Operation Manual

2-45
KOPIEERAPPARAATBELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN.
PERFORATIE-INSTELLINGEN
Met deze functie perforeert u kopieën en voert u ze uit in de lade. U kunt het papierformaat A4, A3 (7-1/4" x 10-1/2"R tot
11" x 17") selecteren voor perforeren.
Voorbeeld
De standaard perforatie-instellingen aanpassen:
Selecteer in 'Instellingen (beheerder)' [Systeeminstellingen] [Kopieerinstellingen] [Uitgangsinstellingen status]
[Perfor.].
De perforatieposities zijn gekoppeld aan de nietposities.
U kunt de perforatieposities bekijken in het "VOORBEELDSCHERM
(pagina 1-17)".
Een perforatiemodule is vereist voor het perforeren.
U kunt geen gebruik maken van het papierformaat A3W (12" x 18") en speciale media zoals transparanten en tabpapier.
U kunt geen perforator gebruiken in combinatie met nieten en papier vouwen.
1
Tik op de toets [Nietje / Perforatie].
KOPIEERMODUS (pagina 2-3)
Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt.
De afdrukstand van het origineel opgeven (pagina 2-33)
2
Selecteer perforeren en stel de positie in.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op .
In de normale modus
U kunt het selectievakje voor offset van de uitvoer selecteren om elke set van de uitvoer te staffelen van de vorige
set zodat deze gemakkelijk kunnen worden verwijderd uit de uitvoerlade.
Als u de uitvoerlade wilt wijzigen, tikt u op de toets [Uitvoerlade] en selecteert u de uitvoerbestemming.
Origineel 1 Perforatieposities
Origineel 2 Perforatieposities