Operation Manual

7-62
SYSTEEMINSTELLINGENGEBRUIKERSBEDIENING
Instellingen
*1 Wordt niet weergegeven als 'Gebruikersnr.' is geselecteerd als authenticatiemethode.
*2 Wordt weergegeven als 'Gebruikersnr.' is geselecteerd als authenticatiemethode.
*3 Niet vereist als netwerkauthenticatie wordt gebruikt, omdat het wachtwoord dat in de LDAP-server is opgeslagen wordt gebruikt.
Item Beschrijving
Gebruikersnaam
Een gebruikersnaam van maximaal 255 tekens opslaan. Deze gebruikersnaam wordt
gebruikt als toetsnaam in het authenticatiescherm, als gebruikersnaam voor
documentarchivering en als verzendernaam.
Gebruikersnaam gebruiken als
loginnaam.
*1
Selecteer deze optie als u de ingevoerde gebruikersnaam wilt gebruiken als
aanmeldnaam.
Voorletter (optioneel)
Hiermee wordt bepaald waar de gebruikersnaam wordt opgenomen in de gebruikerslijst. Voer
maximaal 10 karakters in voor de voorletters.
Index
Selecteer een aangepaste index om op te slaan. De namen van aangepaste indexen zijn
dezelfde namen als in het adresboek.
Gebruikersnr.
*2
Voer een gebruikersnummer van 5 tot 8 cijfers in.
Gebruikersnaam
*1
Voer de gebruikersnaam in die wordt gebruikt wanneer authenticatie met behulp van een
gebruikersnaam en wachtwoord is ingeschakeld (maximaal 255 tekens). (De
gebruikersnaam moet uniek zijn.)
Wachtwoord
*1, 3
Voer het wachtwoord in (van 1 tot 255 tekens) dat wordt gebruikt voor
gebruikersauthenticatie met een gebruikersnaam en wachtwoord (het wachtwoord is
optioneel).
Nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd, voert u het nogmaals in bij 'Wachtwoord
(bevestiging)'.
E-mailadres
Voer het e-mailadres in dat wordt gebruikt in de verzendlijst en voor LDAP-authenticatie
(maximaal 255 tekens).
Pad naar basismap Voer maximaal 127 tekens in van volle of halve breedte voor het home directory-pad.
Gebruik Inlog Naam en
Wachtwoord voor Gebruikers
Authenticatie.
Geef aan of de combinatie gebruikersnaam/wachtwoord voor de gebruikersauthenticatie
identiek moeten zijn aan de combinatie gebruikersnaam/wachtwoord voor de authenticatie
voor het pad van de home directory.
Gebruikersnaam
Voer maximaal 127 tekens in van volle of halve breedte voor de gebruikersnaam voor
authenticatie van het home directory-pad.
Wachtwoord
Voer maximaal 255 cijfertekens in voor het wachtwoord voor authenticatie van het home directory-pad.
Authenticatie-instellingen
*1
Selecteer [Lokaal aanmelden], [Netwerkauthenticatie] (als LDAP is ingeschakeld) of [Active
Directory] (als Active Directory is ingeschakeld) voor de authenticatie.
Authenticatieserver
Als [Netwerkauthenticatie] is geselecteerd, selecteert u de server die voor
gebruikersauthenticatie moet worden gebruikt in de lijst met LDAP-servers die is
opgeslagen in de instellingsmodus (webversie).
Organisatie/Groep
Stel een groep in waarvan de gebruiker deel uitmaakt.
Er kunnen maximaal 8 groepen worden toegewezen.
Paginalimietgroep
Geef de paginalimiet voor de gebruiker op door een van de opgeslagen
paginalimietgroepen te selecteren. De fabrieksinstelling is [Onbeperkt].
Zie 'Paginalimietgroep (pagina 7-69)
' voor meer informatie.
Authoriteitsgroep
Geef de gebruikersbevoegdheden op door een van de opgeslagen authoriteitsgroepen te
selecteren. De fabrieksinstelling is [Gebruiker].
Zie 'Authoriteitsgroep (pagina 7-70)
' voor meer informatie.
Favoriete handelingen-groep
De Favoriete handelingen-groep wordt weergegeven als de gebruiker zich aanmeldt. De
fabrieksinstelling is [Volgens de systeeminstellingen].
Selecteer [Gebruikers -bediening] in de instellingsmodus (webversie) als u de instellingen wilt wijzigen.
Default Billing Code
De Main Code en Sub Code instellen als de gebruiker zich aanmeldt.
De fabrieksinstelling is [Niet ingesteld].
Mijn map
Sla de map die voor documentarchivering moet worden gebruikt als speciale gebruikersmap op (of als Mijn
map). U kunt een opgeslagen map selecteren of een nieuwe map maken en opgeven.