Operation Manual

1-6
VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN
BINNENKANT
(1) Tonercartridge
Deze cartridge bevat toner.
Wanneer de toner in een cartridge opraakt, moet de
cartridge van de kleur die opraakt worden vervangen.
DE TONERCARTRIDGE VERVANGEN (pagina
1-151)
(2) Fuseereenheid
Hier wordt warmte toegepast om de overgebrachte
afbeelding op het papier te smelten.
(3) Rechterklep
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen.
(4) Klep van de papieromkeereenheid
Deze eenheid wordt gebruikt voor het omkeren van
papier bij 2-zijdig afdrukken. Open deze klep om
vastgelopen papier te verwijderen.
(5) Hoofdschakelaar
Gebruik deze schakelaar om de voeding van het
apparaat in te schakelen.
DE VOEDING INSCHAKELEN (pagina 1-10)
(6) Fles met afvaltoner
Deze fles vangt het teveel aan toner op dat vrijkomt bij
het afdrukken.
DE FLES MET AFVALTONER VERVANGEN
(pagina 1-154)
(7) Transportband
Via deze band wordt de afbeelding die is gevormd met
toner van de fotogeleidende drum overgebracht op
papier.
(8) Ontgrendelingshendel van rechterklep
Trek aan deze hendel en houd hem omhoog om de
rechterklep te openen en vastgelopen papier te
verwijderen.
(1) (2) (3)
(5) (6) (8)(7)
(4)
De fuseereenheid is heet. Zorg dat u geen
brandwonden oploopt wanneer u vastgelopen papier
verwijdert.
Een onderhoudstechnicus verzamelt vervangen
flessen met afvaltoner.
Zorg dat u de transportband niet aanraakt of
beschadigt.
Dat kan resulteren in onvolmaakte afbeeldingen.