Operation Manual

7-63
SYSTEEMINSTELLINGENâ–şGEBRUIKERSBEDIENING
Netwerkserver toegangscontrole uitvoeren
Toegangscontrolegegevens voor maximum aantal pagina's, bevoegdheden en favoriete handelingen kunnen van
tevoren op een netwerkserver worden opgeslagen. Als deze netwerkserver voor netwerkauthenticatie wordt gebruikt,
vindt de gebruikersauthenticatie plaats aan de hand van de opgeslagen toegangscontrolegegevens.
Gebruik deze functie als gebruikersauthenticatie plaatsvindt door middel van netwerkauthenticatie met een
LDAP-server of een adreslijstservice (zoals Active Directory).
Voordat u deze functie gebruikt, moet u instellingen voor authenticatie door een netwerkserver configureren,
controlenummers voor 'Paginalimietgroep', 'Authoriteitsgroep' 'Favoriete handelingen-groep' en 'Mijn map' ophalen (met
inbegrip van basisinstellingen voor elke groep) en deze koppelen aan de controlenummers die in het apparaat zijn
geregistreerd.
Als u deze functie wilt gebruiken, voegt u de eigenschappen die zijn gekoppeld aan 'Paginalimietgroep',
'Authoriteitsgroep', 'Favoriete handelingen-groep' en 'Mijn map' toe aan de adreslijstinformatie van de netwerkserver die
voor gebruikersauthenticatie wordt gebruikt.
Onderstaande tabel bevat informatie over de eigenschappen. Instellingen die eerder in het apparaat zijn opgeslagen,
kunnen niet worden gewijzigd.
U kunt de naam van de eigenschappen die het apparaat van de LDAP-server ophaalt als volgt wijzigen. Selecteer in "Instellingen" [Netwerk-
instellingen] → [LDAP-installatie]. In het instellingenscherm Globaal adresboek dat wordt weergegeven, selecteert u [Link met
gebruikerscontrolefunctie] en vervolgens [Paginalimietgroep], [Authoriteitsgroep], [Favoriete handelingen-groep] en [Mijn map].
De gegevens voor [Paginalimietgroep], [Authoriteitsgroep] en [Favoriete handelingen-groep] die in elk apparaat zijn geregistreerd,
bepalen de bevoegdheden en instellingen die daadwerkelijk aan de gebruiker worden toegekend. Als u deze functie wilt gebruiken
om ervoor te zorgen dat gebruikers op elk apparaat over dezelfde bevoegdheden en instellingen beschikken, registreert u de
gegevens voor [Paginalimietgroep], [Authoriteitsgroep] en [Favoriete handelingen-groep] met dezelfde bevoegdheden, zodat deze op
elk apparaat worden geregistreerd met dezelfde registratienummers.
Voor [Mijn map] registreert u de map met dezelfde naam in [Aangepaste Map] op elk apparaat.
De directory-gegevens van de gebruikte netwerkserver kunnen niet vanaf het apparaat worden gewijzigd. Neem contact
op met de beheerder van de netwerkserver.
Eigenschap Naam van eigenschap
volgens fabrieksinstelling
Instelling
Paginalimietgroep pagelimit
Registratienummer van de paginalimietgroep die in het
apparaat is geregistreerd of een groepsnaam die eerder in
het apparaat is geregistreerd.
Onbeperkt: unlimited
Authoriteitsgroep authority
Registratienummer van de authoriteitsgroep die in het
apparaat is geregistreerd of een groepsnaam die eerder in
het apparaat is geregistreerd.
Beheerder: admin
Gebruiker: user
Gast: guest
Favoriete handelingen-groep favourite
Registratienummer van de favoriete handelingen-groep die
in het apparaat is geregistreerd of een groepsnaam die
eerder in het apparaat is geregistreerd.
Volgens de systeeminstellingen: systemsettings
Mijn map myfolder
Mapnaam van de gebruikersmap die in het apparaat is
opgeslagen.
Voer deze niet in wanneer de standaardmap is opgegeven.