Operation Manual

1-153
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►ONDERHOUD
4
Plaats de nieuwe tonercartridge
langzaam horizontaal in het apparaat.
Een tonercartridge van een andere kleur kan niet worden geïnstalleerd. Zorg dat u een tonercartridge van dezelfde kleur
installeert.
5
Duw de cartridge naar binnen totdat
deze stevig vastzit.
6
Sluit de tonerklep.
Nadat de tonercartridge is vervangen, wordt automatisch de
modus voor afbeeldingsaanpassing geactiveerd. Open de
voorklep niet terwijl dit gebeurt.
Gooi tonercartridges niet in het vuur. Gooi geen tonerafvalverzamelaars in het vuur.
Bewaar tonercartridges buiten bereik van kleine kinderen.
Als u de tonercartridge rechtop bewaart, kan de toner hard en onbruikbaar worden. Sla tonercartridges altijd op hun zijkant
op.
Als een andere tonercartridge dan een door Sharp aanbevolen tonercartridge wordt gebruikt, levert het apparaat mogelijk
niet de maximale kwaliteit en prestaties en kan het schade oplopen. Gebruik een door Sharp aanbevolen tonercartridge.
Zorg dat u vier tonercartridges installeert (Y/M/C/Bk).
Als een van de tonerkleuren leeg raakt, is het afdrukken van kleuren niet meer mogelijk.
Als de gele, magenta of cyaan toner leeg is, maar er nog wel een hoeveelheid zwarte toner is, wordt in zwart-wit afgedrukt.
Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden kan de kleur licht worden of de afbeelding wazig.
De gebruikte tonercartridges kunnen worden meegegeven aan uw onderhoudstechnicus.
Als u wilt weten hoeveel toner u nog hebt (aangegeven in %), houdt u de toets [Beginscherm] ingedrukt tijdens het
afdrukken of wanneer het apparaat stand-by is. Wanneer het percentage zakt tot '25-0%', moet u een tonercartridge
klaarleggen zodat u de toner kunt vervangen voordat die helemaal op is.
Wanneer de toner opraakt terwijl het beginscherm wordt weergegeven, verschijnt het bericht "Toner Op" in de
rechterbovenhoek van het scherm.