Operation Manual

4-60
SCANNER►ANDERE FUNCTIES
De in een programma opgeslagen instellingen worden vastgehouden, ook nadat het programma is gebruikt voor
verzending. Dezelfde instellingen kunnen herhaaldelijk worden gebruikt voor verzending.
De volgende inhoud kan niet worden opgeslagen in programma's:
• Tikken op de toets [Luid- spreker]
• Snelbestand
•Bestand
• Paginawijzigingen en niet-opgegeven wisbewerkingen in voorbeeld
• Metadatainstellingen
• Verzendinstellingen
• Eigen naam
• Sign E-mail
• Encrypt E-mail
Er kunnen 48 programma's worden opgeslagen.
Er kunnen maximaal 500 bestemmingen in één programma worden opgeslagen.
In een programma waarin subadressen en toegangscodes worden opgegeven als een F-codebestemming, worden alle
subadressen en toegangscodes vastgelegd.
Deze functie kan niet worden gebruikt in de modus Gegevensinvoer.
1
Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan.
Schakelen tussen modi vanuit een modus (pagina 4-8)
2
Plaats het origineel en tik op de toets [Programma oproepen] in het
actiepaneel.
Plaats het origineel op basis van de opgeslagen functie in het programma in de documentinvoerlade van de
automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID (pagina 1-90)
GLASPLAAT (pagina 1-92)
3
Tik op de gewenste programmatoets.
4
Configureer de andere instellingen, indien nodig.
Bepaalde instellingen kunnen niet worden toegevoegd, afhankelijk van de inhoud van het opgeroepen programma.
Adres
Adresboek
Druk in om adres in te voeren
Programma oproepen
Geregistreerde instellingen oproepen bij indrukken
Voorinstellingprogramma
Program 1
03
05
07
09
03
01
05
07
09
02
04
06
08
10
02
04
06
08
10
Overige
Voorbeeld-
weergave
Start
Naam wijzigen
Verwijderen
Registreren in
favorieten
Registreren in
beginscherm
CA