Operation Manual

1-9
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN
BEDIENINGSPANEEL
In dit gedeelte worden de namen en functies van de verschillende onderdelen van het bedieningspaneel beschreven.
(1) Aan-indicator
Deze indicator gaat branden als de hoofdschakelaar van
het apparaat in de stand " " staat.
DE VOEDING INSCHAKELEN (pagina 1-10)
(2) Toets [Aan]
Druk op deze toets om de voeding van het apparaat in of
uit te schakelen.
DE VOEDING INSCHAKELEN (pagina 1-10)
(3) Knop/indicator [Spaarstand]
Met deze knop kunt u het apparaat in de stand-bymodus
zetten om energie te besparen.
De toets [Spaarstand] knippert wanneer het apparaat in de
stand-bymodus is geschakeld.
AUTOMATISCH UITSCHAKELEN (pagina 1-27)
(4) USB-aansluiting (type A)
Deze aansluiting wordt gebruikt om een USB-apparaat of
een USB-stick op het apparaat aan te sluiten. Gebruik een
afgeschermd type USB-kabel. Ondersteunt USB 2.0
(Hi-Speed).
(5) 6-Aanraakscherm
Op het aanraakscherm worden meldingen en toetsen
weergegeven.
Bedien het apparaat door direct op de weergegeven
toetsen te tikken.
AANRAAKTYPEN (pagina 1-11)
(6) Toets [Beginscherm]
Gebruik deze toets om het beginscherm weer te geven.
BEGINSCHERM (pagina 1-14)
(4)
(5)
(6)
(2) (3)(1)
Toets [Beginscherm]
Raak de toets [Beginscherm] aan met uw vinger.
Als u een pen of ander hulpmiddel gebruikt om de toets aan te raken, werkt de toets mogelijk niet goed.
Sieraden en andere accessoires kunnen storingen veroorzaken.
U kunt de hoek van het aanraakscherm wijzigen.