Operation Manual

3-17
PRINTER►AFDRUKKEN IN EEN MAC OS-OMGEVING
2
Voer uw gebruikersinformatie in.
(1) Controleer of de printernaam van het
apparaat is geselecteerd.
(2) Selecteer [Taakverwerking].
(3) Klik op het tabblad [Verificatie].
(4) Voer uw gebruikersinformatie in.
Wanneer authenticatie wordt uitgevoerd via
gebruikersnaam/wachtwoord, voert u uw
gebruikersnaam in bij 'Gebruikersnaam' en uw
wachtwoord (1 tot 32 tekens) bij 'Wachtwoord'.
Wanneer authenticatie wordt uitgevoerd via
gebruikersnummer, voert u uw gebruikersnummer in
bij 'Gebruikersnummer' (5 tot 8 cijfers).
(5) Voer zo nodig de gebruikersnaam en
opdrachtnaam in.
Gebruikersnaam
Voer uw gebruikersnaam in (maximaal 32 tekens).
De door u ingevoerde gebruikersnaam wordt in het
aanraakscherm van het apparaat weergegeven. Als
u geen gebruikersnaam invoert, wordt de
aanmeldnaam van uw pc weergegeven.
Naam taak
Voer een opdrachtnaam in (maximaal 32 tekens).
De door u ingevoerde opdrachtnaam wordt als
bestandsnaam in het aanraakscherm van het
apparaat weergegeven. Als u geen opdrachtnaam
invoert, wordt de ingestelde bestandsnaam uit de
applicatie weergegeven.
(6) Klik op de knop [Druk af].
(3)
(4)
(1)
(2)
(5)
(6)