Operation Manual

7-134
SYSTEEMINSTELLINGEN►SYSTEEMINSTELLINGEN
Voer het standaardgateway-adres in.
MTU Instellingen
Geef de maximumgrootte op voor het doorsturen van gegevens.
SMB-instellingen
Stel de versie van het SMB-protocol in dat wordt gebruikt voor functies zoals Scannen naar netwerkmap.
Gebruik deze instelling om verbinding te maken met een apparaat dat niet automatisch de SMB-protocolversie kan
wijzigen, of als er een probleem is met de verbinding met een ander apparaat vanwege verschillende versies.
Stel de versie in op SMB2.0, SMB2.1 of SMB3.0.
Pingopdracht
Hiermee wordt gecontroleerd of het apparaat kan communiceren met de pc van het netwerk.
Geef het IP-adres van de betreffende pc op en tik op de toets [Uitvoeren]. Er wordt een melding getoond waarin wordt
aangegeven of de pc heeft geantwoord of niet.
Services instellingen
Selecteer de algemene netwerkinstellingen.
Selecteer de instellingen voor DNS, SMTP, Kerberos-authenticatie, SNTP, mDNS, SNMP en WINS.
DNS
DNS-instellingen
IPv4-instellingen
Primaire server
Voer het IP-adres van de primaire DNS-server in.
Secundaire server
Voer het IP-adres van de secundaire DNS-server in.
IPv6-instellingen
Primaire server
Voer het IP-adres van de primaire DNS-server in.
Secundaire server
Voer het IP-adres van de secundaire DNS-server in.
Time-out
Voer een time-out in. De standaardinstelling is 2 seconden.
Deze tijd wordt gebruikt totdat verbinding met de DNS-server is gemaakt volgens de standaardspecificaties.
Domeinnaam
Voer de domeinnaam in waar de geselecteerde DNS-server bestaat.
DNS update
Stel deze optie in om de DNS-server automatisch bij te werken.
Interval updaten
Voer een interval in om de DNS-server bij te werken.
Als gebruik wordt gemaakt van DHCPv6, kan het IP-adres dat aan het apparaat is toegewezen automatisch worden
gewijzigd. Als het IP-adres verandert, is afdrukken niet mogelijk.
In een IPv6-omgeving kan het apparaat met het LPD- of IPP-protocol werken.
Een van de instellingen is SMB1.0; deze is echter altijd ingeschakeld en kan niet uitgeschakeld worden.
Als een versie wordt uitgeschakeld, worden ook alle hogere versies uitgeschakeld. Als een versie wordt ingeschakeld,
worden ook alle lagere versies ingeschakeld.