Operation Manual

1-86
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►PAPIER LADEN
Papier in de doorvoerlade plaatsen (op de laden voor grote capaciteit)
1
Als u het papier in de doorvoerlade
wilt vervangen, drukt u op de
bedieningstoets en verwijdert u het
papier.
De papiertafel wordt naar beneden verplaatst. De
bedieningstoets knippert terwijl de papiertafel naar beneden
wordt verplaatst. De toets licht op als de papiertafel beneden
is aangekomen. Verwijder het papier pas wanneer de toets
niet langer knippert.
2
Stel de geleiders van de doorvoerlade
af op de breedte van het papier.
Pak de vergrendelingshendel van de geleider vast om de
geleiders van de doorvoerlade aan te passen aan het
papierformaat. Pas de geleiders van de doorvoerlade aan
de achterkant aan.
Als u papier laadt dat groter is dan A4R of 8-1/2" × 11"R,
dient u het verlengstuk van de doorvoerlade uit te trekken.
Verwijder de geleiders van de doorvoerlade aan de
achterkant en bevestig deze aan de lade van de
invoegeenheid.
Trek het verlengstuk van de doorvoerlade helemaal uit.
Als u papier laadt dat groter is dan A3W of 8-1/2" × 14", verwijdert u de geleiders van de doorvoerlade aan de
achterkant.
Plaats geen zware voorwerpen op de doorvoerlade en pas er geen neerwaartse druk op uit.
3
Schuif het papier helemaal langs de
geleiders van de doorvoerlade in de
doorvoerlade totdat het niet meer
verder gaat en pas vervolgens de
geleider aan de rechterkant aan.
Plaats het papier met de afdrukzijde omlaag.
De stapel mag niet boven de indicatorlijn uit komen.
In de lade kan maximaal 500 vel papier worden geladen.
Druk het papier niet met kracht naar binnen.
Als de geleiders van de doorvoerlade breder zijn ingesteld dan het papier, moet u deze naar binnen schuiven totdat
ze zijn afgesteld op de breedte van het papier. Als de geleiders van de doorvoerlade te breed zijn afgesteld, kan het
papier scheef worden geladen of gekreukt raken.