MODEL: MX-7090N MX-8090N DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL KLEURENAPPARAAT Gebruikershandleiding Klik om naar de inhoudsopgave van het betreffende hoofdstuk te gaan. VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Functies van het apparaat en procedures voor het plaatsen van originelen en papier.
GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING Klik op een knop hieronder om naar de gewenste pagina te gaan. In de volgende uitleg wordt ervan uitgegaan dat u Adobe Reader XI gebruikt (sommige knoppen worden standaard niet weergegeven). (1) (2) (3) (4) (5) (6) (1) (4) Knop om terug te gaan naar het begin van de pagina Wanneer een bewerking niet wordt uitgevoerd zoals verwacht, klikt u op deze knop om opnieuw te beginnen. (2) Geeft de pagina weer die vóór de huidige pagina werd weergegeven.
OVER DE BEDIENINGSHANDLEIDING In deze handleiding wordt het gebruik van het digitaal multifunctioneel kleurenapparaat MX-7090N/MX-8090N uitgelegd. Opmerking vooraf • Raadpleeg de Handleiding software-installatie voor meer informatie over het installeren van de drivers en software die in deze handleiding worden genoemd. • Raadpleeg de handleiding van uw besturingssysteem of de online Help-functie voor informatie over uw besturingssysteem.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN CLOUD LINK. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • VOORDAT U DE FUNCTIE CLOUD LINK GAAT GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • SCANGEGEVENS UPLOADEN NAAR EEN CLOUD SERVICE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-49 • GEGEVENS IN EEN CLOUD SERVICE AFDRUKKEN . . . 1-50 1-49 ONDERDEELNAMEN EN FUNCTIES . . . . . . . . . . . 1-3 • BUITENKANT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN STATUSINDICATORS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-137 • ONDERDEELNAMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-137 Sharp OSA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-138 TYPEN OPDRACHTBEHEERSCHERMEN . . . . . . . 1-94 • APPLICATIECOMMUNICATIE. . . . . . . . . . . . . 1-138 OPDRACHTEN IN UITVOERING OF GERESERVEERDE OPDRACHTEN STOPPEN OF VERWIJDEREN.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN ONDERDEELNAMEN EN FUNCTIES BUITENKANT (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9) (10) (11) (1) (2) (3) (4) (5) Uitvoerlade (middelste lade)* Afgedrukt papier wordt naar deze lade uitgevoerd. Toetsenbord* Gebruik dit als alternatief voor het aanraaktoetsenbord dat op het aanraakscherm wordt weergegeven.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN (12) (14) (13) (17) (12) Finisher (voor nieten van 100 vellen)* Hiermee wordt papier geniet en uitgevoerd. ► FINISHER (VOOR NIETEN VAN 100 VELLEN) (pagina 1-119) (15) (16) (18) (19) (17) Krulcorrectie-eenheid* Hiermee wordt papier geperforeerd en uitgevoerd. (18) Lade 5 (MX-LC12)* Plaats papier in deze lade. Er kan maximaal 3500 vel worden opgeslagen.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN (20) (21) (23) (22) (24) (25) (20) Perforatiemodule* Hiermee wordt papier geperforeerd en uitgevoerd. (26) (23) Snijmodule* Hiermee wordt overtollig papier verwijderd bij uitvoer met zadelsteek. (21) Invoegeenheid* Hierin kunnen kaften en invoegvellen die moeten worden ingevoegd tussen afgedrukte vellen worden geplaatst.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN BINNENKANT (1) (5) (2) (6) (1) Tonercartridge Deze cartridge bevat toner. Wanneer de toner in een cartridge opraakt, moet de cartridge van de kleur die opraakt worden vervangen. ► DE TONERCARTRIDGE VERVANGEN (pagina 1-151) (2) Fuseereenheid Hier wordt warmte toegepast om de overgebrachte afbeelding op het papier te smelten. (7) (6) De fuseereenheid is heet.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID EN GLASPLAAT (1) (2) (3) (4) (5) (1) (2) (3) (4) Klep van documentinvoergedeelte Open deze klep om een vastgelopen origineel te verwijderen. Origineelgeleiders Deze geleiders zorgen ervoor dat het origineel goed wordt gescand. Stel de geleiders af op de breedte van het origineel. Documentinvoerlade Plaats het origineel. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar boven.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN ZIJKANT EN ACHTERKANT (1) (2) (3) (4) (5) (1) USB-aansluiting (type A) Deze aansluiting wordt gebruikt om een USB-apparaat of een USB-stick op het apparaat aan te sluiten. Ondersteunt USB 2.0 (Hi-Speed). (2) USB-aansluiting (type B) Kan niet worden gebruikt. (3) LAN-aansluiting Sluit de LAN-kabel aan op deze aansluiting als het apparaat binnen een netwerk wordt gebruikt. Gebruik een afgeschermde LAN-kabel.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN BEDIENINGSPANEEL In dit gedeelte worden de namen en functies van de verschillende onderdelen van het bedieningspaneel beschreven. (1) (5) (1) Aan-indicator Deze indicator gaat branden als de hoofdschakelaar van het apparaat in de stand " " staat. ► DE VOEDING INSCHAKELEN (pagina 1-10) (2) Toets [Aan] Druk op deze toets om de voeding van het apparaat in of uit te schakelen.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN DE VOEDING INSCHAKELEN In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de voeding van het apparaat kunt in- en uitschakelen en hoe u het apparaat opnieuw opstart. Bedien de twee voedingsschakelaars: de hoofdschakelaar die zich linksonder achter de voorklep bevindt en de toets [Aan] op het bedieningspaneel. De voeding inschakelen • Stel de hoofdschakelaar in op ' '.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN AANRAAKSCHERM AANRAAKTYPEN Naast tikken, wat gelijk staat aan het normale aanraken van het scherm, kan het aanraakscherm van het apparaat ook worden bediend door lang aanraken, vegen en schuiven. Bedieningstypen Kopieren Best. ophalen van schijf E-mail Overige Kantlijnverschuiving Off Tikken Raak het scherm met uw vinger kort aan. Gebruik deze methode om een toets, tab of selectievakje te selecteren. Best.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Bediening in de schermen Toets (tikken) A. Tik op een item om het te selecteren. De geselecteerde toets krijgt een andere kleur. B. Tik op cijfertoetsen om cijfers in te voeren. C. Tik om de waarde te verhogen of te verlagen. Lang aanraken zorgt ervoor dat de waarde wordt verhoogd of verlaagd totdat u het scherm weer loslaat. D. Tik om een vinkje in te voeren en de instelling in te schakelen. E. Tik hier om het scherm te sluiten.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Tab (tikken) A. Tik op een tab om te veranderen wat wordt weergegeven. Aantal exempl. Kleurmodus 1 Dubbelz. Kopie Origineel Stand afbeelding Aanpassing Achtergrond (A) Auto Lege pagina Overslaan AB Inch Aangepast Formaat Directe Invoer A5 B5R B4 A5R A4 A3 B5 A4R Lege pagina in orig.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN BEGINSCHERM Als u op de toets [Beginscherm] op het bedieningspaneel drukt, dan wordt het beginscherm op het bedieningspaneel weergegeven. In het beginscherm worden de toetsen weergegeven voor de selectie van modi en functies. Voor het weergeven van de apparaatstatus behalve de opdracht via pictogrammen. ► Pictogram dat de status van het apparaat aangeeft (pagina 1-15) Tik op een modus om deze te wijzigen.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Pictogram dat de status van het apparaat aangeeft Pictogram Apparaatstatus Pictogram Apparaatstatus Printergegevens worden verwerkt. Er is een USB-apparaat geïnstalleerd. Printergegevens worden afgedrukt. Het field-supportsysteem is ingeschakeld. Er zijn gegevens om te verzenden. Invoer van 1-bits alfanumeriek teken Er zijn foutgegevens om door te sturen. Er is een gegevensbeveiligingskit geïnstalleerd.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN SCHAKELEN TUSSEN MODI Schakelen tussen modi vanaf het beginscherm Schakelen tussen modi vanaf de modusweergave Druk op de toets [Beginscherm]. Tik op de modusweergave. Best. ophalen van schijf E-mail Sharp OSA LIJN PRINTER Taakbeheer Origineel A4 Details Papier Selectie Dubbelz. Kopie Kopieerfactor Nietje / Perforatie 100% Off A4 Lade 1 CA E-mail Best.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN VOORBEELDSCHERM In het voorbeeldscherm kunt u uitvoerafbeeldingen weergeven en afbeeldingen die in het apparaat zijn opgeslagen via het aanraakscherm. In de Eenvoudige modus In de Normale modus Verzenden en afdrukken Voorbeeldweergave Programmaregistratie Huidige inst. registreren Snelbestand Geg. tijdelijk opslaan Bestand Gegevens in map opslaan Orig. opnieuw scannen zonder instell.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Pagina's verwijderen 1 Tik in het voorbeeldscherm op 2 om de bewerkingsmodus in te schakelen. Tik op de pagina die u wilt wissen en tik op . Opgegeven bereik wissen Opg. gebied voor orig. wissen Pagina verwijderen Pagina verplaatsen 180 graden draaien Hoofdstukinvoeg. opgeven Lege pagina invoegen 1 2 3 4 5 5 Einde bew. • U kunt de pagina ook verwijderen door op [Pagina verwijderen] te tikken in het actiescherm.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Pagina's verplaatsen 1 Tik in het voorbeeldscherm op om de bewerkingsmodus in te schakelen. Tik op de pagina die u wilt verplaatsen en versleep om de pagina te verplaatsen. 2 1 2 3 4 5 6 Einde bew. U kunt de pagina ook verplaatsen door op de toets [Pagina verplaatsen] te tikken in het actiescherm en dan op tikken van de bestemming. 3 te Tik op de toets [Einde bew.].
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Hoofdstukinvoegingen instellen Als N-Up of 2-Zijdig is geselecteerd, kunt u een pagina die is gemarkeerd met 1 Tik in het voorbeeldscherm op naar de eerste pagina verplaatsen. om de bewerkingsmodus in te schakelen. Tik op de pagina waarvoor u hoofdstukinvoegingen wilt instellen. 2 1 2 3 4 5 6 Einde bew. Tik op 3 . wordt weergegeven op de pagina. 1 2 3 4 5 6 Einde bew.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Lege pagina invoegen 1 2 Tik in het voorbeeldscherm op Selecteer de locatie voor het invoegen van een blanco pagina. 1 2 om de bewerkingsmodus in te schakelen. Tik op en tik op voor de locatie voor het invoegen van een lege pagina. Annuleren en terugkeren 3 4 5 4 Einde bew. U kunt ook een lege pagina invoegen door op [Lege pagina invoegen] te tikken in het actiescherm. 3 Tik op de toets [Einde bew.].
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN 3 Opgegeven bereik wissen Volg de aanwijzingen in het scherm om het te wissen bereik op te geven. Verlaten Beginpunt X 53 Y 31 Hoogte 31 Breedte 97 Wissen Geef het te wissen bereik op en tik dan op de toets [OK]. OK Geef Bereik2 op Geef Bereik3 op Geef Bereik4 op Om de afbeelding buiten het opgegeven bereik te verwijderen, tikt u op [Wisbereik omkeren] in het actiescherm.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN BEDIENING VAN VEELGEBRUIKTE TOETSEN Cijfertoetsen Tik op een cijfer om dit in te voeren. Tik op de toets [C] om het ingevoerde cijfer te wissen. Aantal exempl. 1 7 8 9 4 5 6 1 2 3 0 C In het adresscherm kunt u tekens invoeren die geen cijfers zijn; er wordt een andere toetsindeling gegeven. U kunt de cursor ook verplaatsen met de toetsen [←] en [→]. Tik op de toets [C] om één teken links van de cursor te verwijderen.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN ACTIESCHERM Aanbevolen functies worden weergegeven in het actiescherm wanneer u functies configureert in iedere modus. In het actiescherm kunt u functies configureren of de geconfigureerde functie combineren met een functie die wordt weergegeven in het actiescherm. Als het actiescherm niet wordt weergegeven, tik dan op het tabblad van het actiescherm. Boekje Overige Kopiëren als boekje Origineel Wissen Aanp. Formaat/Richting.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN 3 Tik op de toets [Toets registreren]. 4 Tik op de toets van de functie die u wilt registreren. Beheerdersrechten zijn vereist. Favoriete functies oproepen 1 1 Aantal exempl. Kleurmodus Meerkleuren 7 8 9 Auto A4 4 5 6 Auto 1 2 3 Verzenden en afdrukken Tik op . Snelbestand Geg. tijdelijk opslaan Bestand Origineel Papierformaat Dubbelz.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Eco ECOFUNCTIES VAN HET APPARAAT Deze functies helpen energieverbruik besparen door bewerkingen van secties die vaak hoog energieverbruik hebben te beheren. Het apparaat biedt twee modi voor energiebesparing.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Functie Aangepast Eco Energieniveau slaapstand Lage energie Lage energie Eco-scan Aan (Alleen verzendmodi) Aan (Alle modi behalve Kopiëren) De instellingen voor energiebesparing in Systeeminstellingen worden niet toegepast wanneer de Ecomodus wordt gebruikt. De modusinstellingen configureren "Instellingen (beheerder)"→ selecteer [Systeeminstellingen] → [Energie Besparen] → [Eco-instelling] → [Instellingenmodus].
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN VOORVERWARMFUNCTIE In deze modus wordt de temperatuur van de fuseereenheid verlaagd en staat het apparaat in een wachtstand met laag energieverbruik. De voorverwarmfunctie wordt ingeschakeld wanneer het apparaat gedurende een ingestelde tijd in de wachtstand staat zonder een opdracht uit te voeren.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN SCHAKEL DE MODUS VOOR AUTOMATISCHE UITSCHAKELING IN ZODRA DE EXTERNE OPDRACHT IS VOLTOOID Als u gewoon afdrukt in de modus Timer Voor Autom. Uitschakelen, wordt de voeding ingeschakeld en gaat het apparaat nadat de afdrukopdracht is voltooid direct terug naar de modus Timer Voor Autom. Uitschakelen.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN PLANNINGSINSTELLING IN- /UITSCHAKELEN Gebruik deze functie om de tijden voor het in- en uitschakelen van het apparaat in te stellen om zo het energieverbruik te verminderen. 9:00 OFF Begintijd ON 12:00 13:00 OFF Lunchpauze ON 18:00 Eindtijd OFF De planningsfunctie voor in- en uitschakelen instellen selecteer in de instellingsmodus [Systeeminstellingen] → [Energie Besparen] → [Planningsinst. In /uitschakelen].
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN GEBRUIKERSAUTHENTICATIE Gebruikersverificatie beperkt het gebruik van het apparaat tot aangemelde gebruikers. Het is mogelijk om de functies op te geven die de verschillende gebruikers mogen gebruiken. Zo kunt u het apparaat aanpassen aan de behoeften van uw werkplek. Wanneer de beheerder van het apparaat gebruikersverificatie heeft ingeschakeld dan moet iedere gebruiker zich aanmelden op het apparaat.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN 2 Tik op de toets [OK]. (1) Gebruikersauthenticatie Voer uw gebruikersnummer in. 7 8 9 4 5 6 1 2 3 Wanneer het ingevoerde gebruikersnummer is geauthenticeerd, wordt het resterend aantal pagina's weergegeven dat de gebruiker kan kopiëren of scannen. Wanneer een limiet is ingesteld voor het aantal pagina's dat een gebruiker kan gebruiken, wordt het gebruikte aantal pagina's van de aangemelde gebruiker weergegeven. Aanm.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN AUTHENTICATIE OP BASIS VAN GEBRUIKERSNAAM EN WACHTWOORD Met deze methode kunnen gebruikers zich aanmelden met een gebruikersnaam en wachtwoord dat zij van de beheerder van het apparaat of de beheerder van de LDAP-serverhebben ontvangen. Bij het opstarten van het apparaat wordt het aanmeldscherm weergegeven. Gebruikersauthenticatie Voer gebruikersnaam en wachtwoord in.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN 1 Voer de gebruikersnaam in. Gebruikersauthenticatie Invoer via het aanraaktoetsenbord Als de gebruikersnaam niet in de instellingsmodus is geregistreerd, moet een gebruiker die alleen LDAP-verificatie gebruikt op het tekstvak [Gebruikersnaam] tikken en zijn/haar gebruikersnaam invoeren via het aanraaktoetsenbord.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN 3 Tik op de toets [OK]. Gebruikersauthenticatie Wanneer de ingevoerde gebruikersnaam en het wachtwoord zijn geauthenticeerd, wordt het resterend aantal pagina's weergegeven dat de gebruiker kan kopiëren of scannen. Voer gebruikersnaam en wachtwoord in. Selecteer uit lijst Gebruikersnaam Wachtwoord Auth. om Lokaal aanmelden OK CA Adresboek Zoeken in alg.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN KOPPELFUNCTIE MET ACTIVE DIRECTORY U kunt lid worden van het Active Directory-domein (AD-domein) van het apparaat zodat u gebruikersbeheerfuncties via het netwerk kunt uitvoeren. Als Active Directory niet op het netwerk is geactiveerd, moet u voor elk apparaat op het netwerk een afzonderlijke apparaatauthenticatie uitvoeren. In dat geval moet één gebruiker meerdere domeinnamen en wachtwoorden gebruiken.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Gebruikersauthenticatie in het AD-domein De volgende methoden kunnen worden gebruikt voor de gebruikersauthenticatie in het AD-domein. 1. Authenticatie door het apparaat handmatig in te voeren Voer de authenticatie uit via het aanraakscherm van het apparaat. Raadpleeg 'AUTHENTICATIE OP BASIS VAN GEBRUIKERSNAAM EN WACHTWOORD (pagina 1-33)' voor de authenticatiemethode.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN FUNCTIES DIE MET ACTIVE DIRECTORY KUNNEN WORDEN GEBRUIKT Netwerkmappen die toegankelijk zijn voor gebruikers Als een gebruiker die zich heeft aangemeld bij het AD-domein een netwerkmap op het apparaat wil openen, krijgt de gebruiker alleen toegang tot de mappen waarvoor deze is gemachtigd.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN REKENING CODE REKENING CODE Een rekeningcode, die wordt toegevoegd aan een vastgelegd takenlogboek na het uitvoeren van een afdrukopdracht of opdracht voor beeldverzending, wordt gebruikt voor het verwerken van rekeningen. Rekeningcodes zijn ingedeeld in twee typen: main code en subcode.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN GEBRUIK VAN REKENING CODE Als het gebruik van een rekeningcode is ingeschakeld bij "Instellingen (beheerder)" dan wordt het venster voor rekeningcode weergegeven op het moment dat wordt overgeschakeld naar een andere modus (bij het afdrukken/ verzenden in de modus documentarchivering). Voer de main code of de sub code in, indien vereist.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN 2 OK Selecteer Billing Code. Main Code Belangrijkste Code Naam MAIN001 Company 1 MAIN002 Company 2 MAIN003 Company 3 MAIN004 Company 4 MAIN005 Company 5 MAIN006 Company 6 MAIN007 Company 7 MAIN008 Company 8 Annuleren en terugkeren Toevoegen/Bewerken Rekeningcode Tik op een Main Code in de lijst om deze te selecteren. CA Main code of naam van main code zoeken Tik op .
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Rekeningcode rechtstreeks invoeren 1 Als het venster voor het invoeren van de rekeningcode wordt weergegeven, tikt u op het vak bij [Main Code] en voert u de main code in. Rekening Code Voer Rekeningcode in. Main Code AAAA Selecteer uit lijst Sub Code AAAA Selecteer uit lijst Voer de code in en gebruik maximaal 32 1-bits tekens.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN NIEUWE REKENINGCODE REGISTREREN Nieuwe rekeningcode registreren. U kunt een nieuwe rekeningcode registreren via het venster voor het invoeren van een rekeningcode en via de "Instellingen". Een rekeningcode registreren via de Instellingsmodus Selecteer "Instellingen" → [Paginalimietgroep] → [Rekening Code] → [Main Code Lijst] of [Sub Code Lijst]. Registreer een main code bij [Main Code Lijst] en een sub code bij [Sub Code Lijst].
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN 3 Main Code Tik op [Nieuw Toev] in het actiescherm. Nieuw Toev Registratie Hoofdcode Belangrijkste Code Naam CA Terugkeren naar het venster voor het selecteren van een rekeningcode Tik op . 4 (4) Annuleren en terugkeren Registratie Hoofdcode Main Code Registr. beëind. Belangrijkste Code Naam Registreren Volgende Billing Code. (5) Tik op het vak bij [Main Code] en voer de main code in.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN 7 Geef openbaar adres aan (Geselect.:1/32) Op een groep tikken om deze te selecteren als openbare bestemming Wissen Lijst van organisaties /groepen Group 1 U kunt maximaal acht groepen opgeven. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen tikt u op . Group 2 Group 3 Group 4 Group 5 Group 6 CA Group 7 Group 8 De instelling annuleren Tik op [Wissen] in het actiescherm.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN GEREGISTREERDE REKENINGCODE BEWERKEN OF WISSEN U kunt de geregistreerde rekeningcode wijzigen of wissen. U kunt de rekeningcode ook bewerken of wissen bij "Instellingen". Een rekeningcode bewerken of registreren via de Instellingsmodus Selecteer "Instellingen" → [Paginalimietgroep] → [Rekening Code] → [Main Code Lijst] of [Sub Code Lijst].
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN 4 Annuleren en terugkeren Registratie Hoofdcode Main Code AAAA Belangrijkste Code Naam AAAA Publieke groep Registr. beëind. Registreren Volgende Billing Code. Bewerk de main code indien nodig. Zie stap 4 t/m 7 bij "NIEUWE REKENINGCODE REGISTREREN (pagina 1-43)" voor meer informatie over het wijzigen van de code. Openbaar voor iedereen Openbaar doeladres opgeven CA 5 Tik op [Registr. beëind.] in het actiescherm.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Rekeningcode wissen 1 Voer Rekeningcode in. Main Code AAAA Selecteer uit lijst Sub Code AAAA Selecteer uit lijst CA 2 3 Als het venster voor het invoeren van de rekeningcode wordt weergegeven, tikt u op de toets [Selecteer uit lijst] van de main code. Rekening Code Geen Gebruik van Billing Code OK OK Selecteer Billing Code. Om een sub code te wissen, tikt u op de toets [Selecteer uit lijst] van de sub code.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN CLOUD LINK Via de Cloud Link-functie kan het apparaat worden verbonden met een online cloud service zodat u gescande gegevens kunt uploaden en gegevens die u hebt opgeslagen in de cloud kunt afdrukken.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN SCANGEGEVENS UPLOADEN NAAR EEN CLOUD SERVICE In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u gescande gegevens kunt uploaden naar een cloud service. 1 Tik op [Google Drive], [OneDrive] of [SharePoint Online] in het beginscherm. • Het aanmeldscherm van de geselecteerde cloud service wordt weergegeven.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN 3 Tik op de toets [Een document afdrukken]. • Het scherm voor het selecteren van een bestand wordt weergegeven. • Kies het bestand en tik op de toets [Afdrukinstelling wijzigen] om het scherm met afdrukinstellingen weer te geven. • Wanneer u SharePoint Online gebruikt dan kunt u gegevens afdrukken in "Gedeelde documenten".
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN BEDIENING OP AFSTAND VAN HET APPARAAT Bedien het apparaat op afstand via uw computer. U kunt het apparaat op afstand bedienen via hetzelfde paneel als het bedieningspaneel van het apparaat. Dit paneel wordt op uw pc weergegeven en biedt dezelfde gebruikerservaring als bediening op het apparaat zelf. Kopieren LIJN Best.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN UNIVERSEEL ONTWERP VAN HET APPARAAT Het apparaat en de software zijn zo ontworpen dat het apparaat voor alle gebruikers eenvoudig te gebruiken is. UNIVERSEEL ONTWERP VAN DE BEDIENING Afstelling van hoek van bedieningspaneel De hoek van het hele bedieningspaneel kan worden afgesteld zodat het apparaat ook zittend kan worden bediend. Papierlades met handgreep De handgrepen maken eenvoudig gebruik van bovenaf en onderaf mogelijk.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN UNIVERSEEL ONTWERP VAN DE WEERGAVE Tekstgrootte wijzigen U kunt de tekstgrootte op het aanraakscherm wijzigen. Wanneer de tekst op het aanraakscherm klein is en moeilijk leesbaar dan kunt u de tekst vergroten In de "Instellingen (beheerder)" selecteert u [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [BedieningsInstellingen] → [Voorwaarde- Instellingen] → [Vergrote weergavemodus].
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN UNIVERSAL DESIGN-FUNCTIES Het apparaat beschikt over functies en instellingen die compatibel zijn met Universal Design. Gebruiksvriendelijke gebruikersinterface • Eenvoudige modus Deze modus bevat alleen de veelgebruikte opties. De knoppen en de tekst zijn extra groot om de bediening eenvoudiger te maken. Vanuit de eenvoudige modus kunnen bijna alle reguliere handelingen worden uitgevoerd.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Intuïtieve bediening • Quick-view bedieningshandleiding Raak de toets [Bedienings- handleiding] in het beginscherm van het aanraakscherm aan om de bedieningshandleiding weer te geven. De bedieningshandleiding bevat eenvoudige uitleg over het gebruik van het apparaat. • Eenvoudige bediening door het opslaan van programma's Met de programmafunctie kunt u groepen instellingen voor kopiëren, en andere functies opslaan.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN GEREGISTREERDE ITEMS IN HET OPDRACHTLOGBOEK Het apparaat registreert de uitgevoerde opdrachten in een logboek. De belangrijkste informatie die wordt vastgelegd in het opdrachtlogboek wordt hieronder beschreven.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Nr. 21 Itemnaam Aantal gereserveerde sets Het aantal opgegeven sets of gereserveerde bestemmingen wordt vastgelegd. 22 Aantal voltooide sets Het aantal voltooide sets of het aantal bestemmingen waarnaar de verzending met succes is voltooid wordt vastgelegd. 23 Aantal gereserveerde pagina's Het aantal gereserveerde origineelpagina's van een kopieer-, afdruk-, scan- of andere opdracht wordt vastgelegd.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN Nr. 50 Itemnaam Onderwerp betreffende documentarchivering Beschrijving Document- Archivering De status van documentarchivering wordt vastgelegd. Opslagmodus De opslagmodus voor documentarchivering wordt vastgelegd. Kleurinstelling De kleurmodus die door de gebruiker is geselecteerd wordt vastgelegd. 53 Spec. Functies De speciale modi die zijn geselecteerd bij het uitvoeren van de opdracht worden vastgelegd.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN PAPIER LADEN BELANGRIJKE INFORMATIE OVER PAPIER NAAM EN PLAATS VAN DE LADEN Wanneer een lade met grote capaciteit is geïnstalleerd Lade 2 Doorvoerlade Lade 1 Lade 5 Lade 3 Lade 4 Wanneer twee laden met grote capaciteit zijn geïnstalleerd Lade 1 Lade 2 Doorvoerlade Lade 7 Lade 8 Lade 3 Lade 5 Lade 4 Lade 6 DE DEFINITIE VAN 'R' IN PAPIERFORMATEN 'R' wordt toegevoegd aan het einde van de naam van een papierformaat dat zowel staand als liggend k
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN GESCHIKTE PAPIERTYPEN In dit gedeelte worden papiertypen beschreven die wel en niet kunnen worden gebruikt. Uitgezonderd normaal papier wordt naar alle typen papier verwezen als speciale media. • Er zijn verschillende typen papier in de handel verkrijgbaar. Sommige papiertypen kunt u niet gebruiken in het apparaat. Raadpleeg de dealer of de dichtstbijzijnde erkende servicevertegenwoordiger voordat u papier gaat gebruiken.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Papiertypen die in elke lade kunnen worden geplaatst Lade 1/2 Dun papier Lade 3 Lade 4 Doorvo erlade Lade 5 Lade met grote capaciteit (MX-LC12/ MX-LCX3N) Laden met grote capaciteit Lade 5/7 Lade 6/8 Doorvoerlade (voor de laden met grote capaciteit) Invoegeenheid (bovenste / onderste) - - - Ja - Ja Ja Ja - Normaal papier 1 (60 tot 89 g/m2 (16 tot 24 lbs bond)) Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Normaal papier 2 (90 tot 105 g/m2 (24 tot
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN • Zie "SPECIFICATIES" in de "Beknopte handleiding" en "Papierlade- instellingen (pagina 7-105)" voor uitgebreide informatie over het formaat en type papier dat in elke lade van het apparaat kan worden geplaatst. • Gerecycled papier, gekleurd papier en voorgeperforeerd papier moet voldoen aan dezelfde specificaties als normaal papier. • Raadpleeg voordat u papier gebruikt de leverancier of erkende servicevertegenwoordiger.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN PAPIER PLAATSEN IN LADE 1/2 Er kan maximaal 1200 vel papier van A4-formaat (8-1/2" × 11") en B5-formaat worden geplaatst in lade 1. In lade 2 kan maximaal 800 vel A4-papier (8-1/2 × 11") worden geladen. Als u een ander type of formaat papier hebt geplaatst dan de keer ervoor, moet u de instellingen controleren bij "Instellingen (beheerder)".
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN 3 Indicatorlij n Doe de aanvoerrol omhoog en plaats papier in de lade. Plaats het papier met de afdrukzijde omhoog. De stapel mag niet boven de indicatorlijn uit komen (maximaal 1200 vel voor lade 1 en maximaal 800 vel voor lade 2). Indicatorl ijn Doe de aanvoerrol omlaag en duw de papierlade rustig terug in het apparaat. 4 Druk de lade langzaam volledig in het apparaat.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN 2 Zet de papierformaatgeleider en de transparant ongeveer goed voor het papierformaat dat u wilt gebruiken. (1) LT A4 (1) Breng de onderkant van de papierformaatgeleider op gelijke hoogte met de desbetreffende sleuf onder in de lade. (2) Breng de papierformaatgeleider op een lijn met de sleuf voor het papierformaat dat u wilt gebruiken (aangegeven met een teken).
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN PAPIER PLAATSEN IN LADE 3/4 Er kan maximaal 500 vel papier van formaat A3W tot B5R (12" × 18" tot 7-1/4" × 10-1/2"R) in lade 3 worden geladen. Er kan maximaal 500 vel papier van formaat A3W breed tot A5R (12" × 18" tot 5-1/2" × 8-1/2"R) in lade 4 worden geladen. • In lade 4 kunnen andere typen papier dan normaal papier, speciale media zoals tabpapier en transparanten worden geladen.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Een niet-standaardpapierformaat kan alleen in lade 4 worden geladen. Lade 3 kan niet worden gebruikt voor papierformaten die niet standaard zijn. Waaier het papier uit. 3 4 Waaier het papier goed uit voordat u het laadt. Als u het papier niet uitwaaiert, kunnen meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd waardoor het apparaat vastloopt. Plaats het papier in de lade. Indicatorlijn Plaats het papier met de afdrukzijde omhoog.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Tabpapier laden in lade 4 Verwijder de geleider voor het tabpapier. 1 De geleider bevindt zich binnen in lade 4. Trek de lade naar buiten en installeer de geleider. 2 Stel de geleideplaten in op de driehoekige markeringspositie. Installeer de geleider zodat deze de geleideplaten bedekt. Stel de geleideplaten in de lade in op het formaat in lengteen breedterichting van het te laden papier. Plaats het tabpapier in de lade.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Zie de volgende afbeelding en pas de tabpositie van het tabpapier aan. Originelen Tabpapier Bovenrand ABC DEF Zijde 1 1e pagina GHI JKL Achterrand 1e pagina 2e pagina 3e pagina 4e pagina 4e pagina 3e pagina 2e pagina Schuif de lade rustig in het apparaat en stel het papiertype in op tabpapier. 4 Stel met behulp van "Papierlade- instellingen" in de systeeminstellingen het papiertype in op tabpapier.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN PAPIER IN DE PAPIERLADE MET GROTE CAPACITEIT LADEN Gebruik de papierlade met grote capaciteit voor de uitvoer van omvangrijke afdrukopdrachten die niet met de normale lade kunnen worden verwerkt. • De lade met grote capaciteit (MX-LC12) kan maximaal 3500 vellen A4, B5 en 8-1/2" × 11" papier bevatten. • De lade met grote capaciteit (MX-LCX3 N) kan maximaal 3000 vellen papier van A3W (12" × 18") tot B5 (8-1/ 2" × 11"R) bevatten.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Duw de papierlade rustig terug in het apparaat. 4 Druk de lade langzaam volledig in het apparaat. Als het papier met kracht erin gestoken wordt, kan het scheef komen te zitten of vastlopen. Lade met grote capaciteit (MX-LCX3 N) Druk op de bedieningstoets. 1 De bedieningstoets knippert terwijl de papiertafel van de lade naar beneden wordt verplaatst naar de laadpositie voor het papier. Wacht totdat het lampje van de bedieningstoets uit gaat.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN • Steek niet uw hand in de ruimte binnen in de papiertafel tijdens het laden van papier. • Berg geen reservepapier of andere voorwerpen op in de ruimte binnen in de lade. Duw de papierlade rustig terug in het apparaat. 5 Druk de lade langzaam volledig in het apparaat. Als het papier met kracht erin gestoken wordt, kan het scheef komen te zitten of vastlopen. De papiertafel gaat omhoog nadat de lade naar binnen is geduwd.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Het papierformaat wijzigen voor de lade met grote capaciteit (MX-LCX3 N) Draai de schroef van de papiergeleider los. 1 Verschuif de plaat van de papiergeleider. Plaat 2 Verschuif de plaat tot de rode lijn in het midden van het formaatvenstertje staat. Stem de papiergeleider af op het gebruikte papierformaat. 3 Schuif de papiergeleider naar voor of achter tot het teken dat het gebruikte formaat aangeeft ( of ) in het formaatvenstertje staat.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Zet de papiergeleider aan de rechterkant in de juiste stand voor het gebruikte papierformaat. 6 (1) Houd de vergrendeling van de papiergeleider omhoog en zet de papiergeleider in de juiste stand voor het gebruikte papier. (2) Maak de vergrendeling van de papiergeleider los. (3) Beweeg de papiergeleider een beetje heen en weer, zodat de geleider op zijn plaats vastschiet. U hoort een klik op het moment dat dit gebeurt.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN PAPIER IN DE PAPIERLADEN MET GROTE CAPACITEIT LADEN Gebruik de papierladen met grote capaciteit voor de uitvoer van omvangrijke afdrukopdrachten die niet met de normale lade kunnen worden verwerkt. De laden met grote capaciteit kunnen maximaal 5000 vellen papier bevatten (2500 vellen voor lade 5 en 2500 vellen voor lade 6) van A3W (12" × 18") tot B5R (7-1/4" × 10-1/2"R).
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN 3 Waaier het papier uit. 4 Laad het papier. Waaier het papier goed uit voordat u het laadt. Als u het papier niet uitwaaiert, kunnen meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd waardoor het apparaat vastloopt. Plaats het papier met de afdrukzijde omlaag. De stapel mag niet boven de indicatorlijn uit komen (maximaal 2500 vel). Indicatorlijn Duw de papierlade rustig terug in het apparaat. 5 Druk de lade langzaam volledig in het apparaat.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Het tabpapier laden Verwijder de geleider voor het tabpapier. 1 De geleider bevindt zich in de bovenste lade. Plaats het tabpapier in de lade. 2 Plaats het tabpapier met de afdrukzijde omhoog zodat de tab zich aan de rechterkant bevindt. Zie de volgende afbeelding en pas de tabpositie van het tabpapier aan.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Plaats de geleider voor het tabpapier. 3 4 Plaats de geleider aan de bovenkant van het tabpapier. Schuif de lade rustig in het apparaat en stel het papiertype in op tabpapier. Stel met behulp van "Papierlade- instellingen" in de systeeminstellingen het papiertype in op tabpapier. U kunt als volgt het papiertype instellen op tabpapier: Maak deze instelling in [Lade-Instel.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Stem de papiergeleider af op het gebruikte papierformaat. 3 Schuif de papiergeleider naar voor of achter tot het teken dat het gebruikte formaat aangeeft ( of ) in het formaatvenstertje staat. Wanneer u een van beide verschuift, verschuift zowel de verste plaat als de plaat dichtbij. 4 Draai de schroef van de papiergeleider weer aan. (1) (1) Verschuif de plaat van de papiergeleider.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN PAPIER IN DE DOORVOERLADE LADEN Gebruik de doorvoerlade voor het afdrukken op normaal papier, etikettenvellen, tabpapier en andere speciale media. Er kunnen maximaal 100 vellen papier in de doorvoerlade (op het apparaat) worden geladen, of maximaal 500 vellen in de doorvoerlade (in de laden met grote capaciteit), en continu afdrukken is mogelijk net als bij andere laden.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Tabpapier laden Als u afdrukt op tabpapier, plaatst u het papier met de afdrukzijde omlaag. Voor de doorvoerlade (op de laden met grote capaciteit) moet de speciale geleider worden geïnstalleerd in de geleiders van de doorvoerlade aan de achterkant. De speciale geleider bevindt zich aan de bovenkant van de laden met grote capaciteit.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Enveloppen laden Als u enveloppen in de doorvoerlade laadt, plaatst u deze in de stand zoals aangegeven in de afbeelding. Enveloppen plaatsen U kunt alleen op de voorzijde van de enveloppen afdrukken of kopiëren. Zorg dat de voorzijde omlaag gericht is. Belangrijke tips voor het laden van enveloppen • Druk niet op beide zijden van een envelop af. Dit kan leiden tot vastlopen of een slechte afdrukkwaliteit.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Belangrijke informatie over het gebruik van reliëfpapier/etikettenvellen • Het oneffen oppervlak van sommige typen reliëfpapier kan van invloed zijn op de afdrukkwaliteit. Neem contact op met uw dealer of dichtstbijzijnde erkende servicevertegenwoordiger voor meer informatie. • Sommige etiketten moeten mogelijk in de doorvoerlade worden geladen, in de aangegeven richting. Volg de betreffende aanwijzingen.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Papier in de doorvoerlade plaatsen (op de machine) Open de doorvoerlade. 1 Als u papier laadt dat groter is dan A4R of 8-1/2" × 11"R, kunt u het verlengstuk uittrekken. Trek het verlengstuk van de doorvoerlade helemaal uit. Plaats geen zware voorwerpen op de doorvoerlade en pas er geen neerwaartse druk op uit. 2 Stel de geleiders van de doorvoerlade af op de breedte van het papier.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Papier in de doorvoerlade plaatsen (op de laden voor grote capaciteit) Als u het papier in de doorvoerlade wilt vervangen, drukt u op de bedieningstoets en verwijdert u het papier. 1 De papiertafel wordt naar beneden verplaatst. De bedieningstoets knippert terwijl de papiertafel naar beneden wordt verplaatst. De toets licht op als de papiertafel beneden is aangekomen. Verwijder het papier pas wanneer de toets niet langer knippert.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN Druk op de bedieningstoets. 4 De papiertafel wordt omhoog verplaatst. De bedieningstoets knippert terwijl de papiertafel omhoog wordt verplaatst. De toets licht op als de papiertafel boven is aangekomen.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN DE GELEIDER VOOR LANG PAPIER AANBRENGEN In onderstaande stappen wordt uitgelegd hoe u de optionele invoerlade voor lang papier kunt bevestigen op de handinvoer. 1 Trek het verlengstuk van de invoerlade voor lang papier uit. 2 Trek het verlengstuk van de doorvoerlade uit. 3 Bevestig de invoerlade voor lang papier op het verlengstuk van de doorvoerlade. 4 Plaats het verlengstuk van de doorvoerlade terug.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►HET ORIGINEEL PLAATSEN HET ORIGINEEL PLAATSEN EEN PROCEDURE SELECTEREN VOOR HET PLAATSEN VAN HET ORIGINEEL AFHANKELIJK VAN TYPE EN STATUS Plaats het origineel in de automatische documentinvoereenheid. Afhankelijk van het type en de status van het origineel gebruikt u de glasplaat. Volg de instructies om de methode te selecteren voor het plaatsen van het origineel.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►HET ORIGINEEL PLAATSEN AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u originelen in de automatische documentinvoereenheid plaatst. • Plaats originelen van verschillend formaat zo nodig tezamen in de automatische documentinvoereenheid. Gebruik in dat geval de functie "Overige" in elke modus om [Origineel gem. form.] in te stellen.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►HET ORIGINEEL PLAATSEN Toegestane formaten voor originelen Minimaal formaat van origineel Maximaal formaat van origineel Standaardformaat (Minimum formaat dat automatisch kan worden gedetecteerd) 148 mm (lengterichting) × 210 mm of A5 5-1/2" (lengterichting) × 8-1/2" (dwarsrichting) Niet-standaard formaat (Minimum formaat dat handmatig kan worden opgegeven) 131 mm (lengterichting) × 140 mm (dwarsrichting) 5-1/8" (lengterichting) × 5-1/2" (dwarsrichting) Standaardfor
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►HET ORIGINEEL PLAATSEN GLASPLAAT In dit gedeelte worden de stappen beschreven voor het plaatsen van een origineel op de glasplaat. • Sluit de automatische documentinvoereenheid voorzichtig. Hardhandig sluiten van de automatische documentinvoereenheid kan tot beschadiging leiden. • Zorg ervoor dat u uw vingers niet klemt bij het sluiten van de automatische documentinvoereenheid.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►HET ORIGINEEL PLAATSEN 3 Sluit de automatische documentinvoereenheid. Nadat u het origineel hebt geplaatst, moet u de automatische documentinvoereenheid sluiten. Als de eenheid open blijft, zullen de delen die buiten het origineel vallen zwart worden gekopieerd, waardoor te veel toner wordt verbruikt. • Open de automatische documentinvoereenheid volledig voordat u deze sluit.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN TYPEN OPDRACHTBEHEERSCHERMEN Wanneer u op de opdrachtbeheerweergave tikt, wordt het opdrachtbeheerscherm weergegeven. Tik er nogmaals op om terug te gaan naar de vorige functie.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN • Lijst Spool (alleen weergegeven als een opdracht wordt ontvangen die via een computer wordt afgedrukt) Geeft afdruktaken weer tot aan de verzending naar het apparaat vanaf een computer. De opdrachten worden naar de Opdrachtwachtrij verplaatst nadat de overdracht is voltooid.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN OPDRACHTEN IN UITVOERING OF GERESERVEERDE OPDRACHTEN STOPPEN OF VERWIJDEREN 1 2 Tik op de opdrachtbeheerweergave en tik op het tabblad voor de opdracht die u wilt stoppen of verwijderen. Afdrukken Taak Best. ophalen Scannen Adres Tijd Inst. Pagina Status Distribueren 10:45 07/07 0000/0001 0000/0002 OK Druk verzendbeeld activiteiten rapport af Tik op de toets [Opdr.Wachtr].
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN GERESERVEERDE OPDRACHTEN MET PRIORITEIT VERWERKEN Deze functie geeft prioriteit aan de verwerking van gekopieerde, of beeldverzendingsopdrachten die later zijn geopend dan opdrachten die al in de wachtrij staan voor afdrukken of verzenden. Het gebruik van de functie voor verwerking met prioriteit verschilt als volgt, afhankelijk van het opdrachttype.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN De volgorde van opdrachten wijzigen Indien er een opdracht in uitvoering is, kan een onderbrekingsopdracht worden uitgevoerd, of een opdracht kan lager in de rij worden gezet om de opdrachtvolgorde te veranderen. Tik op de toets van de opdracht die u wilt verplaatsen en tik vervolgens op de toets "Order Sorteren". Afdrukken Taak Best.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN In het tabblad Afdrukken kunt u de weergave van het scherm "Opdr.Wachtr" wijzigen van het aantal afgedrukte exemplaren naar het aantal resterende exemplaren die nog moeten worden afgedrukt voor elke opdracht. Afdrukken Taak Best. ophalen Scannen Opdrachtwachtrij Voortgang/sets Status Start Kopie 0050/0050 ─ Papier Op Tijd Order Sorteren Spool Opdr.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN VOLTOOIDE OPDRACHTEN CONTROLEREN 1 2 Tik op de opdrachtbeheerweergave en tik op het tabblad voor de opdracht waarvan u de inhoud wilt controleren. Afdrukken Taak Scannen (1) Opdrachtwachtrij 0100/0100 Kopie Tik op de toets [Voltooid]. Best. ophalen Voortgang/sets Status Start Papier Op ─ Tijd Order Sorteren Spool Opdr.Wachtr (2) 3 Afdrukken Taak Scannen Best.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN Berichten die bij "Status" worden getoond opdracht in uitvoering Weergave Status "Afdrukken" Afdrukopdracht wordt uitgevoerd. "Kopieren" Kopieeropdracht wordt uitgevoerd. "Verbinden" Bezig met verbinden "Verzenden" Bezig met verzenden "Ontvangen" Niet afdrukken "In uitvoerng" In uitvoering "Tel" Er wordt met iemand gesproken via de extra telefoon.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN Voltooide opdracht Weergave Status "OK" De opdracht is normaal beëindigd. "Verzenden OK" Verzending is voltooid. "Doorstuur OK" De ontvangen gegevens/ontvangen gegevens (elk bestand) zijn doorgestuurd. "Gestopt" De opdracht werd gestopt. "Wissen" Verwijderde ontvangen gegevens in het scherm Beeldcontrole.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK ADRESBOEK ADRESBOEK U kunt "Contacten" en "Groep" opslaan in het adresboek. Voor een contactpersoon kan meer dan één adres worden opgeslagen, met inbegrip van e-mail en adressen. Als u adressen die zijn opgeslagen als "Contacten" registreert en direct ingevoerde adressen als "Groep" registreert, kunt u eenvoudig berichten verzenden naar meerdere bestemmingen door een groep op te geven. Adresboek Contactpersoon: Dhr. Yamada Adres 1 yamada@□□□□.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK ADRESBOEKSCHERM Tik op de toets [Adresboek] in het basisscherm in de modi voor beeld verzenden, zoals E-mail, om het adresboek weer te geven. U kunt het adresboek ook weergeven door op het pictogram [Adresboek] in het beginscherm te tikken. De geregistreerde vermeldingen voor "Contacten" en "Groep" zijn ingeschakeld voor alfabetisch zoeken en geselecteerd geavanceerd zoeken op basis van voorwaarden.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK Beperken op frequent gebruik Tik op de toets [Freq. Gebruik] om een adres te selecteren in het scherm dat wordt getoond. Adressen die zijn geregistreerd als "Freq. Gebruik" adressen worden weergegeven. Zoeken in alg. adressen Adres Verzendgeschiedenis Sorteren A Zoeknummer oproepen AAA D CCC Toevoegen G Koppeling naar de bestemming verzenden Individuele lijst afdrukken DDD J CCC M DDD Freq.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK Beperken op index Zoek op alfabet om de adressen te beperken. Tik bijvoorbeeld op "A" op de indexbalk om "Contacten" weer te geven die zijn opgeslagen met zoektekst die begint met "A". Zoeken in alg. adressen Adres Sorteren ALL Verzendgeschiedenis A Zoeknummer oproepen D Toevoegen A G B J C M Koppeling naar de bestemming verzenden Individuele lijst afdrukken Voorbeeldweergave P CA T Freq.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK ADRESSEN OPSLAAN VIA DIRECTE INVOER U kunt nieuwe namen en adressen in het adresboek opslaan door ze direct in te voeren. 1 2 Tik op [Toevoegen] in het actiescherm van het adresboekscherm of tik op het pictogram [Adres- beheer] in het beginscherm. Contacten toevoegen Naam Naam (verplicht) Initiaal Zoeken (Opt.) Registr. Zoek Nummer Ga naar registr. Groep Zorg dat u in ieder geval [Naam] en [Initiaal] invoert.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK ADRESSEN OPSLAAN VIA GLOBAAL ADRES ZOEKEN U kunt de zoekresultaten van het globaal adresboek opslaan als nieuwe adressen in het adresboek. Globaal adres zoeken vereist een LDAP-server. 1 2 Tik op [Toevoegen] in het actiescherm van het adresboekscherm of tik op het pictogram [Adres- beheer] in het beginscherm. Contacten toevoegen Naam Naam (verplicht) Initiaal Zoeken (Opt.) Zoek Nummer Ga naar registr.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK 5 Voer Initialen in Item Start Zoeken Doel Naam Annuleren en terugkeren Tik op het invoerveld om de zoekvoorwaarde in te voeren en tik vervolgens op de toets [Start Zoeken]. Tik op voor [Item] om het zoekdoel te wijzigen. U kunt [Naam] of [Adres] selecteren. Voer Initiaal in en druk op Enter of extern toetsenbord of [Begin Zoekopdracht] knop. 6 Selecteer een adres uit de lijst met zoekresultaten en tik op de toets .
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK ADRESSEN OPSLAAN VIA DE LOGBOEKEN VOOR BEELDVERZENDING U voegt een adres dat u hebt ingevoerd via verzendbewerkingen van afbeelding toe aan het adresboek als nieuwe registratie. FTP-adressen kunnen niet worden opgeslagen in het adresboek vanuit verzendlogboeken. 1 2 Tik in de modus voor het verzenden van afbeeldingen op [Verzendgeschiedenis] in het actiescherm.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK 5 Tik op de toets [OK]. GROEPEN OPSLAAN Registreer een "Groep"' door adressen te selecteren uit de adressen die al zijn opgeslagen als "Contacten". Bij deze registratie wordt alleen een verwijzing uitgevoerd naar reeds geregistreerde adressen en neemt het totaal aantal geregistreerde adressen (maximaal 6000) in het adresboek niet toe. U kunt ook direct een nieuw adres invoeren voor een "Groep".
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK 5 Tik op het adres dat u wilt registreren in de "Groep" en tik dan op de toets . CCC Geregistreerd Adres 2 123 test@test.com U kunt meerdere adressen selecteren. Voorbeeldweergave CA Start Info. 6 Herhaal stap 3 en 5 om adressen te registreren. Als u klaar bent met het registreren van adressen tikt u op de toets . 7 Tik op de toets [Registr.].
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK ADRESSEN IN HET ADRESBOEK BEWERKEN/VERWIJDEREN U kunt de informatie in de gegevens van "Contacten" of "Groep" in het adresboek bewerken of verwijderen, maar ook de adressen onder "Contacten" en "Groep". Contactpersonen en groepen bewerken/verwijderen 1 In het scherm met het adresboek selecteert u een contact of groep die u wilt bewerken en tikt u vervolgens op [Bewerken] in het actiescherm.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK Adressen bewerken/verwijderen 1 Selecteer een contact of groep die u wilt bewerken en tik vervolgens op [Bewerken] in het actiescherm. In het scherm met het adresboek selecteert u het contact of de groep met het adres dat u wilt bewerken en tikt u vervolgens op [Bewerken] in het actiescherm. U kunt slechts één contactpersoon of groep selecteren. Als er meer dan één is geselecteerd, wordt de toets [Bewerken] niet weergegeven.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK HET BEREIK INSTELLEN VOOR PUBLICATIE VAN CONTACTPERSONEN EN GROEPEN "Contacten" en "Groep" die in het adresboek zijn opgeslagen, kunnen worden gedeeld binnen een opgegeven groep of opgeslagen als persoonlijke contactpersonen waar alleen u toegang toe hebt. Als er geen publiciteitsbereik is opgegeven, worden de opgeslagen "Contacten" en "Groep" gepubliceerd voor alle gebruikers.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ADRESBOEK Als u bent aangemeld als beheerder, kunt u elke gewenste gebruikersnaam selecteren in de gebruikerslijst. Een gebruiker registreren: Selecteer in 'Instellingen (beheerder)' [Gebruikers -bediening] → [Gebruikers -bediening] → [Gebruikers- Lijst] → [Gebruikersregistratie]. VERZENDGESCHIEDENIS WISSEN U kunt de verzendgeschiedenis van verzonden afbeeldingen wissen. De verzendgeschiedenis wordt in de normale modus gewist.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR RANDAPPARATUUR RANDAPPARATUUR Het apparaat kan worden voorzien van randapparatuur voor extra functionaliteit. De randapparatuur is over het algemeen optioneel. Bij enkele modellen maakt bepaalde randapparatuur echter deel uit van de standaarduitrusting. (Vanaf Juli 2017) Productnaam Papierlade met grote capaciteit Productnu mmer Beschrijving MX-LC12 Extra papierlade. Kan maximaal 3500 vel papier bevatten. MX-LCX3 N Extra papierlade.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Productnaam Productnu mmer Beschrijving Krulcorrectie-eenheid MX-RB15 Met deze eenheden worden krullen in afgedrukt papier verwijderd. Deze eenheid is vereist voor het installeren van een finisher (voor het nieten van 100 vellen), nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen), vouweenheid of invoegeenheid.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR FINISHER (VOOR NIETEN VAN 100 VELLEN) Deze bevat de staffelfunctie waarmee papier wordt gesorteerd en elke set verschoven wordt uitgevoerd en de nietsorteerfunctie waarmee elke set afdrukken wordt geniet. Als u een optionele perforatiemodule installeert, kunt u afgedrukt papier perforeren. ONDERDEELNAMEN (1) (4) (2) (3) (1) Nietverzamelaar (3) Hiermee wordt papier tijdelijk gestapeld om te worden geniet.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR TOEBEHOREN Voor de finisher (voor het nieten van 100 vellen) is de volgende nietcartridge vereist: Nietcartridge (ca. 5000 nietjes per cartridge × drie cartridges) MX-SCX2 DE CARTRIDGE VERVANGEN Wanneer de nietcartridge geen nietjes meer heeft, wordt een bericht weergegeven op het bedieningspaneel. Volg de bedieningsprocedure om de nietcartridge te vervangen. 1 Open de voorklep.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR 3 Verwijder de lege nietcartridge. Wanneer er nog nietjes aanwezig zijn, kan de nietcartridge niet worden verwijderd. 4 Plaats een nieuwe nietcartridge in het nietjesmagazijn. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat het vastklikt. 5 Plaats het nietjesmagazijn terug. 6 Sluit de voorklep. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat het vastklikt. Maak een proefafdruk met de nietsorteerfunctie en controleer of het nieten goed verloopt.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR NIETAFVAL VERWIJDEREN Als een finisher wordt gebruikt om te nieten, wordt nietafval geproduceerd. Het nietafval wordt verzameld in de nietafvalbak. Volg de onderstaande stappen om nietafval te verwijderen. 1 Open de voorklep. 2 Pak het lipje van de nietafvalbak vast, trek de bak rustig naar buiten en verwijder het nietafval. • Stop geen vingers in de nietafvalbak. De nietjes kunnen prikken en uw vingers beschadigen.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR 4 Sluit de voorklep.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR NIETFINISHER (VOOR NIETEN VAN 100 VELLEN) Deze eenheid omvat de staffelfunctie waarmee gesorteerde vellen papier worden uitgevoerd en waarbij elke set papier wordt verschoven, de nietsorteerfunctie waarmee elke set afdrukken wordt geniet, de zadelsteekfunctie waarmee het midden van de vellen automatisch wordt geniet en de vellen doormidden worden gevouwen en de papiervouwfunctie waarmee papier doormidden wordt gevouwen.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR TOEBEHOREN Voor de nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen) is de volgende nietcartridge vereist: Afwerkingseenheid Nietcartridge (ca. 5000 nietjes per cartridge × drie cartridges) MX-SCX2 Nietfinisher Nietcartridge (ca. 5000 nietjes per cartridge × vier cartridges) MX-SCX1 DE CARTRIDGE VERVANGEN Afwerkingseenheid Wanneer de nietcartridge geen nietjes meer heeft, wordt een bericht weergegeven op het bedieningspaneel.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR 2 Knijp de groene delen van het nietjesmagazijn in en trek het magazijn vervolgens omhoog en naar buiten. 3 Verwijder de lege nietcartridge. Wanneer er nog nietjes aanwezig zijn, kan de nietcartridge niet worden verwijderd. 4 Plaats een nieuwe nietcartridge in het nietjesmagazijn. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat het vastklikt. 5 Plaats het nietjesmagazijn terug. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat het vastklikt.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Sluit de voorklep. 6 Maak een proefafdruk met de nietsorteerfunctie en controleer of het nieten goed verloopt. Nietfinisher Wanneer de nietcartridge geen nietjes meer heeft, wordt een bericht weergegeven op het bedieningspaneel. Volg de bedieningsprocedure om de nietcartridge te vervangen. Verwijder voordat u met deze procedure begint alle uitvoer uit de uitvoerlade van de nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen).
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR 3 Zet de ontgrendelingshendel van het nietjesmagazijn omlaag en verwijder het nietjesmagazijn. Trek het nietjesmagazijn er naar rechts uit. Vervang beide nietcartridges. 4 Druk op de vergrendelingsknop om de ontgrendelingshendel te activeren. 5 Verwijder de lege nietcartridge. Druk op de vergrendelingsknop om de ontgrendelingshendel te activeren. 6 Installeer een nieuwe nietcartridge. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat het vastklikt.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR 7 Druk op de vergrendelingsknop om de ontgrendelingshendel te activeren. 8 Duw het nietjesmagazijn stevig terug in het apparaat. Lijn van het nietjesmagazijn uit met van de eenheid. Duw het nietjesmagazijn naar binnen totdat het vastklikt. 9 10 Duw de nietfinisher naar binnen. Sluit de voorklep. Maak als test een afdruk of kopie met de zadelsteekfunctie en kijk of het nieten goed verloopt.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR NIETAFVAL VERWIJDEREN Als een finisher wordt gebruikt om te nieten, wordt nietafval geproduceerd. Het nietafval wordt verzameld in de nietafvalbak. Volg de onderstaande stappen om nietafval te verwijderen. 1 Open de voorklep. 2 Pak het lipje van de nietafvalbak vast, trek de bak rustig naar buiten en verwijder het nietafval. • Stop geen vingers in de nietafvalbak. De nietjes kunnen prikken en uw vingers beschadigen.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR PAPIERAFVAL VERWIJDEREN Als gevouwen papier wordt bijgesneden met de snijderfunctie, wordt er papierafval gegenereerd. Het papierafval wordt verzameld in de papierafvalbak. Volg de bedieningsprocedure om papierafval te verwijderen. Met behulp van de snijderfunctie wordt een zijstrook afgesneden tijdens het vouwen, waardoor een nette afwerking ontstaat. 1 Open de voorklep.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR 3 Duw de verzamelaar rustig weer naar binnen. 4 Sluit de voorklep.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR PERFORATIEMODULE (MX-PN13A/B/C/D) De perforatiemodule kan op een finisher (voor het nieten van 100 vellen) of nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen) worden geïnstalleerd om het uit te voeren papier te perforeren. Een nietfinisher of finisher (voor het nieten van 100 vellen) is vereist om de perforatiemodule (voor het perforeren van 100 vellen) te kunnen installeren.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR 3 Duw de verzamelaar rustig weer naar binnen. 4 Sluit de voorklep.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR VOUWEENHEID Een vouweenheid kan worden gebruikt voor Z-vouw, Lettervouw, Harmonicavouw, Dubbele vouw en Enkele vouw. Een finisher (voor het nieten van 100 vellen) of nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen) is vereist om de vouweenheid te kunnen installeren. ONDERDEELNAMEN (1) (2) (3) (1) Bovenklep (3) Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen. (2) Uitvoerlade van vouweenheid In deze lade wordt gevouwen uitvoer afgeleverd.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR INVOEGEENHEID Hierin kunnen kaften en invoegvellen die moeten worden ingevoegd tussen afgedrukte vellen worden geplaatst. Met behulp van de functie voor handmatige afwerking kunt u direct papier invoeren in de finisher (voor het nieten van 100 vellen) of nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen) om het papier te nieten, te perforeren of te vouwen.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR STATUSINDICATORS De statusindicators geven de status van het apparaat aan. De groene indicator brandt of knippert volgens het opdrachtbeheer van het apparaat. De rode indicator gaat branden of knipperen wanneer er een fout optreedt. Wanneer het apparaat na een fout nog wel kan worden gebruikt, blijft de indicator branden. Wanneer het apparaat na een fout niet meer kan worden gebruikt, knippert de indicator.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Sharp OSA Sharp OSA (Open Systems Architecture) is een architectuur die het apparaat rechtstreeks koppelt aan software-applicaties (externe applicaties) voor het gebruik van het apparaat via een netwerk. Wanneer u een apparaat gebruikt dat Sharp OSA ondersteunt, kunt u toetsen op het bedieningspaneel en apparaatfuncties, zoals scannen, naar externe applicaties verzenden.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR APPLICATIE VOOR EXTERNE ACCOUNTS Met deze applicatie kunt u een "externe accountapplicatie" gebruiken voor centraal accountbeheer van een MFP op een netwerk. Een externe accountapplicatie kan zowel in 'externe authenticatiemodus' als in 'externe telmodus' worden gebruikt. Wanneer de externe authenticatiemodus wordt gebruikt, wordt het aanmeldscherm bij de applicatie opgehaald bij het opstarten van het apparaat.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►RANDAPPARATUUR Externe telmodus Anders dan bij de externe authenticatiemodus wordt het aanmeldscherm van de externe accountapplicatie niet weergegeven wanneer het apparaat in de externe telmodus wordt gestart. Er wordt alleen een melding van de opdrachtstatus naar de externe accountapplicatie verzonden. Externe telmodus kan samen met de functie voor gebruikersbediening van het apparaat worden gebruikt.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN Wanneer papier vastloopt, wordt het bericht "Papierstoring" weergegeven op het aanraakscherm en wordt het afdrukken en scannen gestopt. Tik in dat geval op de toets [Oplos. papierstoringen bekijken] in het aanraakscherm. Als u op deze toets tikt, wordt uitgelegd hoe u het vastgelopen papier kunt verwijderen. Volg de aanwijzingen.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD ONDERHOUD In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het apparaat kunt reinigen en hoe u de tonercartridge, de fles met afvaltoner en de stempelcartridge kunt vervangen. REGELMATIG ONDERHOUD Voor een optimale werking moet het apparaat regelmatig worden gereinigd. Gebruik geen ontvlambare sprays bij het reinigen van het apparaat.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD SCANGEBIED Wanneer zwarte of witte strepen op de gescande afbeelding zichtbaar zijn bij het gebruik van de automatische documentinvoereenheid, reinig dan het scangebied (het dunne lange glas naast de glasplaat). Gebruik voor het reinigen van dit onderdeel het glasreinigingsmiddel dat in de automatische documentinvoereenheid is opgeslagen. Vergeet niet om het glasreinigingsmiddel terug te plaatsen op de opslaglocatie nadat u het hebt gebruikt.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD 6 Plaats het glasreinigingsmiddel terug op zijn plaats.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD DE LASEREENHEID REINIGEN Wanneer de lasereenheid in het apparaat vuil wordt, kunnen lijnpatronen (gekleurde lijnen) zichtbaar worden op de afdruk. Lijnen (gekleurde strepen) identificeren die zijn veroorzaakt door een vuile lasereenheid • De gekleurde strepen zijn altijd op dezelfde plaats zichtbaar. (De lijnen zijn nooit zwart.) • De gekleurde strepen lopen evenwijdig aan de richting waarin het papier wordt ingevoerd.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD Houd het reinigingsgedeelte omlaag gericht en steek de reiniger langzaam in de opening die u wilt reinigen in de lasereenheid. 4 (A) Zorg dat het reinigingsgedeelte omlaag is gericht. Etiketten vergelijkbaar met (A) zijn aangebracht op gebieden die moeten worden gereinigd. Steek de reiniger volledig in de opening en trek deze vervolgens naar buiten.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD Plaats de reiniger terug op zijn plaats. 8 (1) (1) Plaats de reiniger op de naaf en draai deze. Plaats vervolgens de rand (de kant zonder het reinigingsgedeelte) op de haak aan de rechterkant. (2) Plaats de linkerkant van de reiniger over de haak om deze voorin te plaatsen. Naaf (3) Draai de reiniger op de haak . (2) (3) 9 Sluit de voorklep. HET REINIGINGSGEDEELTE VERVANGEN 1 Open de voorklep en pak een vervangend reinigingsgedeelte.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD 2 Verwijder het vuile reinigingsgedeelte van de punt van de reiniger. Terwijl u de reiniger stevig vasthoudt op de plaats waar het reinigingsgedeelte is bevestigd, drukt u met uw andere hand de haak waarmee het reinigingsgedeelte vastzit omlaag en verwijdert u het reinigingsgedeelte. Plaats het verwijderde reinigingsgedeelte terug op de binnenklep. Nadat u het reinigingsgedeelte hebt vervangen, moet u de binnenklep sluiten.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD HET OPPERVLAK VAN DE DOORVOERROL REINIGEN Als het papier regelmatig vastloopt in de doorvoerlade, reinigt u de doorvoerrol. Veeg het oppervlak van de doorvoerrol af met een schone zachte doek die is bevochtigd met water of een neutraal reinigingsmiddel. Doorvoerlade (op het apparaat) 1 Verwijder het papier. 2 Verwijder de onderhoudsklep. 3 Reinig het oppervlak van de doorvoerrol. Plaats de onderhoudsklep terug nadat de reiniging is voltooid.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD Doorvoerlade (laden met grote capaciteit) 1 Druk op de bedieningstoets en verwijder het papier. De papiertafel wordt naar beneden verplaatst. De bedieningstoets knippert terwijl de papiertafel naar beneden wordt verplaatst. De toets licht op als de papiertafel beneden is aangekomen. Verwijder het papier pas wanneer de toets niet langer knippert. 2 Verwijder de onderhoudsklep. 3 Reinig het oppervlak van de doorvoerrol.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD DE TONERCARTRIDGE VERVANGEN Normaal gesproken dienen tonercartridges vervangen te worden wanneer het bericht "Vervang de tonercartridge." verschijnt. Houd één set vervangende tonercartridge bij de hand, zodat u altijd meteen een nieuwe tonercartridge kunt installeren wanneer de toner op is. Een lege tonercartridge kan vervangen worden zonder een kopieer-/afdruktaak te onderbreken. Vervangingsbericht Laag Tonerniv.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD Open de tonerklep. 1 Magenta Geel 2 Cyaan Zwart Trek de tonercartridge naar u toe. Trek de tonercartridge horizontaal voorzichtig naar buiten. Als de cartridge plotseling naar buiten wordt getrokken, kunt u toner morsen. (Voorbeeld) De gele tonercartridge vervangen Houd de tonercartridge met beide handen vast (zoals aangegeven) en trek de cartridge langzaam uit het apparaat.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD Plaats de nieuwe tonercartridge langzaam horizontaal in het apparaat. 4 Een tonercartridge van een andere kleur kan niet worden geïnstalleerd. Zorg dat u een tonercartridge van dezelfde kleur installeert. 5 Duw de cartridge naar binnen totdat deze stevig vastzit. 6 Sluit de tonerklep. Nadat de tonercartridge is vervangen, wordt automatisch de modus voor afbeeldingsaanpassing geactiveerd. Open de voorklep niet terwijl dit gebeurt.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD DE FLES MET AFVALTONER VERVANGEN De fles met afvaltoner vangt het teveel aan toner op dat vrijkomt bij het afdrukken. Als de fles met afvaltoner bijna vol is, wordt het bericht 'Vervang fles met afvaltoner.' weergegeven. Als dit bericht verschijnt, tikt u op de toets die op het aanraakpaneel wordt weergegeven om de procedure voor het vervangen van de fles met afvaltoner weer te geven.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD DE STEMPELCARTRIDGE VERVANGEN Als een stempeleenheid (AR-SU1) is geïnstalleerd op de automatische documentinvoereenheid en de stempel licht is geworden, vervangt u de stempelcartridge (AR-SV1). Verbruiksgoederen Stempelcartridge (2 in verpakking) AR-SV1 1 Open de automatische documentinvoereenheid. 2 Verwijder de aandrukplaat van de automatische documentinvoereenheid. Verwijder de plaat voorzichtig.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD 6 Duw de stempeleenheid terug op zijn plaats. Duw de stempeleenheid naar binnen totdat deze vastklikt. 7 Lijn de linkerbovenhoek van de aandrukplaat uit met de linkerachterzijde (aan de punt van de markering) van de glasplaat. 8 Sluit de automatische documentinvoereenheid. De aandrukplaat op de glasplaat is aan de automatische documentinvoereenheid bevestigd.
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►TEKENINVOER TEKENINVOER NAMEN EN FUNCTIES VAN AANRAAKTOETSEN Open het aanraaktoetsenbord om de naam van een bestand, programma, map of gebruiker te registreren. Sluit het aanraaktoetsenbord af. Geeft de ingevoerde tekst weer. Vult de opgeslagen woorden in. U kunt woorden opslaan in de "Instellingen". Tik op een toets om tekst in te voeren. De toetstypen verschillen al naar gelang de geselecteerde invoermodus. Verandert de toetsindeling.
Pictogrammen KOPIEERAPPARAAT Functies die u kunt gebruiken in de modus Eenvoudige Kopie Eco Milieuvriendelijke functies Functies voor kopiëren op speciale media UITVOER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • UITVOERBESTEMMING WIJZIGEN . . . . . . . . • EEN SCHEIDINGSPAGINA INVOEGEN TUSSEN KOPIEËN OF TAKEN . . . . . . . . . . . . • INSTELLING SORTEREN/GROEPEN. . . . . . . • NIETINSTELLINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • PERFORATIE-INSTELLINGEN . . . . . . . . . .
KOPIEERAPPARAAT FUNCTIES TER VERBETERING VAN DE VEILIGHEID . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-89 • GEGEVENS TER PREVENTIE VAN NIET-GEAUTORISEERDE KOPIEËN TOEVOEGEN (VERBORGEN PATROONAFDRUK) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-89 • TRACEERBARE GEGEVENS GEFORCEERD AFDRUKKEN (TRACEERGEGEVENSAFDRUK) . . . . . . . . . . 2-91 FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN DE UITVOERPOSITIE EN KANTLIJN . . . . . . . . . . . . . . • KANTLIJNEN TOEVOEGEN (KANTLIJNVERSCHUIVING) . . . . . . . .
KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT KOPIEERMODUS Er zijn twee modi om te kopiëren: de eenvoudige modus en de normale modus. De eenvoudige modus is beperkt tot vaak gebruikte functies waarmee u de meeste kopieertaken eenvoudig kunt uitvoeren. Wanneer u gedetailleerde instellingen of speciale functies wilt selecteren, gebruikt u de normale modus. In de normale modus kunnen alle functies worden gebruikt.
KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT NORMALE MODUS In de normale modus kunt u elke functie-instelling selecteren die kan worden gebruikt voor kopiëren. Voer het aantal kopieën in. Aantal exempl. De instellingstoetsen die worden gebruikt voor kopiëren. Kleurmodus Meerkleuren 7 Auto 4 5 6 Auto 1 2 3 Origineel Geeft de lijst met functietoetsen weer. Vaak gebruikte [Overige], programma's en andere instellingen kunnen geregistreerd worden.
KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT Schakelen tussen modi vanuit een modus Tik om over te schakelen uit een van de modi. op de modusweergave. Overschakelen naar de Eenvoudige modus 1 E-mail Origineel A4 Adres Adresboek CA Voorbeeldweergave Best. ophalen van schijf LIJN PRINTER Het beginscherm van eenvoudige kopie wordt weergegeven. Details E-mailadres Verzendgeschiedenis Tik op [Eenvoudige Kopie]. Taakbeheer Sharp OSA Globaal Adres Zoeken Auto Inst.
KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT Overschakelen naar de Eenvoudige modus 1 Kopieren Best. ophalen van schijf E-mail Adresboek Adres LIJN PRINTER Sharp OSA Tik op de modusweergave. Taakbeheer Zoeken in alg. adressen Druk in om adres in te voeren Verzendgeschiedenis Onderwerp Bestandsnaam Door systeeminstellingen vastgezet Zoeknummer oproepen Opties Kleurmodus Auto/Mono Verificatiestempel Programma oproepen Resolutie Geregistreerde inst.
KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT KOPIEERPROCEDURE In dit gedeelte worden de belangrijkste procedures uitgelegd voor kopiëren. Selecteer instellingen in de onderstaande volgorde om ervoor te zorgen dat het kopiëren probleemloos verloopt. Raadpleeg voor gedetailleerde procedures voor het selecteren van instellingen, de uitleg van elke instelling in dit hoofdstuk. 1 Schakel over naar de kopieerfunctie.
KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT 4 Scan het origineel. Tik op de toets [Voorbeeld- weergave] om het origineel te scannen. In de eenvoudige modus In de normale modus Origineel A4 Papier Selectie A4 Kleurmodus Meerkleuren Dubbelz. Kopie Kopieerfactor Nietje / Perforatie Papiercassette 1 Origineel Off 7 8 Snelbestand Geg. tijdelijk opslaan Bestand 4 5 6 Auto 1 2 3 Dubbelz.
KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT 6 Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het kopiëren te starten. Wanneer u slechts één set kopieën maakt, hoeft u het aantal kopieën niet op te geven. • Tik op de toets [CA] om alle instellingen te annuleren. Wanneer u op de toets [CA] tikt, worden alle eerder geselecteerde instellingen gewist en keert u terug naar het basisscherm. • Tik op de toets [Kopiëren annuleren] om het kopiëren te annuleren.
KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT HET FORMAAT VAN HET ORIGINEEL CONTROLEREN Eenvoudige modus Het formaat van het geplaatste origineel wordt weergegeven in de linker bovenhoek van het scherm. Als u het origineel in de automatische documentinvoereenheid plaatst, verschijnt het pictogram origineel naast het formaat van het origineel. Origineel A4 Details Papier Selectie A4 Dubbelz.
KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT Standaardformaten Standaardformaten zijn formaten die het apparaat automatisch kan detecteren. Selecteer als u het standaardformaat wilt opgeven, in de "Instellingen" (beheerder) [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Apparaatbeheer] → [Instelling Detectie Formaat Origineel].
KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT Stand van het geplaatste origineel Plaats het origineel zoals hieronder wordt getoond. Als u het origineel in een onjuiste stand plaatst, is de perforatie- of nietpositie mogelijk niet correct is. Bekijk de afdrukstand of de voorbeeldafbeelding in het voorbeeldscherm.
KOPIEERAPPARAAT►VOORDAT U HET APPARAAT ALS KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKT DE PAPIERLADE VOOR HET KOPIËREN SELECTEREN Het apparaat is ingesteld om automatisch de papierlade te selecteren die papier bevat van hetzelfde papierformaat als het geplaatste origineel (Automatische papierselectie.). Als het papierformaat van het origineel niet juist kan worden gedetecteerd omdat het een niet-standaard formaat is of als u het papierformaat voor het kopiëren wilt veranderen, kunt u handmatig een papierlade selecteren.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe de instellingen worden geselecteerd in het basisscherm van de eenvoudige modus. ► DE KOPIEERMODUS SELECTEREN (pagina 2-4) KOPIËREN DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID GEBRUIKEN VOOR KOPIËREN 1 Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. 4 Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het kopiëren te starten. Wanneer u slechts één set kopieën maakt, hoeft u het aantal kopieën niet op te geven. Twee of meer sets kopieën maken: Tik op de toets voor het aantal exemplaren om het aantal kopieën op te geven. Origineel A4 Details Papier Selectie A4 Dubbelz.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. 4 Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het kopiëren te starten. Wanneer u slechts één set kopieën maakt, hoeft u het aantal kopieën niet op te geven. Twee of meer sets kopieën maken: Tik op de toets voor het aantal exemplaren om het aantal kopieën op te geven. Origineel A4 Details Papier Selectie A4 Dubbelz.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. 5 6 Tik op de toets [Voorbeeld- weergave]. Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het kopiëren te starten. DE GLASPLAAT GEBRUIKEN VOOR 2-ZIJDIG KOPIËREN Originelen kopie Automatisch 2-zijdig kopiëren van 1-zijdige originelen Tweezijdig kopiëren helpt papier besparen.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. 4 Origineel A4 Details Papier Selectie A4 Dubbelz. Kopie Papiercassette 1 1→1 CA Voorbeeldweergave Aantal kopieën Kopieerfactor Nietje / Perforatie 100% Off Z/W Start Kleur Start Controleer het papier (lade) en de kleurmodus die u wilt gebruiken voor kopiëren en tik op de toetsen voor andere instellingen die u wilt selecteren.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. KLEURMODI VOOR KOPIËREN Selecteer de kleurmodus Automatisch, Meerkleuren, Zwart/wit, 2 kleuren of Enkele kleur. Auto Het apparaat detecteert automatisch of een origineel in kleur of in zwart-wit is en schakelt naar de juiste modus (meerkleuren voor een origineel in kleur of zwart-wit voor een origineel in zwart-wit). Meerkl. Het origineel wordt gekopieerd in kleur. Z/W Het origineel wordt gekopieerd in zwart/wit.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Kopiëren in twee kleuren Het origineel wordt in twee kleuren gekopieerd door een specifieke kleur te vervangen door een andere. 1 Tik op de toets [Kleurmodus]. 2 Tik op de toets [2 kleuren]. 3 Tik op de toets [Veranderen].
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Kopiëren in een enkele kleur Het origineel wordt gekopieerd in elke willekeurige enkele kleur. 1 Tik op de toets [Details] om over te schakelen naar de normale modus. 2 Tik op de toets [Kleurmodus]. 3 Tik op de toets [Enkele Kleur]. 4 ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 2-5) Tik op de toets [Veranderen]. Origineel Aantal exempl. Aanp. Formaat/Richting. Dubbelz. Kopie Kleurmodus N-Up Meer pag. op een pag.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL BEELD WIJZIGEN BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL AUTOMATISCH AANPASSEN Standaard worden het belichtingsniveau en het origineeltype automatisch aangepast aan het origineel dat u kopieert. ([Auto] wordt weergegeven.) Deze functie past de afbeelding tijdens het kopiëren in zwart-wit en meerkleuren automatisch aan om de meest geschikte kopie te krijgen.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. 2 Tik op of schuif met de schuifbalk om de belichtingsniveau voor kopieën aan te passen. Belichting Auto Handmatig Verhelder CA 3 Aantal kopieën Voorbeeldweergave Na de aanpassing tikt u op . Hiermee is de procedure in de eenvoudige modus beëindigd. Verdonker Z/W Start Kleur Start Tik op de toets [Details] als u meer gedetailleerde instellingen wilt kiezen en schakel over naar de normale modus.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. • [Kopie van kopie] en [Kleur Verbetering] kunnen niet tegelijk worden opgegeven. • [Kopie van kopie] en [Kleur Verbetering] kunnen niet worden gecombineerd met [Intensiteit] in "Overige". 6 Aantal exempl. Origineel 1 Aanp. Formaat/Richting. Type belichting/origineel Scanresolutie selecteren Tonerbesparing Tonerverbruik verminderen Auto Kleurmodus Handmatig Tekst Tekst/Afged.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. VERGROTEN/VERKLEINEN AUTOMATISCHE FACTORSELECTIE In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u automatisch de juiste factor kunt selecteren die overeenkomt met het papierformaat, wanneer u handmatig de papierlade wijzigt voor het maken van een kopie op papier met een ander formaat dan het origineel.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. HANDMATIGE FACTORSELECTIE In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een kopieerfactor kunt opgeven voor een kopie op papier van een ander formaat dan het origineel of hoe u het afbeeldingsformaat kunt wijzigen voor het kopiëren. U kunt de volgende drie methoden gebruiken om de kopieerfactor op te geven.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. De vaste-factortoets gebruiken 1 2 Tik op de toets [Kopieerfactor]. ► KOPIEERMODUS (pagina 2-3) Tik op stellen. Kopieerfactor ( 25~200 ) 100 Auto Image % Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op . Controleer of een geschikt papierformaat voor de factor is geselecteerd.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. De afmetingen van de afbeelding opgeven 1 Tik op de toets [Details] om over te schakelen naar de normale modus. 2 Tik op de toets [Kopieerfactor]. 3 ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 2-5) Enigszins verminderen (3% besparing) 1 Aantal exempl. Kopieerfactor Origineel Aanp. Formaat/Richting. Zoom Auto Image X-y zoom Papierformaat Papierinvoerlade wijzigen Dubbelz.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. DE LENGTE EN BREEDTE AFZONDERLIJK VERGROTEN/VERKLEINEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de horizontale en verticale kopieerfactor afzonderlijk kunt opgeven. Wanneer 50% is geselecteerd voor de horizontale factor en 70% voor de verticale factor 50% 70% U kunt de volgende twee methoden gebruiken om de kopieerfactor op te geven.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. 3 Tik op de toets [X] en stel de factor X (horizontaal) in. Origineel 1 Aantal exempl. Aanp. Formaat/Richting. Papierformaat Kopieerfactor Papierinvoerlade wijzigen Zoom Y 100 Auto Image X-y zoom 100 Dubbelz.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. 4 Origineel 1 Aantal exempl. Aanp. Formaat/Richting. Kopieerfactor Papierformaat Papierinvoerlade wijzigen op formaat Dubbelz. Kopie De kopieerfactor wordt berekend op basis van opgegeven formaten. Voer het beeldformaat en het afgewerkt formaat in.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. DE AFDRUKSTAND EN HET FORMAAT VAN HET ORIGINEEL SELECTEREN Als het origineel een niet-standaardformaat heeft of het formaat niet juist wordt gedetecteerd, geeft u het formaat van het origineel handmatig op. Stel de afdrukstand van de afbeelding in om ervoor te zorgen dat de afdrukstand van het geplaatste origineel goed wordt herkend. • Stel de afdrukstand en het formaat van het origineel in, voordat het origineel wordt gescand.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. 5 1 Aantal exempl. Kleurmodus Origineel Dubbelz. Kopie Afdrukstand Aanpassing Achtergrond A4 Auto Lege pagina Overslaan Lege pagina in orig. overslaan AB Inch Directe Invoer Aangepast Formaat Kopieerfactor Kopie vergroten/verkleinen A5 B5R A5R A4 B4 A3 B5 A4R 216 x 340 Tik op de betreffende toets voor het formaat origineel. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op .
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. De afdrukstand en het formaat van een origineel in niet-standaard-formaat opgeven 1 Tik op de toets [Origineel] om de afdrukstand van het origineel in te stellen. 2 Tik op de toets [Details] om over te schakelen naar de normale modus. 3 Tik op de toets [Origineel]. 4 Tik op het tabblad [Directe Invoer]. 5 ► KOPIEERMODUS (pagina 2-3) ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 2-5) 1 Aantal exempl.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. VAAK GEBRUIKTE ORIGINEELFORMATEN OPSLAAN Sla de veelgebruikte niet-standaard origineelformaten op. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u niet-standaard origineelformaten opslaat, ophaalt, verandert en wist. • Het opgeslagen origineelformaat blijft behouden, ook als het apparaat wordt uitgeschakeld. • Er kunnen in het totaal maximum 12 niet-standaard originele groottes geregistreerd worden voor kopiërne en verzenden van afbeeldingen.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. 5 1 Aantal exempl. Tik op een toets ( ) om een extra origineelformaat op te slaan. Kleurmodus Dubbelz. Kopie Origineel Opslaan/Verwijderen Aanpassing Achtergrond Select. formaattoets om aangep. orig. formaat op te slaan/te verwijderen. Tik op een toets die geen formaat aangeeft. Lege pagina Overslaan Lege pagina in orig.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Een opgeslagen origineelformaat ophalen 1 Tik op de toets [Details] om over te schakelen naar de normale modus. 2 Tik op de toets [Origineel]. 3 Tik op het tabblad [Aangepast Formaat]. 4 ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 2-5) Opslaan/Verwijderen Origineel formaat 1 Aantal exempl. Origineel Kleurmodus Afdrukstand Dubbelz.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. KOPIEËN MAKEN MET DE DOORVOERLADE KOPIEËN MAKEN MET DE DOORVOERLADE Naast kopieën op normaal papier kunt u met de doorvoerlade ook kopieën maken op transparanten, enveloppen, tabpapier en andere speciale media. Raadpleeg "GESCHIKTE PAPIERTYPEN (pagina 1-61)" voor meer informatie over papier dat in de doorvoerlade kan worden geplaatst.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. HET TYPE EN FORMAAT VAN PAPIER IN DE DOORVOERLADE OPGEVEN 1 Tik op de toets [Papier Selectie] en vervolgens op de toets van de doorvoerlade. 2 Tik op de toets [Type + formaat] en vervolgens op de toets die overeenkomt met het type van het geplaatste papier. 3 ► DE PAPIERLADE VOOR HET KOPIËREN SELECTEREN (pagina 2-13) Aanp. Formaat/Richting. Kopieerfactor Papierformaat Kopie vergroten/verkleinen Dubbelz.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. UITVOER Configureer de uitvoerinstellingen voor kopieën met Sorteren, Groep, Staffel, Scheidingspagina, Nieten, Perforeren of Vouwen. Geef ook de uitvoerbestemming van kopieën op. U kunt in de normale modus op de toets [Uitvoer] tikken om de instellingen voor alle uitvoerfuncties te configureren. Instellingen voor de niet- en perforatiefunctie kunnen ook in de eenvoudige modus worden geconfigureerd. Origineel 1 Aantal exempl. Aanp.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Scheidingspagina Deze functie voegt scheidingspagina's toe na het opgegeven aantal kopieën of voor elke taak die wordt uitgevoerd. ► EEN SCHEIDINGSPAGINA INVOEGEN TUSSEN KOPIEËN OF TAKEN (pagina 2-44) Sorteren/groeperen Selecteer de sorteermethode bij het kopiëren van het gescande origineel. Met 'Sorteren' worden de gescande originelen per set gesorteerd en uitgevoerd.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. UITVOERBESTEMMING WIJZIGEN Geef de bestemming van uitgevoerde kopieën op. 1 Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 2-5) Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt. ► De afdrukstand van het origineel opgeven (pagina 2-33) 2 3 Tik op de toets [Uitvoer]. Selecteer de uitvoerlade van "Uitvoerlade".
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. EEN SCHEIDINGSPAGINA INVOEGEN TUSSEN KOPIEËN OF TAKEN Deze functie voegt scheidingspagina's tussen elke set kopieën of tussen elke taak. Als u scheidingspagina's invoegt tussen sets kopieën, kunt u aangeven of u de scheidingspagina wilt invoegen voor of na elke set. U kunt ook opgeven hoeveel exemplaren een set vormen.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. 2 3 Tik op de toets [Uitvoer]. Aanp. Formaat/Richting. Dubbelz. Kopie Uitvoerlade N-Up Meer pag. op een pag. plaatsen Bovenste lade Margeverschv. Middelste lade Pos. verschuiven voor marge Offset Onderste lade Standaardinstell. Tik op de toets [Scheidingspagina]. Origineel 1 Aantal exempl. Uitvoer Nieten Wissen Randschaduw wissen Vouwen Perfor.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. INSTELLING SORTEREN/GROEPEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de sorteermethode kunt selecteren als u het gescande origineel wilt uitvoeren. Automatisch Schakelt de sorteermodus in wanneer het origineel in de automatische documentinvoereenheid is geplaatst en schakelt de groepmodus in wanneer het origineel op de glasplaat is geplaatst. Sorteren Sorteert de gescande originelen per set en voert ze uit.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. 3 Aantal exempl. Origineel 1 Aanp. Formaat/Richting. Uitvoer Dubbelz. Kopie Uitvoerlade N-Up Meer pag. op een pag. plaatsen Bovenste lade Margeverschv. Middelste lade Pos. verschuiven voor marge Offset Onderste lade Standaardinstell. Nieten Perfor. Wissen Scheidingspag Auto Sorteren Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op .
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. NIETINSTELLINGEN Geef op of de set van de uitvoer wordt geniet of niet. Beeldrichting - Nieten uit Nietpositie Links Boven Rechts Er wordt niet geniet. 1 nietje Staand 2 nietjes 1 nietje Liggend 2 nietjes • U kunt de nietposities bekijken in het "VOORBEELDSCHERM (pagina 1-17)". Tekst wordt afgedrukt in het vooraf ingestelde formaat, ongeacht de instellingen voor kopieerfactor of papierformaat.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Nieten AAN (behalve boekje) 1 Tik op de toets [Nietje / Perforatie]. ► KOPIEERMODUS (pagina 2-3) Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt. ► De afdrukstand van het origineel opgeven (pagina 2-33) 2 Selecteer het aantal nieten en de nietpositie. Nietje / Perforatie Nieten Positie Off Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op .
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Elke set gesorteerde kopieën nieten De instelprocedure in de normale modus wordt uitgelegd. 1 Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 2-5) Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt. ► De afdrukstand van het origineel opgeven (pagina 2-33) 2 3 Tik op de toets [Uitvoer].
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Zadelnieten voor gesorteerde kopieën Met deze functie wordt elke set kopieën op twee plaatsen in het midden van het papier geniet, doormidden gevouwen en uitgevoerd. Bij zadelvouwen wordt een zijstrook afgesneden, waardoor een fraai uitvoerbeeld ontstaat. De instelprocedure in de normale modus wordt uitgelegd. 5 6 • U kunt de nietposities bekijken in "VOORBEELDSCHERM (pagina 1-17)".
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. 4 N-Up Overige Meer pag. op een pag. plaatsen Papierformaat Boekje Papierinvoerlade wijzigen Selecteer Output Rand voor Binding. Origineel Aanp. Formaat/Richting. Off Selecteer Origineel Type. Linkse Binding Tablet 1-Zijdig Wissen Randschaduw wissen 2-Zijdig Boekje Rechts inbinden Proefkopie 2-Zijdig Schr.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. PERFORATIE-INSTELLINGEN Met deze functie perforeert u kopieën en voert u ze uit in de lade. Beeldrichting uit Perforatiepositie Links Boven Rechts Geen perforatie. Staand Liggend • De standaard perforatie-instellingen aanpassen: Selecteer bij "Instellingen (beheerder)" de optie [Systeeminstellingen] → [Kopieerinstellingen] → [Uitgangsinstellingen status] → [Perfor.]. • De perforatieposities zijn gekoppeld aan de nietposities.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. De instelprocedure in de normale modus wordt uitgelegd. 1 Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 2-5) Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt. ► De afdrukstand van het origineel opgeven (pagina 2-33) 2 3 Tik op de toets [Uitvoer]. Tik op het tabblad [Perfor.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. UITVOERPAPIER VOUWEN Kopieën kunnen worden gevouwen en uitgevoerd.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. • U kunt het opgegeven vouwtype bekijken in "VOORBEELDSCHERM (pagina 1-17)". • Een nietfinisher is vereist voor het gebruik van Zadelvouw. • Een vouweenheid is vereist voor het gebruik van Enkele vouw, Lettervouw, Harmonicavouw, Dubbele vouw en Z-vouw. • Speciale media, zoals transparanten en tabpapier, kunnen niet worden gebruikt. • De papiervouwfunctie kan niet worden gebruikt met de niet- en perforatiefunctie.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Detailtype voor elk vouwtype Niet en vouw Geef "Druk voorkant af" en "Meervoudige vouw" op. Origineel 1 Aantal exempl. Aanp. Formaat/Richting. Uitvoer Dubbelz. Kopie Uitvoerlade N-Up Detail (Zadelvouw) Druk voorkant af Meer pag. op een pag. plaatsen Margeverschv. Pos.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Harmonica Geef "Open richting" op. Origineel 1 Aantal exempl. Aanp. Formaat/Richting. Uitvoer Dubbelz. Kopie Uitvoerlade N-Up Detail (Harmonica) Meer pag. op een pag. plaatsen Margeverschv. Open richting Pos.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. KOPIËREN IN BATCHES MEERDERE ORIGINELEN ALS ENKELE PAGINA KOPIËREN (N-Up) Met deze functie kunt u meerdere origineelpagina's kopiëren op een enkel vel papier met dezelfde opmaak. Selecteer de functie 2-Up om twee pagina's te kopiëren op één vel, 4-Up om vier pagina's te kopiëren op één vel of 8-Up om acht pagina's te kopiëren op één vel.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. 3 Tik op het aantal originelen dat u gezamenlijk wilt kopiëren en selecteer de toets lay-out. N-Up 6-Up 9-Up 16-Up 6-Up 9-Up 16-Up Off CA 4 Voorbeeldweergave Aantal kopieën De afbeeldingen worden zo nodig gedraaid. Ga naar stap 7 als u klaar bent met het selecteren van de instellingen. Z/W Start Kleur Start Tik op de toets [Details] als u meer gedetailleerde instellingen wilt kiezen en schakel over naar de normale modus.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. TEGENOVER ELKAAR LIGGENDE PAGINA'S VAN EEN GEBONDEN DOCUMENT KOPIËREN (DUBBELZIJDIGE KOPIE) Met deze functie worden achtereenvolgens de linker- en rechterhelft van een origineel gekopieerd. Deze functie is nuttig bij het maken van kopieën van de twee tegenover elkaar liggende pagina's van een boek of ander gebonden document.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Plaats het origineel op de glasplaat. 3 ► GLASPLAAT (pagina 1-92) Lijn het midden van het origineel uit op de juiste formaatmarkering . Formaatmarkering Middenlijn van B4-origineel Middenlijn van A3-origineel Middenlijn van 11" x 17"-origineel De pagina aan deze kant wordt als eerste gekopieerd. Middenlijn van origineel Alle instellingen annuleren: Tik op de toets [CA].
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART ALS ENKELE PAGINA KOPIËREN (KAARTFORMAAT) Met deze functie kunt u de voor- en achterzijde van een kaart op één vel kopiëren, niet op aparte vellen. Deze functie is handig om kopieën te maken ter identificatie en om papier te besparen.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. • Tik op de gebieden die breedte- en hoogteformaten weergeven en voer het formaat met de cijfertoetsen in. • Als u het formaat snel wilt instellen, geeft u eerst met de cijfertoetsen een waarde op die dicht bij de gewenste waarde ligt en past u deze vervolgens aan met . • Wanneer u het selectievakje [Aanp. aan papierformaat] instelt op juiste verhouding tot het origineelformaat.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. DEZELFDE AFBEELDING HERHALEN OP ÉÉN VEL (OPMAAK HERHALEN) Met deze functie kopieert u dezelfde originele afbeelding meerdere malen op één vel. U kunt elk van de volgende drie typen herhaalde kopie instellen.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. Kopiëren door automatisch het herhalingsaantal te berekenen (Auto-Herhalen) 1 Plaats het origineel. 2 Tik op de toets [Details] om over te schakelen naar de normale modus. 3 Tik op de toets [Overige] en vervolgens op de toets [Opmaak herhalen]. 4 Tik op de toets [Auto-Herhalen]. 5 Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. 7 Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het kopiëren te starten. Kopiëren door een herhalingsaantal op te geven (Vaste herhaling) 1 Plaats het origineel. 2 Tik op de toets [Details] om over te schakelen naar de normale modus. 3 Tik op de toets [Overige] en vervolgens op de toets [Opmaak herhalen]. 4 Tik op de toets [Vaste herh.].
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. 6 Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. Opmaak herhalen Kleurmodus Aantal zijden Aanpassing Achtergrond Belichting Type/belichting selecteren 2x herhalen 4x herhalen Proefkopie 8x herhalen Voorbeeldweergave 16x herhalen Vorige 3 4 B4 A3 6 8 A4 A4 Z/W Start CA Tik op [Aantal zijden] om een herhalingsaantal in te stellen. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op .
KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN. 5 6 Tik op de toets [Origineel] en selecteer een origineelformaat. Als u op de toets voor het origineelformaat tikt, wordt de afdrukstand van het origineel aangegeven bij "Hoe instellen?". Plaats het origineel zo dat de stand overeenkomt met de afdrukstand die wordt getoond. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op . Kleurmodus Overige Opmaak herhalen Aanpassing Achtergrond Autom. opmaak van herh.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES ANDERE FUNCTIES Andere functies worden ingesteld in het basisscherm van de normale modus. ► DE KOPIEERMODUS SELECTEREN (pagina 2-4) Andere functies kunnen niet worden geselecteerd in de eenvoudige modus. UITVOER- EN OPMAAKBEWERKINGSFUNCTIES KOPIEËN MAKEN MET FOLDERFORMAAT (BOEKJE) Kopieën die worden gemaakt via "Boekje", kunnen in het midden worden gevouwen om een boekje te maken. Deze functie is handig als u van kopieën een aantrekkelijk boekje of folder wilt maken.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES • Als u een boekjekopie van een boek of ander gebonden origineel wilt maken, gebruikt u de functie Boekjekopie. ► EEN FOLDER KOPIËREN (BOEKKOPIE) (pagina 2-78) • Als de functie Boekje is geselecteerd, wordt de functie voor 2-zijdig kopiëren automatisch geselecteerd. Als er instellingen zijn geselecteerd die 2-zijdig kopiëren verhinderen, kunt u de functie Boekje niet gebruiken. • Scan de originelen op volgorde: van de eerste pagina tot de laatste pagina.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 5 Tik als u een kaft wilt invoegen, op de toets [Kaftinstelling] en op de toets [On]. Wanneer de instellingen voltooid zijn, tikt u tweemaal op . De kaftinvoerlade wijzigen: Tik op de toets [Papierlade] om het ladeselectiescherm te tonen. Tik op de kaftinvoerlade op het ladeselectiescherm. Raadpleeg "DE PAPIERLADE VOOR HET KOPIËREN SELECTEREN (pagina 2-13)" voor meer informatie.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES MEERDERE ORIGINELEN KOPIËREN OP ELKE PAGINA VAN HET BOEKJE (BOEKJE 2-Up OF 4-Up PAGINA'S OP 1 VEL) Met deze functie kunt u twee of vier origineelpagina's gelijkelijk op één pagina van de inbindkopie kopiëren. Deze functie is handig als u van een minimum aantal kopieën een aantrekkelijk boekje of een folder wilt maken.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 4 N-Up Overige Meer pag. op een pag. plaatsen Papierformaat Boekje Papierinvoerlade wijzigen Selecteer Output Rand voor Binding. Origineel Aanp. Formaat/Richting. Off Selecteer Origineel Type. Linkse Binding Tablet 1-Zijdig Wissen Randschaduw wissen 2-Zijdig Boekje Rechts inbinden Proefkopie 2-Zijdig Schr.Blok Voorbeeldweergave Tik op de toets [1-Zijdig], [2-Zijdig Boekje] of [2-Zijdig Schr.Blok] al naar gelang welke van toepassing is op de originelen.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 9 Tik op [Rand]en selecteer de rand. Boekje Overige Kopiëren als boekje N-Up Kleurmodus Selecteer type origineel om op te maken op 1 pagina. Margeverschv. Pos. verschuiven voor marge Lay-out Off 2 pagina's op 1 vel 4 pagina's op 1 vel 8 pagina's op 1 vel U kunt een lijn invoegen tussen de pagina's die op een vel zijn gerangschikt. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u driemaal op de toets .
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EEN FOLDER KOPIËREN (BOEKKOPIE) Met deze functie kunt u een kopie maken van de twee tegenover elkaar liggende pagina's van een open boek of ander gebonden document. Kopieën die u maakt met deze functie kunnen in het midden worden gevouwen om een boekje te maken. Deze functie is handig als u van kopieën een aantrekkelijk boekje of folder wilt maken.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 3 Overige Selecteer een inbindpositie. Uitvoer Boekkopie Wissen Als u geen kaft wilt invoegen, tikt u op tweemaal op de toets . Ga vervolgens naar stap 5. Randschaduw wissen Selecteer inbindrand origineel. Kleurmodus Off Links inbinden Rechts inbinden Proefkopie Voorbeeldweergave CA Kaftinstelling Vorige 3 4 B4 A3 6 A4 8 A4 Z/W Start Kleur Start De instelling voor boek kopiëren annuleren: Tik op de toets [Off].
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EEN INBINDKOPIE-ORIGINEEL SPLITSEN PER PAGINA (BOEK SPLITSEN) Met deze functie wordt een zadelsteekorigineel, zoals een catalogus of folder, per pagina gesplitst en in volgorde gekopieerd. • Boek splitsen moet worden opgegeven voordat het origineel wordt gescand. • Deze functie ondersteunt drie bindzijden voor originelen: rug links, rug rechts en bovenzijde open. • Het gescande origineel wordt in het midden gesplitst. De glasplaat is voor deze functie niet beschikbaar.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES OM PAPIER EN TIJD TE BESPAREN LEGE PAGINA'S IN EEN ORIGINEEL OVERSLAAN (LEGE PAGINA OVERSLAAN) Als het gescande origineel lege pagina's bevat, worden deze met deze functie overgeslagen, zodat alleen gevulde pagina's worden gekopieerd. Het apparaat detecteert lege pagina's, zodat u nutteloze kopieën kunt overslaan zonder een origineel te controleren. Lege pagina De lege pagina's worden niet gekopieerd.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 3 Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. Dubbelz. Kopie Lege pagina Overslaan N-Up Meer pag. op een pag. plaatsen Kleurmodus Off Wissen Wanneer de instellingen voltooid zijn, tikt u tweemaal op . Randschaduw wissen Lege pagina overslaan Tik op de toets [Lege pagina overslaan] of [Lege pag./rugschaduw overslaan]. Proefkopie Lege pag.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE ACHTERGROND AANPASSEN DOOR LICHTE DELEN VAN HET ORIGINEEL DONKERDER OF LICHTER TE MAKEN (ACHTERGROND AANPASSING) U kunt de achtergrond aanpassen door de lichte delen van het origineel donkerder of lichter te maken. Niveau [+] [+] maakt de achtergrond donkerder. [-] maakt de achtergrond lichter. Pas de lichte gedeelten op deze manier aan. Niveau [-] U moet Achtergrond Aanpassing selecteren voordat u het origineel scant.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 3 Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-90) ► GLASPLAAT (pagina 1-92) Alle instellingen annuleren: Tik op de toets [CA]. 4 Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het kopiëren te starten.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 4 Kleurmodus Meerk- Er zijn 1 pagina's van het origineel gescand. Gescande gegevens kopiëren? Controleer het aantal vellen van het origineel. Ecoprogramma oproepen Origineel Auto Papierformaat Auto Dubbelz.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES TWEE APPARATEN GEBRUIKEN OM DE KOPIEERTIJD TE VERKORTEN (TANDEMKOPIE) Met deze functie wordt een kopieeropdracht gedeeld tussen twee apparaten die op het netwerk zijn aangesloten, zodat de kopieertijd kan worden verkort. Mastermachine en client machine De mastermachine voert het scannen uit en de client machine die bij de mastermachine staat geregistreerd, voert het afdrukken uit zonder het origineel te scannen.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tandemkopie gebruiken: Selecteer in 'Instellingen (beheerder)' [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Apparaatbeheer] → [Instelling tandemverbinding]. 1 2 Plaats het origineel. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. Als u de glasplaat gebruikt voor het scannen van meerdere origineelpagina's, moet u het origineel wijzigen en op de toets [Z/W Start] of [Kleur Start] tikken.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES INSTELLINGEN VOOR ECO-AANBEVELING WEERGEVEN (SCHERM ECO-AANBEVELINGSFUNCTIE) Als het basisscherm van de normale modus wordt weergegeven, worden de instellingen voor eco-aanbeveling weergegeven. Deze functie is niet beschikbaar in de eenvoudige modus. Het scherm eco-aanbevelingsfunctie gebruiken: "Instellingen (beheerder)" → [Systeeminstellingen] → [Energie Besparen] → [Eco-instelling] → [Toon scherm Eco Aanbevelings Functie]. De weergegeven functies zijn als volgt.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES TER VERBETERING VAN DE VEILIGHEID GEGEVENS TER PREVENTIE VAN NIET-GEAUTORISEERDE KOPIEËN TOEVOEGEN (VERBORGEN PATROONAFDRUK) Tekens die onbevoegd kopiëren voorkomen, zoals vooraf ingestelde of aangepaste tekst, worden onzichtbaar in een achtergrondpatroon geplaatst. Wanneer een uitvoervel met een patroonafdruk wordt gekopieerd, worden de verborgen tekens weergegeven.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 3 Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. Stempel Verborgen patroonafdruk Datum en stempel afdrukken Standaardinstellingen Off Afdrukkleur On Belichting Tekengrootte Instelling afdrukinhoud Kleurmodus ZWART Dubbelz. Kopie Standaard N-Up Tik op de toets [On] en geef zo nodig elk item op het tabblad [Standaardinstellingen] op. Meer pag. op een pag. plaatsen 48punt Proefkopie Hoek Functieoverz.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES TRACEERBARE GEGEVENS GEFORCEERD AFDRUKKEN (TRACEERGEGEVENSAFDRUK) Met deze functie worden de vooraf opgegeven traceerbare gegevens afgedrukt om een onbevoegde kopie te voorkomen. Originelen Gedeelte voor traceergegevens • Als deze functie samen met een andere functie voor beeldsamenstelling wordt opgegeven, worden de traceergegevens bovenaan afgedrukt. • De traceergegevens worden boven- of onderaan buiten een afbeeldingsframe afgedrukt.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN DE UITVOERPOSITIE EN KANTLIJN KANTLIJNEN TOEVOEGEN (KANTLIJNVERSCHUIVING) Met deze functie verschuift u de gekopieerde afbeelding naar rechts, links of omlaag om de kantlijn aan te passen. Dit is handig wanneer u kopieën wilt binden met een koord of in een map. Als u de afbeelding naar rechts verschuift, kunt u de Zonder Met kopieën aan de linkerzijde binden met een koord.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 3 Tik op de richting voor de afbeeldingsverschuiving. Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. Kantlijnverschuiving Uitvoer Zijde 1 Dubbelz. Kopie Zijde 2 Off Papierformaat Papierinvoerlade wijzigen Rechts Aanpassing Achtergrond Links 10 Omlaag ( 0~50 ) mm Voorbeeldweergave Waarde van tweede pagina aanpassen aan eerste.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES RANDSCHADUWEN VOOR HET KOPIËREN WISSEN (WISSEN) De functie Wissen wordt gebruikt om de schaduwen te wissen die aan de randen van kopieën kunnen voorkomen bij het kopiëren van dikke originelen of boeken.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 3 Tik op het selectievakje van de rand die u wilt wissen en geef de wispositie op. Boekje Overige Kopiëren als boekje Origineel Wissen Wissen Aanp. Formaat/Richting. Dubbelz.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES KOPIËREN VAN ORIGINELEN ZONDER AFSNIJDEN VAN DE RAND (FULL BLEED KOPIËREN) Met deze functie kunt u een volledig origineel kopiëren op papier dat groter is dan het originele formaat zonder afbeeldingen bij de rand af te snijden. De functie perforatie kan niet worden gebruikt. 1 Tik op de toets [Overige] en op de toets [Kopieer volledig]. "Selecteer een lade met een groter papierformaat dan het formaat van het origineel." wordt weergegeven op de pagina. Tik op [OK].
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES IN HET MIDDEN VAN HET PAPIER KOPIËREN (CENTREREN) Met deze functie centreert u de gekopieerde afbeelding op het papier. Hiermee kunt u de afbeelding midden op het papier plaatsen wanneer het origineelformaat kleiner is dan het papierformaat of wanneer u de afbeelding verkleint. Zonder de centreerfunctie Met de centreerfunctie Centreren moet worden opgegeven voordat het origineel wordt gescand.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EEN PAPIERPOSITIE OPGEVEN (AFBEELDING POSITIONEREN) Met deze functie verplaatst u het gescande origineel naar een opgegeven positie om een kopie te maken. U kunt een kopie maken op elke gewenste positie aangezien u deze kunt precies kunt instellen. We raden aan om de bovenkant op te geven als startzijde van het origineel.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 4 Stelt een verplaatsingsafstand in. Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. Wissen Afbeelding positioneren Wissen Geef startpositie voor afdrukken aan. Tik op het gedeelte dat de verplaatsingsafstand aangeeft op de voor- of achterzijde en voer de afstand in met de cijfertoetsen. Wanneer de instellingen voltooid zijn, tikt u tweemaal op . Randschaduw wissen Dubbelz.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES SCANFUNCTIES EEN GROOT AANTAL ORIGINELEN COLLECTIEF SCANNEN (OPDRACHT SAMENSTELLING) Deze functie splitst de originelen in sets en voert deze per set in de automatische documentinvoereenheid bij het kopiëren van zeer grote aantallen originelen. Hierdoor hoeft u de kopieën niet meer te sorteren. Als u in sets verdeelde originelen scant, scan dan eerst de set die de eerste pagina bevat.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 2 3 Pas de instellingen zo nodig aan. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid en tik op de toets [Start] om het eerste origineel te scannen. Indicator Lijn • Plaats de originelen volledig in de documentinvoerlade. Originelen kunnen worden opgestapeld tot aan de indicatorlijn.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES De kopieerinstelling voor elke set van originelen wijzigen Wijzig zo nodig de kopieerinstellingen voor elke set originelen. Voer de stappen uit die hieronder staan beschreven voordat u het volgende origineel gaat scannen zoals in stap 4 van "In de modus Opdracht Samenstelling kopiëren (pagina 2-100)". Een instelling [Scheidingspagina] kan niet worden gewijzigd voor de tweede en latere sets. 1 Tik op de toets [Wijzig instel.]. 2 Wijzig de kopieerinstellingen.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES ORIGINELEN VAN VERSCHILLEND FORMAAT SCANNEN (ORIGINEEL MET GEMENGDE FORMATEN) Deze functie kopieert originelen met verschillende formaten gelijktijdig; zelfs wanneer originelen van B4-formaat (8-1/2" x 14") vermengd zijn met originelen van A3-formaat (11" x 17"). Wanneer u de originelen scant, detecteert het apparaat automatisch het formaat van elk origineel en kiest daarbij het geschikte papierformaat.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES • Gemengde originelen kunnen niet worden gebruikt in combinatie met de volgende functies: Instelling van standaard formaat of instelling van invoerformaat voor Origineel formaat, andere vouwinstelling dan Z-vouw Als afwijkende breedten zijn geselecteerd voor gemengde originelen, kunnen de volgende functies niet worden gebruikt.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES SCANNEN VAN DUNNE ORIGINELEN (LANGZAME SCANMODUS) Als u dunne originelen via de automatische documentinvoereenheid wilt scannen, kunt u gebruikmaken van deze functie die helpt voorkomen dat dunne originelen vastlopen. A A B C D B C D De langzame scanmodus moet worden opgegeven voor het scannen van het origineel. De modi "2-Zijdig→2-Zijdig" en "2-Zijdig→2-Zijdig" van automatisch 2-zijdig kopiëren kunnen niet worden gebruikt.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE RESOLUTIE AANPASSEN TIJDENS HET SCANNEN (RESOLUTIE) Met deze functie past u de resolutie aan tijdens het scannen van het origineel. Zo wordt uitvoer van hoge kwaliteit of met snelheidsprioriteit ingeschakeld volgens de toepassing. • De resolutie moet worden opgegeven voor het scannen van het origineel. • De resolutie-instelling wordt toegepast wanneer u een zwart-witkopie van volledig formaat maakt. 1 2 Tik op de toets [Overige] en op de toets [Scanresolutie].
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES VOOR HET TOEVOEGEN VAN TEKST EN AFBEELDINGEN DATUMS, PAGINANUMMERS EN WATERMERKEN AFDRUKKEN (STEMPEL) Met deze functie kunt u informatie op kopieën afdrukken die niet op het origineel wordt weergegeven, zoals de "Datum" of een "Stempel". U kunt de volgende zes typen informatie afdrukken. • Datum • paginanummer • Stempel • Kopieën • Tekst • Watermerk Als stempel of watermerk kunt u bijvoorbeeld de volgende teksten afdrukken: "VERTROUWELIJK" of "PRIORITEIT".
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 1 Plaats het origineel. 2 Tik op de toets [Overige] en op de toets [Stempel]. 3 Tik op het tabblad dat u wilt afdrukken en tik vervolgens op de Indeling. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-90) ► GLASPLAAT (pagina 1-92) U kunt de opmaak van het tabblad [Tekst] opgeven met behulp van voorkeurtekst of via het aanraaktoetsenbord.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellen met het tabblad [Tekst] Tik op de toets [Directe Invoer] op het tabblad [Tekst] om het aanraaktoetsenbord te tonen. Gebruik het aanraaktoetsenbord om eventueel gewenste tekens in te voeren. Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. Stempel Aangep. afb. Alles annuleren Kopieren Off Tekst Watermerk 2 1 Geregistr. beelden combineren 3 Patroonafdruk Onbevoegd kopiëren voorkomen Kleurmodus Dubbelz. Kopie Vooringest.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EEN GEREGISTREERDE AFBEELDING TOEVOEGEN AAN EEN ORIGINEEL (AANGEPASTE AFBEELDING) Met deze functie voegt u een afbeelding, die op het apparaat wordt geregistreerd, toe aan een origineel om een kopie te maken. De volgende twee typen aangepaste afbeeldingen zijn beschikbaar.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Gecombineerde functie Aangepaste afbeeldingsbewerkingen Kopieer volledig Maakt een normale stempelkopie. Centreren Maakt een normale stempelkopie zonder centreren. Kleurbijstellingen Maakt een stempelkopie met de geregistreerde gegevens. Stempel Maakt een stempelkopie in het menu Stempel. Foto herhalen Kan niet worden gecombineerd. Vergrot. over meerdere pag. Kan niet worden gecombineerd.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 5 Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. Stempel Aangepaste afbeelding Datum en stempel afdrukken (4) Selecteer afbeelding om te bedienen. Off Kleurmodus Afbeelding stempel Aangepast watermerk Aangepast (3) (5) Niet N-Up Meer pag. op een pag. plaatsen Pagina afdrukken Wanneer de instellingen voltooid zijn, tikt u tweemaal op . Eerste Pag.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES KAFTEN INVOEGEN IN KOPIEËN (KAFTEN/ INSTEEKVELLEN) Met deze functie kunt u een ander papiertype invoegen in de pagina's die overeenkomen met de voor- en achterkaften van een kopieeropdracht. Deze functie is handig wanneer u het papier voor de kaft wilt wijzigen om het geheel een beter uiterlijk te geven. Configureer zo nodig de instellingen voor invoegvellen.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën Achterkaft 1 Niet gekopieerd 2 3 4 5 6 Voorkaft 1-Zijdige kopie 1 Niet gekopieerd 2 3 4 5 6 Hiermee kunt u een voorkaft invoegen aan het begin van kopieën en een 1-zijdige kopie maken als achterkaft op de zesde origineelpagina. 2-Zijdige kopie Hiermee kunt u een voorkaft invoegen aan het begin van kopieën en een 2-zijdige kopie maken als achterkaft op de vijfde of zesde origineelpagina.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellingsvoorwaarden per kaft 2 1 1-Zijdige kopie 5 6 Gemaakte kopieën Achterkaft 3 Voorkaft 6 Niet gekopieerd 2-Zijdige kopie 5 6 3 4 1 2 Hiermee maakt u een 1-zijdige kopie met als voorkaft de eerste origineelpagina en een 1-zijdige kopie met als achterkaft de zesde origineelpagina. Hiermee kunt u insteekvellen invoegen aan einde van kopieën.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellingsvoorwaarden per kaft 2-Zijdige kopie 3 5 6 1 4 Gemaakte kopieën Achterkaft 2 Voorkaft 2-Zijdige kopie Hiermee kunt u een 2-zijdige kopie maken op de eerste en tweede origineelpagina als voorkaft en een 2-zijdige kopie op de vijfde en zesde origineelpagina als achterkaft.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellingsvoorwaarden per kaft Gemaakte kopieën Achterkaft 2 1 1-Zijdige kopie 3 4 5 6 Voorkaft 2-Zijdige kopie 2-Zijdige kopie 3 4 5 6 1 2 Hiermee kunt u een 1-zijdige kopie maken met als voorkaft de eerste origineelpagina en een 2-zijdige kopie met als achterkaft de zesde origineelpagina.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 2-zijdig kopiëren van 2-zijdige originelen Instellingsvoorwaarden per kaft Niet gekopieerd 3 5 6 1 4 Gemaakte kopieën Achterkaft 2 Voorkaft Niet gekopieerd 1-Zijdige kopie 3 5 6 1 4 Hiermee kunt u insteekvellen invoegen aan het begin en einde van kopieën. Niet gekopieerd 2-Zijdige kopie 5 6 3 4 1 2 Hiermee kunt u een 1-zijdige kopie maken met als voorkaft de eerste origineelpagina en een achterkaft aan het einde van kopieën.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Instellingsvoorwaarden per kaft 2-Zijdige kopie 3 4 1 6 Gemaakte kopieën Achterkaft 2 Voorkaft 1-Zijdige kopie 2-Zijdige kopie 5 6 3 4 1 2 Hiermee kunt u een 2-zijdige kopie maken op de eerste en tweede origineelpagina als voorkaft en een 1-zijdige kopie op de zesde origineelpagina als achterkaft. * De vijfde origineelpagina wordt niet gekopieerd.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 4 Aanp. Formaat/Richting. Kaften/Insteekvellen Voorkaft Alles annuleren Achterkaft Invoegvel N-Up Meer pag. op een pag. plaatsen Uitvoer Kleurmodus Off Margeverschv. Handinvoer On Pos. verschuiven voor marge Normaal 1 Veranderen Geen kopie maken Proefkopie Voorbeeldweergave PapierladeInstellingen Vorige 5 Tik op de toets [Wijzigen]. Origineel Overige CA Paginaopmaak 3 4 B4 A3 6 8 A4 A4 Kleur Start Z/W Start Origineel Overige Aanp.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES INVOEGVELLEN INVOEGEN IN KOPIEËN (KAFTEN/ INSTEEKVELLEN) Met deze functie kunt u een vel op een specifieke pagina invoegen als invoegvel. Er zijn twee typen invoegvellen. Invoegposities kunnen worden opgegeven. Voeg zo nodig kaften in. Raadpleeg "KAFTEN INVOEGEN IN KOPIEËN (KAFTEN/INSTEEKVELLEN) (pagina 2-113)" bij het invoegen van voorbladen. Bijvoorbeeld: voeg A in na pagina 3 en voeg B in na pagina 5.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Gemaakte kopieën 3 6 5 1 3 5 6 2 4 1 Voeg een invoegvel in met de 2-zijdige kopieermodus. 2 Voeg een invoegvel in met de 1-zijdige kopieermodus. 4 Kopieerinstellingen van invoegvel 2-Zijdige kopie Hiermee kunt u een 2-zijdige kopie maken van de derde en vierde origineelpagina op een invoegvel. 2-zijdig origineel kopiëren Gemaakte kopieën 3 4 5 6 1 3 5 5 6 2 4 1 Voeg een invoegvel in met de 2-zijdige kopieermodus.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 1 Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-90) 2 Tik op de toets [Overige] en vervolgens op de toets [Kaften/Insteekvellen]. 3 Tik op het tabblad [Plaats blad]. 4 Tik op de toets [Invoegtype A] en op de toets voor weergave van de pagina voor invoegbladen. De instellingen voor Invoegtype B t/m invoegtype I zijn hetzelfde als de instellingen voor Invoegtype A.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 7 Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. Kaften/Insteekvellen Alles annuleren Meer pag. op een pag. plaatsen Uitvoer Invoegtype A Kleurmodus Kopie op insteekvel A Papierlade N-Up Margeverschv. Geen kopie maken Pos. verschuiven voor marge Handinvoer Normaal 1 Simplex Proefkopie Dubbelz.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE PAGINAOPMAAK VAN KAFTEN EN INVOEGVELLEN CONTROLEREN, BEWERKEN EN WISSEN (PAGINAOPMAAK) Het bewerken van geregistreerde kaften en invoegvellen verschilt, zoals u hieronder kunt zien. • Voor de "Omslagvel" kunt u instellingen wijzigen zoals papiertype, kopiëren/niet kopiëren, 1-zijdig en 2-zijdig kopiëren. • Voor "Plaats blad" kunt u alleen het paginanummer wijzigen waar u een invoegvel wilt invoegen.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES INVOEGVELLEN INVOEGEN TUSSEN TRANSPARANTEN (TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN) Wanneer u kopieert op transparanten, blijven de vellen door statische elektriciteit mogelijk aan elkaar plakken. Met de functie voor transparant-insteekvellen wordt automatisch een vel papier ingevoegd tussen elk vel transparant, zodat de vellen makkelijker te hanteren zijn. U kunt ook op invoegvellen kopiëren.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 4 Tik op de toets [On]. Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. N-Up Transparant-Insteekvellen Meer pag. op een pag. plaatsen Kleurmodus Off Kopie ook op insteekvellen maken Margeverschv. Pos. verschuiven voor marge On Proefkopie Pap.lade insteekv. Voorbeeldweergave Papiercassette 6 Als u een kopie wilt maken op invoegvellen, tikt u op het selectievakje [Kopie ook op insteekvellen maken] om dit in te stellen op .
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES VOOR SPECIFIEK GEBRUIK TABTEKSTEN OP TABPAPIER KOPIËREN (TABKOPIE) Laad een vel tabpapier in de doorvoerlade en maak een kopie op een tab. Bereid de juiste originelen voor tabteksten voor. ABC ABC ABC DEF DEF GHI GHI Bereid originelen voor die passen bij de tabposities. De afbeelding wordt verplaatst met de breedte van de tab.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES Tab kopiëren met rechts inbinden Originelen Originelen De originelen plaatsen Documentinvoerlade Tabpapier laden Doorvoerlade (op het apparaat) Lade 4 Zijde 1 Definitieve afbeelding Plaats de originelen zo dat zijde zonder tabtekst als eerste wordt ingevoerd. Glasplaat 1 Zijde 2 Plaats het eerste vel tabpapier zodanig dat de tab van u weg wijst. Plaats het eerste vel tabpapier zodanig dat de tab van u weg wijst.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 3 Stel een breedte in voor de afbeeldingsverschuiving (tabbreedte). Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. Bestand Tabkopie Gegevens in map opslaan Kleurmodus Origineel Off Kopieren • Tik op de getalsweergave die de breedte voor de afbeeldingsverschuiving weergeeft en voer een breedte in met de cijfertoetsen.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EEN POSTERFORMAATKOPIE MAKEN (VERGROTING OVER MEERDERE PAGINA'S) Met deze functie kopieert u een vergrote originele afbeelding over meerdere vellen. Origineel (formaat A4 (8-1/2" x 11")) Kopie (vergrote afbeelding op 8 vellen A3 (11" x 17") papier) • U moet Vergrot. over meerdere pag. selecteren voordat u het origineel scant. • Plaats een origineel op de glasplaat. • Als Vergrot. over meerdere pag. is geselecteerd, wordt de afdrukstand gewijzigd in verticaal.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 3 Overige Kleurmodus Vergrot. Over meerdere pag. Aanpassing Achtergrond Wissen Belichting Type/belichting selecteren AB Inch Formaat Origineel Vergrotingsfactor A5 A4 A2 (A3x2) A3 B5 A1 (A3x4) B4 Proefkopie A0 (A3x8) Voorbeeldweergave A0x2 CA Tik op de toets voor het formaat waarnaar u het origineel wilt vergroten. De afdrukstand wordt getoond. Wanneer de instellingen voltooid zijn, tikt u tweemaal op .
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES MET SPIEGELBEELD KOPIËREN (SPIEGELBEELD) Met deze functie maakt u kopieën door het origineel om te keren tot spiegelbeeld. Originelen Spiegelbeeld kopiëren Geef Spiegelbeeld op voordat u een origineel scant. 1 Tik op de toets [Overige] en op de toets [Spiegel- Beeld]. Op het pictogram wordt een vinkje weergegeven. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op .
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN DE UITVOER EN DICHTHEID ZWART EN WIT OMKEREN IN EEN KOPIE (Z/W OMGEKEERD) Deze functie wordt gebruikt om zwart en wit om te keren in een kopie, zodat u een negatief krijgt. Deze functie kan alleen voor kopiëren in zwart-wit worden gebruikt. Wanneer u originelen met veel zwart kopieert (hetgeen veel toner vereist), kunt u kopiëren met Z/W Omgekeerd en zo toner besparen.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES EENVOUDIG AANPASSEN VAN DE AFBEELDINGSKWALITEIT (SNELLE AANPASSING AFBEELDINGSKWALITEIT) U kunt de kleur en omtrek van afbeeldingen en tekst eenvoudig aanpassen. U moet Snelle Aanpassing Afbeeldingskwaliteit selecteren voordat u het origineel scant. 1 2 Tik op de toets [Overige] en op de toets [Snelle Aanpassing Afbeeldingskwaliteit]. Tik op of verplaats de schuifregelaar om de beeldkwaliteit aan te passen. Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES ROOD/GROEN/BLAUW AANPASSEN IN KOPIEËN (RGB-INSTELLING) Met deze functie versterkt of verzwakt u een van de drie kleurcomponenten rood (R), groen (G) of blauw (B). R(rood)+ G(groen)+ B(blauw)+ RGB moet worden opgegeven voordat het origineel wordt gescand. 1 2 3 Tik op de toets [Overige] en op de toets [RGB aanpassen]. Tik op de toets voor de kleur die u wilt wijzigen. Tik op of schuif met de schuifbalk om de kleur aan te passen. Origineel Overige Aanp.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE SCHERPTE VAN EEN AFBEELDING AANPASSEN (SCHERPTE) Met deze functie past u de scherpte aan voor een scherpere of zachtere afbeelding. Zachter Scherper De scherpte moet worden opgegeven voordat het origineel wordt gescand. 1 2 Tik op de toets [Overige] en op de toets [Scherpte]. Tik op de toets of schuif met de schuifbalk om de scherpte aan te passen. Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE KLEUR AANPASSEN (KLEURBALANS) U kunt de kleur, toon en densiteit van kopieën aanpassen. Gebruik het tabblad [Kleur] voor de instellingen van kleurenkopieën, of het tabblad [Z/W] voor instellingen van zwart/ wit-kopieën. Als u het tabblad [Kleur] selecteert, worden de densiteit van de kleuren geel, magenta, cyaan en zwart verdeeld in drie bereiken en u kunt de densiteit van elk bereik aanpassen.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES 3 Tik op de toets of schuif met de schuifbalk om de kleurbalans aan te passen. Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. Kleurbalans Instellen Alles annuleren Pas Kleurtoon aan voor Kopie.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE HELDERHEID VAN EEN KOPIE AANPASSEN (HELDERHEID) Met deze functie past u de helderheid van een kleurenkopie aan. Originelen Donker Licht De helderheid moet worden opgegeven voordat het origineel wordt gescand. 1 2 Tik op de toets [Overige] en op de toets [Helderheid]. Origineel Overige Aanp. Formaat/Richting. Intensiteit Helderheid Intensiteit aanpassen Deze instelling wordt allen toegepast op kleur.
KOPIEERAPPARAAT►ANDERE FUNCTIES DE INTENSITEIT VAN EEN KOPIE AANPASSEN (INTENSITEIT) Met deze functie past u de intensiteit (verzadiging) van een kleurenkopie aan. De intensiteit verzwakken Originelen De intensiteit versterken U moet de intensiteit instellen voordat u het origineel scant. Deze functie kan niet worden gecombineerd met [Kopie van kopie] of [Kleur Verbetering] in 'Belichting'. 1 2 Tik op de toets [Overige] en op de toets [Intensiteit].
KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES HANDIGE KOPIEERFUNCTIES EEN PROEFKOPIE MAKEN (PROEFKOPIE) Met deze functie maakt u een proefkopie voordat u het opgegeven aantal kopieën maakt. Controleer bij een proefkopie de voorbeeldafbeelding. Wijzig zo nodig de instelling. Als u deze functie gebruikt, wordt het gescande origineel opgeslagen op het apparaat, zodat u het origineel in de gewijzigde instelling niet opnieuw hoeft te scannen.
KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES 2 Geef zo nodig de gewenste functies op, zoals "Belichting" en "Kopieerfactor". Alle instellingen annuleren: Tik op de toets [CA]. 3 1 Aantal exempl. Kleurmodus Meerkleuren 7 8 9 Auto 4 5 6 Auto 1 2 3 Origineel Papierformaat Dubbelz. Kopie 1-Zijdig→1-Zijdig Verzenden en afdrukken Snelbestand Geg. tijdelijk opslaan Bestand Stel het aantal kopieën (aantal sets) in met de cijfertoetsen.
KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES Het is ook mogelijk het aantal kopieën te wijzigen. Gebruik de cijfertoetsen om het aantal kopieën te wijzigen. • In Proefkopie worden niet-beschikbare functietoetsen niet weergegeven. • Sommige beschikbare functies zijn mogelijk beperkt. • Alle instellingen annuleren: Tik op de toets [CA]. TUSSENOPDRACHT Met deze functie onderbreekt u een opdracht in uitvoering en drukt u het origineel dat is opgegeven als tussenopdracht met voorrang af.
KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES Tik op de toets [Annuleren] om de tussenopdracht te annuleren. 4 Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om de tussenopdracht te starten. De onderbroken opdracht wordt hervat zodra de tussenopdracht is voltooid. In de functie voor een tussenopdracht wordt geen afdrukvoorbeeld van het gescande origineel weergegeven.
KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES GEGEVENS VERZENDEN TIJDENS HET KOPIËREN Met deze functie kunt u een e-mail met een afbeelding als bijlage verzenden of gegevens in de netwerkmap opslaan. U moet de bestemming vooraf in het adresboek opslaan. ► ADRESBOEK (pagina 1-103) De beeldoverdracht begint na het kopiëren en voor de overdracht worden dezelfde instellingen gebruikt als voor de kopie. Sommige functies kunnen echter niet dezelfde resultaten bieden als de kopie.
KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES 5 Stel elke kopieerinstelling naar wens in. U kunt een voorbeeld van het gescande origineel bekijken door op de toets [Voorbeeld- weergave] te tikken. 6 Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het kopiëren te starten. Na het kopiëren begint het verzenden. Na het kopiëren kunt u niet meer vóór het verzenden de instellingen controleren.
KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES KOPIEEROPDRACHTEN Wanneer u op de opdrachtbeheerweergave tikt, worden de opdrachten in een lijst weergegeven. U kunt de status van een kopieeropdracht controleren door op het tabblad [Afdrukken] te tikken.
KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES PROGRAMMA'S Programma's worden ingesteld in het basisscherm van de normale modus. ► DE KOPIEERMODUS SELECTEREN (pagina 2-4) Programma's kunnen niet worden opgeslagen in de eenvoudige modus. EEN PROGRAMMA OPSLAAN Met deze functie worden kopieerinstellingen gezamenlijk opgeslagen als één programma. Het opgeslagen programma kan eenvoudig worden opgeroepen. Raadpleeg "EEN PROGRAMMA OPROEPEN (pagina 2-151)" voor informatie over het oproepen van een programma.
KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES • Er kunnen 48 programma's worden opgeslagen. • De programma-instellingen blijven geregistreerd, ook wanneer de hoofdschakelaar is uitgeschakeld. • Een programma kan ook als sneltoets worden opgeslagen in een beginscherm of favoriet. Zo kunt u het programma snel oproepen. 1 Geef de kopieerfunctie op die u wilt opslaan. Geef in het basisscherm [Programmaregistratie] weer in het actiepaneel. 2 3 Tik op [Programmaregistratie] in het actiescherm.
KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES 5 Selecteer of het programma wordt toegevoegd aan het beginscherm of de favorieten. Registratie van programma is voltooid. Het kan ook worden geregistreerd als Programmaregistratie favoriet of in het beginscherm om te gebruiken als snelkoppeling. Selecteer programmanr.
KOPIEERAPPARAAT►HANDIGE KOPIEERFUNCTIES 2 Tik op [Verwijderen] in het actiescherm. Naam wijzigen 1 Aantal exempl.
Pictogrammen Eco Milieuvriendelijke functies PRINTER Functies voor afdrukken op speciale media HANDIGE PRINTERFUNCTIES PRINTERFUNCTIE VAN HET APPARAAT HANDIGE FUNCTIES VOOR HET MAKEN VAN FOLDERS EN POSTERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • EEN INBINDKOPIE MAKEN (BOEKJE/ZADELSTEEK). . . . . . . . . . . . . . . . . • OVERTOLLIG PAPIER AFSNIJDEN NA VOUWEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • AFDRUKKEN MET INSTELLING VOOR KANTLIJNVERSCHUIVING (KANTLIJN). . . . .
PRINTER • HET AANTAL EXEMPLAREN TOEVOEGEN (KOPIEERSTEMPEL) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-62 AFDRUKFUNCTIES VOOR SPECIALE DOELEINDEN. . . • BEPAALDE PAGINA'S OP ANDER PAPIER AFDRUKKEN (ANDER PAPIER) . . . . . . . . . . . • INSTEEKVELLEN TOEVOEGEN BIJ HET AFDRUKKEN OP TRANSPARANTEN (TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN) . . . . . . . . • SCHEIDINGSPAGINA'S INVOEGEN TUSSEN OPDRACHTEN OF KOPIEËN. . . . . . . . . . . . . . • EEN CARBONAFDRUK AFDRUKKEN (CARBONAFDRUK) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
PRINTER►PRINTERFUNCTIE VAN HET APPARAAT PRINTERFUNCTIE VAN HET APPARAAT Het apparaat is standaard uitgerust met een meerkleuren-printerfunctie. Er moet een printerdriver worden geïnstalleerd om te kunnen afdrukken vanaf uw computer. Stel met behulp van de onderstaande tabel vast welke printerdriver u moet gebruiken. Windows-omgeving Type printerdriver PCL6 Het apparaat ondersteunt de PCL6-printerbesturingstalen van Hewlett-Packard.
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN Aan de hand van het volgende voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document kunt afdrukken vanuit 'WordPad', een standaardapplicatie van Windows. • Het menu dat wordt gebruikt om af te drukken, kan per applicatie variëren. • De knop die wordt gebruikt om het eigenschappenvenster van de printerdriver te openen (meestal [Eigenschap] of [Voorkeursinstellingen]), kan per toepassing verschillen.
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING Selecteer de afdrukinstellingen. 3 (1) Klik op de tab [Algemeen]. (1) (2) Selecteer het formaat van het origineel. • U kunt maximaal zeven door de gebruiker gedefinieerde formaten in het menu vastleggen. U kunt een origineel formaat opslaan door [Extra papier] of een van de opties [Gebruiker1] tot en met [Gebruiker7] in het menu te selecteren en op de toets [OK] te klikken.
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING HET SCHERM INSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER / HELP RAADPLEGEN Het scherm Instellingen van de printerdriver bestaat uit negen tabbladen. Klik op de tab om het bijbehorende tabblad te openen. Voor alle instellingen kunt u het Help-scherm raadplegen. Klik rechtsonder in het scherm op de knop [Help].
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING (5) Informatiepictogram ( ) Er gelden bepaalde beperkingen voor de combinaties van instellingen die kunnen worden geselecteerd in het eigenschappenvenster van de printerdriver. Als een beperking van toepassing is op een geselecteerde instelling, wordt een informatiepictogram ( ) weergegeven naast de instelling. Klik op het pictogram voor een beschrijving van de beperking.
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING OP ENVELOPPEN AFDRUKKEN U kunt de doorvoerlade gebruiken om op enveloppen af te drukken. • Zie 'GESCHIKTE PAPIERTYPEN (pagina 1-61)' voor meer informatie over papier dat in de doorvoerlade kan worden geladen. • Zie 'PAPIER IN DE DOORVOERLADE LADEN (pagina 1-81)' voor de procedure voor het laden van papier in de doorvoerlade. • Zie 'PAPIER SELECTEREN (pagina 3-7)' voor meer informatie over het laden van papier.
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING AFDRUKKEN ALS DE FUNCTIE GEBRUIKERSAUTHENTICATIE IS INGESCHAKELD De gebruikersinformatie (zoals gebruikersnaam en wachtwoord) die moet worden ingevoerd, varieert naargelang de gebruikte authenticatiemethode. U moet dan ook contact opnemen met de beheerder van het apparaat voordat u gaat afdrukken.
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING VEELGEBRUIKTE FUNCTIES INSTELLINGEN OPSLAAN TIJDENS HET AFDRUKKEN De instellingen die bij het afdrukken op de verschillende tabbladen zijn geconfigureerd, kunnen als Favoriet worden opgeslagen. Door veelgebruikte instellingen of ingewikkelde kleurinstellingen onder een speciale naam op te slaan kunt u die eenvoudig opnieuw selecteren wanneer u ze nodig hebt. U kunt instellingen opslaan vanaf elk tabblad in het eigenschappenvenster van de printerdriver.
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING OPGESLAGEN INSTELLINGEN GEBRUIKEN U kunt met één muisklik uw opgeslagen favorieten (veelgebruikte instellingen of ingewikkelde kleurinstellingen) toepassen op uw afdrukken. 1 Selecteer de printerdriver van het apparaat in het afdrukvenster van de toepassing en klik op de knop [Voorkeursinstellingen].
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING 3 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printerdriver van het apparaat en selecteer [Eigenschappen van printer]. 4 Klik op het tabblad [Algemeen] op de knop [Voorkeursinstellingen]. 5 Configureer de instellingen en klik op de knop [OK]. Zie voor meer informatie over de instellingen de Help van de printerdriver.
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN Aan de hand van het onderstaande voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document kunt afdrukken vanuit "TextEdit", een standaardapplicatie van Mac OS X. • Raadpleeg de handleiding software-installatie voor informatie over het installeren van de printerdriver en de configuratie in een Mac OS-omgeving. • Het menu dat wordt gebruikt om af te drukken, kan per applicatie variëren.
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING 4 Selecteer de afdrukinstellingen. (1) (1) Controleer of de juiste printer is geselecteerd. (2) Selecteer een optie in het menu en configureer de instellingen. (3) Klik op de knop [Druk af]. (2) (3) PAPIER SELECTEREN In dit gedeelte wordt het instellen van [Papierinvoer] in het venster met afdrukinstellingen uitgelegd.
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING OP ENVELOPPEN AFDRUKKEN U kunt de doorvoerlade gebruiken om op enveloppen af te drukken. • Zie 'GESCHIKTE PAPIERTYPEN (pagina 1-61)' voor meer informatie over papier dat in de doorvoerlade kan worden geladen. • Zie 'PAPIER IN DE DOORVOERLADE LADEN (pagina 1-81)' voor de procedure voor het laden van papier in de doorvoerlade. • Zie 'PAPIER SELECTEREN (pagina 3-14)' voor meer informatie over het laden van papier.
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING AFDRUKKEN ALS DE FUNCTIE GEBRUIKERSAUTHENTICATIE IS INGESCHAKELD De gebruikersinformatie (zoals gebruikersnaam en wachtwoord) die moet worden ingevoerd, varieert naargelang de gebruikte authenticatiemethode. U moet dan ook contact opnemen met de beheerder van het apparaat voordat u gaat afdrukken. Het menu dat wordt gebruikt om af te drukken, kan per applicatie variëren.
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING 2 Voer uw gebruikersinformatie in. (1) (1) Controleer of de printernaam van het apparaat is geselecteerd. (2) Selecteer [Taakverwerking]. (3) Klik op het tabblad [Verificatie]. (2) (4) Voer uw gebruikersinformatie in. (3) (4) (5) • Wanneer authenticatie wordt uitgevoerd via gebruikersnaam/wachtwoord, voert u uw gebruikersnaam in bij 'Gebruikersnaam' en uw wachtwoord (1 tot 32 tekens) bij 'Wachtwoord'.
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES VEELGEBRUIKTE FUNCTIES DE KLEURMODUS SELECTEREN Onderstaande opties zijn beschikbaar voor de 'Kleurfunctie' (een verzameling kleuren die bij het afdrukken wordt gebruikt): Automatisch Het apparaat bepaalt automatisch of de pagina een kleuren- of zwart/wit-pagina is en drukt de pagina navenant af. Pagina's met andere kleuren dan zwart en wit worden afgedrukt met de toners Y (geel), M (magenta), C (cyaan) en Bk (zwart).
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES Mac OS (1) (2) (1) Selecteer [Kleur]. (2) Selecteer 'Kleurfunctie'.
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES DE RESOLUTIE SELECTEREN U kunt kiezen uit de volgende drie opties voor 'Printermodus' (resolutie): 600 dpi Deze modus is geschikt voor het afdrukken van gewone tekst of tabellen. 600 dpi (hoge kwaliteit) Hogere afdrukkwaliteit van kleurenfoto's en tekst. 1200 dpi Selecteer deze modus als u kleurenfoto's en dunne lijnen scherper wilt afdrukken. Windows (1) (2) (1) Klik op de tab [Afbeeldingskwaliteit]. (2) Selecteer 'Afdrukmodus'.
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES 2-ZIJDIG AFDRUKKEN Het apparaat kan op beide zijden van het papier afdrukken. Deze functie komt bij veel afdrukopdrachten van pas en is met name handig wanneer u een eenvoudige folder wilt afdrukken. 2-Zijdig afdrukken bespaart bovendien papier. Stand van papier Afdrukresultaten Lange zijde Korte zijde Korte zijde Lange zijde Staand Liggend De pagina's worden zo afgedrukt dat deze aan de linker- of rechterzijde kunnen worden gebonden.
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES Mac OS (1) (2) (1) Selecteer [Lay-out]. (2) Selecteer [Lange kant binden] of [Korte kant binden]. HET AFDRUKBEELD AANPASSEN AAN HET PAPIER Met deze functie wordt het formaat van het afdrukbeeld automatisch vergroot of verkleind zodat dit overeenkomt met het formaat van het in het apparaat geladen papier.
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES Windows (1) (2) (3) (1) Klik op de tab [Algemeen]. (2) Selecteer het oorspronkelijke formaat bij [Origineel Formaat] (bijvoorbeeld: A4). (3) Selecteer het papierformaat dat u voor het afdrukken wilt gebruiken [Uitvoergrootte] (bijvoorbeeld: A3). Als het opgegeven uitvoerformaat groter is dan het oorspronkelijke formaat, zal de afgedrukte afbeelding worden vergroot.
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES MEERDERE PAGINA'S OP EEN PAGINA AFDRUKKEN Met deze functie kunt u het afdrukbeeld verkleinen en meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. Het is ook mogelijk alleen de eerste pagina in het oorspronkelijke formaat af te drukken en meerdere verkleinde pagina's op de volgende vellen af te drukken.
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES Windows (1) (3) (2) (4) (1) Klik op de tab [Lay-out]. (2) Selecteer het aantal pagina's per vel. (3) Selecteer de volgorde van de pagina's. (4) Als u randlijnen wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje [Rand] in zodat een vinkje weergegeven. wordt • Als u de eerste pagina normaal wilt afdrukken (als kaft), schakelt u het selectievakje [N pagina's met omslag] in ( ).
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES LEGE PAGINA'S OVERSLAAN TIJDENS HET AFDRUKKEN Als het gescande origineel lege pagina's bevat, worden de lege pagina's overgeslagen. Het apparaat detecteert lege pagina's en drukt ze niet af. Zo worden geen onnodige lege pagina's afgedrukt en hoeft u voor het afdrukken niet te controleren op lege pagina's. Lege pagina Geen lege pagina's afdrukken Afdrukken Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving.
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES AFDRUKKEN NIETEN/PERFORATIES MAKEN IN UITVOER Functie Nieten Met de nietfunctie kunt u de uitvoer nieten. U kunt de nietfunctie combineren met 2-zijdig afdrukken om verfijnde producten te maken. Met deze functie kunt u aanzienlijk wat tijd besparen bij het maken van hand-outs voor vergaderingen of ander geniet materiaal. U kunt de nietposities en het aantal nietjes selecteren om onderstaande nietresultaten te verkrijgen.
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES Windows (1) (2) (1) Klik op de tab [Bezig met voltooien]. (2) Selecteer de nietfunctie of de perforatiefunctie. • Voor de nietfunctie selecteert u het aantal nietjes in het menu 'Nieten' en de nietpositie in het menu 'Positie'. • Voor de perforatiefunctie selecteert u het type perforatie in het menu 'Perforatie' en de perforatiepositie in het menu 'Positie'. Naast het tabblad [Bezig met voltooien] kan de [Nieten] ook worden ingesteld op het tabblad [Algemeen].
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES AFDRUKKEN ZONDER BOVEN- EN ONDERMARGE Met deze functie kunt u afdrukken zonder boven- en ondermarge. Door deze functie te combineren met de functies Zadelsteek en Snijden, kan een boekje of flyer zonder marges worden gemaakt. Deze functie kan alleen worden gebruikt voor de formaten A3/11" x 17" and A4/8-1/2" x 11".
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES Origineel 1 Origineel 2 Papier (A3/11" x 17") Creëer documentgegevens van een gepast formaat in de toepassing of gebruik de functie Aanpassen aan pagina om de boven- en ondermarge weg te werken. Vouwpositie Er verschijnen marges aan de zijkanten De zijkanten bijsnijden De marges aan de zijkanten worden geëlimineerd en er wordt afgedrukt van rand tot rand.
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES (1) (1) (2) (2) (1) Klik op het tabblad [Opmaak] en stel het selectievakje [Rand-tot-rand afdrukken] in op pictogram. (2) Klik op het tabblad [Bezig met voltooien] en selecteer [Zadelnieten]. (3) Configureer de bijsnijdinstellingen. (1) Klik op de knop [Bijsnijden...]. (2) Vink het vakje [Bijsnijden] af om op pictogram in te stellen. (3) Specifficeer "5,0 mm (0.200 inches)".
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES Nieten in vouwen Origineel Papier (A3/11" x 17") Creëer documentgegevens van een gepast formaat in de toepassing of gebruik de functie Aanpassen aan pagina om de boven- en ondermarge weg te werken. Vouwpositie Er verschijnen marges aan de zijkanten De zijkanten bijsnijden De marges aan de zijkanten worden geëlimineerd en er wordt afgedrukt van rand tot rand.
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES (1) (1) (2) (2) (1) Klik op het tabblad [Opmaak] en stel het selectievakje [Rand-tot-rand afdrukken] in op pictogram. (2) Klik op het tabblad [Bezig met voltooien] en selecteer [Zadelnieten]. (3) Configureer de bijsnijdinstellingen. (1) Klik op de knop [Bijsnijden...]. (2) Vink het vakje [Bijsnijden] af om op pictogram in te stellen. (3) Specifficeer "5,0 mm (0.200 inches)".
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES Eén vel Origineel 1 Papier (A4/8-1/2" x 11") Creëer documentgegevens van een gepast formaat in de toepassing of gebruik de functie Aanpassen aan pagina om de boven- en ondermarge weg te werken. Er verschijnen marges aan de zijkanten De marges aan de zijkanten worden geëlimineerd en er wordt afgedrukt van rand tot rand.
PRINTER►VEELGEBRUIKTE FUNCTIES (1) (1) (2) (2) (1) Klik op het tabblad [Opmaak] en stel het selectievakje [Rand-tot-rand afdrukken] in op pictogram. (2) Klik op het tabblad [Hoofd] en selecteer [Geen], [Lange Zijde] of [Korte Zijde] in dubbelzijdig afdrukken. Controleer het werkelijke afdrukresultaat. Indien marges verschijnen, wijzigt u de volgende instellingen.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HANDIGE PRINTERFUNCTIES HANDIGE FUNCTIES VOOR HET MAKEN VAN FOLDERS EN POSTERS EEN INBINDKOPIE MAKEN (BOEKJE/ZADELSTEEK) Met de functie Inbindkopie kunt u afdrukken op de voor- en achterzijde van elk vel, zodat de vellen kunnen worden gevouwen en ingebonden om een folder te maken. Als een zadelsteek-afwerkingseenheid is geïnstalleerd en u 'Boekje' en 'Nieten' hebt geselecteerd, worden de kopieën automatisch gevouwen en uitgevoerd.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Als een zadelsteek-afwerkingeenheid is geïnstalleerd (4) (5) (4) Klik op de tab [Bezig met voltooien]. (5) Selecteer [Rugnieten] bij 'Nieten'. Als een zadelsteek-afwerkingseenheid (grote capaciteit) is geïnstalleerd en de taak niet goed wordt uitgevoerd met [Rugnieten], selecteert u [Rugnieten (omgekeerd)]. Mac OS (1) (2) (3) (4) (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Selecteer 'Zijde voor inbinden'. (3) Selecteer [Zadelnieten].
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES OVERTOLLIG PAPIER AFSNIJDEN NA VOUWEN Als een snijmodule is geïnstalleerd, kunt u de overbodige randen van het papier afsnijden om een fijnere afwerking te verkrijgen. Windows (1) (3) (2) (1) Klik op de tab [Bezig met voltooien]. (2) Klik op de knop [Snijden]. (3) Zet het selectievakje [Snijden] op , en geef "Snijbreedte" op.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) (2) (3) (1) Kies [Snijden]. (2) Zet het selectievakje [Snijden] op . (3) Geef de snijbreedte op.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AFDRUKKEN MET INSTELLING VOOR KANTLIJNVERSCHUIVING (KANTLIJN) Deze functie wordt gebruikt om het afdrukbeeld te verschuiven zodat de kantlijn links, rechts of boven aan het papier wordt vergroot. Als een afwerkingseenheid of een zadelsteek-afwerkingseenheid is geïnstalleerd, kunnen de niet- en perforatiefuncties van het apparaat ook in combinatie worden gebruikt. Dit is handig wanneer u de afdrukken wilt nieten of perforeren, maar de inbindstrook de tekst overlapt.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) (2) (3) (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Selecteer 'Zijde voor inbinden'. (3) Selecteer 'Margeverschuiving'.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN GROTE POSTER MAKEN (POSTER AFDRUKKEN) Eén pagina met afdrukgegevens wordt vergroot en afgedrukt op meerdere vellen papier (4 vellen (2x2), 9 vellen (3x3) of 16 vellen (4x4)). De vellen kunnen vervolgens worden samengevoegd om een grotere poster te vormen. Voor een nauwkeurige uitlijning van de vellen kunt u er randlijnen op afdrukken of overlapranden maken (overlapfunctie). Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN HET FORMAAT EN DE RICHTING VAN DE AFBEELDING DE AFDRUKPOSITIE OP ONEVEN EN EVEN PAGINA'S AFZONDERLIJK AANPASSEN (AFDRUKPOSITIE) Met deze functie kunt u verschillende afdrukposities (kantlijnen) afzonderlijke instellen voor oneven en even pagina's en de pagina's afdrukken. Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. Windows (1) (3) (4) (2) (5) (1) Klik op de tab [Lay-out]. (2) Klik op de knop [Afdrukpositie]. (3) Kies [Extra].
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HET AFDRUKBEELD 180 GRADEN DRAAIEN (180 GRADEN DRAAIEN) Met deze functie kunt u de afbeelding 180 graden draaien zodat deze correct kan worden afgedrukt op papier dat maar in één richting kan worden geladen (zoals papier met perforatiegaten). ABCD ABCD Windows (1) (2) (1) Klik op de tab [Algemeen]. (2) Selecteer [Staand (Geroteerd)] of [Liggend (Geroteerd)] bij 'Afdrukstand'.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HET AFDRUKBEELD VERGROTEN/VERKLEINEN (DE ZOOMINSTELLING/VERGROTEN OF VERKLEINEN) Met deze functie vergroot of verkleint u de afbeelding met een geselecteerd percentage. Op die manier kunt u een kleine afbeelding vergroten of kantlijnen toevoegen aan het papier door het beeld enigszins te verkleinen. Als u de PS-printerdriver (Windows) gebruikt, kunt u het breedte- en lengtepercentage afzonderlijk instellen om de verhouding van het afdrukbeeld te wijzigen.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS MX-xxxx (1) (2) (1) Selecteer [Pagina-instelling] in het menu [Archief] en voer de verhouding (%) in. (2) Klik op de knop [OK].
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES DE LIJNDIKTE AANPASSEN (BREEDTE) De lijnbreedten aanpassen in CAD-afbeeldingen Met deze functie wordt de dikte van de gehele lijn aangepast wanneer de afdruklijnen niet duidelijk zijn in CAD of andere speciale applicaties. Als de gegevens lijnen van verschillende dikte bevatten, kunt u zo nodig alle lijnen op de minimale breedte afdrukken. • Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. • Deze functie kan worden gebruikt wanneer de PCL6-printerdriver wordt gebruikt.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Dunne lijnen in Excel dikker maken Als de randen in Excel niet juist worden afgedrukt, kunt u de lijnen dikker maken. • Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. • Deze functie kan worden gebruikt wanneer de PCL6-printerdriver wordt gebruikt. • Normaal hoeft u deze instelling niet te configureren. Windows (1) (3) (2) (1) Klik op de tab [Gedetail. Instellingen]. (2) Klik op de knop [Overige instellingen].
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES De dikte van tekst en lijnen aanpassen U kunt tekst en lijnen dikker of dunner maken. U kunt randen ook ronder of scherper maken. • Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. • Deze functie kan worden gebruikt wanneer de PCL6- of PS-printerdriver wordt gebruikt. Windows (1) (2) (3) (1) Klik op de tab [Gedetail. Instellingen]. (2) Klik op de knop [Overige instellingen]. (3) Geef de instellingen op.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN SPIEGELBEELD AFDRUKKEN (SPIEGELBEELDOMKERING/VISUELE EFFECTEN) De afbeelding wordt zodanig gedraaid dat een spiegelbeeld ontstaat. Deze functie kan worden gebruikt om een sjabloon te maken voor een stempelafdruk of een ander vergelijkbaar afdrukmedium. B B Deze functie is in een Windows-omgeving alleen beschikbaar wanneer u de PS-printerdriver gebruikt. Windows (1) (2) (1) Klik op de tab [Gedetail. Instellingen].
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES DE FUNCTIE VOOR HET AANPASSEN VAN DE KLEURMODUS HELDERHEID EN CONTRAST VAN DE AFBEELDING INSTELLEN (KLEURBIJSTELLING/RGB-INSTELLING) Met deze functie past u de helderheid en het contrast aan in de afdrukinstellingen wanneer een foto of andere afbeelding wordt afgedrukt. Deze functie voert eenvoudige correcties uit, zelfs wanneer geen beeldbewerkingssoftware op uw computer is geïnstalleerd. Deze functie kan worden gebruikt in een Windows-omgeving.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES ONDUIDELIJKE TEKST EN LIJNEN IN ZWART AFDRUKKEN (TEKST NAAR ZWART/VECTOR NAAR ZWART) Als u een kleurenafbeelding in grijstinten afdrukt, worden de tekst en de lijnen in lichte kleuren ook in zwart afgedrukt. Met deze functie kunt u gekleurde tekst en lichte lijnen die bij het afdrukken in grijstinten moeilijk te zien zijn, naar voren halen. ABCD ABCD • Rastergegevens zoals bitmapafbeeldingen kunnen niet worden aangepast.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES DE KLEURINSTELLINGEN AFSTEMMEN OP HET AFBEELDINGSTYPE (GEAVANCEERDE KLEURINSTELLINGEN) De printerdriver is voorzien van diverse standaard kleurinstellingen voor verschillende toepassingen. Zo kunt u afdrukken met de meest geschikte kleurinstellingen voor verschillende typen kleurenafbeeldingen. Geavanceerde kleurinstellingen, zoals de kleurbeheerinstellingen en de filters om de kleurtonen aan te passen, zijn ook beschikbaar voor het afdrukken van kleurenafbeeldingen.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Windows (1) (3) (2) (1) Klik op de tab [Kleurprofiel]. (2) Kies [Afbeeldingstype]. • Tekst: Als de afdruk voornamelijk uit tekst bestaat • Presentatie: Als de afdruk veel foto's of illustraties bevat • Foto: Als de afdruk foto's of gegevens met foto's bevat • CAD: Als de afdruk ontwerptekeningen bevat • Scannen: Als de afdruk gescande gegevens bevat • Colorimetrisch: Als de gegevens moeten worden afgedrukt met de kleuren zoals die op het scherm worden weergegeven.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) (2) (3) (4) (1) Selecteer [Kleur]. (2) Klik op het tabblad [Geavanceerd]. Schakel het selectievakje [ColorSync] in zodat het vinkje wordt weergegeven om de kleurbeheerfunctie van Mac OS te gebruiken. In dit geval kunt u 'Afbeeldingstype' niet selecteren. (3) Selecteer [Afbeeldingtype]. U configureert kleurbeheerinstellingen door de gewenste instellingen te selecteren in de menu's.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES FUNCTIES VOOR HET COMBINEREN VAN TEKST EN AFBEELDINGEN EEN WATERMERK TOEVOEGEN AAN AFDRUKKEN (WATERMERK) CO NF ID EN TI A L Deze functie voegt een schaduwachtige tekst toe als watermerk in de achtergrond van de afbeelding. Het formaat en de hoek van het watermerk kunnen worden aangepast. Het watermerk kan worden geselecteerd uit de eerder geregistreerde tekst in de lijst. U kunt zo nodig tekst invoeren om een origineel watermerk te maken.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) (2) (1) Selecteer [Watermerken]. (2) Klik op het selectievakje [Watermerk] en configureer de watermerkinstellingen. • Configureer de gedetailleerde watermerkinstellingen zoals de selectie van de tekst. • Pas het formaat en de hoek van de tekst aan met de schuifbalk .
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN AFBEELDING OVER DE AFDRUKGEGEVENS AFDRUKKEN (AFBEELDINGSSTEMPEL) Met deze functie drukt u een bitmap of JPEG-afbeelding, die op uw pc is opgeslagen, af over de afdrukgegevens. Met deze functie drukt u een veel gebruikte afbeelding of pictogram af dat u zelf hebt gemaakt alsof deze/dit op de afdrukgegevens is gestempeld. Het formaat, de positie en de hoek van de afbeelding kunnen worden aangepast. MEMO MEMO Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN AANGEPASTE AFBEELDING REGISTREREN Met deze functie worden afbeeldingen geregistreerd die zijn gebruikt als aangepaste afbeeldingen vanaf de printerdriver naar het apparaat. • Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. • Deze functie kan worden gebruikt wanneer de PCL6-printerdriver wordt gebruikt.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN VASTE VORM OVER DE AFDRUKGEGEVENS PLAATSEN (OVERLAYS) Met deze functie plaatst u gegevens op een vaste vorm die u hebt voorbereid. Door tabellijnen of een decoratieve rand te maken in een andere applicatie dan die van het tekstbestand en deze gegevens te registreren als overlaybestand, kunt u eenvoudig een aantrekkelijk afdrukresultaat bereiken.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES • Zodra het afdrukken is gestart, wordt een bevestigingsbericht getoond. Het overlaybestand wordt pas gemaakt nadat u op de knop [Ja] hebt geklikt. • Wanneer u op de knop [Openen] klikt, wordt het bestaande overlaybestand geregistreerd. Afdrukken met een overlaybestand (2) (3) (1) Open het venster met de drivereigenschappen vanuit de toepassing die wordt gebruikt voor het afdrukken met een overlaybestand. (2) Klik op de tab [Stempel]. (3) Selecteer een overlaybestand.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HET AANTAL EXEMPLAREN TOEVOEGEN (KOPIEERSTEMPEL) U kunt het aantal exemplaren aan de kop- of voettekst van de afdrukgegevens toevoegen. U kunt tevens het nummer van het exemplaar en de afdrukpositie instellen. Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. (1) (2) (3) (1) Klik op de tab [Stempel]. (2) Klik op de knop [Kopieerstempel]. (3) Geef de gewenste instellingen op en klik op de knop [OK].
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AFDRUKFUNCTIES VOOR SPECIALE DOELEINDEN BEPAALDE PAGINA'S OP ANDER PAPIER AFDRUKKEN (ANDER PAPIER) In een Windows-omgeving De voor- en achterkaft en bepaalde pagina's van een document worden op ander papier afgedrukt dan de andere pagina's. Gebruik deze functie als u de voor- en achterkaft op zwaar papier wilt afdrukken of als u gekleurd papier of een andere type papier voor bepaalde pagina's wilt gebruiken. Papier kan zo nodig worden tussengevoegd als blanco tussenblad.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES • Klik op de toets [Toev.]. Uw instellingen worden weergegeven bij 'Informatie'. • Wanneer u alle gewenste instellingen hebt geselecteerd, klikt u op de toets [Opslaan] bij 'Favorieten' om de instellingen op te slaan. • Als [Handinvoer] is geselecteerd bij 'Papierlade', moet u het 'Papiertype' selecteren en dat type papier in de doorvoerlade plaatsen.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES INSTEEKVELLEN TOEVOEGEN BIJ HET AFDRUKKEN OP TRANSPARANTEN (TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN) Bij het afdrukken op transparanten voorkomt deze functie dat de transparanten aan elkaar plakken door een vel papier tussen twee transparanten te voegen. Dezelfde inhoud die op de transparant wordt afgedrukt, wordt zo nodig ook op het bijbehorende insteekvel afgedrukt. A B C Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. Windows (1) (3) (2) (1) Klik op de tab [Invoegbladen].
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS (1) (3) (2) (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Selecteer [Transparant-insteekvellen] bij 'Functiesets'. (3) Selecteer de instellingen voor het invoegen van transparanten. Als [Aan (afgedrukt)] is geselecteerd bij 'Transparant-Insteekvellen', wordt de inhoud die op de transparant wordt afgedrukt ook op het insteekvel afgedrukt. Selecteer papierbron en -type als dat nodig is.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES SCHEIDINGSPAGINA'S INVOEGEN TUSSEN OPDRACHTEN OF KOPIEËN U kunt scheidingspagina's invoegen tussen opdrachten of tussen een opgegeven aantal kopieën. Opdracht 1 1 2 3 1 Opdracht 2 1 2 2 3 Opdracht 1 3 1 Opdracht 2 2 3 Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. Windows (1) (3) (2) (1) Klik op de tab [Bezig met voltooien]. (2) Klik op de knop [Scheidingspagina].
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES EEN CARBONAFDRUK AFDRUKKEN (CARBONAFDRUK) Met deze functie drukt u een extra afdruk af van het afdrukbeeld op papier van hetzelfde formaat, maar uit een andere papierlade. Als u bijvoorbeeld Carbonafdruk selecteert terwijl er normaal papier is geladen in papierlade 1 en gekleurd papier in papierlade 2, wordt er een op een carbonafdruk lijkend exemplaar afgedrukt terwijl u slechts eenmaal een afdrukopdracht hoeft te geven.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AFDRUKKEN OP TABS VAN TABPAPIER (TAB SHIFT/AFDRUKKEN OP TABPAPIER) Er zijn twee methoden voor het afdrukken op de tabs van tabpapier: 'Tab Shift' en 'Afdrukken op tabpapier'. Tab Shift Gebruik een toepassing om de tekst te schrijven die op het tabpapier moet worden afgedrukt en stel de testverschuivingsafstand in bij [Afdrukpositie] op het tabblad [Lay-out] van het eigenschappenvenster van de printerdriver. De tekst wordt op de tabs afgedrukt.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Windows Tab Shift Wanneer de voorbereiding van de op het tabpapier af te drukken gegevens is voltooid, voert u de volgende stappen uit: (1) (6) (3) (4) (5) (2) (1) Klik op de tab [Lay-out]. (2) Klik op de knop [Afdrukpositie]. (3) Kies [Tab Shift]. (4) Geef de verschuivingsafstand voor de afbeelding op door rechtstreeks een waarde in te voeren of door op de knop te klikken. (5) Klik op de knop [OK]. (6) Selecteer de papierbron en het papiertype.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Afdrukken op tabpapier (alleen voor PCL6) Open de gegevens waarin u het tabpapier wilt invoegen en selecteer vervolgens de instellingen. (3) (1) (2) (4) (1) Klik op de tab [Invoegbladen]. (2) Selecteer [Tabpapier] bij 'Invoegbladenoptie' en klik op de toets [Instellingen]. (3) Selecteer de instellingen voor de tabpositie. Voor in de handel verkrijgbaar tabpapier gebruikt u de bestaande instellingen, zoals [A4-5tab-D] bij 'Favorieten'.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES TWEEZIJDIG AFDRUKKEN WAARBIJ BEPAALDE PAGINA'S OP DE VOORZIJDE WORDEN AFGEDRUKT (HOOFDSTUKINVOEGINGEN) Deze functie drukt bepaalde pagina's op de voorzijde van het papier af. Wanneer u een pagina opgeeft (zoals een voorblad van een hoofdstuk) dat op de voorzijde van het papier moet worden afgedrukt, wordt dit afgedrukt op de voorzijde van het volgende vel, ook als deze normaalgesproken op de achterzijde van het papier zou worden afgedrukt.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES PAPIER VOUWEN VOOR AFDRUKKEN (VOUWEN) Als een vouweenheid is geïnstalleerd, kan afgedrukt papier worden gevouwen. Als bijvoorbeeld afdrukbeelden van A4- (8-1/2" × 11") en A3-formaat (11" × 17") worden gemengd, kunt u papier van A3-formaat (11" × 17") vouwen naar A4-formaat (8-1/2" × 11") om de breedte van het afdrukpapier aan te passen aan het A4-formaat (8-1/2" × 11"). Zo nodig kunt u gevouwen vellen nieten.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Vouwtypen Druk voorkant af Open richting Vouwresultaten Beschrijving Rechts open ABC AC Links open ABC AC Binnen Letter vouw Rechts open ABC Links open ABC C Papier wordt bijvoorbeeld in drieën gevouwen zodat het in een envelop kan worden gedaan. Kopieën worden vel voor vel uitgevoerd. A Buiten - Rechts open CA ABC AC ABC AC Harmonica - Links open 3-74 Papier wordt bijvoorbeeld in drieën gevouwen zodat het in een envelop kan worden gedaan.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Vouwtypen Druk voorkant af Open richting Vouwresultaten Beschrijving Rechts open ABCD AD Links open ABCD AD Rechts open ABCD DA Links open ABCD DA ABCD AB D ABCD CD A Binnen Dubbele vouw Papier wordt bijvoorbeeld in vieren gevouwen zodat het in een envelop kan worden gedaan. Kopieën worden vel voor vel uitgevoerd.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Deze functie kan niet worden gebruikt als [Algemenei Instellingen] bij "Instellingen (beheerder)" → [Apparaatbeheer] → [Uitschakelen van duplex] is geselecteerd. • Als de afdrukgegevens als een folder zijn opgemaakt, kan de functie 'Boekje' worden gebruikt om de uitvoer te vouwen en te nieten als een folder. Zie 'EEN INBINDKOPIE MAKEN (BOEKJE/ZADELSTEEK) (pagina 3-36)'. • De vouwfunctie kan niet worden gebruikt met de perforatie- en nietfunctie.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Mac OS Vouwen (1) (3) (2) (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Selecteer [Vouwen]. (3) Selecteer de gewenste vouwmethode. Vouwen (Z-vouw) (1) (2) (1) Selecteer [Printerfuncties] en vervolgens [Vouwen(Twee vouwen)]. (2) Configureer de vouwinstellingen.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES VOORAF INGESTELDE GEGEVENS VOOR OF NA ELKE PAGINA INVOEGEN (INVOEGPAGINA) Met deze functie wordt een vooraf ingesteld gegevensitem op elke pagina ingevoegd tijdens het afdrukken. U kunt eenvoudig documenten maken met gespreide geopende pagina, die bestaat uit tekst op de linkerpagina en aantekenruimte op de rechterpagina. Vooraf ingestelde gegevens • Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES DEZELFDE AFBEELDING AFDRUKKEN IN TEGELPATROON (AFDRUK HERHALEN) Met deze functie drukt u dezelfde afbeelding in tegelpatroon af op een blad. Dit is handig voor het maken van naamkaartjes en stickers. • Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. • Deze functie kan worden gebruikt wanneer de PCL6-printerdriver wordt gebruikt. Windows (1) (2) (1) Klik op de tab [Algemeen]. (2) Selecteer het aantal herhalingen bij 'X pagina's-op-1-vel'.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES PATROONGEGEVENS AFDRUKKEN (VERBORGEN PATROON AFDRUKKEN) Met deze functie kunt u patroongegevens op de achtergrond afdrukken, zoals 'NIET KOPIËREN'. Als papier met patroongegevens wordt gekopieerd, worden de patroongegevens op de achtergrond ook gekopieerd. Hierdoor wordt voorkomen dat informatie via het niet-geautoriseerd kopiëren van documenten wordt gelekt. PY AB CD AB CD O TC O ’N DO PY O TC O ’N DO • Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES • 'Verborgen Patroon' is een functie om niet-geautoriseerd kopiëren te ontmoedigen. Het biedt geen garantie tegen het lekken van informatie. • Tekst wordt onder bepaalde apparaatomstandigheden mogelijk niet volledig verborgen op een uitvoervel met een patroonafdruk. Selecteer bij 'Instellingen (beheerder)' [Beveiligings- instellingen] → [Instelling Verborgen patroon afdrukken] → [Contrast] als dat het geval is.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES DE OMZETTINGSMETHODE WIJZIGEN EN JPEG-AFBEELDINGEN AFDRUKKEN (GEB.STRPRG.OMJPEGWRTEGEV.) In sommige situaties wordt een document dat een JPEG-afbeelding bevat mogelijk niet goed afgedrukt. Dit kan worden opgelost door de manier te wijzigen waarop de JPEG-afbeelding wordt omgezet. Als u een origineel afdrukt dat JPEG-afbeeldingen bevat, kunt u met deze functie aangeven of de afbeeldingen moeten worden omgezet in de printerdriver of in het apparaat.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HET AFDRUKGEBIED OP HET PAPIER MAXIMALISEREN (AFDRUKGEBIED) Door het afdrukgebied te maximaliseren kunt u op volledig papierformaat afdrukken. Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. Ook als het afdrukgebied is gemaximaliseerd, kunnen randen worden afgeknipt. Windows (1) (3) (2) (4) (1) Klik op de tab [Gedetail. Instellingen]. (2) Klik op de knop [Overige instellingen]. (3) Selecteer [Maximum] bij 'Afdrukbaar gebied'. (4) Klik op de knop [OK].
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AFDRUKKEN OP EEN VERHOOGDE RESOLUTIE (VERVAGEN) Resolutie verhogende technieken (RET) worden gebruikt om de omtrekken van afbeeldingen te vervagen. De afbeeldingen worden op een digitaal verhoogde resolutie afgedrukt. Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving. Windows (1) (2) (1) Klik op de tab [Afbeeldingskwaliteit]. (2) Schakel het selectievakje [Vloeiend maken] in ( 3-84 wordt weergegeven).
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES HANDIGE PRINTERFUNCTIES TWEE APPARATEN GEBRUIKEN OM EEN GROTE OPDRACHT AF TE DRUKKEN (TANDEMAFDRUK) Als u deze functie wilt gebruiken, zijn twee apparaten vereist die tandemafdrukken kunnen uitvoeren. Er worden twee apparaten die op hetzelfde netwerk zijn aangesloten gebruikt om een grote afdrukopdracht parallel uit te voeren. Deze functie verkort de afdruktijd als u veel afdrukken moet maken. Bijvoorbeeld: Vier exemplaren afdrukken.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES Windows (1) (2) (1) Klik op de tab [Gedetail. Instellingen]. (2) Selecteer [Aan] bij 'Tandemafdruk'. De functie Tandemafdrukken kan alleen worden gebruikt wanneer de printerdriver is geïnstalleerd met behulp van 'Aangepaste installatie', waarbij [Rechtstreekse LPR-afdruk (Adres opgeven/Automatisch zoeken)] is geselecteerd en het selectievakje [Ja] is ingeschakeld voor 'Wilt u de functie Tandemafdruk gebruiken?'. Mac OS (1) (2) (1) Selecteer [Tandemafdruk].
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AFDRUKBESTANDEN OPSLAAN EN GEBRUIKEN (DOCUMENTARCHIVERING) Met deze functie wordt een afdrukopdracht als bestand op de harde schijf van het apparaat opgeslagen, zodat de opdracht zo nodig kan worden afgedrukt via het aanraakscherm. U kunt een locatie selecteren voor het opslaan van een bestand om te voorkomen dat het bestand wordt gecombineerd met de bestanden van andere gebruikers.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES • Als u [Snelbestand] selecteert, wordt 'Documentarchivering' ingesteld op [Vasthouden na afdr.]. • Als u [Snelbestand] selecteert, wordt het wachtwoord dat is opgegeven bij 'Documentarchivering' gewist. • U kunt zo nodig voor de gegevensindeling kiezen uit CMYK en RGB voor gegevens die op het apparaat moeten worden opgeslagen. Klik op de knop [Overige instellingen] op het tabblad [Gedetail. Instellingen] en selecteer de indeling bij 'Verwerkingsstijl'.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES AUTOMATISCH ALLE OPGESLAGEN GEGEVENS AFDRUKKEN Als de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld op het apparaat, worden alle gearchiveerde (opgeslagen) afdrukopdrachten van de gebruiker die zich aanmeldt automatisch afgedrukt. Nadat alle opdrachten zijn afgedrukt, worden de opgeslagen opdrachten gewist.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES GELIJKTIJDIG AFDRUKKEN EN VERZENDEN Met deze functie drukt u gegevens die in een toepassing zijn gemaakt af vanaf het apparaat en verzendt u de gegevens tegelijkertijd naar de adressen die in het apparaat zijn opgeslagen. Met deze functie kunt u met één handeling van de printerdriver twee taken tegelijkertijd uitvoeren, afdrukken en verzenden. • Adressen moeten vooraf worden opgeslagen in het apparaat. Zie 'ADRESBOEK (pagina 1-103)' voor meer informatie.
PRINTER►HANDIGE PRINTERFUNCTIES PS-DOORVOER Selecteer of PostScript-opdrachten rechtstreeks vanaf de toepassing worden uitgevoerd in plaats van via het printerstuurprogramma. Normaal gezien moet "PS doorvoer" geselecteerd zijn voor normaal gebruik. Sommige toepassingen voeren PostScript-code uit die niet door het printerstuurprogramma kan worden beheerd. In dat geval worden functies als X pagina's op 1 vel, Watermerk niet correct ingesteld door het stuurprogramma.
PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER EXTENSIE VAN AFDRUKBARE BESTANDEN Wanneer de printerdriver niet is geïnstalleerd op uw pc, of wanneer de applicatie om een af te drukken bestand te openen niet beschikbaar is, kunt u rechtstreeks naar het apparaat afdrukken zonder de printerdriver te gebruiken. Hieronder ziet u de bestandstypen (en overeenkomstige extensies) die u rechtstreeks kunt afdrukken.
PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER 2 Mapselectie Hoofdmap Scannen naar schijf Snelmap Scannen naar extern geheugenapparaat Selecteer afdrukbestand van FTP Selecteer afdrukbestand uit USB-geheugen Tik op de toets [Selecteer afdrukbestand van FTP] in het actiescherm. Selecteer afdrukbestand uit netwerkmap CA 3 Tik op de toets van de FTP-server die u wilt gebruiken.
PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER EEN BESTAND IN EEN USB-GEHEUGEN RECHTSTREEKS AFDRUKKEN Bestanden in een op het apparaat aangesloten USB-geheugen kunnen worden afgedrukt via het bedieningspaneel van het apparaat zonder gebruik te maken van de printerdriver. Als de printerdriver van het apparaat niet is geïnstalleerd op uw pc, kunt u een bestand kopiëren naar een in de handel verkrijgbaar USB-geheugen en dat geheugen aansluiten op het apparaat om het bestand rechtstreeks af te drukken.
PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER 4 Selecteer de afdrukvoorwaarden. 5 Tik op de toets [Start]. • Als u in stap 3 meerdere bestanden hebt geselecteerd, kunt u alleen het aantal afdrukken selecteren. • Als u bij stap 3 een PS- of PCL-bestand hebt geselecteerd met afdrukvoorwaarden, krijgen de afdrukvoorwaarden van het bestand prioriteit. • Het afdrukken begint zodra het geselecteerde bestand is overgebracht. Verwijder de USB-stick uit het apparaat.
PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER 2 Tik op de toets [Selecteer afdrukbestand uit netwerkmap] in het actiescherm. 3 Tik op de toets [Geregistreerde netwerkmap openen.] in het actiepaneel en tik vervolgens op de netwerkmap die u wilt openen. Als een scherm wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd naar een gebruikersnaam en wachtwoord, moet u deze informatie opvragen bij de serverbeheerder en vervolgens de juiste gebruikersnaam en wachtwoord invoeren.
PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER Het pad naar de netwerkmap direct invoeren. 1 Directe invoer van pad Padinvoer naar map OK Directe invoer van mappad Geregistreerde netwerkmap openen. Refereer naar Mappen op Netwerk Gebruikersnaam Wachtwoord Tik op [Directe invoer van mappad] in stap 3 van 'Een bestand afdrukken in een netwerkmap die u hebt geconfigureerd in de apparaatinstellingen. (pagina 3-95) '. CA 2 Voer het pad naar de map, de gebruikersnaam en het wachtwoord in. Open de netwerkmap.
PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER RECHTSTREEKS VANAF EEN COMPUTER AFDRUKKEN AFDRUKTAAK VERZENDEN Door [Documenthandelingen] → [Afdruktaak indienen] te selecteren bij 'Instellingen (webversie)' en een bestand op te geven, kunt u het bestand rechtstreeks afdrukken zonder de printerdriver te gebruiken. Via deze procedure kunt u niet alleen bestanden op uw pc afdrukken, maar elk bestand dat u vanaf uw pc kunt openen, zoals een bestand op een andere pc die is aangesloten op hetzelfde netwerk.
PRINTER►AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER E-mailafdrukken uitvoeren Geef met de e-mailsoftware van uw pc het e-mailadres op van het apparaat in 'Adres' en verzend e-mail met bijlagen die moeten worden afgedrukt. U kunt stuuropdrachten in het e-mailbericht invoeren om het aantal kopieën en de afdrukopmaak op te geven. Opdrachten worden ingevoerd in de indeling 'opdrachtnaam = waarde', zoals getoond in het voorbeeld rechts.
PRINTER►AFDRUKOPDRACHTEN AFDRUKOPDRACHTEN DE AFDRUKSTATUS BEKIJKEN Wanneer u op de opdrachtbeheerweergave tikt, worden de opdrachten in een lijst weergegeven. U kunt de status van een afdrukopdracht controleren door op het tabblad [Afdrukken] te tikken.
PRINTER►AFDRUKOPDRACHTEN OVERSTAPPEN OP EEN ANDER PAPIERFORMAAT WANNEER HET PAPIER OPRAAKT Als het afdrukken wordt gestopt omdat het papier op is of het in de printerdriver geselecteerde papierformaat niet in het apparaat is geladen, wordt een melding op het aanraakscherm getoond. Afdrukken begint automatisch wanneer papier wordt geladen in het apparaat. Wanneer papier van het gewenste formaat niet onmiddellijk beschikbaar is, kunt u papier gebruiken uit een andere lade.
PRINTER►BIJLAGE BIJLAGE SPECIFICATIELIJST PRINTERDRIVER Raadpleeg de Help van de printerdriver voor informatie over het instellen van de verschillende onderdelen.
PRINTER►BIJLAGE Functie Tab (Windows) PCL6 Item Pagina Ja Ja Ja Ja Hoofdstukinvoegingen 3-72 Ja Nee Nee Nee Boekje 3-36 Ja Ja Ja Ja Paginanummer 3-24 2, 4, 6, 8, 9, 16 2, 4, 6, 8, 9, 16 2, 4, 6, 9, 16 2, 4, 6, 9, 16 Herhalen 3-79 Ja Nee Nee Nee Volgorde 3-24 Ja Ja Nee Ja Rand 3-24 Ja Ja Nee Ja N pagina's met omslag 3-24 Ja Nee Nee Nee 100% X pagina's op 1 vel 3-24 Ja Ja Nee Nee Rand-tot-rand afdrukken 3-29 Poster afdrukken 3-42 Ja Ja Nee Nee Ma
PRINTER►BIJLAGE Functie Tab (Windows) Afbeeldingskwaliteit Kleurprofiel Item PCL6 PS Pagina Windows PPD*1 Mac OS PPD*1 Afdrukmodus 3-20 Ja Ja Ja Ja Grafische functie - Ja Nee Nee Nee Bitmapcompressie - Ja Ja Nee Nee Scherpte 3-53 Ja Ja Ja Ja Afscherming 3-53 Ja Ja Ja Ja Vervagen 3-84 Ja Ja Nee Ja Tekst naar zwart 3-52 Ja Ja Nee Nee Vector naar zwart 3-52 Ja Ja Nee Nee Tonerbesparingsfunctie - Ja Ja Ja Ja Kleurfunctie 3-18 Ja Ja Ja Ja Kleu
PRINTER►BIJLAGE Functie Tab (Windows) Item PCL6 PS Pagina Windows PPD*1 Mac OS PPD*1 Spiegelbeeld 3-50 Nee Ja Ja Ja PS foutinformatie - Nee Ja Ja Nee PS doorvoer - Nee Ja Ja Nee Taakcompressie - Nee Ja Nee Nee Tandemafdruk 3-85 Ja Ja Nee Ja*6 Blanco Pagina Afdr. Uitsch. 3-26 Ja Ja Nee Nee Reg. van aangepaste afb.
PRINTER►BIJLAGE EEN REKENINGCODE OPGEVEN VIA DE PRINTERDRIVER U kunt een rekeningcode invoeren via de printer van het apparaat. Raadpleeg 'REKENING CODE (pagina 1-39)' voor een overzicht van de functie Rekeningcode. Rekeningcode inschakelen Deze instelling is alleen vereist in Windows. (Altijd ingeschakeld in een Mac OS-omgeving) 1 Klik met de rechtermuisknop op de knop [Start] en selecteer [Configuratiescherm].
PRINTER►BIJLAGE Windows Als het afdrukken start, wordt het scherm Instelling Rekening Code weergegeven. Voer de Main Code en de Sub Code in en klik op de knop [OK]. Om de opgegeven rekeningcode te onthouden stelt u [Deze Rekening Code Altijd Gebruiken] in op . • Klik op [Verkrijg de Rekening Code] om de rekeningcodelijst van het apparaat op te halen en selecteer de rekeningcode in de lijst.
PRINTER►BIJLAGE AUTHENTICATIE DOOR EENMALIG AANMELDEN Wanneer de gebruikersauthenticatie wordt gebruikt, moet u uw gebruikersnaam en wachtwoord ingeven om vanuit een printerdriver af te drukken. De functie Eenmalig aanmelden kan worden gebruikt wanneer Active Directory-authenticatie wordt gebruikt op zowel het apparaat als de computer.
Pictogrammen SCANNER Functies die kunnen worden gebruikt in de modus Eenvoudige Scan • DEZELFDE AFBEELDING NAAR MEERDERE BESTEMMINGEN VERZENDEN (DISTRIBUTIEVERZENDING) . . . . . . . . . . . . . 4-34 • OPNIEUW VERZENDEN NAAR DISTRIBUTIEBESTEMMINGEN WAARBIJ DE VERBINDING IS MISLUKT . . . . . . . . . . . . . . . 4-37 VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GAAT GEBRUIKEN . . . . . . • TOEPASSINGEN VAN DE NETWERKSCANNER . . . .
SCANNER SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) EEN ORIGINEEL ALS AFZONDERLIJKE PAGINA'S SCANNEN EN VERZENDEN. . . . . . . . . 4-74 • EEN ORIGINEEL ALS TWEE AFZONDERLIJKE PAGINA'S SCANNEN (DUBBELE PG SCANNEN) . . . . 4-74 • EEN INBINDKOPIE SPLITSEN IN PAGINA'S EN DE PAGINA'S ACHTEREENVOLGENS VERZENDEN (BOEK SPLITSEN). . . 4-77 KLEUREN EN TINTEN AANPASSEN . . . . . . . . . . . • DE ACHTERGROND AANPASSEN DOOR LICHTE GEBIEDEN IN HET ORIGINEEL DONKERDER OF LICHTER TE MAKEN (AANPASSING ACHTERGROND). . .
SCANNER►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GAAT GEBRUIKEN TOEPASSINGEN VAN DE NETWERKSCANNER Met de netwerkscanner kunt u een afbeeldingsbestand maken op basis van de gegevens van het origineel dat is gescand door het apparaat en het bestand via een netwerk naar een pc, FTP-server of andere bestemming te verzenden. Het origineel wordt zo nodig gescand met een TWAIN-compatibele toepassing op uw pc.
SCANNER►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT Gegevensinvoermodus Gegevens die in de modus Gegevensinvoer worden ingevoerd via het aanraakscherm of automatisch worden gegenereerd door het apparaat, kunnen als een metagegevensbestand in XML-indeling worden verzonden naar een directory op een FTP-server of een toepassing op een pc. De applicatie-integratiemodule moet worden geïnstalleerd om de functie voor verzending van metadata te gebruiken.
SCANNER►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT 3 Sla de gegevens van de afzender op. Voordat u Scannen naar E-mail gaat gebruiken: Sla de standaardnaam van de afzender op bij 'Naam Afzender' en het e-mailantwoordadres bij 'E-mailantwoordadres'.
SCANNER►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT DE NETWERKSCANNERMODUS De netwerkscannermodus heeft twee modi: de eenvoudige modus en de normale modus. De eenvoudige modus bevat de functies waarmee u de meeste verzendtaken eenvoudig kunt uitvoeren. Wanneer u gedetailleerde instellingen of speciale functies wilt selecteren, gebruikt u de normale modus. In de normale modus kunnen alle functies worden gebruikt.
SCANNER►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT NORMALE MODUS In de normale modus kunt u alle functies voor de netwerkscanner instellen. In dit gedeelte worden de toetsen in de basisschermen uitgelegd, waarbij het basisscherm E-mail als voorbeeld wordt gebruikt. Er zijn verschillende methoden beschikbaar in de modus Beeld verzenden, inclusief Scannen naar e-mail en Scannen naar FTP. De indeling van het basisscherm kan enigszins variëren, afhankelijk van hoe de afbeelding wordt verzonden.
SCANNER►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT Schakelen tussen modi vanuit een modus Tik op de gewenste modus om die te openen. De eenvoudige modus openen 1 Kopieren Best. ophalen van schijf E-mail Sharp OSA LIJN PRINTER Taakbeheer Snelbestand Kleurmodus Geg. tijdelijk opslaan Origineel Papierformaat Auto Dubbelz. Kopie 1-Zijdig Kopieerfactor 100% Eenvoudige Kopie Eenvoudige Scan E-mail FTP Bestand Gegevens in map opslaan Ecoprogramma oproepen Netwerkmap Best.
SCANNER►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT De normale modus openen 1 LIJN Best. ophalen van schijf E-mail Kopieren 1 Aantal exempl. Kleurmodus Meerkleuren 7 8 PRINTER Sharp OSA Taakbeheer Tik op de modusweergave. Verzenden en afdrukken Snelbestand 9 Geg. tijdelijk opslaan Bestand Origineel Auto 4 5 6 Auto 1 2 3 Gegevens in map opslaan Ecoprogramma oproepen Papierformaat Dubbelz.
SCANNER►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT VOLGORDE VAN BEELDVERZENDING Tik in het beginscherm op het pictogram voor de gewenste modus voor het verzenden van afbeeldingen. ► SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 1-16) Plaats het origineel. 1 2 Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat. ► AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-90) ► GLASPLAAT (pagina 1-92) Voer de bestemming in.
SCANNER►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT 3 Selecteer de gewenste functies. Geef het formaat, de belichting, de bestandsindeling en overige instellingen voor het origineel op. Verwijs zo nodig naar de volgende functies voor de instelling. In de Eenvoudige modus In de Normale modus Origineel Adres E-mailadres A4 Adresboek Details Adres Druk in om adres in te voeren Zoeken in alg. adressen Verzendgeschiedenis Onderwerp Origineel Resolutie Best.
SCANNER►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT ORIGINEELFORMAAT VERZENDBARE ORIGINEELFORMATEN De volgende origineelformaten kunnen worden verzonden Minimaal formaat van origineel Maximaal formaat van origineel Via de automatische documentinvoereenheid 131 mm (hoogte) x 140 mm (breedte) (5-1/8" (hoogte) x 5-1/2" (breedte)) 297 mm (hoogte) x 1000 mm* (breedte) (11-5/8" (hoogte) x 39-3/8" (breedte)) Via de glasplaat - 297 mm (hoogte) x 432 mm* (breedte) (11-5/8" (hoogte) x 17" (breedte)) *
SCANNER►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT Lijst van opties voor Instelling detectie formaat origineel Standaardformaten (gedetecteerde origineelformaten) Selecties Glasplaat Documentinvoerlade (automatische documentinvoereenheid) AB-1 A3, A4, A4R, A5, B4, B5, B5R A3, A4, A4R, A5, B4, B5, B5R, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11" AB-2 A3, A4, A4R, A5, B5, B5R, 216 mm x 330 mm (8-1/2" x 13") A3, A4, A4R, A5, B4, B5, B5R, 11" x 17", 216 mm x 330 mm (8-1/2" x 13"), 8-1/2" x 11" AB-3
SCANNER►BESTEMMINGEN INVOEREN BESTEMMINGEN INVOEREN BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK Tik in het adresboekscherm op de snelkeuzetoets van een geregistreerde bestemming om de bestemming op te halen. U kunt zo nodig meerdere bestemmingen opslaan onder een snelkeuzetoets. Wanneer u op deze toets tikt, worden alle opgeslagen bestemmingen opgehaald. In het adresboekscherm worden alle gebruikte bestemmingen in elke modus weergegeven.
SCANNER►BESTEMMINGEN INVOEREN 2 Zoeken in alg. adressen Adres Verzendgeschiedenis Sorteren A Zoeknummer oproepen AAA D Nieuwe Toevoegen BBB G CCC J M P Koppeling naar de bestemming verzenden Individuele lijst afdrukken Voorbeeldweergave CA T Freq. Gebruik Categorie Beperken Alle E-mail ABC W Start Tik op de snelkeuzetoets van een contactpersoon of groep met een bestemming.
SCANNER►BESTEMMINGEN INVOEREN MIJN ADRES Mijn Adres is het eigen e-mailadres van de gebruiker en is het e-mailadres dat is geregistreerd in de gebruikerslijst of op de netwerkserver. Mijn Adres kan worden gebruikt als inloggen met inlognaam/wachtwoord is ingeschakeld in gebruikersauthenticatie. Gebruik dit adres als u een gescande afbeelding naar uw eigen e-mailadres wilt verzenden. In de e-mailmodus verschijnt [Mijn adres zoeken] in het actiepaneel zodat u Mijn Adres onmiddellijk kunt vinden en gebruiken.
SCANNER►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN Als er meerdere bestemmingen zijn geselecteerd, kunt u de bestemmingen weergeven en controleren. U kunt ook een bestemming uit de lijst verwijderen (selectie van bestemming annuleren). Tik op de toets [Adresoverzicht]. 1 In de Eenvoudige modus In de Normale modus Origineel 1 Adres A4 + Adres Details 1 AAA AAA Zoeken in alg.
SCANNER►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER U kunt het zoeknummer gebruiken om een bestemming op te geven die in het adresboek is opgeslagen. 1 2 Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 4-8) Adresboek Adres Druk in om adres in te voeren Zoeken in alg.
SCANNER►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN 1 Tik in het basisscherm van een modus op [Tekstvak]. In de eenvoudige modus kan alleen het e-mailadres worden opgegeven. In de Eenvoudige modus In de Normale modus Origineel Adres A4 E-mailadres Details Adres Adresboek Druk in om adres in te voeren Zoeken in alg.
SCANNER►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN NETWERKMAP OPGEVEN 1 Adresboek Adres Adresinvoer Tik op de toets [Bladeren] in het scherm voor het invoeren van netwerkmappen. Druk in om adres in te voeren OK Padinvoer naar map Bladeren Gebruik.Naam Wachtwoord Voorbeeldweergave CA Start Overige • Als u rechtstreeks een map wilt invoeren, tikt u op [Maplocatie]. Het aanraaktoetsenbord wordt weergegeven.
SCANNER►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN GLOBAAL ADRESBOEK Als een LDAP-server in de instellingen (webversie) is geconfigureerd, kunt u een adres opzoeken in een globaal adresboek en het bestemmingsadres ophalen voor Scannen naar e-mail. In de normale modus kunt u ook een adres toevoegen dat u in het adresboek hebt opgezocht. Adressen van verzending naar FTP kunnen echter niet vanaf het apparaat worden opgeslagen. 1 Tik op de toets [Globaal Adres Zoeken].
SCANNER►BESTEMMINGEN INVOEREN 3 Voer Initialen in Item Start Zoeken CA Doel Naam Scan naar HDD/USB Voer Initiaal in en druk op Enter of extern toetsenbord of [Begin Zoekopdracht] knop. Z/W Start Tik op bij [Item] en selecteer een item dat u wilt zoeken bij [Naam] of [Adres]. Kleur Start Hoe u moet zoeken Voer de zoektekens in (maximaal 64 tekens). Het systeem zoekt namen die beginnen met de ingevoerde letters.
SCANNER►BESTEMMINGEN INVOEREN EEN VERZENDLOGBOEK GEBRUIKEN OM OPNIEUW TE VERZENDEN Selecteer een bestemming in een verzendlogboek en verzend de gegevens opnieuw. De bestemmingen van de meest recente 50 verzendingen van scannen naar e-mail. Selecteer een van deze bestemmingen om opnieuw te verzenden naar die bestemming. De bestemmingen van Scannen naar FTP en Scannen naar netwerkmap worden ook weergegeven in het verzendlogboek.
SCANNER►BESTEMMINGEN INVOEREN 2 Verzendgeschiedenis Verwijder alle histories Selecteer adres om opnieuw te verzenden. Directe Invoer 123 Directe Invoer 456 Directe Invoer 789 Voorbeeldweergave CA Tik op de toets van de bestemming waarnaar u opnieuw wilt verzenden. De laatste 50 adressen die voor verzending zijn gebruikt, worden weergegeven. Als een scherm wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd de gebruikersnaam en het wachtwoord in te voeren, voert u deze gegevens in.
SCANNER►BESTEMMINGEN INVOEREN ENKEL DE URL VAN EEN GESCAND BESTAND NAAR EEN SCANBESTEMMING VERZENDEN Wanneer u Scannen naar E-mail gebruikt, kunnen sommige originelen en/of scaninstellingen resulteren in een groot bestand. Wanneer het bestand groot is, bestaat het risico dat de e-mailserver het bestand kan verwerpen en het niet zal worden verzonden.
SCANNER►BESTEMMINGEN INVOEREN Enkel een URL verzenden naar de ontvanger Eenvoudige modus gebruiken Wanneer [Koppeling naar de bestemming verzenden' als standaard instellen] is ingeschakeld in de instellingen (beheerder), worden de gescande gegevens op de harde schijf van het apparaat opgeslagen, en wordt URL-informatie naar de e-mailbestemming verzonden. Wanneer dit is uitgeschakeld, worden de gescande gegevens gewoon verzonden door Scannen naar E-mail.
SCANNER►BESTEMMINGEN INVOEREN • Deze functie gebruiken Configureer in "Instellingen (beheerder)" - [Systeeminstellingen] - [Instellingen Beeld Verzenden] - [Scaninstellingen] [Voorwaarde- Instellingen] - [Instellingen voor 'Koppeling naar de bestemming verzenden'].
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN AFBEELDINGEN VERZENDEN AFBEELDINGEN VERZENDEN EEN BEELD IN SCANMODUS VERZENDEN U kunt een afbeelding verzenden in de scanmodus (Scannen naar e-mail, Scannen naar FTP en Scannen naar netwerkmap). • Als het geheugen vol raakt tijdens het scannen van de originelen, wordt een bericht getoond en stopt het scannen. • Pas op dat u bij scannen naar e-mail niet te grote bestanden verstuurd. Vooral bestanden met meerdere pagina's zijn vaak groot.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN 2 Geef de bestemming op.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN 5 Tik op de toets [Z/W Start] of [Kleur Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als het origineel in de documentinvoerlade is geplaatst, klinkt er een pieptoon wanneer het scannen is voltooid en wordt het document verzonden. • Als het origineel op de glasplaat is gelegd, wordt de toets [Lezen Klaar] in het aanraakscherm getoond. Als het origineel uit slechts één pagina bestaat, gaat u verder met stap 7. Ga verder met stap 6 als u meer pagina's wilt scannen.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN ONDERWERP, BESTANDSNAAM, ANTWOORD NAAR EN PLATTE TEKST OP HET MOMENT VAN SCANVERZENDING WIJZIGEN Wijzig onderwerp, bestandsnaam, antwoord naar en inhoud tijdens het verzenden van een scan. U kunt de tekst direct invoeren. • Bij Scannen naar FTP of Scannen naar netwerkmap wordt alleen de bestandsnaam gebruikt.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN 4 Adresboek Adres Druk in om adres in te voeren Zoeken in alg. adressen Verzendgeschiedenis Onderwerp Bestandsnaam Zoeknummer oproepen Door systeeminstellingen vastgezet Kleurmodus Verificatiestempel Opties Auto/Mono Programma oproepen Resolutie Geregistreerde inst. oproepen 200x200dpi Koppeling naar de bestemming verzenden Best.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN 8 9 Als u de inhoud wilt wijzigen, tikt u op het invoervak [Inhoud]. Adresboek Adres Druk in om adres in te voeren Verzendgeschiedenis Voorkeurselec. Typ de tekst. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op . Invoer inhoud Alles wissen CA Bewerken • Als u vooraf opgestelde tekst wilt selecteren die is opgeslagen in de instellingsmodus (webversie), tikt u op de toets [Voorkeurselec.].
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN DEZELFDE AFBEELDING NAAR MEERDERE BESTEMMINGEN VERZENDEN (DISTRIBUTIEVERZENDING) Verzend dezelfde gescande afbeelding in één bewerking naar meerdere scanbestemmingen. Tijdens een bewerking kunt u gegevens verzenden naar maximaal 500 bestemmingen, inclusief gereserveerde verzendopdrachten. (Bijvoorbeeld als er al distributieverzendopdrachten met 450 bestemmingen zijn gereserveerd, kunt u naar maximaal 50 bestemmingen gegevens verzenden.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN 1 Plaats het origineel. 2 Geef alle bestemmingen op. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN 5 Tik op de toets [Z/W Start] of [Kleur Start] (de toets [Start] in de normale modus) om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. • Als u het origineel op de glasplaat plaatst, moet u elke pagina afzonderlijk scannen.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN OPNIEUW VERZENDEN NAAR DISTRIBUTIEBESTEMMINGEN WAARBIJ DE VERBINDING IS MISLUKT De resultaten van een voltooide distributieverzending kunnen worden gecontroleerd in het opdrachtbeheerscherm. Als een verzending naar een of meer bestemmingen mislukt, kunt u de afbeelding opnieuw verzenden naar deze bestemmingen. 1 2 Tik op de opdrachtbeheerweergave. Afdrukken Taak Scannen Adres Best. ophalen Tijd Inst. Pagina Status Meerv.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN 4 Opn.verz. naar alle adr. met fouten tijdens verz. Details Vorige Nummer: Adres Starttijd 001 aaa@aaa.□□□ 10:05 07/07 Status 002 bbb@bbb.□□□ 10:05 07/07 Mislukt Nadat u op de tab [Mislukt] hebt getikt, tikt u op de toets [Opn.verz. naar alle adr. met fouten tijdens verz.] in het actiepaneel om de afbeelding opnieuw te verzenden. Alle Bestemm. Welke stappen er moeten worden uitgevoerd nadat u op de toets [Opn.verz. naar alle adr. met fouten tijdens verz.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN BEELDINSTELLINGEN AUTOMATISCH BEIDE ZIJDEN VAN EEN ORIGINEEL SCANNEN (2-ZIJDIG ORIGINEEL) Met de automatische documentinvoereenheid kunt u automatisch beide zijden van een origineel scannen. Verzending scan De voor- en achterkant worden gescand. 2-zijdig origineel De instellingen voor dubbelzijdig scannen worden gewist wanneer de verzending is voltooid. 2-zijdig scannen is niet mogelijk als het origineelformaat is ingesteld op Lang Form.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN SCANFORMAAT EN VERZENDFORMAAT (VERGROTEN/VERKLEINEN) Wanneer het origineel wordt geplaatst, wordt het formaat ervan automatisch gedetecteerd. In de normale modus wordt het formaat van het geplaatste origineel aangegeven als het 'Scanformaat' en het te verzenden formaat als het 'Verzendformaat'. Adresboek Adres Druk in om adres in te voeren Zoeken in alg.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN HET SCANFORMAAT VAN HET ORIGINEEL IN PAPIERFORMAAT OPGEVEN Als het origineel een niet-standaardformaat heeft of het formaat niet juist wordt gedetecteerd, geeft u het formaat van het origineel handmatig op. Als [Lang Form.] is geselecteerd, kunnen de 2-zijdige scaninstelling en het verzendformaat niet worden gewijzigd. Het beeld wordt alleen in Mono2 verzonden. 1 2 Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN HET SCANFORMAAT VAN HET ORIGINEEL MET GETALSWAARDEN OPGEVEN Als u een origineel wilt scannen dat geen standaardformaat heeft, zoals een kaart of briefkaart, geeft u het formaat van het origineel na het plaatsen van het origineel met numerieke waarden op. De breedte kan 25 mm t/m 432 mm (1" t/m 17") zijn en de hoogte kan 25 mm t/m 297 mm (1" t/m 11-5/8") zijn. Als het scanformaat wordt opgegeven als getalswaarden, kan het verzendformaat niet worden opgegeven.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN VAAK GEBRUIKTE ORIGINEELFORMATEN OPSLAAN Sla de veelgebruikte niet-standaard origineelformaten op. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u niet-standaard origineelformaten opslaat, ophaalt, verandert en wist. • Het opgeslagen origineelformaat blijft behouden, ook als het apparaat wordt uitgeschakeld. • Er kunnen in het totaal maximum 12 niet-standaard originele groottes geregistreerd worden voor kopiërne en verzenden van afbeeldingen.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN 5 Adresboek Adres Tik op een toets ( ) om een extra origineelformaat op te slaan. Aanpassing Achtergrond Druk in om adres in te voeren Langzamer Scan Mode. Scanformaat Dun origineel scannen Opslaan/Verwijderen Lege pagina Overslaan Lege pagina in orig. overslaan Select. formaattoets om aangep. orig. formaat op te slaan/te verwijderen. Tik op een toets die geen formaat aangeeft.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN Een opgeslagen origineelformaat ophalen 1 Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. 2 Tik op de toets [Origineel]. 3 Tik op de toets [Scanformaat] en op vervolgens op de tab [Aangepast Formaat]. 4 ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 4-8) Adresboek Adres Druk in om adres in te voeren Aanpassing Achtergrond Langzamer Scan Mode.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN HET VERZENDFORMAAT VAN DE AFBEELDING OPGEVEN Tik op deze toets om het verzendformaat op te geven als een papierformaat. Als het opgegeven verzendformaat groter is dan het scanformaat, zal het beeld worden vergroot. Als het opgegeven verzendformaat kleiner is dan het scanformaat, zal het beeld worden verkleind. Het verzendformaat kan niet worden opgegeven wanneer [Lang Form.] als scanformaat is geselecteerd of wanneer het scanformaat in getalswaarden is opgegeven.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN 5 Adresboek Adres Aanpassing Achtergrond Druk in om adres in te voeren Langzamer Scan Mode. Origineel Dun origineel scannen Lege pagina Overslaan Lege pagina in orig. overslaan Scanformaat Verzendformaat Kleurmodus 100% Auto A4 2-Zijdig Schr.Blok 2-Zijdig Boekje Auto A4 Scherpte Afbeeldingsomtrek aanpassen Tik op de toets [Stand afbeelding] met dezelfde afdrukstand als het origineel.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL BEELD WIJZIGEN Selecteer een belichting en afbeeldingstype op basis van het origineel voor een optimale scankwaliteit. Als u de glasplaat gebruikt voor het scannen van meerdere origineelpagina's, moet u altijd de belichtingsinstelling wijzigen bij het wisselen van pagina's. Bij gebruik van de automatische documentinvoereenheid kan de instelling van de belichting niet meer worden gewijzigd als het scannen eenmaal is begonnen. (Als u 'Opdr. samenst.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN In de scanmodus of de gegevensinvoermodus 1 Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan. 2 Tik op de toets [Belichting]. 3 Tik op de toets die is toegewezen aan het type origineel dat u wilt instellen op basis van het type origineel. 4 ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 4-8) Adresboek Adres Aanpassing Achtergrond Druk in om adres in te voeren Resolutie E-mail/belichting Geef dichtheid op van te verzenden afbeelding.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN DE RESOLUTIE WIJZIGEN Geef de resolutie-instelling op. De resolutie selecteren Voor originelen met normale tekst is een resolutie van 200 x 200 dpi voldoende voor een leesbare afbeelding. Voor foto's en illustraties levert een hogere resolutie (600 x 600 dpi, enzovoort) een scherpe afbeelding op. Een hoge resolutie resulteert echter in een groter bestand en als het bestand te groot is, is verzending wellicht niet mogelijk.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN INDELING WIJZIGEN IN DE SCAN- OF GEGEVENSINVOERMODUS Wijzig de bestandsindeling (bestandstype en compressiemodus/compressieverhouding) voor de verzending van een gescand beeld op het tijdstip van verzending. Daarnaast kunt u, als de gescande originelen zich in verschillende bestanden bevinden, het aantal pagina's per bestand wijzigen. Het bestandstype van de modus [Z/W] en het bestandstype van de modus [Kleur/ grijswaarde] zijn gekoppeld.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN • De bestandsindeling voor de verzending van een gescande afbeelding wordt opgegeven bij het opslaan van een bestemming onder een snelkeuzetoets. U kunt de indeling echter op het tijdstip van verzending nog wijzigen. • Als [PDF/Versleut.] is opgegeven voor het bestandsformaat, wordt het scherm voor wachtwoordinvoer weergegeven bij het scannen. Voer een wachtwoord in (maximaal 32 tekens).
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN 3 Tik op de toets voor het gewenste bestandstype. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op Als de toets [Z/W] is geselecteerd Als de toets [Kleur/ grijswaarde] is geselecteerd Best.Indeling Best.Indeling Z/W TIFF CA 4 Voorbeeldweergave . Kleur/ grijswaarde XPS TIFF JPEG XPS PDF PDF/A-1a PDF/A-1b PDF PDF/A-1a PDF/A-1b DOCX XLSX PPTX DOCX XLSX PPTX RTF TXT(UTF-8) Prog. RTF TXT(UTF-8) Prog. Z/W Start Auto Inst.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN 6 Tik op de toets [Best.Indeling]. 7 Tik op de tab [Kleur/grijstinten] of [Z/W] en selecteer de indelingsmodus voor scannen. • De indelingsinstelling voor de modus [Z/W] is de bestandsindeling met de kleurmodus ingesteld op [Mono]. • De indelingsinstelling voor de modus [Kleur/grijstinten] is de bestandsindeling met de kleurmodus ingesteld op [Meerkleuren] of [Grijstinten]. 8 Tik op de toets voor het gewenste bestandstype.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN 10 Tik op de toets Compressie of Comprimeringsfactor. Als de toets [Z/W] is geselecteerd Adres Resolutie Druk in om adres in te voeren Best.Indeling Verwerkingstijd is afhankelijk van het formaat. Compressiemodus Als de toets [Kleur/grijstinten] is geselecteerd Adres Verzendresolutie wijzigen Belichting E-mail Best.Indeling Verwerkingstijd is afhankelijk van het formaat.
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN KLEURMODUS WIJZIGEN Wijzig de kleurmodus voor het scannen van originelen. In de Eenvoudige modus Tik op de toets [Z/W Start] of [Kleur Start] als u het origineel gaat scannen. Als u de instellingen wilt opgeven voor de verschillende toetsen, selecteert u 'Instellingen (webversie)' [Systeeminstellingen]→ [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen] → [Uitgangsinstellingen status] → [Eenvoudige Scaninstellingen].
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN 4 Tik op de toets [Grijstinten] of [Mono] om de Z/W-modus voor automatische kleurselectie in te stellen. Geef op of voor het scannen van zwart-witoriginelen Mono2 of Grijstinten moet worden gebruikt. Als de bestandsindeling is ingesteld op JPEG, wordt er in grijstinten gescand. Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op . De Z/W-modus kan alleen worden ingesteld wanneer de toets [Auto] is geselecteerd in de kleurmodusinstelling (stap 3).
SCANNER►AFBEELDINGEN VERZENDEN DE SCANINSTELLINGEN AUTOMATISCH INSTELLEN (AUTO INST.) Als u de scaninstellingen voor een origineel automatisch wilt laten instellen, tikt u op de toets [Auto Inst.] in het basisscherm van de eenvoudige modus. Origineel Adres E-mailadres A4 Origineel Resolutie 2-Zijdig Auto Details Best.Indeling Lege pagina Overslaan PDF Auto PDF CA Voorbeeldweergave Auto Inst. Z/W Start Kleur Start De volgende functies worden automatisch ingesteld.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES ANDERE FUNCTIES SCANBEWERKINGEN OPSLAAN (PROGRAMMA) Met deze functie worden diverse instellingen gezamenlijk opgeslagen als één programma. Het opgeslagen programma kan eenvoudig worden opgeroepen. Stel dat elke maand documenten van A4-formaat (8-1/2" x 11") naar een bestand worden gescand en naar elk filiaal worden verzonden.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES • De in een programma opgeslagen instellingen worden vastgehouden, ook nadat het programma is gebruikt voor verzending. Dezelfde instellingen kunnen herhaaldelijk worden gebruikt voor verzending.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 5 Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. • Als u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, moet u elke pagina afzonderlijk scannen. Wanneer het scannen is voltooid, plaatst u het volgende origineel en tikt u op de toets [Start]. Herhaal dit totdat alle pagina's zijn gescand en tik vervolgens op de toets [Lezen Klaar].
SCANNER►ANDERE FUNCTIES ORIGINELEN COLLECTIEF SCANNEN EN VERZENDEN ORIGINELEN VAN VERSCHILLEND FORMAAT SCANNEN (ORIGINEEL MET GEMENGDE FORMATEN) Scan originelen met verschillende formaten gelijktijdig; bijvoorbeeld als originelen van het formaat B4 (8-1/2" x 14") worden gemengd met originelen van het formaat A3 (11" x 17"). Wanneer u de originelen scant, detecteert het apparaat automatisch het formaat van elk origineel.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 3 Geef de bestemming op. 4 Tik op de toets [Orig. met gemengd formaat]. Tik anders op de toets [Overige] en vervolgens op de toets [Orig. met gemengd formaat].
SCANNER►ANDERE FUNCTIES BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART OP ÉÉN PAGINA SCANNEN (KAART FORMAAT) Verzend de voor- en achterzijde van een kaart als één pagina. U hoeft dan niet elke zijde afzonderlijk te verzenden.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 5 Aanpassing Achtergrond Overige Kleurmodus Kaart Formaat Contrast Afbeeldingscontrast aanpassen Y 54 Off ( 25~210 ) mm Scherpte Afbeeldingsomtrek aanpassen Uitvalkleur On Chromatische kleur verwijderen X 86 Tik op de toets [On] en geef het juiste origineelformaat op. Wanneer de instellingen voltooid zijn, tikt u tweemaal op . ( 25~210 ) mm Reset Voorbeeldweergave CA Aanp.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES MEERDERE KAARTEN, BONNEN OF ANDERE KLEINE ORIGINELEN TEGELIJKERTIJD SCANNEN NAAR AFZONDERLIJKE BESTANDEN (MULTICROP) Met deze functie worden meerdere kaarten, bonnen of andere kleine originelen die op de glasplaat zijn geplaatst automatisch afgesneden en als afzonderlijke bestanden gescand. • Deze functie kan worden gebruikt met Scannen naar e-Mail, Scannen naar netwerkmap en Opslaan op extern geheugenapparaat.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 3 Tik op de modusweergave om het beginscherm van de gewenste modus weer te geven. ► Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 4-8) 4 5 Geef de bestemming op.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES EEN VISITEKAARTJE SCANNEN, DE TEKST INLEZEN, EEN BESTAND MAKEN, EN HET BESTAND VERZENDEN (VISITEKAARTJE SCANNEN) U kunt een visitekaartje scannen, de naam en het telefoonnummer uit de tekst laten halen die de OCR-functie herkend heeft, en een vCard of ander bestand maken en versturen. Verzenden vCard-bestand of CSV-bestand Deze functie kan worden gebruikt met Scannen naar e-Mail, Scannen naar FTP, Scannen naar netwerkmap en Opslaan op extern geheugenapparaat.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 1 Plaats de meerdere visitekaartjes die u wilt scannen op de glasplaat. ► GLASPLAAT (pagina 1-92) Houd daarbij rekening met de volgende punten • Er kunnen maximaal 20 visitekaartjes tegelijkertijd worden geplaatst. • Zorg voor een ruimte van minimaal 5 mm tussen de visitekaartjes. • De beschikbare formaten voor visitekaartjes zijn 45 x 85 mm tot 110 x 110 mm. • Als een visitekaartje niet vierkant of rechthoekig is, wordt de scan mogelijk niet correct bijgesneden.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 6 Overige Aantal originelen Scannen adreskaart Off Taalinstelling On Tik op de toets [On] en wijzig de instellingen indien nodig. Nadat u de instellingen hebt geconfigureerd, tikt u tweemaal op . Engels Best.Indeling vCard (*.vcf) Beeld ook verz. Gebruik de gehele naam als bestandsnaam Voorbeeldweergave CA Start Vorige • Als het tellen van originelen is ingeschakeld, wordt tijdens het scannen het aantal gescande originelen weergegeven.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES Bestandsnamen De gebruiker kan elke bestandsnaam toewijzen aan een bestand. Als [Gebruik de gehele naam als bestandsnaam] is ingeschakeld, kan de naam op een gescand visitekaartje worden toegewezen als bestandsnaam. Als u geen bestandsnaam instelt, wijst het apparaat een automatisch aangemaakte bestandsnaam toe. Regels voor bestandsnamen Bestandsnamen worden als volgt toegewezen in elke instelling.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES VEEL ORIGINELEN TEGELIJK SCANNEN (OPDRACHT SAMENSTEL.) Met deze functie kunt u een origineel dat bestaat uit een groot aantal pagina's opsplitsen in sets, elke set scannen met behulp van de automatische documentinvoereenheid en de pagina's via één enkele verzending verzenden. Gebruik deze functie wanneer er meer origineelpagina's zijn dan er in één keer in de automatische documentinvoereenheid kunnen worden geplaatst.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 4 Tik op de toets [Opdr. samenst.]. Op het pictogram wordt een vinkje weergegeven. Als u gaat scannen naar e-mail, tikt u op de toets [Overige] en vervolgens op de toets [Opdr. samenst.]. De instelling Opdracht Samenstelling annuleren: Tik op de toets [Opdr. samenst.] om de instelling uit te schakelen. 5 Pas de instellingen zo nodig aan. 6 Tik op de toets [Start] om de eerste pagina te scannen. 7 Plaats de volgende set originelen en tik op de toets [Start].
SCANNER►ANDERE FUNCTIES EEN ORIGINEEL ALS AFZONDERLIJKE PAGINA'S SCANNEN EN VERZENDEN EEN ORIGINEEL ALS TWEE AFZONDERLIJKE PAGINA'S SCANNEN (DUBBELE PG SCANNEN) De linker- en rechterzijde van een origineel worden als twee afzonderlijke pagina's gescand. Deze functie is nuttig wanneer u de pagina's van een boek of een ander gebonden document opeenvolgend wilt scannen. Bij gebruik van Dubbele Pg Scannen moet het origineel op de glasplaat worden geplaatst.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES Plaats het origineel op de glasplaat. 1 ► GLASPLAAT (pagina 1-92) Lijn het midden van het origineel uit op de juiste formaatmarkering . Formaatmarkering Middenlijn van B4-origineel Middenlijn van 11" x 17"-origineel Middenlijn van A3-origineel De pagina aan deze kant wordt als eerste gekopieerd. Middenlijn van origineel 2 Tik op de modusweergave om het beginscherm van de modus te openen. 3 Geef de bestemming op.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 5 Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. Wanneer het scannen is voltooid, plaatst u het volgende origineel en tikt u op de toets [Start]. Herhaal dit totdat alle pagina's zijn gescand en tik vervolgens op de toets [Lezen Klaar]. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het verzenden is voltooid.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES EEN INBINDKOPIE SPLITSEN IN PAGINA'S EN DE PAGINA'S ACHTEREENVOLGENS VERZENDEN (BOEK SPLITSEN) De geopende pagina's van een folder met zadelsteek worden vóór verzending op pagina gesplitst op basis van de werkelijke paginavolgorde. Als u deze functie gebruikt, hoeft u de te verzenden origineelpagina's niet te sorteren. Deze functie kan worden ingeschakeld als het origineelformaat is ingesteld op [Auto]. De glasplaat is voor deze functie niet beschikbaar.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 5 Lege pagina Overslaan Overige Lege pagina in orig. overslaan Boek opsplitsen Selecteer inbindrand origineel. Wissen Randschaduw wissen Aanpassing Achtergrond Off Wanneer de instellingen voltooid zijn, tikt u tweemaal op . Resolutie Verzendresolutie wijzigen Links inbinden Selecteer de inbindzijde van het inbindkopie-origineel.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES KLEUREN EN TINTEN AANPASSEN DE ACHTERGROND AANPASSEN DOOR LICHTE GEBIEDEN IN HET ORIGINEEL DONKERDER OF LICHTER TE MAKEN (AANPASSING ACHTERGROND) U kunt de achtergrond aanpassen door lichte gebieden in het origineel donkerder of lichter te maken. Niveau [+] [+] hiermee maakt u de achtergrond donkerder. [-] hiermee maakt u de achtergrond lichter. Pas de lichte gebieden als volgt aan. Niveau [-] 1 Plaats het origineel.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 4 5 Tik op de toets [Overige] en op de toets [Aanpassing Achtergrond]. Best.Indeling Overige Bestandsindeling selecteren Scherpte Aanpassing Achtergrond Pas Origineel Achtergrondintensiteit aan. Afbeeldingsomtrek aanpassen Contrast Afbeeldingscontrast aanpassen Off -3 0 3 Kleurmodus Wanneer de instellingen voltooid zijn, tikt u tweemaal op . On Raak [+] aan om de achtergrond te verdonkeren. Raak [-] aan om de achtergrond te wissen.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES VÓÓR VERZENDING CONTRAST TOEVOEGEN AAN HET GESCANDE ORIGINEEL (CONTRAST) Er is contrast toegevoegd voor een scherpere afbeelding. Vaag origineel 1 Plaats het origineel. 2 Tik op de modusweergave om het beginscherm van de modus te openen. 3 Geef de bestemming op. 4 Tik op de toets [Overige] en op de toets [Contrast]. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 5 Scherpte Overige Afbeeldingsomtrek aanpassen Resolutie Contrast Verzendresolutie wijzigen Belichting Verzendbelichting opgeven Off 1 2 3 4 5 Kleurmodus Wanneer de instellingen voltooid zijn, tikt u tweemaal op . On Laag Tik op de toets of gebruik de schuifregelaar om het contrast aan te passen. Hoog Voorbeeldweergave CA Start Vorige De contrastinstellingen annuleren: Tik op de toets [Off].
SCANNER►ANDERE FUNCTIES VÓÓR VERZENDING DE CONTOUREN VAN HET GESCANDE ORIGINEEL VERBETEREN (SCHERPTE) Maak de afbeelding scherper voordat u die gaat verzenden. Origineel met vage contouren 1 Plaats het origineel. 2 Tik op de modusweergave om het beginscherm van de modus te openen. 3 Geef de bestemming op. 4 Tik op de toets [Overige] en op de toets [Scherpte]. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 5 Contrast Overige Afbeeldingscontrast aanpassen Resolutie Scherpte Verzendresolutie wijzigen Belichting Verzendbelichting opgeven Off 1 2 3 4 5 Kleurmodus Wanneer de instellingen voltooid zijn, tikt u tweemaal op . On Minder Scherp Tik op de toets of schuif met de schuifbalk om de scherpte aan te passen. Scherper Voorbeeldweergave CA Start Vorige De instelling voor scherpte annuleren: Tik op de toets [Off].
SCANNER►ANDERE FUNCTIES VÓÓR VERZENDING CHROMATISCHE KLEUREN UIT HET GESCANDE ORIGINEEL VERWIJDEREN (UITVALKLEUR) 1 Plaats het origineel. 2 Tik op de modusweergave om het beginscherm van de modus te openen. 3 Geef de bestemming op. 4 Tik op de toets [Overige] en vervolgens op de toets [Uitvalkleur]. Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 5 Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. • Als u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, moet u elke pagina afzonderlijk scannen. Wanneer het scannen is voltooid, plaatst u het volgende origineel en tikt u op de toets [Start].
SCANNER►ANDERE FUNCTIES ROOD/GROEN/BLAUW AANPASSEN IN KOPIEËN (RGB aanpassen) Met deze functie versterkt of verzwakt u een van de drie kleurcomponenten rood (R), groen (G) of blauw (B). R (Rood)+ G (Groen)+ B (Blauw)+ 1 Plaats het origineel. 2 Tik op de modusweergave om het beginscherm van de modus te openen. 3 Geef de bestemming op. 4 Tik op de toets [Overige] en op de toets [RGB aanpassen].
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 6 Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. • Als u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, moet u elke pagina afzonderlijk scannen. Wanneer het scannen is voltooid, plaatst u het volgende origineel en tikt u op de toets [Start].
SCANNER►ANDERE FUNCTIES ORIGINELEN SCANNEN SCHADUWRANDEN IN HET BEELD WISSEN (WISSEN) Wanneer u dikke originelen of boeken scant, moet u de schaduwranden wissen die kunnen worden weergegeven op de afbeelding. Een dik boek scannen De wisfunctie niet gebruiken De wisfunctie gebruiken De schaduw verschijnt hier Er zijn schaduwen zichtbaar in het beeld. Er zijn geen schaduwen zichtbaar.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 1 Plaats het origineel. 2 Tik op de modusweergave om het beginscherm van de modus te openen. 3 Geef de bestemming op. 4 Tik op de toets [Overige] en op de toets [Wissen]. 5 Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 6 Geef de breedte van de wisstrook op. Wanneer de instellingen voltooid zijn, tikt u tweemaal op . • Tik op de getalsweergave die het gebied van de kantlijnverschuiving op de voorzijde of achterzijde aangeeft en voer het gebied in met de cijfertoetsen. • Als u het gebied snel wilt instellen, geeft u eerst met de cijfertoetsen een waarde op die dicht bij de gewenste waarde ligt en past u deze vervolgens aan met . Wisinstelling annuleren: Tik op de toets [Wissen].
SCANNER►ANDERE FUNCTIES EEN DUN ORIGINEEL SCANNEN (LANGZAME SCANMODUS) Gebruik deze functie wanneer u dunne originelen wilt scannen met behulp van de automatische documentinvoereenheid. Deze functie helpt voorkomen dat dunne originelen in het apparaat vastlopen. A A B C D B C D Bij selectie van de langzame scanmodus is 2-zijdig scannen niet mogelijk. 1 Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid. Stel de origineelgeleiders langzaam af.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 4 Overige Zoeken in alg. adressen Opdr. samenst. Langz. scanm. Origineel gem. form. Aantal originelen Boek opsplitsen Wissen Dubbelz. scan Verzendgeschiedenis Kaart Formaat Multi-verkleinen Scannen adreskaart Timer Verif. Stempel Achtergrond Aanpassing Lege pagina Overslaan Uitvalkleur Scherpte Contrast RGB aanpassen Bestand Snelbestand Vorige A4 Zoeknummer oproepen Verificatiestempel Programmaregistratie Huidige inst.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES LEGE PAGINA'S UIT EEN VERZENDING WEGLATEN (LEGE PAGINA OVERSLAAN) Als het gescande origineel lege pagina's bevat, worden deze met deze functie overgeslagen, zodat alleen gevulde pagina's worden verzonden. Het apparaat detecteert lege pagina's, zodat u nutteloze blanco vellen kunt overslaan zonder een origineel te controleren. Lege pagina's Lege pagina's niet verzenden.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 4 5 Tik op de toets [Overige] en op de toets [Lege pagina Overslaan]. Dubbelz. scan Overige Opsplitsen in 2 pagina's Origineel Lege pagina Overslaan Wissen Randschaduw wissen Kleurmodus Off Belichting Wanneer de instellingen voltooid zijn, tikt u tweemaal op . Verzendbelichting opgeven Lege pagina overslaan Lege pag./rugschaduw overslaan Voorbeeldweergave Tik op de toets [Lege pagina overslaan] of [Lege pag./rugschaduw overslaan].
SCANNER►ANDERE FUNCTIES HET AANTAL VELLEN VAN HET GESCANDE ORIGINEEL CONTROLEREN EN DAN VERZENDEN (AANTAL ORIGINELEN) Tel vóór verzending het aantal vellen van het gescande origineel en geef dit aantal weer. Door het aantal gescande origineelvellen te controleren, kunt u vergissingen bij het verzenden voorkomen. • Het telresultaat wordt weergegeven met het aantal gescande vellen van het origineel, niet het aantal pagina's.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 5 6 Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen is voltooid. Adres BBB B Onderwerp Zoeken Zoeke e in alg. adressen Er zijn 1 pagina's van (pg1) het origineel gescand. Gescande gegevens verzenden? Verzendgeschiedenis Verze e Zoeknummer oproepen Zoekn n Bestandsnaam Kleurmodus Verificatiestempel V Auto/Mo to/M tto o o Programma oproepen Progr r Resolutie 200x200 0x200 Annuleren Best.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES GESCANDE ORIGINELEN STEMPELEN (VERIFICATIESTEMPEL) Met deze functie wordt elk origineel dat via de automatische documentinvoereenheid is gescand, gestempeld, zodat u kunt verifiëren dat alle originelen correct zijn gescand. De positie van de stempel 1 Originelen 1 De originelen worden gescand Er wordt een fluorescerend roze 'O'-markering gestempeld. • Als u de functie Verificatiestempel wilt gebruiken, moet de optionele stempeleenheid zijn geïnstalleerd.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 1 Plaats de originelen in de automatische documentinvoereenheid. 2 Tik op de modusweergave om het beginscherm van de modus te openen. 3 Geef de bestemming op. 4 Tik op de toets [Verificatiestempel] in het actiescherm of tik op de toets [Overige] en vervolgens op de toets [Verif.stempel].
SCANNER►ANDERE FUNCTIES SPECIFIEKE FUNCTIES EEN VERZENDING OP EEN OPGEGEVEN TIJDSTIP STARTEN (TIMER-VERZENDING) Geef een tijdstip op waarop automatisch moet worden begonnen met de verzending of distributieverzending. Verzending begint automatisch op de opgegeven tijd. Deze functie is nuttig wanneer u gereserveerde verzendingen, distributieverzendingen of andere verzendingen wilt uitvoeren tijdens uw afwezigheid, 's avond of op andere tijden waarop de telefoontarieven laag zijn.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 2 Tik op de modusweergave om het beginscherm van de modus te openen. 3 Geef de bestemming op. 4 Tik op de toets [Overige] en op de toets [Timer]. 5 Tik op de toets [On].
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 8 Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er wordt een pieptoon afgegeven om aan te geven dat het scannen is beëindigd; het apparaat gaat stand-by voor verzending. • Als u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, moet u elke pagina afzonderlijk scannen.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES EEN HANDTEKENING TOEVOEGEN ALS U EEN SCAN GAAT VERZENDEN (ELEKTRONISCHE HANDTEKENING) U kunt een handtekening toevoegen als u een scan gaat verzenden. Aan de hand van de elektronische handtekening kan de ontvanger de afzendergegevens controleren. Deze functie is beschikbaar voor Scannen naar E-mail.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 5 Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. • Als u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, moet u elke pagina afzonderlijk scannen. Wanneer het scannen is voltooid, plaatst u het volgende origineel en tikt u op de toets [Start].
SCANNER►ANDERE FUNCTIES DE TE VERZENDEN GEGEVENS VERSLEUTELEN (VERSLEUTELING) Om beveiligingsredenen kunt u de te verzenden gegevens versleutelen. Deze functie is beschikbaar voor Scannen naar E-mail. De te verzenden gegevens versleutelen • Selecteer in 'Instellingen (beheerder)' [Systeeminstellingen] → [Beveiligings- instellingen] → [S/MIME-instellingen] → [Voorwaarde- Instellingen]. • Als [Selecteer een Verzending] is geselecteerd bij 'E-mail versl.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 5 Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid. • Als u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, moet u elke pagina afzonderlijk scannen. Wanneer het scannen is voltooid, plaatst u het volgende origineel en tikt u op de toets [Start].
SCANNER►ANDERE FUNCTIES EEN GESCAND DOCUMENT VIA GMAIL OF EXCHANGE VERZENDEN U kunt vanaf de machine e-mail verzenden met Gmail of Exchange. Een gescand document via Gmail of Exchange verzenden KOPPELINGSFUNCTIE VOOR GMAIL Gmail Connector is een functie waarmee u gescande document via de Gmail-server met een Google-account per e-mail kunt verzenden. Voor gebruik van Gmail Connector dient u aangemeld te zijn met een account die een Gmail-adres bevat in de vorm "***@Gmail.com".
SCANNER►ANDERE FUNCTIES 4 Tik in het actiescherm op [Verlaat Home Edit Mode]. U verlaat de modus Beginscherm bewerken en keert terug naar het beginscherm. Zie "Handleiding aanpassing gebruikersinterface" voor het bewerken van het beginscherm. Een gescand document via de koppelingsfunctie voor Gmail verzenden Hieronder wordt uitgelegd hoe u een document op de machine scant en het gescande beeld via Gmail verzendt. 1 Tik in het beginscherm op de toets [Gmail].
SCANNER►ANDERE FUNCTIES KOPPELINGSFUNCTIE VOOR EXCHANGE Met de koppelingsfunctie voor Exchange kunt u gescande documenten per e-mail verzenden via een Exchange-server van Microsoft Corporation. Er kan verbinding worden gemaakt met de versies Microsoft Exchange Server 2010/2013. Voordat u de koppelingsfunctie voor Exchange gebruikt In dit gedeelte worden de instellingen uitgelegd die moeten worden geconfigureerd voordat u de koppelingsfunctie voor Exchange kunt gebruiken.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES Een gescand document via Exchange verzenden Hieronder worden de stappen uitgelegd hoe u een document op de machine scant en het gescande beeld via Exchange verzendt. 1 Tik in het beginscherm op de toets [Exchange (E-mail)]. 2 Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in voor verbinding met de Exchange-server. Het aanmeldscherm voor Exchange wordt weergegeven. Het instellingenscherm wordt weergegeven. 3 Selecteer het adres van de ontvanger en de scaninstellingen.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES INSTELLINGENSCHERM In dit gedeelte wordt het instellingenscherm van de koppelingsfunctie voor Gmail en voor Exchange uitgelegd. Op dit scherm kunt u de instellingen voor de ontvanger, het e-mailonderwerp, een bericht en de naam van het bijgevoegde bestand invoeren. U kunt ook de account voor aanmelden wijzigen en geavanceerde scaninstellingen selecteren. Instellingen voor ontvanger Voer de gewenste adressen in bij de tekstvelden Aan, Cc en Bcc.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES Scaninstellingen Tik op de toets [Details] om de geavanceerde scaninstellingen te selecteren. Detailscherm De onderstaande scaninstellingen kunnen geselecteerd worden. Op de aangegeven pagina's kunt u details en beperkingen over elke instelling vinden. Raadpleeg deze pagina's indien nodig.
SCANNER►ANDERE FUNCTIES • Voor het verzenden van e-mails kunnen beperkingen gelden afhankelijk van de instellingen en specificaties van de Gmail-server of Exchange-server. • In sommige netwerkomgevingen kan de machine de verbindingsfuncties voor Gmail of Exchange mogelijk niet gebruiken, of verloopt het verzenden langzaam of stopt het verzenden voordat de taak voltooid is. • Sharp Corporation geeft geen enkele garantie voor de continuïteit of stabiliteit van de verbindingsfuncties voor Gmail of Exchange.
SCANNER►DE STATUS VAN VERZEND- / ONTVANGSTOPDRACHTEN CONTROLEREN DE STATUS VAN VERZEND- / ONTVANGSTOPDRACHTEN CONTROLEREN OPDRACHTEN VOOR BEELDVERZENDING Wanneer u op de opdrachtbeheerweergave tikt, worden de opdrachten in een lijst weergegeven. U kunt de status van een scanneropdracht controleren door op de tab [Scannen] te tikken.
SCANNER►DE STATUS VAN VERZEND- / ONTVANGSTOPDRACHTEN CONTROLEREN VOLTOOIDE VERZEND- EN ONTVANGSTOPDRACHTEN Een normale verzendingsopdracht wordt naar de opdrachtenlijst verplaatst wanneer verzending is voltooid. In het statusveld wordt dan 'Verzenden OK' weergegeven. Timerverzendopdrachten Een timerverzendopdracht staat onder aan de opdrachtwachtrij totdat de aangegeven tijd is bereikt. Het verzenden begint op de opgegeven tijd.
SCANNER►SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) DE BASISPROCEDURE VOOR SCANNEN Installeer het scannerstuurprogramma op de computer en gebruik een TWAIN-compatibele toepassing* om de computer te gebruiken om te scannen. Scannen vanaf de computer is het handigst voor het scannen van originelen die uit één blad bestaan, zoals een foto, omdat u dan meteen de scaninstellingen kunt aanpassen.
SCANNER►SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) 10:15 2 Pc-scan Toner hoeveelheid Tik op het moduspictogram [Pc-scan] om de modus Pc-scan te openen. Als het moduspictogram [Pc-scan] niet wordt weergegeven, tikt u op om het scherm te verplaatsen.
SCANNER►SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) Bekijk de afbeelding. 6 (1) Selecteer de locatie van het origineel. Het menu 'Bron voor scannen': • Als het origineel uit één vel bestaat en in de documentinvoerlade is geplaatst, selecteert u [SPF(Simplex)]. • Als het origineel dubbelzijdig is en in de documentinvoerlade is geplaatst, selecteert u [SPF(Duplexeenh. - Boek)] of [SPF(Duplexeenh. Schrijfblok)] afhankelijk van het origineel.
SCANNER►SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) 7 De scaninstellingen selecteren terwijl u de afbeelding bekijkt. De knop [Draaien]: Telkens als u op deze knop klikt, wordt het origineel 90 graden gedraaid. Zo kunt u de afdrukstand van de afbeelding wijzigen zonder de afbeelding op te pakken. Het afbeeldingsbestand wordt gemaakt op basis van de afdrukstand die in het voorbeeldvenster wordt weergegeven.
SCANNER►SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC SCAN-MODUS) [Op het apparaat] 10:15 9 Tik op de toets [Verlaten]. Deze machine staat in de PC-scanmodus. Verwijder het origineel niet. Pc-scan IP-adres scanner:0.0.0.0 Afsl. Toner hoeveelheid Bedieningshandleiding Instellingen Pc-scan Helderheidsinstelling Totaal Aantal Aanpassing machine 10:15 10 Tik op de toets [Ja]. PC-scan wordt uitgevoerd.
SCANNER►METADATAVERZENDING METADATAVERZENDING VOORBEREIDINGEN VOOR METADATAVERZENDING METADATAVERZENDING (GEGEVENSINVOER) Wanneer de applicatie-integratiemodulekit is geïnstalleerd, worden metadata (gegevens die de kenmerken aangeven van het afbeeldingbestand en aangeven hoe het bewerkt moet worden) gegenereerd op basis van vooraf opgeslagen informatie. Deze metadata worden apart verzonden van een afbeeldingsbestand dat wordt gegenereerd voor het verzenden van een gescande afbeelding.
SCANNER►METADATAVERZENDING VEREISTE INSTELLINGEN IN DE INSTELLINGSMODUS (WEBVERSIE) Als u de instellingen voor metadata wilt configureren, selecteert u [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Setup Metadata] → [Inserimento Metadati] bij 'Instellingen (beheerder)'. (Beheerdersrechten zijn vereist.) Schakel de verzending van metadata in. Metadatasets opslaan Sla de items (metadataset) op die moeten worden geschreven naar het tijdens het scannen gegenereerde XML-bestand.
SCANNER►METADATAVERZENDING METADATA VERZENDEN METADATA VERZENDEN Selecteer een metadataset, voer elk item in en voer een metadataverzending uit. U kunt metadata verzenden met de functie voor documentarchivering. Het tabblad [Data-Invoer] wordt weergegeven in het scherm met verzendinstellingen van de functie voor documentarchivering om metadataverzending mogelijk te maken.
SCANNER►METADATAVERZENDING METADATAVELDEN De volgende drie soorten metadata worden ingesloten in het verzonden XML-bestand. • Automatisch door het apparaat gegenereerde gegevens Deze gegevens worden altijd ingesloten in het XML-bestand en worden automatisch opgeslagen op uw pc. • Vooraf gedefinieerde velden Deze velden worden automatisch herkend door het apparaat en toegewezen aan de juiste XML-tags.
DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTARCHIVERING . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2 • TYPEN DOCUMENTARCHIVERING . . . . . . . . • VOORDAT U SCANNEN NAAR SCHIJF IN DOCUMENTARCHIVERING GAAT GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • BELANGRIJKE PUNTEN VOOR HET GEBRUIK VAN DOCUMENTARCHIVERING . . . . . . . . . . . • DOCUMENTARCHIVERING GEBRUIKEN IN DE DIVERSE MODI. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-3 BASISSCHERM VAN DE MODUS DOCUMENTARCHIVERING . . . . . . .
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTARCHIVERING Met deze functie slaat u het gescande origineel op het apparaat of afdrukgegevens van een computer als gegevens op de harde schijf van de computer of een extern geheugenapparaat op. De opgeslagen bestanden kunnen desgewenst worden afgedrukt of verzonden. U kunt de opgeslagen bestanden ook bewerken, bijvoorbeeld combineren. Een PDF-bestand dat is gemaakt voor bladeren op pc, kan op een computer worden weergegeven of afgedrukt.
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING TYPEN DOCUMENTARCHIVERING U kunt een bestand op de volgende manieren opslaan met documentarchivering: [Snelbestand] en [Bestand] in de kopieer- of verzendmodus en [Scannen naar schijf] en [Scannen naar extern geheugenapparaat] in de modus voor documentarchivering. Snelbestand Als er een kopieeropdracht, verzendopdracht of andere opdracht wordt uitgevoerd, worden de documentgegevens met deze functie op de harde schijf opgeslagen.
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING Handige items om op te slaan Wanneer u een opdracht met [Bestand] opslaat in de kopieer- of verzendmodus, of met [Scannen naar schijf] in de modus voor documentarchivering, is het handig om de onderstaande items op te slaan. Deze instellingen zijn niet nodig wanneer u een opdracht opslaat met [Snelbestand]. Gebruikersnaam Dit is nodig als u een gebruikersnaam wilt toewijzen aan opgeslagen bestanden.
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING Het aantal pagina's en bestanden dat bij benadering kan worden opgeslagen Gecombineerd totaalaantal pagina's en bestanden dat in aangepaste mappen en de hoofdmap kan worden opgeslagen Voorbeelden van soorten originelen Meerkleuren-origin eel (Bijvoorbeeld een tekst met een foto) Aantal pagina's* Aantal bestanden Max. 15000 Formaat: A4 Zwart/wit-origineel (Tekst) Max. 5000 Max.
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING Gegevens aan bestanden toevoegen Als u een bestand opslaat met 'Bestand', voegt u de volgende gegevens toe om het van andere bestanden te kunnen onderscheiden. Gebruikersnaam: Naam1 Bestandsnaam: Hand-out vergadering Wachtwoord: 12345678 De map 'Notulen vergadering' Gebruikersnaam De gebruikersnaam is vereist voor de invoer van eigendomsgegevens van een bestand en andere informatie. De gebruikersnaam moet vooraf worden geregistreerd.
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTARCHIVERING GEBRUIKEN IN DE DIVERSE MODI Als u documentarchivering wilt gebruiken, selecteert in elke modus u het actiescherm. Als u bij met maken van een kopie de gegevens wilt opslaan, tikt u in het actiepaneel van elke modus op [Bestand] of [Snelbestand]. Aantal exempl. Kleurmodus Meerkleuren 7 8 1 Verzenden en afdrukken Snelbestand 9 Geg. tijdelijk opslaan Bestand Origineel Auto 4 5 6 Auto 1 2 3 Papierformaat Dubbelz.
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTARCHIVERING BASISSCHERM VAN DE MODUS DOCUMENTARCHIVERING Wordt gebruikt om een bestand tijdelijk op te slaan. Word gebruikt om originelen op te slaan die door gebruikers kunnen worden gedeeld. Afdrukken Scannen Best. ophalen Scannen naar schijf Scannen naar extern geheugenapparaat Mapselectie Hoofdmap Snelmap AAA BBB CCC DDD EEE FFF GGG HHH Selecteer afdrukbestand van FTP Selecteer afdrukbestand uit USB-geheugen De map van de geregistreerde gebruiker.
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING ARCHIVEREN TERWIJL U EEN ANDERE MODUS GEBRUIKT SNELBESTAND Met deze functie kunt u een origineel in de kopieer- of beeldverzendmodus als afbeeldingsbestand opslaan in de snelmap van het apparaat.
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING 3 Start het maken van de kopie of het verzenden van het beeld. Wanneer de functie wordt uitgevoerd, worden de afbeeldingsgegevens van het origineel opgeslagen in de snelmap. Om te voorkomen dat het bestand onbedoeld wordt opgeslagen, wordt het bericht 'De gescande gegevens worden opgeslagen in de snelbestandmap' zes seconden weergegeven hebt getikt.
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING 2 Activeer de Normale modus en tik in het actiepaneel op [Bestand] om de bestandsinformatie op te geven.
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING BESTANDSINFORMATIE De procedure voor uitgebreide instellingen wordt hieronder beschreven. Wanneer u een eigenschap, gebruikersnaam, bestandsnaam en map opgeeft, kan een bestand eenvoudiger worden beheerd en gevonden. Als u [Vertrouwelijk] selecteert voor Eigenschap en een wachtwoord instelt, kunnen anderen het bestand bovendien niet zonder uw toestemming bekijken.
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Een gebruikersnaam opgeven 1 Tik op het tekstvak [Gebruikersnaam]. Als gebruikersauthenticatie wordt gebruikt, wordt automatisch de gebruikersnaam geselecteerd die is gebruikt voor aanmelden. In dat geval kunt u deze stap overslaan. U moet de gebruikersnaam eerst opslaan door in de 'Instellingen (beheerder)' [Gebruikers -bediening] → [GebruikersLijst] te selecteren. 2 Tik op de toets van de gebruikersnaam.
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING ALLEEN DE DOCUMENTGEGEVENS OPSLAAN (SCANNEN NAAR SCHIJF) OPSLAAN OP HARDE SCHIJF Opslaan vanuit Eenvoudige Scan 10:15 1 Tik op de toets [Eenvoudige Scan] in het beginscherm. Eenvoudige Scan Toner hoeveelheid Bk C M Bedieningshandleiding Y Instellingen Pc-scan Helderheidsinstelling Totaal Aantal 2 Tik op [Scan naar HDD/USB]. 3 Plaats het origineel.
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING 6 Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het scannen te starten. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en het opslaan van de bestanden is voltooid. Opslaan vanuit Documentarchivering 1 Tik op de toets [Best. ophalen van schijf] in het beginscherm. 2 Tik op [Scannen naar schijf] in het actiescherm. 3 Plaats het origineel.
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING OPSLAAN OP EXTERN GEHEUGENAPPARAAT Opslaan vanuit Eenvoudige Scan 10:15 1 Tik op de toets [Eenvoudige Scan] in het beginscherm. Eenvoudige Scan Toner hoeveelheid Bk C M Bedieningshandleiding Y Instellingen Pc-scan Helderheidsinstelling Totaal Aantal 2 Tik op [Scan naar HDD/USB]. 3 Plaats het origineel.
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Opslaan vanuit Documentarchivering 1 Tik op de toets [Best. ophalen van schijf] in het beginscherm. 2 Tik op [Scannen naar extern geheugenapparaat] in het actiescherm. 3 Plaats het origineel. 4 Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Scannen naar een USB-stick Plaats de USB-stick in het apparaat. 1 2 10:15 Het externe geheugenapparaat (USB) is aangesloten.
DOCUMENTARCHIVERING►DOCUMENTEN OPSLAAN MET DOCUMENTARCHIVERING Lees het bericht [Gegevens verzenden voltooid.] en verwijder de USB-stick uit het apparaat.
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN EEN OPGESLAGEN BESTAND De schermen en procedures kunnen variëren, afhankelijk van of gebruikersauthenticatie is ingeschakeld. De procedure voor het gebruik van een opgeslagen bestand afhankelijk van de situatie wordt uitgelegd. Zie 'GEBRUIKERSAUTHENTICATIE (pagina 1-31)' voor informatie over de procedures voor gebruikersauthenticatie.
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDSSELECTIESCHERM Het bestandsselectiescherm kan worden weergegeven in de indeling 'Lijst' of 'Miniatuur' (als u de bestanden als miniaturen wilt weergeven). Modus voor lijstweergave Schakelen tussen de lijstweergave en de miniatuurweergave. Keer terug naar het basisscherm van de modus Documentarchivering. Afdrukken Geef aan welke bestanden voor elk type opdracht moeten worden weergegeven. Zoeken naar een bestand in een map. Scannen Best.
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN EEN BESTAND SELECTEREN OM OP TE HALEN 1 2 3 Tik op de toets [Best. ophalen van schijf]. Als de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld en 'Mijn map" is geconfigureerd door [Gebruikers -bediening] te selecteren bij 'Instellingen (beheerder)' → [Gebruikers- Lijst], wordt de aangepaste map die als 'Mijn map' is ingesteld geopend. Afdrukken Scannen Best.
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN Snel afdrukken Hiermee drukt u een bestand af met de instellingen waarmee het is opgeslagen. Selecteer een bestand en tik op de toets [Nu afdrukken]. Als u de gegevens na het afdrukken wilt verwijderen, schakelt u het selectievakje [Gegevens afdrk. En verwijderen] in ( ). Als u het bestand in zwart/wit wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje [Z/W-afdruk] in ( ). Afdrukken Scannen Best.
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN MEERDERE BESTANDEN AFDRUKKEN MEERDERE BESTANDEN AFDRUKKEN 1 Selecteer de toetsen van de bestanden die u wilt afdrukken. • Vertrouwelijke bestanden kunnen niet tegelijkertijd met andere bestanden worden afgedrukt. • Een bestand in de momenteel geselecteerde map kan niet tegelijkertijd worden geselecteerd met een bestand uit een andere map.
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN AFDRUKKEN IN BATCHES 1 2 Tik op de toets [Batch-afdruk]. Tik op het tekstvak [Gebruikersnaam]. Terug naar bestandskeuzescherm Batch-afdruk Alle Bestanden Hoofdmap Gebruikersnaam Wachtwoord Wijzig aantal afdrukken Verwijderen ( 1~9999 ) Afdruk Volgorde 3 CA Gebruik het aantal vooraf ingestelde afdrukken per opdracht. Datum (Afl.) Start Selecteer de gebruikersnaam. Tik na het selecteren van de gebruikersnaam op .
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN 8 Tik op de toets [Start] om het afdrukken te starten. Als er geen bestanden zijn die overeenkomen met de zoekvoorwaarden, keert u terug naar het scherm met de bestandslijst. Als u in het actiepaneel op de toets [Gegevens verwijderen] tikt, worden alle bestanden verwijderd die voldoen aan de huidige zoekvoorwaarden.
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDEN VERPLAATSEN Hiermee wijzigt u de opslaglocatie voor het bestand. (Het bestand wordt verplaatst naar een andere map.) Bestanden met de eigenschap 'Beveiligen' kunnen niet worden verplaatst. Als u een beveiligd bestand wilt verplaatsen, moet u de eigenschap wijzigen in 'Delen' of 'Vertrouwelijk'. Volg de onderstaande stappen nadat u het gewenste bestand hebt geselecteerd.
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDEN VERWIJDEREN Opgeslagen bestanden die niet meer nodig zijn, kunnen worden verwijderd. Bestanden met de eigenschap 'Beveiligen' kunnen niet worden verwijderd. Als u een beveiligd bestand wilt verplaatsen, moet u de eigenschap wijzigen in 'Delen' of 'Vertrouwelijk'. Volg de onderstaande stappen nadat u het gewenste bestand hebt geselecteerd. ► EEN BESTAND SELECTEREN OM OP TE HALEN (pagina 5-22) 1 Afdrukken Scannen Best.
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN Automatisch verwijderen van bestanden Door de mappen en de tijd op te geven, kunt u instellen dat gegevens voor documentarchivering in opgegeven mappen automatisch worden verwijderd. Als u de bestanden op het apparaat regelmatig verwijdert, voorkomt u dat gevoelige informatie openbaar kan worden gemaakt en wordt er ruimte vrijgemaakt op de harde schijf.
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN AFBEELDINGSBESTANDEN CONTROLEREN HDD_06062015_112030 De bestandsinformatie. Gebr. Onbekend A4 A4 A4 Terug naar bestandskeuzescherm Automatische kleur A4 De voorbeeldafbeeldingen van de bestanden. Het paginanummer. 1 2 3 4 5 5 Het voorbeeldscherm vergroten of verkleinen. Het totaal aantal pagina's. Het voorbeeldscherm in stappen van 90 graden draaien.
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDEN SAMENVOEGEN U kunt bestanden combineren die zijn opgeslagen met Document archiveren. • Als u slechts één bestand selecteert, wordt de toets [Bestand combineren] niet weergegeven. • De bestandsnaam is een combinatie van de eerste bestandsnaam, een tilde en 'Serienr.'. U kunt de bestandsnaam later desgewenst wijzigen. • De bestanden worden samengevoegd in de geselecteerde volgorde.
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDEN IN HET OPDRACHTBEHEERSCHERM OPHALEN EN GEBRUIKEN Bestanden die zijn opgeslagen met de functie Bestand of Snelbestand worden als toetsen weergegeven in het opdrachtbeheerscherm Voltooid. Dit is handig wanneer u snel de opgeslagen gegevens van een kopieeropdracht wilt afdrukken. 1 2 Tik op de opdrachtbeheerweergave. Afdrukken Taak Opdrachtwachtrij Scannen Best. ophalen Voortgang/sets Status Start Tijd Meerv.
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN BESTANDEN ZOEKEN EN OPHALEN Als een groot aantal bestanden is opgeslagen, kan het vinden van een bestand veel tijd in beslag nemen. Met de zoekfunctie van de modus voor documentarchivering kunt u een bestand snel vinden. U kunt ook zoeken als u slechts een deel van de bestands- of mapnaam kent. Een map kan ook worden opgegeven als een zoekbereik. Bijvoorbeeld: u kent alleen een deel van een bestandsnaam: 'vergadering'.
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN 3 Afdrukken Scannen Best. ophalen Selecteer afdrukbestand van FTP Selecteer afdrukbestand uit USB-geheugen Zoeken Selecteer afdrukbestand uit netwerkmap Gebruikersnaam Gebruikersnaam Selecteer de zoekvoorwaarden. Tik op elk tekstvak en stel de zoekvoorwaarde in. Als u naar de huidige map wilt zoeken, stelt u het selectievakje [Alleen binnen map zoeken] in op .
DOCUMENTARCHIVERING►OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN EEN EXTERN BESTAND AFDRUKKEN U kunt een bestand op een FTP-server, op een USB-stick of in een netwerkmap van een pc afdrukken. U kunt het bestand ook aanpassen door de afdrukinstellingen te wijzigen voordat u het afdrukt. Tik in het actiepaneel op de toets [Selecteer afdrukbestand van FTP], [Selecteer afdrukbestand uit USB-geheugen] of [Selecteer afdrukbestand uit netwerkmap]. Voor meer informatie, zie 'AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER (pagina 3-92)'.
HANDMATIGE AFWERKING HANDMATIGE AFWERKING HANDMATIGE AFWERKING. . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-2 MODUS VOOR HANDMATIGE AFWERKING SELECTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3 BEGINSCHERM VAN DE MODUS VOOR HANDMATIGE AFWERKING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-4 PAPIER PAPIERTYPE EN -FORMAAT CONTROLEREN . . 6-5 STAND BIJ LADEN VAN PAPIER. . . . . . . . . . . . . . 6-6 • NIETEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-6 • PERFOREREN . .
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING HANDMATIGE AFWERKING HANDMATIGE AFWERKING In de modus voor handmatige afwerking kunt u afwerkingsopties voor gekopieerde of afgedrukte pagina's instellen. U kunt de modus voor handmatige afwerking selecteren als de invoegeenheid is geïnstalleerd.
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING MODUS VOOR HANDMATIGE AFWERKING SELECTEREN U kunt als volgt de modus voor handmatige afwerking selecteren vanaf het beginscherm of vanuit elke bedieningsmodus: Schakelen tussen modi vanaf het beginscherm 10:15 1 Eenvoudige Kopie Scannen naar schijf Bk C M Toner hoeveelheid Handmatige finishing Lade Instell./ Papier Instell. Best.
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING BEGINSCHERM VAN DE MODUS VOOR HANDMATIGE AFWERKING Selecteert een papierlade voor afwerking. Tik op de toets [Type + formaat] om het papiertype en het papierformaat in te stellen. Toont het geselecteerde papier en de uitvoerladen. Selecteert een uitvoerlade voor afgewerkt papier. Uitvoerlade Invoegeenheid Bovenste lade Bovenste lade Middelste lade Onderste lade Onderste lade Perforeren Off Off perfor. 2/3gaten 1 Nietje achterz.
HANDMATIGE AFWERKING►PAPIER PAPIER PAPIERTYPE EN -FORMAAT CONTROLEREN U kunt het type en formaat van papier dat in de invoegeenheid is geladen controleren op het display rechts van de toets [Bovenste lade] of [Onderste lade]. Het papierformaat wordt automatisch gedetecteerd wanneer papier wordt geplaatst. Tik op de toets [Type + formaat] om het papiertype en -formaat in te stellen. Papiertypen en -formaten kunnen worden opgegeven voor de bovenste en onderste lade.
HANDMATIGE AFWERKING►PAPIER STAND BIJ LADEN VAN PAPIER Bij het gebruik van de niet-, perforatie- of papiervouwfunctie moet het origineel worden geplaatst op de hieronder aangegeven wijze om nieten of perforeren in de gewenste positie op het papier mogelijk te maken. NIETEN Toets van aanraakscherm Afdrukstand Resultaat A A A A 1 Nietje voorzijde A A 1 Nietje achterz.
HANDMATIGE AFWERKING►PAPIER • Als u de nietfunctie wilt gebruiken, moet u een finisher (voor het nieten van 100 vellen) of nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen) installeren. • Als u de zadelsteekfunctie wilt gebruiken, moet u een nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen) installeren. PERFOREREN Toets van aanraakscherm Afdrukstand Resultaat A A 2-gaats perfor. A A • Een perforatiemodule is vereist voor het perforeren. • Als voorbeeld wordt perforatie met 2 gaten gebruikt.
HANDMATIGE AFWERKING►PAPIER Toets van aanraakscherm Afdrukstand Resultaat Letter vouw ABC CA Harmonic vouw ABC AC Dubbele vouw A B CD DA A B CD AB D Z-vouw • Er moet een vouweenheid worden geïnstalleerd als u andere papiervouwfuncties dan zadelvouwen wilt gebruiken. • Als u de zadelvouwfunctie wilt gebruiken, moet u een nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen) installeren.
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING HANDMATIGE AFWERKING HANDMATIGE AFWERKING GEBRUIKEN Schakel over van het Beginscherm of elke modus naar de modus voor handmatige afwerking en voer de onderstaande procedure uit. ► MODUS VOOR HANDMATIGE AFWERKING SELECTEREN (pagina 6-3) Stel de geleiders af op het formaat van het papier. 1 Pak de vergrendelingshendel om de geleider af te stellen. Wanneer u klaar bent met de afstelling, laat u de vergrendelingshendel los.
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING 4 Uitvoerlade Invoegeenheid Bovenste lade Bovenste lade Normaal 1 A4 Middelste lade Onderste lade Normaal 1 A4 Onderste lade Type + formaat Nieten Perforeren Off Off perfor. 2/3gaten 1 Nietje achterz. 1 Nietje voorzijde 2 nietjes 5 Zadelnieten Instell snijder Vouwen Off Harmonic vouw Zadelvouw Dubbele vouw Enkele vouw Z-vouw Letter vouw Detail Verander zo nodig van papierlade of uitvoerlade.
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING NIETFUNCTIE Als een finisher (voor het nieten van 100 vellen) is geïnstalleerd, kunt u geladen vellen nieten in een bundel. (Nietfunctie) Als een nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen) is geïnstalleerd, kunt u vellen op twee plaatsen op de middenlijn nieten en deze vervolgens vouwen voordat zij worden uitgevoerd.
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING FUNCTIE KOPIE/PAGINA'S Als u meerdere sets tegelijk wilt nieten, gebruikt u de functie Kopie/pagina's. Laad gesorteerd papier en tik op de toets [Kopie/pagina's] om een aantal kopieën en het aantal pagina's per set in te voeren. ABC ABC AB A A B C A B C A B C De instellingen voor Kopie/pagina's gelden niet voor de functies voor het vouwen en perforeren van papier.
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING Als u [Alle Pag.'s] selecteert voor het aantal kopieën/aantal pagina's, geeft u "1" op voor het aantal af te drukken sets. Indien u meer kopies of pagina's instelt dan het aantal kopies of pagina's dat kan worden geniet, wordt een bericht weergegeven en is de toets [Start] niet beschikbaar. Zie "Specificaties" in de "Beknopte installatiehandleiding" en geef het aantal kopieën of pagina's op dat kan worden geniet.
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING PERFORATIEFUNCTIE Als een perforatiemodule is geïnstalleerd, kunt u gaten maken in papier. A A • De beschikbare papierformaten voor de perforatiefunctie zijn B5R tot A3 (8-1/2" × 11"R tot 11" × 17"). • U kunt geen gebruik maken van het papierformaat A3W (12" × 18") en speciale media zoals transparanten. • De perforatiefunctie kan niet worden gebruikt met de zadelsteek- of papiervouwfuncties.
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING PAPIERVOUWFUNCTIE Als een papiervouweenheid is geïnstalleerd, kunt u papier vouwen in Z-vouw en Lettervouw. Als een nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen) is geïnstalleerd, kunt u zadelvouwen gebruiken. De papierformaten die kunnen worden geselecteerd, verschillen per type papiervouw.
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING Typen vouw Vouwresultaten Papierformaat Z-vouw A3, B4, A4R, 11" × 17", 8-1/2" × 14", 8-1/2" × 11"R ABCD AB D • Speciale media, zoals transparanten en tabpapier, kunnen niet worden gebruikt. • De papiervouwfunctie kan niet worden gebruikt met de niet- en perforatiefunctie. De functie kan echter wel worden gebruikt als het papierformaat voor Z-vouw is ingesteld op A3, B4 of 11" × 17". De papiervouwfunctie selecteren Tik op de gewenste vouwtoets bij "Vouwen".
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING Meervoudige vouw instellen (als Zadelvouw is geselecteerd) 1 Uitvoerlade Invoegeenheid Bovenste lade Bovenste lade Normaal 1 A4 Middelste lade Onderste lade Normaal 1 A4 Onderste lade Nieten Type + formaat Perforeren Off Off perfor. 2/3gaten 1 Nietje achterz.
HANDMATIGE AFWERKING►HANDMATIGE AFWERKING DE PAPIERLADE WIJZIGEN De papierlade wordt automatisch gedetecteerd wanneer papier in de invoegeenheid wordt geplaatst. Als u een papierlade moet opgeven, bijvoorbeeld als papier in zowel de bovenste als onderste lade van de invoegeenheid is geplaatst, tikt u op de toets [Bovenste lade] of [Onderste lade] om de juiste papierlade op te geven.
SYSTEEMINSTELLINGEN • Instelling Rekening Code . . . . . . . . . . . . . . . . . • Instelling van Card . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . INSTELLINGSMODUS INSTELLINGSMODUSLIJST INSTELLINGSMODUSLIJST . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Status. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Adresboek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Documenthandelingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Gebruikersbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
SYSTEEMINSTELLINGEN Algemene instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Papierinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Papiertype- registratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Bedienings- Instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Toetsenbordinstellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Apparaatbeheer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Instellingen in /uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . .
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS INSTELLINGSMODUS In deze modus kunt u de functies beheren waarmee u het apparaat eenvoudiger kunt gebruiken, zoals standaardregistratie voor elke functie, het instellen van de netwerkverbinding en het logboek weergeven voor de werkingsstatus. U kunt de instellingsmodus ook selecteren via een webbrowser door naar het apparaat te gaan vanaf een pc die is verbonden met hetzelfde netwerk als het apparaat.
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUS De instellingsmodus weergeven (webversie) Als het apparaat is verbonden met een netwerk, hebt u toegang tot de ingebouwde webserver van het apparaat via de webbrowser van de pc. Druk het IP-adres van het apparaat af vanuit de instellingsmodus van het apparaat en voer het adres in de webbrowser van de pc in. van schijf 10:15 1 Eenvoudige Kopie Handmatige finishing Lade Instell./ Papier Instell. Kopieren Scannen naar schijf Best.
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST 6 INSTELLINGSMODUSLIJST INSTELLINGSMODUSLIJST Hieronder volgt een lijst van items in de instellingsmodus met de fabrieksinstellingen en beperkingen voor elk item. • Afhankelijk van de specificaties van het apparaat en de geïnstalleerde randapparatuur zijn sommige instellingen mogelijk niet beschikbaar. • Sommige instellingen kunnen alleen op de webpagina worden geconfigureerd.
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Documenthandelingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling G B Ja Ja n Documenthandelingen (pagina 7-52)*1 l Document- Archivering (pagina 7-52) Hoofdmap – Ja Ja Snelmap – Ja Ja Aangepaste Map*2 – Ja Ja Mijn map*3 – Ja Ja Zoeken – Ja Ja Batch-afdruk – Ja Ja – Ja Ja l Afdruktaak indienen (pagina 7-55) *1 Deze instelling kunt u in de instellingsmodus van de webpagina confi
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling G B Nee Ja Nee Ja Uitgeschakeld Nee Ja Acties bij paginalimiet uitvoertaken wordt bereikt*2 Opdracht wordt afgerond, ook wanneer de paginalimiet wordt bereikt Nee Ja Waarschuwing wanneer aanmelden mislukt*2 Uitgeschakeld Nee Ja Uitschakelen van afdrukken door ongeldige gebruiker*2 Uitgeschakeld Nee Ja Ext. Scanner Gebruiken Voordat U Inlogt.
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling G B Neem de Rekeningcode over bij Modusovergang Uitgeschakeld Nee Ja Uitschakelen van Wijziging van Rekeningcode Uitgeschakeld Nee Ja Pas Gebruikerscode toe terwijl U aangemeld bent met Apparaataccount Uitgeschakeld Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Uitzonderingsinstelling voor Rekeningcode Functie • Sharp OSA Alle Ongeldig Instelling displaynaam Rekeningcode • Maincode Displaynaam Standaard Nee Ja
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Systeeminstellingen Instellingen voor het beginscherm G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling G B l Instelling voor het beginscherm (pagina 7-77) * Voorwaarde- Instellingen – Nee Ja Pictogram* – Nee Ja Achtergrondbeeld* – Nee Ja Dit kan in de instellingsmodus van het apparaat worden ingesteld als er een USB-stick is geplaatst.
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling G B Nee Ja Instelling voor automatische selectie van lade met papier Uitgeschakeld Registratie van aangepaste afbeelding uitschakelen Uitgeschakeld Nee Ja Verzenden tijdens kopiëren uitschakelen Uitgeschakeld Nee Ja Hoge kwaliteitsscan vanaf Document Feeder (B/W) Uitgeschakeld Nee Ja Snelle Scan vanaf Glasplaat (B/W) Uitgeschakeld Nee Ja Auto wissen vóór uitvoering Afdruktaak Uitgeschakeld Ne
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling B Lettervouw*4 Druk voorkant af: Binnen Open richting: Rechts open Nee Ja Harmonica*4 Open richting: Rechts open Nee Ja Dubbele vouw*4 Druk voorkant af: Binnen Open richting: Rechts open Nee Ja Enkele vouw*4 Druk voorkant af: Binnen Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Instellingen snijbreedte*5 • Snijbreedte aanpassen 2,0 mm Tekst/afbeelding afdrukken *1 *2 *3 *4 *5 G Tekstinstellingen (Stempel
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Methode Voor Poortomschakeling Omschakelen na einde opdracht Uitgangsinstellingen status G B Nee Ja Ja Ja Aantal kopieën 1 Ja Ja Afdrukstand Portret Ja Ja Papierformaat A4 (8-1/2" x 11") Ja Ja Uitvoerlade Auto Ja Ja Papiertype Normaal Papier 1 Ja Ja Resolutie-instelling 600dpi (Hoge kwaliteit) Ja Ja Afdrukken Lege Pagina Uitschakelen Uitgeschakeld Ja Ja 2-Zijdige Afdruk
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Wide A4 Uitgeschakeld PostScript-instellingen B Ja Ja Ja Ja Scherminstellingen Standaard Ja Ja PS-fouten afdrukken Uitgeschakeld Ja Ja Binaire verwerking Uitgeschakeld Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja OOXML-instellingen Druk Wat af Geselecteerd Blad Afdrukvrijgave Instellingen Raadpleeg de 'Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken' voor informatie over de verschillende afdruk
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingen Beeld Verzenden Algemene instellingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling G B Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja l Algemene instellingen (pagina 7-105) Voorwaarde- Instellingen Instellingen enige tijd vasthouden nadat scannen is voltooid Uitgeschakeld Automatische Starttijd voor Taak Tijdens Scannen 60sec.
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Instel. voor uitschak. van verzending * G B Nee Ja • [Opn.
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling G B + Zwart-wit Compressiemodus: MMR (G4) Nee Ja + Kleur/grijstinten Comprimeringsfactor: Gemiddelde compressie Nee Ja + Nadruk zw.
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling - Bcc-adres weergeven in het opdrachtstatusscherm Uitgeschakeld Standaardadres G B Nee Ja Nee Ja • Instelling standaard adres Uitgeschakeld Nee Ja • Selectie Toev. Selecteren uit adresboek Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Beheerinstellingen • Geavanceerde instelling - Selectie van Reply-to (Antwoord naar) uitschakelen.
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingen Document- archivering G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling G B Nee Ja l Instellingen Document- archivering (pagina 7-99) Voorwaarde- Instellingen Instellingen Standaardmodus Gedeelde Modus Nee Ja Instelling Sorteermethode Datum Nee Ja Nee Ja Instelling beheerdersauthoriteit • Bestand Verwijderen Uitgeschakeld Nee Ja • Map Verwijderen Uitgeschakeld Nee Ja • PIN Code/Wach
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling G B Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Gemiddelde compressie Nee Ja Uitgeschakeld Nee Ja • Resolutie toepassen bij uitvoering van taak Uitgeschakeld Nee Ja • Resolutie 200×200dpi Nee Ja Uitgeschakeld Nee Ja • Resolutie toepassen bij uitvoering van taak Uitgeschakeld Nee Ja • Resolutie 200×200dpi Nee Ja Uitgeschakeld Nee Ja • Resolutie toepassen bij uitvoering van taak Uitgeschakeld Nee Ja • Re
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Sharp OSA -instellingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling G B Nee Ja l Sharp OSA-instellingen (pagina 7-102) Voorwaarde- Instellingen* Cookie-instelling – Nee Ja Cookie verwijderen – Nee Ja – Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Uitgeschakeld Nee Ja - Applicatie naam – Nee Ja - Adres voor toepassings programma gebruikers interface.
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling G B Ingeschakeld Ja Ja • Papiercassette 1 Normaal Papier 1, A4 (8-1/2" x 11") Ja Ja • Papiercassette 2 Normaal Papier 1, A4 (8-1/2" x 11") Ja Ja • Papiercassette 3 Normaal Papier 1, Auto-AB (Auto-Inch) Ja Ja • Papiercassette 4 Normaal Papier 1, Auto-AB (Auto-Inch) Ja Ja • Papiercassette 5*1, 2, 3 Normaal Papier 1, A4 (8-1/2" x 11")*1 Normaal Papier 1, A3 (11" x 17")*2 Normaal Papier 1, Auto-AB (Auto-Inch)*
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling • Instellingsweergave vanaf Hoofdunit G B Nee Ja - Weergave Huidig Path Ingeschakeld Nee Ja - Schakel link van het huidige pad in Ingeschakeld Nee Ja Patroon 1 Nee Ja Nee Ja • Weergavepatroon instelling • Instelling Toetsbediening - Toetsgeluid Gemiddeld Nee Ja - Key Touch Geluid bij standaardinstelling Uitgeschakeld Nee Ja - Automatisch Wissen Instellen 60 sec.
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling G B Tonen in PC en MFP Nee Ja Modus Eenvoudige Instellingen – Nee Ja Instelling favoriete toets – Nee Ja Nee Ja + Wachtwoordinvoerscherm weergeven Toon instelling van Mode toets • Weergave Modus – Nee Ja • Mode toets weergave Home Ingeschakeld Nee Ja Nee Ja Nee Ja Toetsenbordinstellingen Standaard toetsenbordinstelling • Keuze Toetsenbord Afhankelijk van land en regio Nee Ja • Toetsenbo
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling G B Uitschakelen van duplex Uitgeschakeld Nee Ja Uitschakelen van verschuiving Uitgeschakeld Nee Ja Uitzetten nieteenheid*4 Uitgeschakeld Nee Ja Perforator uitschakelen*8 Uitgeschakeld Nee Ja Uitschakelen van kleurmodus*9 Uitgeschakeld Nee Ja Uitschakelen van origineelinvoer Uitgeschakeld Nee Ja Cassette met grote capaciteit uitschakelen*10 Uitgeschakeld Nee Ja Lade-instelling uitsc
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling - Uitschakelen Registratie/Wissen van Programma Uitgeschakeld - Bestemmingsregistratie met Globaal zoeken adres uitschakelen Alle Ongeldig - Uitschakelen van doorsturen via netwerk Uitgeschakeld • Instel. voor uitschak. van verzending G B Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja - [Opn.
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling B • Uitschakelen van kleurmodus*9 Uitgeschakeld Nee Ja • Master-machinemodus uitschakelen Uitgeschakeld Nee Ja • Uitschakelen Client Machinemodus Uitgeschakeld Nee Ja Nee Ja Nee Ja Uitgeschakeld Nee Ja – Nee Ja Nee Ja Nee Ja Beveiligings- instellingen • Instelling Verborgen patroon afdrukken - Directe invoer uitschakelen Instellingen Printeridentificatie Klok aanpassen Klok aanpassen • Huidige
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Netwerk- instellingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling G B Nee Ja Nee Ja l Netwerk- instellingen (pagina 7-131) Snelle setup IPv4-instellingen • DHCP Ingeschakeld Nee Ja • IPv4-adres 0.0.0.0 Nee Ja • Subnetmasker 0.0.0.0 Nee Ja • Standaard gateway 0.0.0.
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling G B • SSL inschakelen Uitgeschakeld Nee Ja • Verbindingstest – Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Openbare map/ NAS- instelling • public - Gebruik van opslag Toegestaan • shared - Gebruik van opslag Toegestaan Instellingen Netwerknaam Apparaatnaam – Nee Ja Domeinnaam – Nee Ja Opmerking – Nee Ja Nee Ja Nee Ja Protocolinstelling IPv4-instellingen • DHCP Ingesc
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Services instellingen DNS • DNS-instellingen G B Nee Ja Nee Ja Nee Ja - IPv4-instellingen – Nee Ja - Primaire server – Nee Ja - Secundaire server – Nee Ja - IPv6-instellingen – Nee Ja - Primaire server – Nee Ja - Secundaire server – Nee Ja - Time-out 2 seconden Nee Ja - Domeinnaam – Nee Ja - DNS update Uitgeschakeld Nee Ja - Interval updaten 3 minuten Nee Ja Nee Ja Nee Ja
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling G B - Time-out 5 seconden Nee Ja - Synchroon interval 6 uur Nee Ja - Synchroniseren bij start Uitgeschakeld Nee Ja - Nu synchroniseren – Nee Ja Nee Ja Nee Ja mDNS • mDNS-instellingen - mDNS Ingeschakeld Nee Ja - Servicenaam Modelnaam (Serienummer) Nee Ja - Domeinnaam Modelnaam-Serienummer-.
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling RAW • Instelling ruwe afdruk G B Nee Ja Nee Ja - Ruwe afdruk Ingeschakeld Nee Ja - Poortnummer 9100 Nee Ja - Time-out 90 seconden Nee Ja - Bidirectioneel gebruiken Uitgeschakeld Nee Ja Nee Ja Nee Ja WSD • WSD-instellingen - WSD afdrukken Uitgeschakeld Nee Ja - Multicast Discovery gebruiken Ingeschakeld Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling shared • Gebruik van opslag Toegestaan Proxy-instelling G B Nee Ja Nee Ja Nee Ja Proxy-instelling Uitgeschakeld Nee Ja Adres proxyserver – Nee Ja Gebruikersnaam – Nee Ja Wachtwoord – Nee Ja Uitgeschakeld Nee Ja Poortnummer 8080 Nee Ja Adres zonder proxygebruik – Nee Ja Nee Ja Nee Ja • Wachtwoord wijzigen Webpagina-instelling Apparaat HTTP- toegangs- instellingen • A
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Beveiligings- instellingen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling G B Nee Ja Nee Ja Nee Ja l Beveiligings- instellingen (pagina 7-142) Wachtwoord wijzigen Toegang tot Webpagina van Apparaat Beperken Via Wachtwoord Uitgeschakeld Wachtwoord gebruiker • Wachtwoord wijzigen Uitgeschakeld Nee Ja • Instellingen beveiligen met wachtwoord Uitgeschakeld Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Ing
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling G B • WSD Uitgeschakeld Nee Ja • Afdrukvrijgave Ingeschakeld Nee Ja 53000 Nee Ja Nee Ja Ingeschakeld Nee Ja 10080 Nee Ja Ingeschakeld Nee Ja 10443 Nee Ja Nee Ja - Poortnummer • Sharp OSA (uitbreidingsplatform) - HTTPS + Poortnummer - HTTPS + Poortnummer Client-poort • HTTP Ingeschakeld Nee Ja • HTTPS Ingeschakeld Nee Ja • FTP Ingeschakeld Nee Ja • FTPS Ingeschakeld Nee Ja • SMTP I
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling • Filtermodus Toegestaan • Filteradres 1-4 G B Nee Ja Nee Ja - IP-beginadres 0.0.0.0 Nee Ja - IP-eindadres 0.0.0.
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling - Versleutelen AES-128 - Schakelen verzenden uit, naar de adressen die niet kunnen worden versleuteld.
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling • Best.
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling G B • Accounttaak-id Ingeschakeld Nee Ja • Aanmeldnaam/gebr.nr.
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling Auditlogboek opslaan/verwijderen G B Nee Ja • Auditlogboek – Nee Ja • Auditlogboek opslaan*2 – Nee Ja • Auditlogboek verwijderen – Nee Ja *1 Deze instelling kunt u in de instellingsmodus van het apparaat configureren. *2 Deze instelling kunt u in de instellingsmodus van de webpagina configureren.
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Energie Besparen G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling G B Nee Ja Nee Ja Nee Ja l Energie Besparen (pagina 7-151) Eco-instelling Toon scherm Eco Aanbevelings Functie Uitgeschakeld Toon Melding bij verlenging Transitie Tijd naar Voorverwarming/Automatische Uitschakelstand Uitgeschakeld Instellingenmodus Aangepast Nee Ja Instelling Voorverwarmingsfunctie 1min.
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Systeem- controle G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling G B Nee Ja – Nee Ja – Nee Ja Nee Ja 50000 Nee Ja – Nee Ja – Nee Ja Data Import/Export (CSV Formaat) – Nee Ja Opslag-backup – Nee Ja Apparaat kopiëren – Nee Ja Adresboek doorsturen*2 – Nee Ja Gegevensback-up archiveren*1 – Nee Ja Nee Ja l Systeemcontrole (pagina 7-158) Takenlogboek Opdrachtlogboekgebrui
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Aanpassing beeldkwaliteit G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling G B Nee Ja l Afbeeldingskwaliteit aanpassen (pagina 7-162) Collectieve Aanpassing Registratieaanpassing*1 – Nee Ja Stand fuserreiniging*1 – Nee Ja Reinig modus MC*1 – Nee Ja Reinig modus PTC*1 – Nee Ja Zwarte Letter/Zwarte Lijn Dikte verstelling 0 Nee Ja Verminder zwarte strepen Uitgeschakeld Nee Ja Geef wa
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingsitems Fabrieksinstelling G B Scherpte 3 (normaal) Nee Ja Contrast 3 (normaal) Nee Ja Kleurprofielinstellingen*2 – Nee Ja Algemene functies*1 – Nee Ja Auto Kleurcalibratie (voor Kopie) – Nee Ja Auto Kleurcalibratie (voor Afdrukken) – Nee Ja Kopiecalibratie vanaf Scherm – Nee Ja Printercalibratie vanaf Scherm – Nee Ja Density Smoothing Aanpassing Middel Nee Ja *1 Deze instelling kunt u in de instell
SYSTEEMINSTELLINGEN►INSTELLINGSMODUSLIJST Instellingen Eerste Ingebruikneming G: Algemene gebruiker; B: Systeembeheerder/beheerder Instellingsitems Fabrieksinstelling G B Nee Ja l Instellingen Eerste Ingebruikneming Voorwaarde- Instellingen Naam – Nee Ja Machinecode – Nee Ja Machinelocatie – Nee Ja Memo – Nee Ja Klok aanpassen – Nee Ja • Huidige datum – Nee Ja • Geef de tijdzone aan – Nee Ja • Datum- en tijdinstellingen – Nee Ja • Synchroniseren met interne
SYSTEEMINSTELLINGEN►STATUS STATUS Status Machine-identificatie Het scherm Machine-identificatie bevat de systeeminformatie van het apparaat. Hier worden de modelnaam, de huidige status en de locatie van het apparaat weergegeven. Item Beschrijving Toets [Update] Hiermee werkt u de weergegeven informatie bij. Serienummer Toont het serienummer van het apparaat. Naam Als [Naam] niet is ingesteld, wordt [Niet ingesteld] weergegeven.
SYSTEEMINSTELLINGEN►STATUS Item Voorraadstatus Beschrijving Toont de huidige status van de benodigdheden. Als nietjes zijn geplaatst, wordt de status ervan weergegeven. Status papierinvoercassette Toont de huidige status van de papierladen die in het apparaat zijn geïnstalleerd. Instelling weergavepatroon Wijzig het kleurenschema dat voor de webpagina wordt gebruikt. (Kan alleen op de webpagina worden ingesteld.) Toets [Start de MFP opnieuw] Toont het scherm voor opnieuw opstarten.
SYSTEEMINSTELLINGEN►STATUS Netwerkstatus Het scherm Netwerkstatus bevat algemene statusinformatie en statusinformatie met betrekking tot de protocollen TCP/IP, DNS en WINS. Item Beschrijving ALGEMEEN Toont algemene informatie over het netwerk. • Connectietype: Toont het type netwerkverbinding. • Koppelingsstatus: Toont de gegevensoverdrachtsnelheid van de NIC en kabelgegevens. • Duplexmodus: Toont de duplexmodus van de NIC. • Hardwareadres: Toont het MAC-adres van de NIC.
SYSTEEMINSTELLINGEN►STATUS Firmwareversie Geeft de firmwareversie van het apparaat in een lijst weer. Voor deze functie hebt u beheerdersrechten nodig. Spanning uit/aan Via het scherm In-/uitschakelen kunt u het apparaat opnieuw opstarten of de energiespaarmodus inschakelen. Voor deze functie hebt u beheerdersrechten nodig. Item Beschrijving Start de MFP opnieuw Hiermee wordt het apparaat opnieuw opgestart.
SYSTEEMINSTELLINGEN►STATUS Lijst voor Beheerder Voor deze functie hebt u beheerdersrechten nodig. U kunt de lijsten en rapporten afdrukken die alleen de beheerder kan raadplegen.
SYSTEEMINSTELLINGEN►ADRESBOEK ADRESBOEK Adresboek Verzendbestemmingen (contactpersonen), zoals Scannen naar E-mail-adressen, en groepen kunnen in het adresboek worden opgeslagen. Zie 'ADRESBOEK (pagina 1-103)' voor de procedure voor het opslaan van contactpersonen en groepen met het aanraakscherm van het apparaat. In de instellingsmodus wordt de lijst met opgeslagen contactpersonen en groepen weergegeven. Als u een contactpersoon of groep wilt wijzigen, selecteert u de naam van de contactpersoon of groep.
SYSTEEMINSTELLINGEN►ADRESBOEK Item Beschrijving FTP FTP-adres Als u een adres wilt toevoegen, selecteert u [Nieuw adres] en voert u het adres in bij [Hostnaam of IP-adres]. Bestandstype Selecteer het bestandsformaat dat voor een gescande afbeelding moet worden gebruikt. Als [OCR] is ingeschakeld, wordt tekst in de scangegevens automatisch herkend. Voor PFD wordt de tekstinformatie in het PDF-bestand vastgelegd.
SYSTEEMINSTELLINGEN►DOCUMENTHANDELINGEN DOCUMENTHANDELINGEN Documenthandelingen Document- Archivering Gegevens die met Documentarchivering zijn opgeslagen kunnen via internet worden bewerkt. Hoofdmap De bestanden in de hoofdmap kunnen worden weergegeven. U kunt een opgegeven bestand bewerken door op [Afdrukken], [Verzenden], [Verplaatsen] of [Wissen] te klikken. Als het bestand dat u wilt bewerken beveiligd is met een wachtwoord, voert u het wachtwoord in bij 'Bestands PIN Code/Wachtwoord'.
SYSTEEMINSTELLINGEN►DOCUMENTHANDELINGEN Zoeken Zoekcriterium Gebruik deze instellingen om de zoekvoorwaarden in te voeren. U kunt een opgegeven bestand bewerken door op [Afdrukken], [Verzenden], [Verplaatsen] of [Wissen] te klikken. Als het bestand dat u wilt bewerken beveiligd is met een wachtwoord, voert u het wachtwoord in bij 'Bestands PIN Code/Wachtwoord'. Item Gebruikersnaam Beschrijving Voer gebruikersnaam in Voer de gebruikersnaam in.
SYSTEEMINSTELLINGEN►DOCUMENTHANDELINGEN Batch-afdruk Met een batch-afdruk kunnen meerdere bestanden tegelijk worden afgedrukt. Gebruik zoekcriteria om de bestanden te zoeken en selecteer meerdere bestanden in de zoekresultaten. Als u het aantal exemplaren wilt gebruiken dat is ingesteld toen de bestanden met Documentarchivering werden opgeslagen, selecteert u 'Gebruik het in elk bestand opgeslagen aantal kopieën'.
SYSTEEMINSTELLINGEN►DOCUMENTHANDELINGEN Afdruktaak indienen U kunt een bestand op uw computer afdrukken. De bestanden die kunnen worden afgedrukt zijn: PDF-, TIFF-, JPEG-, PCL-, PS-, XPS-, DOCX-, PPTX- en XLSX-bestanden met de extensie pdf, tif, tiff, jpeg, jpg, jpe, jfif, pcl, ps, xps, docx, pptx en xlsx. Alleen beschikbaar als de MFP PostScript ondersteunt. Voer het wachtwoord in van de versleutelde PDF-gegevens in de spoolwachtrij van het scherm Taakbeheer.
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING GEBRUIKERSBEDIENING Gebruikers -bediening Gebruikers- Lijst Dit tabblad wordt gebruikt om gebruikers op te slaan, te bewerken en te verwijderen als de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld. • De toets [Toevoegen] Hiermee voegt u een nieuwe gebruiker toe. • Toets [Wissen] De geselecteerde gebruiker uit de lijst verwijderen. • De toets [Alle gebruikers verwijderen] Hiermee verwijdert u alle geregistreerde gebruikers.
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Als fabrieksinstelling opgeslagen gebruikers De volgende gebruikers zijn in de fabriek in het apparaat opgeslagen. • Beheerder: de beheerdersaccount van het apparaat is als fabrieksinstelling opgeslagen. • Systeembeheerder: de account voor systeembeheer is als fabrieksinstelling opgeslagen. Deze account kan geen opdrachten uitvoeren.
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Gebruikersregistratie Item Beschrijving Gebruikersnaam Een gebruikersnaam van maximaal 255 tekens opslaan. Deze gebruikersnaam wordt gebruikt als toetsnaam in het authenticatiescherm, als gebruikersnaam voor documentarchivering en als verzendernaam. Gebruikersnaam gebruiken als loginnaam.*1 Selecteer deze optie aanmeldnaam. Voorletter (optioneel) Hiermee wordt bepaald waar de gebruikersnaam wordt opgenomen in de gebruikerslijst.
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Aangepaste Index U kunt de naam van de aangepaste index wijzigen. Tik op de naam van de aangepaste index in de lijst om deze te bewerken. Wis de eerder ingevoerde tekens en voer een nieuwe naam in (maximaal 127 tekens). Lijst van organisaties /groepen Deze modus wordt gebruikt om gebruikersgroepen op te slaan. Tik op een groepsnaam om deze rechtstreeks in te voeren. Wis de eerder ingevoerde tekens en voer een nieuwe naam in (maximaal 255 tekens).
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Netwerkserver toegangscontrole uitvoeren Toegangscontrolegegevens voor maximum aantal pagina's, bevoegdheden en favoriete handelingen kunnen van tevoren op een netwerkserver worden opgeslagen. Als deze netwerkserver voor netwerkauthenticatie wordt gebruikt, vindt de gebruikersauthenticatie plaats aan de hand van de opgeslagen toegangscontrolegegevens.
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Als 1000 gebruikers al handmatig zijn geregistreerd, is inloggen niet mogelijk. Verwijder oude of ongebruikte gebruikersnamen. Neem contact op met de beheerder van het apparaat. • Als toegangscontrole is ingeschakeld en de toegangscontrole-informatie niet kan worden verkregen via netwerkauthenticatie, is gebruikersauthenticatie niet mogelijk.
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Instelling authenticatiemeth. Hiermee wordt de authenticatiemethode geselecteerd. U moet deze instelling configureren voordat u gebruikersauthenticatie gaat gebruiken. Welke items u kunt configureren voor gebruikers die zijn opgeslagen nadat de gebruikersauthenticatiemethode is ingesteld, hangt af van de geselecteerde authenticatiemethode. Een gebruiker authenticeren d.m.v.
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Acties bij paginalimiet uitvoertaken wordt bereikt Met deze instelling bepaalt u of een opdracht moet wordt voltooid als het maximum aantal pagina's is bereikt terwijl de opdracht wordt uitgevoerd. De volgende instellingen kunnen worden geconfigureerd.
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Schakel tonen/wijzigen uit van andere gebruikers hun informatie in de taakbeheer instelling Verbiedt het weergeven en wijzigen van taakinformatie van andere gebruikers in het scherm Taakbeheer. Instelling voor automatisch afmelden Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, bepaalt deze instelling of automatische afmelding moet worden ingeschakeld. De tijd tot afmelding kan worden ingesteld tot maximaal 240 seconden in stappen van 10 seconden.
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Paginalimietgroep Deze modus wordt gebruikt om instellingen voor paginalimieten vooraf te registreren voor elke groep. De paginalimiet voor elke gebruiker wordt opgegeven door een van deze geregistreerde groepen te selecteren wanneer de gebruiker wordt geregistreerd. • De toets [Toevoegen] Gebruik deze toets om een nieuwe groep toe te voegen. • Lijst Deze bevat de groepen die momenteel zijn opgeslagen.
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Authoriteitsgroep Gebruik deze modus om instellingen die relevant zijn voor gebruikersautoriteiten vooraf op te slaan voor elke groep. De autoriteit van elke gebruiker wordt opgegeven door een van deze geregistreerde groepen te selecteren wanneer de gebruiker wordt geregistreerd. • De toets [Toevoegen] Gebruik deze toets om een nieuwe groep toe te voegen. • Lijst Deze bevat de groepen die momenteel zijn opgeslagen.
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Item Beschrijving Verzenden tijdens afdrukken Toegestaan Toegestaan Toegestaan Toegestaan Toegestaan Toegestaan Goedkeuringsinstelling voor gebruik tonerbesparingsmodus Geen tonerbesparing Geen tonerbesparing Geen tonerbesparing Geen tonerbesparing Geen tonerbesparing Geen tonerbesparing PDF maken voor surfen op pc Toegestaan Verboden Toegestaan Toegestaan Toegestaan Toegestaan Alle toegestaan Alle verboden Alle toegestaan Alle toegestaan A
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Item Alleen bestanden van aangemelde gebruikers weergeven Beschrijving Verboden Verboden Verboden Verboden Verboden Verboden Toegestaan Verboden Toegestaan Toegestaan Toegestaan Toegestaan Goedkeuringsinstellingen voor dubbelzijdig afdrukken Alle toegestaan Alle toegestaan Alle toegestaan Alle toegestaan Alle toegestaan Alle toegestaan Wijzigen Rekeningcode Toegestaan Toegestaan Toegestaan Toegestaan Toegestaan Toegestaan Uitvoergoedkeuring
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Item Beschrijving Instellingen Beeld Verzenden > Algemene instellingen Toegestaan Toegestaan Verboden Verboden Verboden Verboden Scaninstellingen Toegestaan Toegestaan Verboden Verboden Verboden Verboden Inserimento Metadati Toegestaan Toegestaan Verboden Verboden Verboden Verboden Instellingen Doc. Archiv.
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Favoriete handelingen-groep Groepslijst favoriete bediening Voor elke groep kan een favoriete bedieningsomgeving worden ingesteld. Bijvoorbeeld: een gebruiker die een andere taal spreekt moet normaal gesproken elke keer de taal wijzigen wanneer hij of zij het apparaat gaat gebruiken. Door de taalinstelling in een favoriete handelingen-groep te registreren, wordt de taal automatisch gekozen wanneer de betreffende gebruiker zich aanmeldt.
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Item Beschrijving Instelling voor interval van dubbeltikken Selecteer een interval waarop een dubbele tik wordt gedetecteerd. Toetsgeluid Stel het geluid in dat u hoort wanneer op een toets wordt getikt. Keuze Toetsenbord Stel de taal van het toetsenbord in. Weergavepatroon instelling Selecteer het kleurenpatroon dat in het aanraakscherm wordt gebruikt.
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Beginschermlijst Beginscherminstellingen moeten vooraf worden opgeslagen. Selecteer een beginscherm voor de registratie van Groepslijst favoriete bediening. Item Beschrijving Naam Voer een naam van maximaal 32 tekens voor het beginscherm in. Selecteer de groepnaam voor het registratiemodel Selecteer een van de eerder opgeslagen beginschermen als sjabloon voor het nieuwe beginscherm.
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Gebruikersaantallen terugzetten Selecteer een gebruiker in het instellingenscherm en tik op de toets [Aantal wissen]. Het scherm 'Gebruikersaantallen op nul zetten' wordt weergegeven voor de betreffende gebruiker. De scherminhoud varieert, afhankelijk van het feit of één gebruiker of meerdere gebruikers zijn geselecteerd. De items die in beide gevallen worden weergegeven, worden beschreven in de onderstaande tabel.
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Instelling Rekening Code Beheerinstellingen De instelling van de rekeningcode wijzigen. Gebruik Rekening Code De rekeningcode inschakelen of uitschakelen. Gebruik Code Instellingen Er wordt automatisch een gebruikscode toegewezen als geen rekeningcode wordt ingevoerd. Voer de code in en gebruik maximaal 32 1-bits tekens.
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Main code zoeken Voer de main code en de naam van de main code in en tik vervolgens op de toets [Zoeken]; het zoekresultaat wordt weergegeven. Instellingen Item Beschrijving Main Code Voer de Main Code in. Voer de code in en gebruik maximaal 32 1-bits tekens. Belangrijkste Code Naam Voer de Main Code in. Gebruik maximaal 32 2-bits of 1-bits tekens voor het opgeven van de codenaam.
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING Sub code zoeken Voer de sub code en de naam van de sub code in en tik vervolgens op de toets [Zoeken]; het zoekresultaat wordt weergegeven. Instellingen Item Beschrijving Sub Code Voer de Sub Code in. Voer de code in en gebruik maximaal 32 1-bits tekens. Sub Code Naam Voer de Sub Code in. Gebruik maximaal 32 2-bits of 1-bits tekens voor het opgeven van de codenaam.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling voor het beginscherm U kunt de lay-out, de pictogrammen en de achtergrond van het beginscherm van het apparaat wijzigen. Voorwaarde- Instellingen Item Beschrijving Sjabloon U kunt de lay-out van de toetsen wijzigen door een patroon te selecteren dat eerder is opgeslagen. De afbeelding [Toetsenindeling van het scherm] verandert telkens als u een patroon selecteert.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Achtergrondbeeld Gebruik deze instelling om een achtergrondafbeelding te registreren. Item De lijst Achtergrondbeeld Beschrijving Afbeeldingen, zoals achtergrondafbeeldingen, worden in de lijst Geregistreerde afbeelding geregistreerd. Als u een afbeelding wilt registeren, klikt u op de naam van een geregistreerde afbeelding of een ongebruikte naam. Daarop wordt het scherm Achtergrondbeeld registreren weergegeven. Registreer de gewenste afbeelding.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Kopieerinstellingen Voorwaarde- Instellingen De volgende instellingen zijn bedoeld voor de kopieerfunctie. Standaardinstellingen die u met deze instellingen selecteert, zijn van toepassing op alle functies van het apparaat (niet alleen de kopieerfunctie). Instelling Draaien Kopie Als het origineel en het papier in een andere afdrukstand worden geplaatst, wordt de afbeelding met deze functie automatisch 90 graden gedraaid om correct op het papier te worde gekopieerd.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Begininstelling Tabkopie Deze instelling wordt gebruikt om de breedte van de standaardafbeeldingsverschuiving (de tabbreedte) voor tabkopieën in te stellen. Geef een waarde op van 0 mm (0") t/m 25 mm (1") in stappen van 3 mm (1/8"). Uitschakelen Registratie/Wissen van Programma Deze instelling wordt gebruikt om het verwijderen en wijzigen van de kopieerinstellingen in de werkprogramma's niet toe te staan. Uitschakeling handinvoer bij dubbelz.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Hoge kwaliteitsscan vanaf Document Feeder (B/W) U kunt de resolutie voor zwart-witkopieën via de automatische documentinvoereenheid wijzigen van 600 x 400 dpi naar 600 x 600 dpi (modus Hoge kwaliteit). Wanneer u gebruikmaakt van de modus Hoge kwaliteit, worden fijne lijnen en kleine tekst beter afgedrukt.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Item Beschrijving 2-Zijdige Kopie Configureer de 2-zijdige modusinstellingen die u standaard wilt gebruiken. Als deze instelling wordt gebruikt om de standaardinstelling voor de duplexfunctie te wijzigen in een andere instelling dan 'Enkelzijdig naar enkelzijdig' en de duplexfunctie of automatische documentinvoereenheid niet functioneert of is uitgeschakeld, zal deze instelling worden teruggezet naar 'Enkelzijdig naar enkelzijdig'.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Printerinstellingen U kunt de instellingen met betrekking tot de printerfunctie configureren. Voorwaarde- Instellingen De voorwaarden voor printerinstellingen worden hieronder beschreven. Kennisgeving Pagina Niet Afdrukken Hiermee schakelt u de mogelijkheid uit om een kennisgevingspagina af te drukken. Testpagina Niet Afdrukken Hiermee schakelt u de mogelijkheid uit om de testpagina af te drukken.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Interface-Instellingen U kunt de instellingen met betrekking tot de printerfunctie configureren. Deze instellingen worden gebruikt om de verzending van gegevens naar de USB- of netwerkpoort te controleren en te bewaken. Hexadecimale Dump Deze functie wordt gebruikt om de afdrukgegevens van een computer af te drukken in hexadecimale indeling, samen met de bijbehorende ASCII-tekst.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Uitgangsinstellingen status Als u gegevens afdrukt in een omgeving waar de printerdriver niet wordt gebruikt (met andere woorden: als u gegevens afdrukt via het MS-DOS-systeem of als u gegevens afdrukt via een pc waarop de meegeleverde printerdriver niet is geïnstalleerd), stelt u de gedetailleerde afdrukvoorwaarden in. (De functie 'Afdrukken Lege Pagina Uitschakelen' is ook van kracht als het PCL-printerstuurprogramma wordt gebruikt.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingsitems Beschrijving (Perforeren gebruiken)*6 (Perforeren niet gebruiken)*6 Perfor.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN PCL-instellingen Hiermee worden symbolensets, lettertypen en regeleindecode ingesteld die worden gebruikt in een PCL-omgeving. Instellingen Instellingsitems Instellingen Instelling Geef de symbolenset op die wordt gebruikt voor het afdrukken. • Maak een selectie uit 35 items. Selecteer een lettertype dat wordt gebruikt voor afdrukken.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen voor e-mail afdrukken Selecteer deze optie om E-mail afdrukken te gebruiken. E-mail afdrukken Geef aan of E-mail afdrukken al dan niet moet worden uitgevoerd. POP3-server Stel de POP3-server voor e-mail in. Poortnummer Stel het poortnummer van de e-mailserver in. POP-authenticatie Stel deze optie in om POP-authenticatie voor e-mail uit te voeren. Gebruikersnaam Stel de gebruikersnaam voor e-mail in. Wachtwoord Stel het wachtwoord voor e-mail in.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Directe Afdrukinstellingen (Netwerkmap) Configureer deze instellingen als u bestanden in een netwerkmap met Rechtstreek afdrukken wilt gaan afdrukken. Er wordt een lijst met beschikbare netwerkmappen weergegeven. Als u een netwerkmap wilt toevoegen, klikt u op de knop [Toevoegen] en configureert u de instellingen. Registratie van netwerkmap Configureer de instellingen voor de netwerkmap. Naam Geef de naam op die voor Rechtstreeks afdrukken moet worden gebruikt.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Beeld Verzenden Algemene instellingen Instellingen met betrekking tot de beeldverzendfunctie (E-mail, enzovoort) kunnen worden geconfigureerd. De volgende bedieningsinstellingen zijn van toepassing op alle beeldverzendfuncties. Voorwaarde- Instellingen Instellingen enige tijd vasthouden nadat scannen is voltooid Gebruik deze instelling om de instellingen te bewaren nadat het scannen is voltooid (totdat de functie Automatisch wissen wordt geactiveerd).
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Standaard origineelafbeeldingstype Selecteer vooraf het origineeltype om scannen van het origineel met een geschikte resolutie mogelijk te maken (uitsluitend voor scanmodus en scanmodus voor USB-geheugen). De volgende instellingen kunnen worden geconfigureerd. • Tekst/Afged.Foto • Tekst/Foto • Tekst • Foto • Afgedrukte Foto • Map Zorg ervoor, dat u op de Volgende Adres Toets ([+]) drukt, vóór het selecteren van het volgende adres.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Registratie van bestemming op webpagina uitschakelen Hiermee schakelt u het opslaan van de bestemming via de instellingsmodus uit (webversie). Configureer de instellingen voor de volgende items: • Groep (Directe Invoer) • Groep (Adresboek) • Contacten ALLES selecteren: alle items worden geselecteerd. Geselecteerde wissen: alle selecties worden gewist.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Scaninstellingen Instellingen met betrekking tot de beeldverzendfunctie (E-mail, FTP, enzovoort) kunnen worden geconfigureerd. Uitgangsinstellingen status De volgende instellingen zijn bedoeld voor de scanner. Standaardinstellingen kleurmodus Selecteer een standaardinstelling voor de kleurmodus voor zowel kleur als zwart-wit in E-mailadres, Netwerkmap en FTP. Geef 'Scanner algemeen' op tenzij E-mail is opgegeven.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Eenvoudige Scaninstellingen Stel de standaard kleurmodus in voor Eenvoudige Scan. Stel [Kleur] in als op de toets Starten kleur wordt getikt en [Z/W] als op de toets Starten zwart-wit wordt getikt. Instellingsitems Instelling Kleur Auto Meerkleuren Z/W Grijstinten Mono Resolutie-instelling De volgende instellingen zijn beschikbaar voor de standaardresoluties voor de algemene modi voor scannen en e-mail.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling van maximum aantal verzenddata(E-Mail) Het is mogelijk een bestandsgroottelimiet in te stellen van 1 MB t/m 10 MB in stappen van 1 MB om te voorkomen dat extreem grote bestanden worden verzonden met de modus Scannen naar E-mail. Als de totale grote van de beeldbestanden tijdens het scannen van het origineel deze limiet overschrijdt, worden de beeldbestanden verwijderd. Selecteer [Onbeperkt] als u geen limiet wilt opgegeven.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Standaardadres Instelling standaard adres U kunt een standaardadres opslaan zodat u een bericht kunt verzenden door eenvoudig op de toets [Start] (inclusief de toets [Kleur Start] of [Z/W Start]) te drukken zonder een adres op te geven. Als [Voeg E-mailadres gebruiker toe voor aanmelden.] is geselecteerd, wordt het e-mailadres van de aangemelde gebruiker ingesteld als de standaardbestemming.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Beheerinstellingen Geavanceerde instelling Selectie van Reply-to (Antwoord naar) uitschakelen. Het selecteren van verzendadressen onmogelijk maken. Bestandsnaamgeving U kunt de gegevens selecteren die in de naam van de gescande bestanden zijn opgenomen. Serienummer U kunt het serienummer van het apparaat aan de bestandsnaam toevoegen. Tekst U kunt elke willekeurige tekst aan de bestandsnaam toevoegen.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Setup Metadata Als de applicatie-integratiekit is geïnstalleerd, kunt u de metadata beheren die in andere applicaties moeten worden gebruikt. De opgeslagen metadata worden op de pagina met metadata weergegeven. U kunt metadata toevoegen, bewerken of verwijderen. • De toets [Toevoegen] Hiermee voegt u een nieuwe metadata-set toe. • De lijst Bevat de metadata-sets die momenteel zijn opgeslagen. Metadata afleveren Hiermee schakelt u de metadataverzendfunctie in of uit.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Document- archivering Voorwaarde- Instellingen De instellingen voor documentarchivering worden hieronder beschreven. Selecteer [Instellingen Document- archivering] om de instellingen te configureren. Instellingen Standaardmodus Hiermee wordt aangegeven welke modus (Delen of Vertrouwelijk) moet worden gebruikt als standaardmodus voor het opslaan van een bestand.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Standaard origineelafbeeldingstype Selecteer vooraf het standaardorigineeltype om het scannen van het origineel op een geschikte resolutie mogelijk te maken. De volgende instellingen kunnen worden geconfigureerd. • Tekst/Afged.Foto • Tekst/Foto • Tekst • Foto • Afgedrukte Foto • Map Als de belichting staat ingesteld op [Auto], kan geen standaardorigineeltype worden geselecteerd.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Standaardinstelling van PDF-indeling voor surfen op pc U kunt de aanvankelijke bestandsindeling opgeven voor het openbare PDF-bestand of het downloadbestand dat tijdens de uitvoering van elke opdracht wordt gemaakt.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Nu verwijderen Wanneer deze optie wordt uitgevoerd terwijl een map is geselecteerd, worden alle bestanden in die map direct verwijderd, ongeacht de datum- en tijdinstelling. Automatisch verwijderen uitvoeren tijdens automatisch uitschakelen (Als deze optie niet is geselecteerd, worden de bestanden verwijderd als het apparaat wordt geactiveerd vanuit de modus Automatisch uitschakelen.) Voer Automatisch verwijderen ook uit als Automatisch uitschakelen is ingeschakeld.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Registratie van standaardapplicatie Item Instellingen Applicatie naam Voer een applicatienaam in. Adres voor toepassings programma gebruikers interface. Stel een IP-adres in van de applicatie of een netwerknaam om de gebruikersinterface van het apparaat te beheren. Time-out Voer een time-out in. De standaardinstelling is 20 seconden. Browser Selecteer het type webbrowser. Uitgebreid platform Stel deze optie in om het uitbreidingsplatform te gebruiken.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Ingesloten Toepassingsinstellingen De 'ingesloten toepassingen' die op het apparaat zijn geïnstalleerd opslaan en beheren. • De toets [Toevoegen] Hiermee voegt u een nieuwe ingesloten toepassing toe. • De lijst Deze bevat de ingesloten toepassingen die momenteel zijn geïnstalleerd. Een ingesloten toepassing installeren Wanneer u op de toets [Toevoegen] tikt, wordt het registratiescherm weergegeven. Er kunnen maximaal 16 items worden geïnstalleerd.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Algemene instellingen Papierinstellingen Papierlade- instellingen In dit gedeelte worden instellingen voor de papierlade en het papiertype beschreven. Deze instellingen bepalen het papiertype, het papierformaat en functies die voor elke papierlade zijn toegestaan. Als u [Papierlade- instellingen] selecteert, wordt er een lijst weergegeven met de laden en huidige instellingen.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Lade-instellingen Papierlade Papiertype Formaat Papiercassette 1 Normaal Papier 1 tot 2*1, Recycled, Kleur, Briefpapier, Voorbedrukt, Geperforeerd, gebruikerstype A4, B5, 8-1/2" x 11" Papiercassette 2 Normaal Papier 1 tot 2*1, Recycled, Kleur, Briefpapier, Voorbedrukt, Geperforeerd, gebruikerstype A4, 8-1/2" x 11" Papiercassette 3 Normaal Papier 1 tot 2*1, Recycled, Kleur, Briefpapier, Voorbedrukt, Geperforeerd, Zwaar Papier 1 tot 2*2, gebruikerstype Auto-
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Papierlade Papiertype Formaat 2*1, Doorvoerlade (op het apparaat) Normaal Papier 1 tot Recycled, Kleur, Briefpapier, Voorbedrukt, Geperforeerd, Dun papier, Zwaar Papier 1 tot 4*2, Reliëf, Envelop, Tabblad papier, transparanten, etiketten, Glossy papier, gebruikerstype Normaal Papier 1 tot Recycled, Kleur, Briefpapier, Voorbedrukt, Geperforeerd, Dun papier, Zwaar Papier 1 tot 2*2, Tabblad papier, transparanten, gebruikerstype Auto-AB (A3W, A3, B4, A4W, A4, A4R*3
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Kies een papierformaat voor autom. det. 'Kies een papierformaat voor autom. det.' in het instellingenscherm van de handinvoerlade wordt gebruikt om het automatisch gedetecteerde papierformaat te selecteren uit vergelijkbare formaten. Selecteer een van twee formaten wanneer 'Auto-Inch' is ingesteld. Selecteer een van vijf formaten wanneer 'Auto-AB' is ingesteld.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Item Beschrijving Naam Voer een naam in voor de papierinstellingen (maximaal 50 voor tekens van halve of hele breedte). Zoeknummer Stel een zoeknummer in. Tabblad [Standaardinstellingen] Instelling voor papiergewicht Eenheid Stel het te gebruiken papiergewicht in. Stel de eenheden in die worden gebruikt voor het papiergewicht. Papiertype Stel het papiertype in.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Item Beschrijving Aanpas. Papier Registratie U moet het papier buigen om op de juiste positie op het papier af te drukken. Deze functie past de juiste hoeveelheid buiging aan. Instelling Maximale Dichtheid Hiermee wordt de maximale dichtheid voor elk van Y/M/C/K aangepast. Kant 1/2, XY Verhoudingsinstellingen Configureer de instellingen zo, dat de grootte van de afbeelding gelijk wordt gemaakt bij dubbelzijdig afdrukken.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN [AB-formaten] Meet de lengte van (a-1) in mm. Deel 10000 door de gemeten lengte van (a-1) en voer die waarde in bij [Y] voor Kant 1. Meet de lengte van (b-1) in mm. Deel 10000 door de gemeten lengte van (b-1) en voer die waarde in bij [X] voor Kant 1. [Formaten in "] Meet de lengte van (a-2) in inch. Deel 500 door de gemeten lengte van (a-2) en voer die waarde in bij [Y] voor Kant 1. Meet de lengte van (b-2) in inch.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Foldelinje Foldelinje X +5 -5 mm X +5 -5 mm Læs skalaen (F.eks.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Meetpatronen voor Instellingen van Kant 1/2, XY Verhoudingsinstellingen / Kant 1/2, XY Afdrukpositie Om de instellingen voor de Kant 1/2 XY-afdrukpositie en Kant 1/2 XY Verhouding op te geven, drukt u een patroon af voor meting.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Bijvoorbeeld: Inhoud bijgesneden voor AB-formaat A3W A3 B4 A4 B5 A5 X +5 -5 mm X +5 -5 mm X +5 -5 mm Y1 Y1 /10 mm : %(X) /5’’ : %(X) Y +6 Y +6 Y +6 -6 mm -6 mm -6 mm Y +6 Y +6 Y +6 -6 mm -6 mm -6 mm -6 mm -6 mm -6 mm Y +6 -6 mm Y +6 Y +6 -6 mm -6 mm Y +6 -6 mm X2 -6 mm Y +6 -1 X2 Y +6 Y +6 -6 mm X1 Y +6 Y +6 +1 X1 Front (Side1) 100% Y2 /5’’ : +1 -1 100% Y2 /100mm : X +5 -5 mm X +5 -5 mm X +5 -5 mm Bijvoo
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Papiertype- registratie Sla een papiertype op als het gewenste papiertype niet in de selectie wordt weergegeven of als u een nieuwe set papiereigenschappen wilt maken. Er kunnen maximaal 9 papiertypen worden geregistreerd. Lijstnaam Beschrijving Soortnaam Een willekeurige naam opslaan. De standaardnamen zijn 'Gebruik.Type 1' tot 'Gebruik.Type 9'. Vaste Papierzijde Schakel deze instelling in als papier met een voor- en achterzijde wordt gebruikt.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Bedienings- Instellingen Voorwaarde- Instellingen Vergrote weergavemodus Toont grote tekens op het scherm. wordt in het systeemvak weergegeven als de modus Grote tekens is ingeschakeld. Mededelingentijd Instellen De tijdsduur voordat meldingen in het aanraakscherm worden getoond (de duur voordat een melding automatisch wordt gewist), kan worden ingesteld op een waarde tussen 1 en 12 seconden.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Toetsbediening Toetsgeluid Regelt het geluidsniveau van het toetsgeluid of schakelt het geluid uit. Key Touch Geluid bij standaardinstelling Wanneer u de belichting instelt in het scherm voor het aanpassen van de belichting van iedere modus, klinkt drie keer een pieptoon als de referentiewaarde is bereikt.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Handmatige afwerking uitsch. Hiermee schakelt u het gebruik van de functie voor handmatige afwerking uit. Beginwaarde aantal originelen Hiermee bepaalt u of 'Aantal originelen' bij Overige voor elke functie wordt ingeschakeld.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Modus Eenvoudige Instellingen Geef aan welke items kunnen worden geselecteerd in de modus Eenvoudige kopie en andere eenvoudige modi. De items worden op volgorde op het scherm weergegeven, vanaf het item dat als Nr 1 is ingesteld.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Toetsenbordinstellingen Standaard toetsenbordinstelling De toetsenbordinstellingen configureren voor het invoeren van tekst. Keuze Toetsenbord U kunt de lay-out en de weergave van de toetsen aanpassen aan de ingestelde taal. Toetsenbordprioriteit instellen Als er een extern toetsenbord is aangesloten, kunt u aangeven of het externe toetsenbord of het toetsenbord op het scherm (het aanraaktoetsenbord) prioriteit moet krijgen.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Apparaatbeheer Diverse apparaten die op het apparaat zijn aangesloten, kunnen worden ingesteld. Instelling Detectie Formaat Origineel Een van de 8 groepen standaardorigineelformaten die hieronder worden weergegeven, kunnen worden geselecteerd voor detectie door de functie Detectie formaat origineel.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Papiersoort voor Auto Papierselectie U kunt het papiertype* opgeven dat tijdens de functie Automatische papierselectie zal worden geselecteerd. Selecteer een van de volgende instellingen: • Normaal Papier 1 • Normaal Papier 2 • Recycled Met deze instelling zullen via de functie Automatische papierselectie geen andere papiertypen worden geselecteerd dan de opgegeven papiertypen.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Status Rode indicator (foutindicator) Patroon 1 Patroon 2 Patroon 3 Fouten die het apparaat niet uitschakelen, bijvoorbeeld als de toner bijna op is. Rood: brandt Rood: brandt Rood: brandt Fouten die het apparaat uitschakelen, bijvoorbeeld bij het vastlopen van papier of als de toner op is. Rood: knippert Rood: knippert Rood: knippert Apparaat verkeert in een andere status dan de bovenstaande. Rood: uit Rood: uit Rood: uit Totaalinst.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Uitschakelen van origineelinvoer Gebruik deze instellingen om het gebruik van de automatische documentinvoereenheid niet toe te staan wanneer deze bijvoorbeeld niet goed functioneert. (Er kunnen nog wel originelen met de glasplaat worden gescand wanneer deze instelling is ingeschakeld.) Cassette met grote capaciteit uitschakelen Met deze instelling schakelt u de papierlade met grote capaciteit uit, bijvoorbeeld wanneer deze niet goed functioneert.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen in /uitschakelen Met de volgende instellingen schakelt u bepaalde functies in of uit. Gebruikers- bediening Afdrukken door ongeldige gebruiker uitschakelen Het is mogelijk het afdrukken door gebruikers waarvan geen informatie op het apparaat is opgeslagen te blokkeren, zoals het afdrukken zonder het invoeren van geldige gebruikersinformatie in de printerdriver of het afdrukken van een bestand op een FTP-server in de instellingsmodus (webversie).
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Beeld Verzenden Omschakelen weergave- volgorde uitschakelen Hiermee schakelt u de mogelijkheid uit om de weergavevolgorde (volgorde van zoeknummer, oplopend, aflopend) te wijzigen in het adresboek en andere items. Als deze optie is ingesteld, wordt de weergave ook niet gesorteerd als u op het tabblad in het adresboekscherm tikt. De huidige volgorde van de weergave wordt gebruikt nadat de instelling is geselecteerd.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Directe invoer uitschakelen Hiermee schakelt u directe invoer van het bestemmingsadres en dergelijke uit. Configureer de instellingen voor de volgende items: • E-mail • Netwerkmap Alles selecteren: alle items worden geselecteerd. Geselecteerde wissen: alle selecties worden gewist. PC-scan uitschakelen Blokkeer scannen op een externe pc. Opslag op extern geheugenapparaat uitschakelen Blokkeer opslaan op een extern geheugenapparaat.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Apparaatbeheer Uitschakelen van origineelinvoer Gebruik deze instellingen om het gebruik van de automatische documentinvoereenheid niet toe te staan wanneer deze bijvoorbeeld niet goed functioneert. (Er kunnen nog wel originelen met de glasplaat worden gescand wanneer deze instelling is ingeschakeld.) Uitschakelen van duplex Deze functie wordt gebruikt om 2-zijdig afdrukken uit te schakelen als de duplexmodule bijvoorbeeld niet goed functioneert.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Klokaanpassing Dit is de eerste basisinstelling voor de bediening van het apparaat. Gebruik deze functie om de datum en tijd van de ingebouwde klok van het apparaat in te stellen. Als [Systeem- instellingen] bij 'Instellingen (beheerder) [Algemene instellingen] → [Instellingen in /uitschakelen] → [Klokinstelling deactiveren] is ingeschakeld, kunnen de datum en tijd niet worden ingesteld.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Datumformaat Dit is de eerste basisinstelling voor de bediening van het apparaat. De notatie die wordt gebruikt voor het afdrukken van de datum op lijsten en andere uitvoer kan worden gewijzigd. Als [Systeem- instellingen] bij 'Instellingen (beheerder) [Algemene instellingen] → [Instellingen in /uitschakelen] → [Klokinstelling deactiveren] is ingeschakeld, kunnen de datum en tijd niet worden ingesteld.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Netwerk- instellingen Snelle setup Selecteer de minimaal vereiste instellingen voor de apparaatverbinding met het netwerk. IPv4-instellingen Gebruik deze instelling om het IP-adres van het apparaat in te stellen wanneer u het apparaat gebruikt in een TCP/IP (IPv4)-netwerk. DHCP Gebruik deze instelling om het IP-adres automatisch te verkrijgen met behulp van DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol)/BOOTP (Bootstrap Protocol).
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN SMTP-authenticatie Als is ingesteld, wordt de SMTP-serverauthenticatie uitgevoerd. Gebruikersnaam Voer de gebruikersnaam in. Wachtwoord Voer het wachtwoord in. Wachtwoord wijzigen Wijzig het wachtwoord door in te stellen. Verbindingstest Tik op de knop [Uitvoeren] om de verbinding met de SMTP-server te testen. LDAP-installatie Naam Voer de adresboeknaam in.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Openbare map/ NAS- instelling Stel elke optie in op [Verboden] als de opslag niet wordt gebruikt. Wanneer instellingen worden gewijzigd, worden deze pas van kracht nadat het apparaat opnieuw is opgestart. Zie 'DE VOEDING INSCHAKELEN (pagina 1-10)' voor informatie over het opnieuw opstarten van het apparaat. Instellingen Netwerknaam Apparaatnaam Voer een apparaatnaam in. Domeinnaam Voer de naam van het domein in.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Voer het standaardgateway-adres in. • Als gebruik wordt gemaakt van DHCPv6, kan het IP-adres dat aan het apparaat is toegewezen automatisch worden gewijzigd. Als het IP-adres verandert, is afdrukken niet mogelijk. • In een IPv6-omgeving kan het apparaat met het LPD- of IPP-protocol werken. MTU Instellingen Geef de maximumgrootte op voor het doorsturen van gegevens.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN SMTP SMTP-instelling Primaire server Voer de hostnaam of het IP-adres van de primaire SMTP-server in. Secundaire server voer de hostnaam of het IP-adres van de secundaire SMTP-server in. Poortnummer Voer een poortnummer in. De standaardinstelling is poort 25. Time-out Voer een time-out in. De standaardinstelling is 20 seconden. Deze waarde wordt gebruikt voor de verbinding met de SMTP-server en voor de verzending van gegevens volgens de e-mailsysteemspecificaties.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Kerberos Instelling Kerberos-authenticatie KDC-server Voer de hostnaam of het IP-adres van de Kerberos-authenticatieserver in. Poortnummer Voer het poortnummer van de Kerberos-authenticatieserver in. De standaardinstelling is poort 88. Bereik Voer de Kerberos-realm in. SNTP SNTP-instellingen SNTP Stel deze optie in om het SNTP-protocol te gebruiken. SNTP-server Voer de hostnaam of het IP-adres van de SNTP-server in. Poortnummer Voer een poortnummer in.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Trap Community Voer de communitynaam in voor de SNMP TRAP die vanaf het apparaat wordt verstuurd. TRAP-doeladres Voer het IP-adres van de bestemmingscomputer voor SNMP TRAP-communicatie in. SNMP v3-instellingen SNMP v3-instellingen Stel deze optie in om de SNMPv3-instellingen te gebruiken. Gebruikersnaam Voer de gebruikersnaam in. Authenticatiesleutel Voer de authenticatiecode in. Privacy-sleutel Voer de privacycode in. Contextnaam De contextnaam weergeven.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN WSD WSD-instellingen WSD afdrukken Stel deze optie in om WSD afdrukken te gebruiken. Multicast Discovery gebruiken Stel deze optie in om multicast-detectie te gebruiken. Aansluiten op externe dienst Cloud Connect Instellingen Office 365 Domeinnaam Stel deze optie in als u een koppeling naar de functie OneDrive for Business/SharePoint Online gebruikt. Voor uw domeinnaam voor Office 365 in (het ***** gedeelte van *****.onmicrosoft.com).
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Instellingsitems Instelling Naam Voer de adresboeknaam in. Zoek-root Voert de standaardzoekinstellingen in voor het zoeken naar een specifiek gebied van de LDAP-directorygegevensstructuur. Bijvoorbeeld: o = ABC, ou = NY, cn = Everyone De ingevoerde waarden moeten met een puntkomma of komma van elkaar worden gescheiden. LDAP-server Voer de hostnaam of het IP-adres van de LDAP-server in.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Active Directory Instellingen Domeinnaam Voer de naam van het domein in. Zoek Attribuut: Het opzoekkenmerk instellen. De standaardinstelling is cn. Link met gebruikerscontrolefunctie Paginalimietgroep Hier kunt u een paginalimietgroep instellen. De standaardinstelling is pagelimit. Authoriteitsgroep Hier kunt u een authoriteitsgroep instellen. De standaardinstelling is authority. Favoriete handelingen-groep Hier kunt u een favoriete handelingen-groep instellen.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Proxy-instelling Een proxyserver gebruiken om verbinding te maken met het netwerk. Instellingen Item Beschrijving Proxy-instelling Geef aan wanneer de proxy-instellingen moeten worden gebruikt. Adres proxyserver Voer het adres van de proxyserver in. Gebruikersnaam Voer een gebruikersnaam voor toegang tot de proxyserver in. Wachtwoord Voer een wachtwoord voor toegang tot de proxyserver in. Poortnummer Voer het poortnummer van de proxyserver in.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Beveiligings- instellingen Wanneer instellingen worden gewijzigd, worden deze pas van kracht nadat het apparaat opnieuw is opgestart. Zie 'DE VOEDING INSCHAKELEN (pagina 1-10)' voor informatie over het opnieuw opstarten van het apparaat. Wachtwoord wijzigen Toegang tot Webpagina van Apparaat Beperken Via Wachtwoord Gebruik deze instelling om het aanmeldscherm weer te geven zodat de gebruiker zich moet aanmelden om toegang te krijgen tot de webserver.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Poortregeling Schakel de hoofdsysteempoorten in of uit, stel de poortnummers in en tik op de toets [Opslaan]. De volgende poorten kunnen worden geconfigureerd.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Client-poort • HTTPS: • FTPS: • SMTP-SSL: • POP3-SSL: • LDAP-SSL: • syslog-SSL: SSL-versleuteling toepassen op HTTP-communicatie. SSL-versleuteling toepassen op FTP-communicatie. SSL-versleuteling toepassen op SMTP-communicatie. SSL-versleuteling toepassen op POP3-communicatie. SSL-versleuteling toepassen op LDAP-communicatie. SSL-versleuteling toepassen op syslog-communicatie.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Versleutelingsinstellingen E-mail ondertekenen Schakel 'E-mail ondertekenen' in om een handtekening te gebruiken. Versleutelen Schakel versleuteling in. Schakelen verzenden uit, naar de adressen die niet kunnen worden versleuteld. Verbied verzending naar adressen die niet kunnen worden versleuteld. Maker van Certificate Signing Request(CSR) Voer onderstaande informatie in en tik op de toets [Uitvoeren] om een Certificate Signing Request (CSR) aan te maken.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN IPsec-regels De geregistreerde IPsec-regels worden weergegeven. Als u een nieuwe regel wilt toevoegen, klikt u op de knop [Toevoegen]. Als u een regel wilt verwijderen, selecteert u de regel die u wilt verwijderen en klikt u op de knop [Verwijderen]. Registratie IPsec-regels Regelnaam Voer een naam in voor de IPsec-regel. Prioriteit Stel het prioriteitsniveau in.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN EAP authenticatiemethode Stel de EAP-authenticatiemethode in bij IEEE802.1X. EAP gebruikersnaam Voer maximaal 64 tekens in voor de EAP-gebruikersnaam die voor authenticatie wordt gebruikt. Wachtwoord Voer maximaal 64 tekens in voor het EAP-wachtwoord dat voor authenticatie wordt gebruikt. Serverauthenticatie Geef aan of serverauthenticatie wordt gebruikt. EAP time-out Geef de EAP time-out op.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Veiligheidscontrole Afdruktaken beperken andere dan de huidige Afdruktaak in Wachtrij U kunt de instellingen selecteren voor het annuleren van afdrukopdrachten die niet moeten worden vastgehouden of juist aangeven dat alle afdrukopdrachten moeten worden vastgehouden. Als [Afdruktaken beperken andere dan de huidige Afdruktaak in Wachtrij] is ingeschakeld, kunnen onderstaande instellingen worden geselecteerd.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Verborgen patroon afdrukken Selecteer Instelling Verborgen patroon afdrukken. De functie Verborgen patroonafdrukken voorkomt niet-geautoriseerd kopiëren, omdat de opgegeven tekst op de achtergrond van de uitvoervellen wordt afgedrukt. Uitgangsinstellingen status Standaardinstellingen Item Instellingen Instelling Verborgen patroon afdrukken Een patroonafdruk kan worden afgedrukt met deze instellingen. Afdrukkleur Selecteer een afdrukkleur.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Traceer- gegevensafdruk Hiermee drukt u de tracking-informatie boven of onder aan uitgevoerde pagina's af wanneer een kopieer- of afdrukopdracht wordt uitgevoerd. Item Instellingen Instelling traceergegevensafdruk Stel deze optie in om de tracking-informatie af te drukken. Afdrukgegevens De volgende informatie kan worden afgedrukt.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Energie Besparen Eco-instelling Het energieverbruik van het apparaat kan met de Ecomodus worden verlaagd. Hoewel elke functie-instelling afzonderlijk kan worden gewijzigd, beschikt het apparaat over de 'Aangepast' en 'Ecomodus' waarmee de instellingen simultaan kunnen worden gewijzigd.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Voorverwarmingsfunctie Geef het aantal minuten op voordat de voorverwarmfunctie wordt geactiveerd. Stel een waarde in van 1 tot 120 in stappen van 1 minuut. De voorverwarmfunctie wordt ingeschakeld wanneer de ingestelde tijdsduur verloopt nadat het afdrukken is voltooid en er geen verdere handelingen plaatsvinden. Deze functie beperkt de energiekosten en helpt milieuvervuiling tegen te gaan en de natuurlijke energiebronnen in stand te houden.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Wijzig overg. tijd volgens tijd van dag. Deze functie garandeert optimaal gebruik van de modus Automatisch uitschakelen voor elke tijdsperiode door het gebruik van het apparaat te analyseren op basis van takenlogboeken voor een periode van 4 weken. Wanneer deze instelling is ingeschakeld, is de optie [Vaste overgangstijd.] uitgeschakeld. • De beheerinstellingen voor beeldoverdracht worden niet gewijzigd. • Dit is niet gekoppeld aan de planning voor in-/uitschakelen.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Handmatig U kunt een patroon instellen voor elke tijdsperiode. Het apparaat beschikt al over een sjabloon met 3 patronen. Het patroon voor energiebesparing kan worden toegevoegd aan de 'Oorspronkelijke ecopatronen 1 t/m 4'. Sjabloon met drie patronen Sjabloon Patroon Beschrijving van de modus Sjabloon 1 Hele dag "Energiebesp. Prioriteit2" Het apparaat werkt altijd in de modus 'Modus4 (energiebesparingsprioriteit2)'. Sjabloon 2 8:00-18:00 "Energiebesp. Prior.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Eco-scaninstelling De Eco-scaninstelling wordt gebruikt voor het uitvoeren van andere bewerkingen dan afdrukken, zoals beeld verzenden en scannen naar schijf terwijl de fuseereenheid is uitgeschakeld. Stel 'Eco-scaninstelling' in op en selecteer een modus of scherm waarin u de Eco-scaninstelling kunt inschakelen. De volgende modi en schermen kunnen worden ingesteld.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen specifieke datumhandeling U kunt een datum instellen waarop u een grote hoeveelheid opdrachten gaat afdrukken of een speciale bewerking gaat uitvoeren. U stelt deze datum dan in als "specifieke datum" met een specifiek energiebesparingspatroon. De bewerking voor de specifieke datum wordt uitgevoerd op de datum die is ingesteld als specifieke datum, ongeacht de instelling van de overgangstijd voor Automatisch uitschakelen (ingeschakeld of uitgeschakeld).
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Planningsinst. In /uitschakelen Het bedieningspaneel van het apparaat kan op een vooraf ingestelde tijd worden in- of uitgeschakeld. U kunt maximaal drie (3) patronen instellen. 'Instelling 1', 'Instelling 2' en 'Instelling 3' worden in deze volgorde uitgevoerd als ze voor dezelfde dag van de week of op dezelfde tijd zijn ingesteld. • De planningsfunctie ondersteunt niet de instellingen voor energiebeheer in de voorverwarmfunctie en de modus Automatisch uitschakelen.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Systeemcontrole Takenlogboek Opdrachtlogboekgebruik Hiermee wordt het logboek van een uitgevoerde opdracht op het apparaat verwijderd of opgeslagen. Stel het aantal opdrachten in voor [Nummer van takenlogboek voor kennisgeving via e-mail] en klik op [Opslaan]. Tik op de toets [Wissen] om het takenlogboek te verwijderen. U kunt het takenlogboek opslaan door [Takenlogboek] te selecteren in de instellingsmodus (webversie).
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Apparaat kopiëren De instellingsinformatie van het apparaat wordt in XML-indeling opgeslagen en gekopieerd naar een ander apparaat. Met deze functie hoeft u dezelfde instellingen niet telkens opnieuw te configureren in verschillende apparaten. Als u het apparaat wilt gebruiken om een bestand te bewerken, plaatst u de USB-stick in het apparaat. Als u instellingen op de webpagina moet selecteren, gebruikt u de computer om het bestand te bewerken.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Bewaren/ oproepen van systeeminstellingen U kunt de instellingen van de huidige instellingsmodus naar de vorige opgeslagen instellingen of naar de fabrieksinstellingen terugzetten. Huidige Configuratie Opslaan Hiermee wordt de momenteel geconfigureerde instellingsmodus opgeslagen in het apparaatgeheugen. De opgeslagen instellingen worden bewaard, ook nadat u het apparaat met de toets [Aan] hebt uitgeschakeld.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Status- en waarschuwingsbericht via e-mail Statusbericht Hiermee selecteert u de instellingen voor de standaard e-mailstatusfunctie of geavanceerde e-mailstatusfunctie. De e-mailstatusfunctie kan periodiek de apparaatinformatie naar het opgeslagen adres verzenden. Standaard Hiermee stelt u de E-mailstatusadreslijst 1, E-mailstatusadreslijst 2 en E-mailstatusdealeradreslijst afzonderlijk in.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Afbeeldingskwaliteit aanpassen • Registratieaanpassing en Fuser schoonmaakfunctie in [Collectieve Aanpassing], alle algemene functies en het verwijderen van een tonercartridge kunnen alleen in de instellingsmodus op het apparaat worden uitgevoerd. • De kleurprofielinstellingen kunnen alleen op de webpagina worden geconfigureerd. Collectieve Aanpassing Diverse apparaten die op het apparaat zijn aangesloten, kunnen worden ingesteld.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Geef waarschuwingsbericht bij opmerken zwarte strepen. Stel deze optie in om een waarschuwingsbericht weer te geven als de documentinvoereenheid zwarte strepen detecteert. Afbeeldingskwaliteit Afdruk Snelle Aanpassing Afbeeldingskwaliteit U kunt de kopieerkwaliteit eenvoudig aanpassen vanuit de standaardinstellingen. U kunt de standaardinstelling ([2]) op [1 (Zacht)] of [3 (Scherp)]. zetten.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Afbeeldingskwaliteit Scan RGB-instelling Stel de kleurtoon (RGB) voor scannen in. Scherpte Gebruik deze instelling voor een scherpe gescande afbeelding. Contrast Het contrast van gescande afbeeldingen kan worden aangepast. Kleurprofielinstellingen Stel de kleurprofielen voor afdrukken in. Aangepast CMYK-simulatieprofiel Huidige profielnaam Hier wordt de profielnaam weergegeven die momenteel is ingesteld.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Algemene functies Auto Kleurcalibratie (voor Kopie) Auto Kleurcalibratie (voor Afdrukken) Kopiecalibratie vanaf Scherm Printer Kalibratie door Scherm Automatische kleurcorrectie uitvoeren als de kleur niet klopt. Bij kopiëren gebruikt u [Auto Kleurcalibratie (voor Kopie)] voor de aanpassing. Bij afdrukken gebruikt u [Auto Kleurcalibratie (voor Afdrukken)] voor de aanpassing.
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Eerste Ingebruikneming Hiermee worden de items gegroepeerd die direct na de installatie van het apparaat zijn ingesteld. De Instellingen Eerste Ingebruikneming komen overeen met de normale instellingen met dezelfde naam. Raadpleeg voor meer informatie over een instelling de uitleg over het normale item.
LICENTIE-INFORMATIE Information on the Software License for This Product Software composition The software included in this product is comprised of various software components whose individual copyrights are held by SHARP or by third parties.
Copyright (c) 1995 - 2008 Kungliga Tekniska Högskolan (Royal Institute of Technology, Stockholm, Sweden). All rights reserved. All rights reserved. Export of this software from the United States of America may require a specific license from the United States Government. It is the responsibility of any person or organization contemplating export to obtain such a license before exporting.
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT "AS IS" AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED.
The licence and distribution terms for any publically available version orderivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply becopied and put under another distribution licence [including the GNU Public Licence.] D3DES License --------------- Copyright (c) 1988,1989,1990,1991,1992 by Richard Outerbridge. (GEnie : OUTER; CIS : [71755,204]) Graven Imagery, 1992. GNU GENERAL PUBLIC LICENSE Version 2, June 1991 Copyright (C) 1989, 1991 Free Software Foundation, Inc.
Finally, any free program is threatened constantly by software patents. We wish to avoid the danger that redistributors of a free program will individually obtain patent licenses, in effect making the program proprietary. To prevent this, we have made it clear that any patent must be licensed for everyone's free use or not licensed at all. The precise terms and conditions for copying, distribution and modification follow.
sections as part of a whole which is a work based on the Program, the distribution of the whole must be on the terms of this License, whose permissions for other licensees extend to the entire whole, and thus to each and every part regardless of who wrote it. Thus, it is not the intent of this section to claim rights or contest your rights to work written entirely by you; rather, the intent is to exercise the right to control the distribution of derivative or collective works based on the Program.
may not impose any further restrictions on the recipients' exercise of the rights granted herein. You are not responsible for enforcing compliance by third parties to this License. 7. If, as a consequence of a court judgment or allegation of patent infringement or for any other reason (not limited to patent issues), conditions are imposed on you (whether by court order, agreement or otherwise) that contradict the conditions of this License, they do not excuse you from the conditions of this License.
THE QUALITY AND PERFORMANCE OF THE PROGRAM IS WITH YOU. SHOULD THE PROGRAM PROVE DEFECTIVE, YOU ASSUME THE COST OF ALL NECESSARY SERVICING, REPAIR OR CORRECTION. 12.
You should also get your employer (if you work as a programmer) or your school, if any, to sign a "copyright disclaimer" for the program, if necessary. Here is a sample; alter the names: Yoyodyne, Inc., hereby disclaims all copyright interest in the program `Gnomovision' (which makes passes at compilers) written by James Hacker. , 1 April 1989 Ty Coon, President of Vice This General Public License does not permit incorporating your program into proprietary programs.
library, you must provide complete object files to the recipients, so that they can relink them with the library after making changes to the library and recompiling it. And you must show them these terms so they know their rights. We protect your rights with a two-step method: (1) we copyright the library, and (2) we offer you this license, which gives you legal permission to copy, distribute and/or modify the library.
The precise terms and conditions for copying, distribution and modification follow. Pay close attention to the difference between a "work based on the library" and a "work that uses the library". The former contains code derived from the library, whereas the latter must be combined with the library in order to run. GNU LESSER GENERAL PUBLIC LICENSE TERMS AND CONDITIONS FOR COPYING, DISTRIBUTION AND MODIFICATION 0.
c) You must cause the whole of the work to be licensed at no charge to all third parties under the terms of this License.
However, linking a "work that uses the Library" with the Library creates an executable that is a derivative of the Library (because it contains portions of the Library), rather than a "work that uses the library". The executable is therefore covered by this License. Section 6 states terms for distribution of such executables.
For an executable, the required form of the "work that uses the Library" must include any data and utility programs needed for reproducing the executable from it. However, as a special exception, the materials to be distributed need not include anything that is normally distributed (in either source or binary form) with the major components (compiler, kernel, and so on) of the operating system on which the executable runs, unless that component itself accompanies the executable.
If any portion of this section is held invalid or unenforceable under any particular circumstance, the balance of the section is intended to apply, and the section as a whole is intended to apply in other circumstances.
YOU OR THIRD PARTIES OR A FAILURE OF THE LIBRARY TO OPERATE WITH ANY OTHER SOFTWARE), EVEN IF SUCH HOLDER OR OTHER PARTY HAS BEEN ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGES. END OF TERMS AND CONDITIONS How to Apply These Terms to Your New Libraries If you develop a new library, and you want it to be of the greatest possible use to the public, we recommend making it free software that everyone can redistribute and change.
GNU GENERAL PUBLIC LICENSE Version 3, 29 June 2007 Copyright (C) 2007 Free Software Foundation, Inc. Everyone is permitted to copy and distribute verbatim copies of this license document, but changing it is not allowed. Preamble The GNU General Public License is a free, copyleft license for software and other kinds of works. The licenses for most software and other practical works are designed to take away your freedom to share and change the works.
"This License" refers to version 3 of the GNU General Public License. "Copyright" also means copyright-like laws that apply to other kinds of works, such as semiconductor masks. "The Program" refers to any copyrightable work licensed under this License. Each licensee is addressed as "you". "Licensees" and "recipients" may be individuals or organizations. To "modify" a work means to copy from or adapt all or part of the work in a fashion requiring copyright permission, other than the making of an exact copy.
The Corresponding Source for a work in source code form is that same work. 2. Basic Permissions. All rights granted under this License are granted for the term of copyright on the Program, and are irrevocable provided the stated conditions are met. This License explicitly affirms your unlimited permission to run the unmodified Program. The output from running a covered work is covered by this License only if the output, given its content, constitutes a covered work.
d) If the work has interactive user interfaces, each must display Appropriate Legal Notices; however, if the Program has interactive interfaces that do not display Appropriate Legal Notices, your work need not make them do so.
Corresponding Source. The information must suffice to ensure that the continued functioning of the modified object code is in no case prevented or interfered with solely because modification has been made.
relicensing or conveying under this License, you may add to a covered work material governed by the terms of that license document, provided that the further restriction does not survive such relicensing or conveying. If you add terms to a covered work in accord with this section, you must place, in the relevant source files, a statement of the additional terms that apply to those files, or a notice indicating where to find the applicable terms.
A "contributor" is a copyright holder who authorizes use under this License of the Program or a work on which the Program is based. The work thus licensed is called the contributor's "contributor version".
Notwithstanding any other provision of this License, you have permission to link or combine any covered work with a work licensed under version 3 of the GNU Affero General Public License into a single combined work, and to convey the resulting work. The terms of this License will continue to apply to the part which is the covered work, but the special requirements of the GNU Affero General Public License, section 13, concerning interaction through a network will apply to the combination as such. 14.
END OF TERMS AND CONDITIONS How to Apply These Terms to Your New Programs If you develop a new program, and you want it to be of the greatest possible use to the public, the best way to achieve this is to make it free software which everyone can redistribute and change under these terms. To do so, attach the following notices to the program.
---------------------------------------------------------------------------libtiff--------------------------------------------------------------------------Copyright (c) 1988-1997 Sam Leffler Copyright (c) 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
SOFTWARELICENTIE LEES DEZE LICENTIE ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U DE SOFTWARE GAAT GEBRUIKEN. DOOR DE SOFTWARE TE GEBRUIKEN GAAT U ERMEE AKKOORD TE ZIJN GEBONDEN AAN DE VOORWAARDEN VAN DEZE LICENTIE. 1. Licentie De applicatie-, demonstratie-, systeem- en andere software die bij deze Licentie worden geleverd, hetzij op schijf, in alleen-lezen geheugen of op enige andere media (de "Software"), en hieraan gerelateerde documentatie worden aan u in licentie gegeven door SHARP.
6. Beperkte garantie op media. SHARP garandeert dat de diskettes waarop de software geregistreerd is, vrij zijn van materiaaldefecten en productiefouten onder normaal gebruik voor een periode van negentig (90) dagen vanaf de datum van aankoop, op grond van overlegging van een kopie van het ontvangstbewijs.
2017G-NL1