Operation Manual

7-62
SYSTEEMINSTELLINGEN►GEBRUIKERSBEDIENING
Instelling authenticatiemeth.
Hiermee wordt de authenticatiemethode geselecteerd. U moet deze instelling configureren voordat u
gebruikersauthenticatie gaat gebruiken. Welke items u kunt configureren voor gebruikers die zijn opgeslagen nadat de
gebruikersauthenticatiemethode is ingesteld, hangt af van de geselecteerde authenticatiemethode.
Een gebruiker authenticeren d.m.v. loginnaam en wachtwoord
Bij de standaardauthenticatiemethode worden een gebruikersnaam en een wachtwoord gebruikt.
Een gebruiker authenticeren d.m.v. loginnaam, wachtwoord en e-mailadres
Bij deze authenticatie wordt naast de gebruikersnaam en het wachtwoord van de gebruiker ook het e-mailadres gecontroleerd.
Een gebruiker alleen d.m.v. gebruikersnummer authenticeren
Gebruik deze optie voor eenvoudige authenticatie als u de netwerkauthenticatie overslaat.
Inst. apparaataccountmodus
Een bepaalde gebruiker kan worden geregistreerd als een automatisch aangemelde gebruiker. Als deze optie is
ingeschakeld, kan de geregistreerde gebruiker zich automatisch bij het apparaat aanmelden.
Met deze functie omzeilt u de aanmeldprocedure in het authenticatiescherm en worden de geselecteerde
gebruikersinstellingen toegepast (zoals netwerkauthenticatie en favoriete handelingen). Hierdoor is bijvoorbeeld een
functie als 'alleen authenticatie voor fax' mogelijk.
U kunt zich ook tijdelijk aanmelden als een andere gebruiker dan de gebruiker die automatisch wordt aangemeld en het
apparaat gebruiken met de machtigingen van die gebruiker. Als u andere gebruikers wilt toestaan zich tijdelijk aan te
melden wanneer [Apparaataccountmodus] is ingeschakeld, selecteert u [Login door andere gebruiker toestaan].
Meld gebruiker aan
Deze instelling wordt gebruikt om de gebruiker voor Automatisch aanmelden te selecteren als Automatisch aanmelden is ingeschakeld.
Cache Gebruikersinformatie
Selecteer de cache-periode voor de gebruikersinformatie als de offline-modus is ingeschakeld. Neem contact op met de
onderhoudstechnicus voor informatie over de offline modus.
Authenticatiegegevens voor externe verbinding in cachegeheugen
opslaan
U kunt specificeren of authenticatiegegevens voor cloudkoppeling wel of niet worden opgeslagen als gecachete gegevens.
Als deze instelling ingeschakeld is en een gebruiker geauthenticeerd wordt, worden de authenticatiegegevens bewaard
om het authenticeren te vergemakkelijken wanneer dezelfde gebruiker de volgende keren inlogt.
Als deze instelling is uitgeschakeld, worden alle authenticatiegegevens voor cloudkoppeling verwijderd en worden geen
authenticatiegegevens bewaard.
Instelling van Card
IC-kaart gebruiken voor authenticatie
Gebruik deze instellingen voor authenticatie en voor gebruik van een HID-card of ander IC-card.
Het aanmeldscherm hangt af van de geselecteerde authenticatiemethode.
Zie 'GEBRUIKERSAUTHENTICATIE
(pagina 1-31)' voor meer informatie.
Als 'Een gebruiker alleen d.m.v. gebruikersnummer authenticeren' is geselecteerd als authenticatiemethode, kan de
netwerkauthenticatie niet worden gebruikt.
Als u zich hebt aangemeld als de automatisch aangemelde gebruiker en de automatische aanmelding om de een of andere reden is mislukt
of als u geen beheerdersmachtigingen hebt, kunt u de algemene instellingsfuncties of de instellingsmodus niet gebruiken. In dat geval moet
de beheerder tikken op de toets [Beheerderswachtwoord] in het scherm Instellingsmodus en zich opnieuw aanmelden.
Als u zich wilt aanmelden als een andere gebruiker dan een vaste gebruiker terwijl [Login door andere gebruiker toestaan] is ingeschakeld, tikt u op de toets
[Afmelden] om de aanmeldstatus van de vaste gebruiker te annuleren. Wanneer het scherm voor gebruikersauthenticatie wordt weergegeven, meldt u zich
opnieuw aan als de gewenste gebruiker. Nadat u het apparaat hebt gebruikt, tikt u op de toets [Afmelden] om u af te melden als de huidige gebruiker.