Operation Manual

6-22
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN
EEN BESTAND SELECTEREN OM OP TE HALEN
BESTANDEN AFDRUKKEN
Een bestand dat is opgeslagen met de functie voor documentarchivering kan worden opgehaald en afgedrukt. De
instellingen die werden gebruikt toen het bestand werd opgeslagen zijn ook opgeslagen, zodat het bestand opnieuw kan
worden afgedrukt met dezelfde instellingen. U kunt het bestand ook aanpassen door de afdrukinstellingen te wijzigen
voordat u het afdrukt.
1
Tik op de toets [Best. ophalen van schijf].
Als de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld en 'Mijn map" is geconfigureerd door [Gebruikers -bediening] te
selecteren bij 'Instellingen (beheerder)' → [Gebruikers- Lijst], wordt de aangepaste map die als 'Mijn map' is ingesteld
geopend.
2
Tik op de toets van de map met het
gewenste bestand.
Als u tikt op een map waarvoor een PIN Code is ingesteld,
wordt er een scherm weergegeven voor het invoeren van de
PIN Code.
Voer de PIN Code in (5 tot 8 cijfers) met de cijfertoetsen en
tik op de toets .
3
Tik op de toets van het gewenste bestand.
Als u tikt op een map waarvoor een PIN Code is ingesteld, wordt er een scherm weergegeven voor het invoeren van de
PIN Code.
Voer het wachtwoord (5 tot 32 tekens) in en tik op de toets .
Tik op de toets [Nu afdrukken] om het bestand nu af te drukken met de opslaginstellingen.
Tik op de toets [Per opdracht] om de toetsen van een bepaalde modus, zoals de kopieer- of scanmodus, weer te
geven om snel gegevens te kunnen zoeken.
U kunt op de toets [Bestandsnaam], [Gebruikersnaam] of [Datum] tikken om de weergavevolgorde van de bestanden
te wijzigen.
Selecteer [Gebruikers -bediening] bij 'Instellingen (beheerder)' → [Groepslijst bevoegdheid]. In de instellingen voor
authoriteitsgroepen voor de gebruikers die momenteel zijn aangemeld, selecteert u [Opdrachtinstellingen] →
[Document- Archivering] en schakelt u [Alleen bestanden van aangemelde gebruikers weergeven] in om alleen
bestanden weer te geven die zijn opgeslagen door de gebruikers die momenteel zijn aangemeld.
Als het bestand is opgeslagen in zwart-wit of grijstinten, kunt u het niet afdrukken in kleur.
De afdrukinstellingen die zijn gewijzigd als gevolg van het opnieuw bewerken van het bestand kunnen niet worden
opgeslagen.
De afdruksnelheid kan iets lager zijn, afhankelijk van de resolutie en belichtingsinstellingen van het opgeslagen bestand.
Als op de printer vasthouden is geselecteerd, worden geen reset-items weergegeven waarvoor vasthouden niet kan
worden ingesteld.
Scannen naar schijf
Scannen naar
extern geheugenapparaat
Selecteer afdrukbestand
van FTP
Selecteer afdrukbestand
uit USB-geheugen
Hoofdmap Snelmap
Mapselectie
Selecteer afdrukbestand
uit netwerkmap
CA
AAA BBB
CCC DDD
EEE FFF
GGG HHH
III III JJJ
KKK LLL