Operation Manual

2-91
KOPIEERAPPARAATANDERE FUNCTIES
2
Pas de instellingen zo nodig aan.
3
Plaats het origineel in de
documentinvoerlade van de
automatische documentinvoereenheid
en tik op de toets [Start] om het eerste
origineel te scannen.
Plaats de originelen volledig in de documentinvoerlade.
Originelen kunnen worden opgestapeld tot aan de indicatorlijn.
AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID
(pagina 1-78)
4
Plaats de volgende set originelen en
tik op de toets [Start].
Herhaal deze stap totdat u alle originelen hebt gescand.
Tik om de kopieerinstellingen voor elke set originelen te wijzigen, op de toets [Wijzig instel.].
Raadpleeg "De kopieerinstelling voor elke set van originelen wijzigen (pagina 2-92)
" voor meer informatie.
Als u op de toets [Voorbeeld] tikt, kunt u geen extra pagina's scannen.
5
Herhaal totdat alle pagina's zijn gescand en controleer de
voorbeeldafbeelding in het scherm Voorbeeldweergave.
Alle instellingen annuleren:
Tik op de toets [CA].
6
Tik op de toets [Lezen Klaar] om het kopiëren te starten.
Indicator
Lijn
A4
B5
B4
A3
2
1
3
4
Start
Kleurmodus
Meerkleuren
Papierformaat
Auto
Belichting
Auto
Origineel
A4
Dubbelz. Kopie
1-Zijdig→1-Zijdig
Sorteren/groepen
Auto
Kopieerfactor
100%
Overige
Wijzig instelling
volgende orig.
Wijzigen in z/w
Verzenden en afdrukken
Huidige inst. registreren
Programmaregistratie
Gegevens in map opslaan
Bestand
Geg. tijdelijk opslaan
Snelbestand
Aantal kopieën
A4
CA
Voorbeeld-
weergave
Wijzig instel.
Plaats volgend origineel.
Druk op [Start].
Druk op [Voorbeeld] om de scan
af te ronden en voorbeeld te tonen.
Voorbeeld Lezen Klaar