Operation Manual

7-98
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN
Setup Metadata
Als de applicatie-integratiekit is geïnstalleerd, kunt u de metadata beheren die in andere applicaties moeten worden
gebruikt.
De opgeslagen metadata worden op de pagina met metadata weergegeven. U kunt metadata toevoegen, bewerken of
verwijderen.
De toets [Toevoegen]
Hiermee voegt u een nieuwe metadata-set toe.
De lijst
Bevat de metadata-sets die momenteel zijn opgeslagen.
Metadata afleveren
Hiermee schakelt u de metadataverzendfunctie in of uit.
Metadatasetregistratie
Wanneer u op de toets [Toevoegen] tikt, wordt het registratiescherm weergegeven. Er kunnen maximaal 10 items
worden opgeslagen.
Zie 'Instellingen (pagina 7-98)
' voor meer informatie over de instellingen.
Metadataset bewerken of verwijderen
Wanneer u op een titel in de lijst tikt, wordt het bewerkingsscherm voor die metadataset weergegeven.
Tik op de toets [Wissen] om de metadataset te verwijderen.
Instellingen
Item Instellingen
Metadatasetnaam Voer een naam voor de metadata in.
Bestemming metadata Selecteer een bestemming waar u het beeld en de metadata naartoe wilt verzenden.
Aangepaste bestandsnamen
toestaan
Schakel deze optie in of uit om de naam van het afbeeldingsbestand en het XML-bestand
te bewerken dat door de metadataverzendopdracht moet worden verzonden.
Adrestype voor metadatainvoer Stel de te gebruiken bestemmingsinformatie in voor metadataverzending.
Naam Voer een metadatanaam in voor weergave op het aanraakpaneel.
XML-tagnaam XML-tagnaam
Invoertype
Directe invoer: hiermee kunt u metadata via het softwaretoetsenbord of de cijfertoetsen
rechtstreeks invoeren.
Metadatalijst: hiermee kunt u metadata selecteren in een lijst met eerder ingevoerde
gegevens. U moet optionele waarden voor de selectie van metadata invoeren in het
invoergebied. De ingevoerde waarden moeten met een puntkomma of komma van
elkaar worden gescheiden. Elke optie kan uit maximaal 70 tekens bestaan.
Eerste invoer standaard: hiermee wordt een standaardwaarde gebruikt als de eerste
waarde voor de lijst met ingevoerde metadata.
MFP uitgebreide scaninstellingen
opnemen in XML-bestand.
Als het apparaat metadata automatisch genereert, worden 'metadataSetName',
'userLoginId' (als gebruikersauthenticatie wordt gebruikt), 'pageSize' en 'imageMode' aan
de metadata toegevoegd.
Te gebruiken als standaard De huidige metadataset wordt als standaardwaarde ingesteld.