Operation Manual

4-65
FAX►FAXEN ONTVANGEN
2
In 'Inkomende routing' selecteert u [Inschakelen] en klikt u op de toets
[Indienen].
Het is mogelijk dat het voor gebruikers zonder beheerderrechten verboden is om doorstuurtabellen in dit scherm op te
slaan, te bewerken of te wissen en dat ze niet kunnen opgeven welke tabel wordt gebruikt. Stel hiertoe de selectievakjes
voor de volgende items in op .
Registreren van doorstuurtabel uitschakelen
Wijzigen/verwijderen van doorstuurtabel uitschakelen
Wijzigen van doorstuurvoorwaarde uitschakelen
Geef bij [Instelling afdrukstijl] op of het apparaat de faxen die worden doorgestuurd, moet afdrukken als inkomende
routing is ingeschakeld. Klik na het configureren van de instellingen op de knop [Indienen].
[Altijd Afdrukken]: ontvangen gegevens altijd afdrukken voordat deze worden doorgestuurd.
[Afdrukken bij fouten]: ontvangen gegevens alleen afdrukken als doorsturen als gevolg van een fout niet mogelijk is.
[Alleen opslaan bij fout]: ontvangen gegevens alleen opslaan als doorsturen als gevolg van een fout niet mogelijk is.
Voor de opgeslagen gegevens kan het foutadres worden bevestigd en kunnen de gegevens
opnieuw worden verzonden. Tik op het tabblad [Scannen] of [Faxen] van het
opdrachtstatusscherm op [Foutvenster controleren] in het actiepaneel.
3
Klik in de 'Instellingen (webversie)' op [Registratie Verzendadres] in het
menu [Instellingen Inbound Routing (doorsturen/opslaan)].
4
Voer het adres of faxnummer van de afzender in bij 'Internetfaxadres' of
'Faxnummer' en klik op de knop [Toevoegen aan lijst].
Het ingevoerde adres wordt toegevoegd aan de lijst 'In te voeren adres'. Voer het adres rechtstreeks in (maximaal 1500
tekens) of selecteer het adres in een globaal adresboek door te klikken op de knop [Zoeken in alg. adressen]. Als u
adressen of faxnummers van meerdere afzenders wilt opslaan, herhaalt u deze stappen.
Als u alleen faxen van opgegeven adressen wilt doorsturen, slaat u de gewenste afzenderadressen op.
Afzenderadressen die hier worden opgeslagen, kunnen uit een lijst worden geselecteerd wanneer u een
doorstuurtabel opslaat.
Er kunnen maximaal 500 afzendernummers/-adressen worden opgeslagen.
Als u een ingevoerd adres wilt verwijderen, selecteert u het adres bij 'In te voeren adres' en klikt u op de knop [Wissen].
5
Als het toevoegen van adressen is voltooid, klikt u op de knop [Indienen].
6
Klik op [Instellingen inkomende routing] in de [Instellingen Inbound Routing
(doorsturen/opslaan)] van de 'Instellingen (webversie)' en klik op de knop
[Toevoegen].
7
Voer een 'Tabelnaam' in.