Operation Manual

4-4
SCANNER►VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT
Gegevensinvoermodus
Gegevens die in de modus Gegevensinvoer worden ingevoerd via het aanraakscherm of automatisch worden
gegenereerd door het apparaat, kunnen als een metagegevensbestand in XML-indeling worden verzonden naar een
directory op een FTP-server of een toepassing op een pc.
Zie 'METADATA VERZENDEN (pagina 4-123)
' voor de bedieningsprocedure.
VOORDAT U DE NETWERKSCANNER GEBRUIKT
Als u het apparaat wilt gebruiken als een netwerkscanner, moet u afzendergegevens opslaan, serverinstellingen
configureren, bestemmingen in het adresboek opslaan en de overige vereiste handelingen uitvoeren.
De applicatie-integratiemodule moet worden geïnstalleerd om de functie voor verzending van metadata te gebruiken.
De applicatie-integratiemodule kan worden gecombineerd met de netwerkscanner om een metadatabestand aan een
gescand afbeeldingsbestand toe te voegen.
Metadata bieden informatie over een bestand, hoe het verwerkt moet worden en wat de relatie met andere objecten is.
1
Zorg dat de hoofdschakelaar op ' ' staat.
Als de Aan-indicator brandt, staat de hoofdschakelaar op ' '. Als de Aan-indicator niet brandt, zet u de
hoofdschakelaar in de stand " " en drukt u op de toets [Aan] op het bedieningspaneel.
2
Controleer de datum en de tijd.
Controleer of de correcte datum en tijd op het apparaat zijn ingesteld.
De datum en tijd van het apparaat instellen:
selecteer in de instellingsmodus [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Klok aanpassen].
Als [Klokinstelling deactiveren] is ingeschakeld, kunnen de datum en tijd niet worden gewijzigd.
Selecteer [Systeeminstellingen] bij 'Instellingen (beheerder)' → [Algemene instellingen] → [Instellingen in /uitschakelen]
→ [Bedienings- Instellingen] om de instelling [Klokinstelling deactiveren] uit te schakelen.
Toets [Aan]
Aan-indicator
Hoofdschakelaar