Operation Manual

1-136
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKENâ–şRANDAPPARATUUR
INVOEGEENHEID
Hierin kunnen kaften en invoegvellen die moeten worden ingevoegd tussen afgedrukte vellen worden geplaatst.
Met behulp van de functie voor handmatige afwerking kunt u direct papier invoeren in de finisher (voor het nieten van
100 vellen) of nietfinisher (voor het nieten van 100 vellen) om het papier te nieten, te perforeren of te vouwen.
ONDERDEELNAMEN
(1) Klep van papierinvoegeenheid
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen.
(2) Papiergeleider
Knijp de vergrendelingshendel in om deze aan te passen
aan het papierformaat.
(3) Papierlade (boven/onder)
Voor het invoegen van papier of afgedrukt papier. In elke
lade kan maximaal 200 vel papier worden geladen.
(4) Verlengstuk van doorvoerlade
Trek dit uit als u papier laadt dat groter is dan A4R of 8-1/
2" Ă— 11"R.
(5) Voorklep van papiertransporteenheid
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen.
(6) Achterklep van papiertransporteenheid
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen.
(7) Klep
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen.
Zie "SPECIFICATIES" in de "Beknopte handleiding" voor gedetailleerde informatie over papier dat in de invoegeenheid kan
worden geplaatst.
(5)
(6)
(7)
(4)
(3)
(2)
(1)