Operation Manual

3-5
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN WINDOWS-OMGEVING
3
Selecteer de afdrukinstellingen.
(1) Klik op de tab [Algemeen].
(2) Selecteer het formaat van het origineel.
U kunt maximaal zeven door de gebruiker
gedefinieerde formaten in het menu vastleggen. U
kunt een origineel formaat opslaan door [Extra
papier] of een van de opties [Gebruiker1] tot en met
[Gebruiker7] in het menu te selecteren en op de
toets [OK] te klikken.
Als u instellingen op andere tabbladen wilt
selecteren, klikt u op het gewenste tabblad en
selecteert u vervolgens de instellingen.
HET SCHERM INSTELLINGEN VAN DE
PRINTERDRIVER / HELP RAADPLEGEN
(pagina 3-6)
Als u een origineelformaat instelt dat groter is dan
het grootste papierformaat dat door het apparaat
wordt ondersteund, selecteert u het papierformaat
voor de afdruk bij 'Uitvoergrootte'.
Als u een andere 'Uitvoergrootte' dan de 'Origineel
Formaat' selecteert, wordt de afruk aangepast aan
het geselecteerde papierformaat.
(3) Klik op de knop [OK].
4
Klik op de knop [Afdrukken].
Het afdrukken wordt gestart.
(2)
(1)
(3)