Operation Manual

5-109
SCANNER/INTERNETFAXANDERE FUNCTIES
5
Tik op de toets van de
afdrukinstellingen.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen,
tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
De instelling Transmissierapport annuleren:
Tik op de toets [Niet afdrukken].
De afdrukvoorwaarden voor een transmissierapport zijn als volgt:
•'Altijd Afdrukken': of een verzending nu slaagt of mislukt, er wordt altijd een transmissierapport afgedrukt.
•'Afdrukken bij fouten': wanneer een verzending mislukt, wordt er een transmissierapport afgedrukt.
•'Niet afdrukken': geen transmissierapport afdrukken.
Stel het selectievakje [Oorspronkelijke afbeelding afdrukken] in op om een deel van het verzonden origineel op te
nemen in het transactierapport.
6
Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten.
Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand.
Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid.
Als u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, moet u elke pagina afzonderlijk scannen.
Wanneer het scannen is voltooid, plaatst u het volgende origineel en tikt u op de toets [Start]. Herhaal de procedure
tot alle pagina's zijn gescand en druk dan op de toets [Lezen Klaar].
Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid.
U kunt op de toets [Voorbeeld- weergave] tikken om een voorbeeld van de afbeelding te controleren voordat u een
afbeelding verstuurt. Zie 'HET TE VERZENDEN BEELD CONTROLEREN (pagina 5-63)
' voor meer informatie.
Vorige
Geheugen faxontvangst
100%
CA
Voorbeeld-
weergave
Ontvangen
Start
Overige
Transmissierapport
Niet afdrukken
Afdrukken bij fouten
Altijd Afdrukken
Beeld Van Origineel Afdrukken