MX-B201 / MX-B201D BEDIENINGSHANDLEIDING NL-1 MODEL MX-B201 MX-B201D DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM BEDIENINGSHANDLEIDING
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ...................................................................................................................................... 3 BELANGRIJKE KENMERKEN ....................................................................................................... 4 1 VOORBEREIDINGEN NAMEN VAN DE ONDERDELEN .................................................................................................. 6 HET NETSNOER AANSLUITEN .....................................................
8 GEBRUIKERSINSTELLINGEN GEBRUIKERSPROGRAMMA'S .................................................................................................. 74 INSTELLINGEN VOOR EEN GEBRUIKERSPROGRAMMA SELECTEREN .............................. 79 9 INSTELLINGEN ACCOUNTREGELING VOORBEREIDING VOOR HET GEBRUIK VAN INSTELLINGEN ACCOUNTCONTROLE ......... 81 ACCOUNTNUMMERREGELING ................................................................................................. 83 TOTAAL/ACCOUNT ...........................
INLEIDING Sommige modellen kunnen niet beschikbaar zijn in sommige landen. Opmerking Het gebruik van de handleiding Dit apparaat is ontworpen om kopieerwerkzaamheden te vergemakkelijken met een minimale inname van bedrijfsruimte en maximaal bedieningsgemak. Om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden raden wij u aan deze handleiding goed door te lezen. Bewaar deze handleiding op een gemakkelijk te bereiken plaats, zodat deze vlug ingekeken kan worden.
Verklaring van afbeelding Afhankelijk van het model dat u hebt en de geïnstalleerde opties, kunnen sommige van de illustraties in deze handleiding afwijken, maar de basishandelingen blijven gelijk. Model MX-B201D (Met optionele RSPF en 250-vel papiertoevoereenheid) Uiterlijk Origineelklep/RSPF • Documentdeksel (Standaard) • RSPF (optioneel) BELANGRIJKE KENMERKEN Laser kopieën op hoge snelheid Duur eerste kopie*1 is slechts 8,0*2 seconden. De kopieersnelheid bedraagt 20 kopieën per minuut.
Geavanceerde kopieerkenmerken • Kopieën kunnen worden vergroot van 25% tot 400% in stappen van 1%. (Wanneer de RSPF wordt gebruikt, is het bereik van de kopievergroting 50% tot 200%.) • U kunt tot 99 kopieën continu afdrukken. • Elke uitvoerset kan lichtelijk worden verschoven ten opzichte van de andere sets om het verdelen te vergemakkelijken (staffelfunctie). • Sorteren per set is mogelijk zonder een sorteereenheid of ander speciaal apparaat (Sorteren kopie).
1 Hoofdstuk 1 VOORBEREIDINGEN Dit hoofdstuk bevat belangrijke basisinformatie die moet worden gelezen voordat de machine wordt gebruikt.
VOORBEREIDINGEN Bedieningspaneel 1 2 MX-B201 11 [MODUSSELECTIE] toets / Modusindicators Gebruik deze toets om de modus te selecteren. De indicator van de geselecteerde modus gaat branden (kopie-, printer-, scanner-, faxmodus indicators). Display De display toont de status van de machine, eventuele problemen, de gebruikerprogramma's en de menu's met functie-instellingen. Numerieke toetsen Gebruik deze toetsen om het aantal kopieën en andere numerieke instellingen in te voeren.
VOORBEREIDINGEN Display KLAAR OM TE KOPIËREN 100% A4 0 [ZOOM]-toets Druk op deze toets om de kopieerfactor voor verkleining/vergroting te selecteren. Selecteer een voor ingestelde factor door op de [ZOOM] toets te drukken en de gewenste vooringestelde factor te selecteren. Druk op [ZOOM] toets en selecteer de vooringestelde factor die het meest met de gewenste factor overeenkomt en druk op de [ ]-toets ]-toets ( ) om de factor te ( ) of [ vergroten of te verkleinen in stappen van 1%.
HET NETSNOER AANSLUITEN Waarschuwing 1 Wanneer u de machine in een ander land gebruikt als waar hij werd gekocht, dient u te controleren of de plaatselijke netspanning overeenkomt met uw model. Wanneer u de stekker van de machine in een niet overeenkomende netspanning steekt, kan er onherstelbare schade aan de machine ontstaan. Controleer of de aan-/uitschakelaar op de UIT positie staat. UIT 2 Sluit het snoer aan op het dichtste stopcontact.
VOORBEREIDINGEN Uitschakelen Controleer of de machine geen bewerking uitvoert en zet dan de aan-/ uitschakelaar op de stand "OFF" (uit). Wanneer de kopieermachine wordt uitgeschakeld terwijl deze in bedrijf is, kan er een papierstoring optreden en wordt de huidige kopieertaak geannuleerd. In geval dat het toestel gedurende langere perioden niet gebruikt wordt, schakel het toestel uit d.m.v. de stroomschakelaar en verwijder het netsnoer uit het stopcontact.
2 Hoofdstuk 2 HET LADEN VAN PAPIER De papier bijvulindicator zal gaan knipperen wanneer er geen papier meer in de geselecteerde papierlade aanwezig is, of wanneer de geselecteerde papierlade niet of onjuist is gesloten. PAPIER Voor het beste resultaat raden wij u aan uitsluitend SHARP goedgekeurd papier te gebruiken.
HET LADEN VAN PAPIER Speciaal papier Volg de hieronder beschreven maatregelen bij het gebruik van speciaal papier. ● Gebruik SHARP goedgekeurde transparante film en etiketvellen. Het gebruik van papier dat niet door SHARP is goedgekeurd kan leiden tot papierstoringen of vlekken op de kopieën.
HET LADEN VAN PAPIER 3 Druk de papierlade weer voorzichtig terug in de machine. Opmerking • Raadpleeg het hoofdstuk "PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN" (p.16) wanneer het papierformaat verschilt van de eerdere papierstapel in de lade. • Wanneer u de machine gedurende een langere periode niet gebruikt, dient u het papier uit de machine te verwijderen en op een droge plaats te bewaren.
PAPIER INVOEREN VIA DE HANDINVOER (inclusief speciaal papier) De Multi-handinvoer kan worden gebruikt om standaardpapier, transparanten, etiketten, enveloppen en ander speciaal papier in te voeren. Belangrijke richtlijnen m.b.t. het plaatsen van papier in de handinvoerlade U kunt tot 50 vellen standaard kopieerpapier in de handinvoerlade plaatsen. (De capaciteit is afhankelijk van het soort papier.) Zorg ervoor dat enveloppen horizontaal worden geplaatst zoals afgebeeld in het onderstaande diagram.
HET LADEN VAN PAPIER Papier in de handinvoerlade laden Opmerking 1 Open de handinvoerlade en verleng deze. Opmerking 2 • Het papier moet met de smalle kant in de invoersleuf worden gestoken. • Speciaal papier zoals transparante film, etiketten en enveloppen moeten één voor één via de handinvoer worden ingevoerd. • Bij het kopiëren op transparante film dient u elke kopie direct te verwijderen. Laat de kopieën niet opstapelen.
PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN Volg de onderstaande stappen om het papierformaatinstelling van een lade te wijzigen. Opmerking • De papierformaatinstelling kan niet worden gewijzigd wanneer de machine tijdelijk is gestopt als gevolg van papiertekort of papierstoring. • Tijdens het afdrukken (zelfs in de kopieerfunctie) kan de papierformaatinstelling niet worden gewijzigd. 1 Druk op de [MENU] toets.
3 Hoofdstuk 3. KOPIEËN MAKEN Dit hoofdstuk beschrijft de basisfuncties en andere kopieerfuncties. NORMAAL KOPIËREN De documentglasplaat gebruiken Opmerking 1 • De glasplaat kan originelen tot een grootte van A4 scannen. • Wanneer er een kopie wordt gemaakt, zullen de randen niet worden gekopieerd (beeldverlies). Zie STARTGIDS voor meer informatie over beeldverlies. Open de origineelklep/RSPF en plaats het origineel met de kopiezijde naar beneden.
KOPIEËN MAKEN Het verwijderen van de origineelklep Verwijder de origineelklep om kopieën te maken van grote originelen, zoals bijvoorbeeld kranten. Til de origineelklep recht omhoog zoals getoond op de afbeelding. Om de origineelklep weer te plaatsen doet u het tegenovergestelde. De RSPF kan niet worden verwijderd. De RSPF gebruiken Opmerking • A5 tot A4 originelen van 56 g/m2 tot 90 g/m2 kunnen worden gebruikt. Er kunnen maximaal 50 pagina's in een keer worden geplaatst.
KOPIEËN MAKEN Originelen die niet kunnen worden gebruikt in de RSPF De volgende originelen kunnen niet gebruikt worden. Dit kan leiden tot papierstoringen, vlekken of onduidelijke afbeeldingen. • Projecties, blauwdrukpapier, ander transparant of doorschijnend papier en foto's. • Carbonpapier, thermisch kopieerpapier. • Originelen die zijn gekreukt, gevouwen of gescheurd. • Gelijmde originelen, uitgesneden originelen. • Originelen met ringbandgaten.
KOPIEËN MAKEN Aantal kopieën instellen Druk op de cijfertoetsen om het aantal kopieën in te stellen. E KOPIËREN A5 55 Het ingestelde aantal kopieën verschijnt in de display. U kunt maximaal 99 kopieën instellen. Wanneer u een enkele kopie wilt maken is dit mogelijk wanneer er een "0" op de display verschijnt. Druk op de [WIS] toets ( ) en voer vervolgens het juiste nummer in. Opmerking PAPIERLADEKEUZE Druk op de [PAPIERLADEKEUZE] toets ( ).
DE KOPIE DONKERDER OF LICHTER MAKEN Automatische belichtingsafstelling is vanaf het begin geactiveerd. Deze functie stelt automatisch het beeld van de kopie gelijk aan dat van het origineel. Volg de onderstaande stappen om zelf het belichtingsniveau te selecteren. (U kunt kiezen uit twee origineelsoorten en vijf belichtingsniveaus voor elk origineeltype).
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM Kopieën kunnen worden verkleind tot 25% of vergroot tot 400%. (Wanneer de RSPF wordt gebruikt, is het bereik van de kopievergroting 50% tot 200%.) U kunt de [ZOOM] toets indrukken om snel een keuze te maken uit 8 vooringestelde factoren. Bovendien kunt u de [ ] toets ( ) en [ ] toets ( ) indrukken om de kopieerfactor in stappen van 1% te selecteren. 1 Controleer het origineel en het papierformaat en plaats het origineel (of originelen). 2 Druk op de [ZOOM] toets.
4 Hoofdstuk 4 COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES AUTOMATISCH 2-ZIJDIG KOPIËREN Twee originelen kunnen automatisch op beide zijden van een enkel blad papier worden gekopieerd. Wanneer de RSPF wordt gebruikt kunnen er eenvoudig tweezijdige kopieën van tweezijdige originelen worden gemaakt. (enkel MX-B201D) Origineel → Papier Bruikbaar papier 1-zijdig origineel → 2 zijden A5, B5, A4 • De handinvoerlade kan niet worden gebruikt.
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES Werken met het documentglas 1 Plaats het origineel dat u wilt kopiëren met de voorzijde op de glasplaat en sluit de origineelklep/RSPF. 2 Druk op de [2-ZIJDIGE KOPIE )] toets totdat "1 TOT 2" verschijnt en druk vervolgens op de [OK] toets. 2-ZIJDIGE KOPIE 1 -> 2 3 4 3 Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets ( om de inbindzijde te selecteren en druk vervolgens op de [OK] toets. ) INBINDZIJDE LANGE ZIJDE Selecteer "LANGE ZIJDE" of "KORTE ZIJDE".
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES De RSPF gebruiken 1 Plaats de originelen in de RSPF. (p.18) Wanneer u een oneven aantal originelen plaatst voor eenzijdige of dubbelzijdige kopieën, zal de achterzijde van de laatste kopie leeg zijn. 2 Druk op de [2-ZIJDIGE KOPIE ( )] toets*1 en selecteer de 2-zijdige kopieerfunctie die u wilt gebruiken.
KOPIEËN SORTEREN Kopieën van meerdere originelen kunnen worden gesorteerd in reeksen. Opmerking Het aantal pagina's dat kan worden gescand is afhankelijk van het origineeltype (foto, tekst, etc.) en de geheugengrootte van de printer. De grootte van het geheugen dat is toegewezen aan de printer kan worden gewijzigd met "GEH. VOOR PRINTER" in de gebruikersprogramma's. (p.76) 1 2 3 3 1 2 3 2 1 1 2 3 Kopieën sorteren Gebruik van de glasplaat 1 Plaats het eerste origineel. (p.
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES De RSPF gebruiken 1 Plaats de originelen. (p.18) Opmerking • Wanneer "AUTOM.SELECTIE " is ingeschakeld in de gebruikersprogramma's, is de standaard uitvoermodus vanaf de RSPF de sorteermodus (p.77). Ga in dit geval onmiddellijk naar stap 4. Een teken " " verschijnt automatisch op het scherm (p.8). • SELECTIE SORTEREN" is uitgeschakeld, is de standaard uitvoermodus de nietsorteermodus. Volg de stappen hieronder om de sorteermodus te selecteren. 2 Druk op de [E-SORT/SP.
HET KOPIËREN VAN MEERDERE ORIGINELEN OP EEN ENKELZIJDIG VEL PAPIER (2-IN-1 kopie) Meerdere originelen kunnen worden gekopieerd op een enkelzijdige kopie volgens een vooraf geselecteerd lay-outpatroon. Deze functie is handig bij het samenstellen van referentiemateriaal van meerdere pagina’s op één compact formaat, of het maken van een overzicht met alle pagina’s van een document op een enkele kopie.
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES 4 Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets ( ) om het origineelformaat te selecteren en druk vervolgens op de [OK] toets. ORIG FORMAAT INGEVEN A4 U kunt de volgende origineelformaten selecteren. "A4", "B5", "A5", "8.5 x 14", "8.5 x 13", "8.5 x 11", "8.5 x 5.5". 5 Selecteer het aantal kopieën en andere instellingen en druk vervolgens op de [START] toets ( ). "[START] : VOLGENDE SCAN [#] : START AFDRUKKEN.
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES De RSPF gebruiken 1 Plaats de originelen. (p.18) 2 Druk op de [E-SORT/SP.FUNC ( )] toets totdat "2IN1" verschijnt en druk vervolgens op de [OK] toets. SPECIALE FUNCTIE 2-IN-1 3 Druk op de [ ] toets ( ) om de " " in de "AAN" positie te zetten en druk vervolgens op de [OK] toets. 2-IN-1 AAN 4 Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets ( ) om het origineelformaat te selecteren en druk vervolgens op de [OK] toets.
HET INSTELLEN VAN KANTLIJNEN TIJDENS HET KOPIËREN(Kantlijnverschuiving) De functie kantlijnverschuiving wordt gebruikt om automatisch de tekst of de afbeelding of het kopieerpapier met ongeveer 10 mm te verschuiven. Zoals hieronder afgebeeld kunt u LANGE ZIJDE of KORTE ZIJDE selecteren. KORTE ZIJDE LANGE ZIJDE RSPF Kantlijn Kantlijn Kopieën Documentglasplaat Origineel Opmerking • Deze functie kan niet worden gebruikt met de 2-IN-1 functie.
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES 3 Druk op de [ ] toets ( ) om de " " in de "AAN" positie te zetten en druk vervolgens op de [OK] toets. 4 Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets ( ) om het kantlijnpositie te selecteren en druk vervolgens op de [OK] toets. KANTLIJNVERSCHUIVING AAN UIT KANTLIJNVERSCHUIVING LANGE ZIJDE Selecteer "LANGE ZIJDE" of "KORTE ZIJDE". Raadpleeg de vorige pagina voor informatie over de kantlijnpositie.
HET KOPIËREN VAN EEN ID-CARD Met deze functie kunt u de voor- en achterzijde van een ID-card op een pagina kopiëren. De ID-cardafdruk wordt als volgt weergegeven. Originelen Kopieën Voorzijd Achterz Opmerking • De ID-card-kopieerfunctie kan niet gebruikt worden in combinatie met dubbelzijdig kopiëren en sorteerfuncties. • Het volgende papierformaat kan gebruikt worden: A5R, A4 en B5. (A5R enkel via de handinvoerlade.) • Het beeld kan afgesneden worden, zelfs bij gebruik van standaard papierformaten.
5 Hoofdstuk 5 DE SOFTWARE INSTALLEREN Dit hoofdstuk beschrijft de installatie en configuratie van de software die nodig is voor de printer- en scannerfuncties van het apparaat. Opmerking • De schermafbeeldingen in deze handleiding zijn voornamelijk van Windows XP. Bij andere Windows-versies kunnen sommige schermen anders zijn dan in dit handboek aangegeven. • In deze handleiding wordt de CD-ROM die bij het apparaat wordt geleverd gewoon "CD-ROM" genoemd.
VOORAFGAAND AAN DE INSTALLATIE Hardware en software eisen Ga de volgende hardware- en softwarevereisten na voordat u de software installeert. Soort computer IBM PC/AT of compatibele computer uitgerust met USB2.0*1 Besturingssysteem*2 *3*4 Windows 2000 Professional, Windows XP, Windows Vista, Windows 7 1024 x 768 dots-resolutie en 16-bits kleur of hoger wordt aanbevolen. Display Vrije ruimte op de harde 150MB of meer schijf Andere hardwarevereisten Dit hulpprogramma is handig bij Scannen naar desktop.
DE SOFTWARE INSTALLEREN Opmerking • De schermafbeeldingen in deze handleiding zijn voornamelijk van Windows XP. Bij andere Windows-versies kunnen sommige schermen anders zijn dan in dit handboek aangegeven. • In de uitleg hierna wordt verondersteld dat de muis is geconfigureerd voor bediening met de rechterhand. • De scannerfunctie werkt alleen wanneer u een USB kabel gebruikt. • Als een foutbericht wordt weergegeven, volgt u de instructies op het scherm om het probleem op te lossen.
DE SOFTWARE INSTALLEREN 7 Als u alle software wilt installeren, klikt u op de knop "Standaard" en gaat u naar stap 12. Om bepaalde onderdelen te installeren, klik op de knop "Aangepast" en ga verder met de volgende stap. 8 Klik op de knop "MFP stuurprogramma". Selectie setuptype Selecteer software Klik op de knop "README weergeven" om informatie over de geselecteerde pakketten weer te geven. 9 Selecteer "Aangesloten op deze computer" en klik op de knop "Volgende". Volg de instructies op het scherm.
DE SOFTWARE INSTALLEREN 10 U keert terug naar het venster van stap 8. Als u Button Manager of Sharpdesk wilt installeren, klikt u op de knop "Gebruikerssoftware". Als u de gebruikerssoftware niet wilt installeren, klikt u op de knop "Sluiten" en gaat u naar stap 12. Opmerking Na het installeren kan een bericht verschijnen waarin u wordt gevraagd de computer opnieuw op te starten. Klik in dat geval op de knop "Ja" om uw computer opnieuw op te starten.
DE SOFTWARE INSTALLEREN Veiligheidsetiket • Als u Windows Vista/7 gebruikt en er een venster met een veiligheidswaarschuwing verschijnt, moet u op "Dit stuurprogramma toch installeren" klikken. • Als u Windows 2000/XP gebruikt en er verschijnt een waarschuwingsbericht met betrekking tot de Windows-logotest of digitale handtekening, klikt u op "Toch doorgaan" of "Ja". Hiermee is de installatie van de software voltooid.
DE SOFTWARE INSTALLEREN Het apparaat gebruiken als gedeelde printer Als u het apparaat gaat gebruiken als gedeelde printer in een netwerk, moet u onderstaande stappen volgen om het printerstuurprogramma te installeren op de clientcomputer. Opmerking Raadpleeg de handleiding of het helpbestand van uw besturingssysteem om de juiste instellingen te configureren in de afdrukserver. 1 Voer stappen 2 tot en met 6 in "DE SOFTWARE INSTALLEREN" (p.36) uit. 2 Klik op de knop "Aangepast".
DE SOFTWARE INSTALLEREN 5 Klik op de knop "Netwerkpoort toevoegen". In Windows Vista/7 verschijnt de knop "Netwerkpoort toevoegen" niet. 6 Selecteer de netwerkprinter die wordt gedeeld en klik op de knop "OK". Vraag uw netwerkbeheerder om de servernaam en de printernaam van het apparaat op het netwerk. 7 Controleer de gedeelde netwerkprinter in het selectievenster voor de printerpoort en geef aan of het apparaat moet worden gebruikt als standaardprinter. Maak de keuzes en klik op de knop "Volgende".
BUTTON MANAGER INSTELLEN Button Manager is een softwareprogramma dat samenwerkt met het scannerstuurprogramma om scannen vanaf het apparaat mogelijk te maken. Als u wilt scannen met het apparaat, moet Button Manager worden gekoppeld aan de bestemming die verschijnt in het display. Volg de onderstaande stappen om Button Manager te koppelen aan scannergebeurtenissen. Windows XP/Vista/7 1 Klik op de "Start" toets, kies "Configuratiescherm" en klik vervolgens op "Scanners en Camera’s".
DE SOFTWARE INSTALLEREN 5 Selecteer "Start dit programma" en selecteer "Sharp Button Manager Y" in het uitschuifmenu. Eigenschappen voor SHARP MX-XXXX EE 6 Klik op de knop "Toepassen". 7 Herhaal de stappen 4 tot en met 6 om Button Manager te koppelen aan "SC2:" tot en met "SC6:". Selecteer "SC2:" in het vervolgkeuzemenu "Selecteer een gebeurtenis". Selecteer "Uitvoeren", selecteer "Sharp Button Manager Y" uit het rolmenu en klik vervolgens op de "Toepassen" toets.
DE SOFTWARE INSTALLEREN Windows 2000 44 1 Klik op de knop "Start", selecteer "Instellingen" en klik vervolgens op "Configuratiescherm". 2 Dubbelklik op het pictogram "Scanners en camera's". 3 Selecteer "SHARP MX-XXXX" en klik op de knop "Eigenschappen". 4 Klik op het tabblad "Gebeurtenissen" in het scherm "Eigenschappen". 5 Selecteer "SC1:" in het vervolgkeuzemenu "Scannergebeurtenissen".
DE SOFTWARE INSTALLEREN 6 Selecteer "Sharp Button Manager Y" in "Naar deze toepassing zenden". Eigenschappen voor SHARP MX-XXXX E Opmerking Als andere toepassingen worden weergegeven, schakelt u de selectievakjes van de andere toepassingen uit en laat u alleen het selectievakje van Button Manager ingeschakeld. 7 Klik op de knop "Toepassen". 8 Herhaal de stappen 5 tot en met 7 om Button Manager te koppelen aan "SC2:" tot en met "SC6:".
6 Hoofdstuk 6. PRINTERFUNCTIES Dit hoofdstuk beschrijft het gebruik van de printerfuncties. De procedure voor het plaatsen van papier is dezelfde als voor het plaatsen van kopieerpapier. Zie "HET LADEN VAN PAPIER" (p.11). Opmerking • Als het apparaat bezig is met kopiëren wanneer het afdrukken wordt gestart, gaat het kopiëren verder. Nadat het kopiëren voltooid is, zullen de afdruktaken uitgevoerd worden wanneer de wissen-toets twee maal wordt ingedrukt of na ongeveer 60 seconden (auto-wissentijd)*.
BASISAFDRUKTAKEN In het volgende voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document kunt printen vanuit WordPad. Kijk voordat u gaat printen of het voor uw document juiste formaat papier in het apparaat is geladen. 1 Start WordPad en open het document dat u wilt afdrukken. 2 Kies "Afdrukken" van het menu "Bestand" van de toepassing. Indien u gebruikt maakt van Windows 7, klik op de knop. Opmerking 3 Het afdrukmenu kan verschillen afhankelijk van de gebruikte softwaretoepassing.
PRINTERFUNCTIES Het printerstuurprogramma openen met de "Start"-toets U kunt het printerstuurprogramma openen en de instellingen ervan wijzigen via de Start-knop van Windows. Instellingen die aldus zijn aangepast, zullen gelden als begininstellingen wanneer u uit een toepassing print. (Wanneer u de instellingen van het printer driver installatiescherm wijzigt tijdens het afdrukken, zullen deze instellingen naar de standaardinstellingen terugkeren zodra u de toepassing verlaat.
INSTELLINGENSCHERM PRINTERSTUURPROGRAMMA Er bestaan enkele beperkingen voor de combinaties van instellingen die u kunt selecteren in het instelscherm printer-driver. Wanneer een beperking van kracht is, verschijnt er een informatie-pictogram ( ) naast de instelling. Klik op het pictogram als u uitleg over de beperking wilt bekijken. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 De instellingen en de afbeelding van het apparaat kunnen per model variëren. Opmerking Tabblad De instellingen staan gegroepeerd op tabbladen.
GEAVANCEERDE AFDRUKFUNCTIES INSTELLEN Dit gedeelte beschrijft de belangrijkste geavanceerde afdrukfuncties. De beschrijvingen veronderstellen dat het papierformaat en de andere basisinstellingen reeds geselecteerd zijn. Voor de basisprocedure voor afdrukken en de stappen voor het openen van het printerstuurprogramma, raadpleeg "BASISAFDRUKTAKEN" (p.47).
PRINTERFUNCTIES 1 Klik op het tabblad "Algemeen" in het instelscherm van het printerstuurprogramma. 2 Stel het aantal pagina's per blad in. Indien u randen wenst af te drukken, selecteer het selectievak "Rand". 3 Selecteer de volgorde van de pagina's. De afbeelding aanpassen aan het papier (Aanpassen aan papierformaat) De printer-driver kan het formaat van de geprinte afbeelding aanpassen aan het formaat van het papier dat in het apparaat is geladen.
PRINTERFUNCTIES 4 Selecteer het formaat van het papier dat u werkelijk wilt gebruiken voor de afdruk (B5). Het formaat van het afgedrukte beeld wordt automatisch aangepast aan het papier dat in de papiercassettes is geladen.
PRINTERFUNCTIES De afdruk vergroten/verkleinen (Zoom) Deze functie wordt gebruikt om het beeld tot een gewenst percentage te verkleinen of vergroten. Hiermee kunt u kleine beelden uitvergroten of marges toevoegen door een beeld te verkleinen. Opmerking De instelling "Zoom" is niet beschikbaar wanneer "N-Up afdrukken" is geselecteerd. 1 Klik op het tabblad "Papier" in het instelscherm van de printer-driver. 2 Selecteer "Zoom" en klik op de knop "Instellingen".
PRINTERFUNCTIES Zwakke tekst en lijnen in zwart afdrukken (Tekst in zwart/Vector in zwart) Bij het afdrukken van een afbeelding in kleur, kunnen zwakke tekst en lijnen in zwart worden afgedrukt. (Rastergegevens zoals bitmap-beelden kunnen niet worden aangepast.) Hierdoor worden slecht zichtbare tekst en lijnen in kleur beter zichtbaar. 54 1 Klik op het tabblad "Geavanceerd" in het instelscherm van het printerstuurprogramma. 2 Selecteer het selectievak "Tekst in zwart" an/of "Vector in zwart".
PRINTERFUNCTIES De helderheid en het contrast van de afbeelding aanpassen (Beeldaanpassing) De helderheid en het contrast kunnen worden aangepast in de afdrukinstellingen bij het afdrukken van een foto of afbeelding. Deze instellingen kunnen gebruikt worden voor eenvoudige correcties wanneer u niet beschikt over beeldbewerkingssoftware. 1 Klik op het tabblad "Geavanceerd" in het instelscherm van het printerstuurprogramma. 2 Klik op de knop "Beeldaanpassing". 3 Pas de beeldinstellingen aan.
PRINTERFUNCTIES Een watermerk toevoegen aan afgedrukte pagina's (Watermerk) VER TRO UW ELI JK In de achtergrond van een afbeelding kan een lichte schaduwachtige tekst worden toegevoegd als watermerk. De grootte, dichtheid en hoek van het watermerk kan worden aangepast. Deze tekst kan gekozen worden in een standaardlijst of ingevoerd worden om een origineel watermerk te creëren. 1 Klik op het tabblad "Watermerken" in het instelscherm van het printerstuurprogramma.
PRINTERFUNCTIES Dubbelzijdig printen De machine kan dubbelzijdig afdrukken. Deze functie is zeer veelzijdig en bijzonder handig voor het creëren van eenvoudige folders. Dubbelzijdig afdrukken verlaagt ook het papierverbruik. Opmerking Selecteer bij gebruik van dubbelzijdig afdrukken een andere bron dan "Handinvoer" voor de "Papierinvoerbron" op de "Papier" tab.
VAAK GEBRUIKTE AFDRUKINSTELLINGEN OPSLAAN Alle instellingen die in elk van de tabbladen worden geconfigureerd op het moment van afdrukken, kunnen als gebruikersinstellingen opgeslagen worden. Het opslaan van vaak gebruikte instellingen of complexe kleurinstellingen vereenvoudigt de selectie van die instellingen wanneer u ze nogmaals wenst te gebruiken.
HET AFDRUKSTATUSVENSTER Wanneer het afdrukken begint, wordt automatisch het Afdrukstatus scherm geopend. Met het afdrukstatus scherm kunt u toezicht houden op de machine en de naam van het document dat wordt afgedrukt of elke foutmelding bekijken. 1 2 3 4 5 6 7 Afdrukstatus Toont informatie over de huidige status van de printer. Icoonstatus De icoonstatus verschijnt om u op de hoogte te brengen van afdrukfouten. Er verschijnt niets wanneer het afdrukken normaal verloopt.
INSTELLINGEN VAN DE PRINTER DRIVER Tabblad Instelling Selecties Begininstelling en Kopieën 1 tot 999 Invoegen Aan/Uit Aan X pagina’s-op-1 vel afdr 1-Up/2-Up/4-Up/6-Up/8-Up/9-Up/16-Up 1 pagina’s op 1 vel Volgorde 1-Up: Geen Geen 2-Up: Links naar rechts/Rechts naar links/ Boven naar onder*3 4-Up/6-Up8-Up/9-Up/16-Up: Rechts en omlaag/Omlaag en rechts/ Links en omlaag/Omlaag en links Rand Aan/Uit Uit Documenttype 1-zijdig/2-zijdig (Boek)/2-zijdig (Schrijfblok) Enkelzijdig Afdrukstand Staand
7 Hoofdstuk 7 SCANFUNCTIES Dit hoofdstuk beschrijft het gebruik van de scanfuncties. OVERZICHT SCANFUNCTIES Het onderstaande diagram geeft een overzicht van het scannen. Scannen via het toestel*1 Scannen vanaf een TWAIN*2-compliant of WIA*3-compliant toepassing Scannen met de "Wizard Scanner en camera" (Windows XP) Plaats het origineel in de scanpositie Voor meer informatie, raadpleeg "SCANNEN D.M.V. DE TOETSEN OP DE MACHINE" (p.62). Zet de machine in de scannermodus en selecteer het scanmenu.
DE SCANNERFUNCTIE GEBRUIKEN De procedure voor het plaatsen van het origineel is hetzelfde als voor het kopiëren. Zie "NORMAAL KOPIËREN" (p.17). De scannerfunctie kan niet worden gebruikt in de volgende situaties: Opmerking • Wanneer er een papierstoring optreedt (papier-of origineelstoring in de RSPF). • Er gebruikersprogramma's worden gebruikt. • De papierformaatlade wordt ingesteld. • De kopieermachine wordt gebruikt in de kopieerfunctie. • De voor- of zijklep staat open. SCANNEN D.M.V.
SCANFUNCTIES Opmerking • De scanfunctie blijft actief nadat het scannen is voltooid. (Gebruik de [MODUSSELECTIE] toets om de functie te wijzigen.) • Als het volgende scherm wordt weergegeven, selecteert u Button Manager en klikt u op "OK". Button Manager wordt gestart en de toepassing die aan Button Manager is gekoppeld wordt eveneens gestart. Als u alleen Button Manager wilt starten in dit geval, stelt u Button Manager in voor gebruik in Windows zoals beschreven in "BUTTON MANAGER INSTELLEN" (p.42).
SCANFUNCTIES Instellingen van Button Manager Na installatie blijft de Button Manager normaal gesproken actief als achtergrondtaak in het Windows besturingssysteem. Volg de onderstaande stappen om de Button Manager-instellingen te wijzigen. Raadpleeg de Toetsenbeheer helpbestanden voor informatie over de instellingen van het Toetsenbeheer. "Overzicht van de Button Manager" (p.
SCANFUNCTIES Overzicht van de Button Manager De Button Manager is een software utility waarmee u de scannerfunctie op de machine kunt gebruiken. Met de Button Manager kunt u 6 sets met scaninstellingen configureren als een scanmenu op de machine. U kunt Help voor een instelling bekijken door op de toets in de rechterbovenhoek van het venster en vervolgens op de instelling te klikken.
SCANFUNCTIES Scannen vanaf het bedieningspaneel van machine. (Gebruik van Button Manager) • Scannen is niet mogelijk tijdens een kopieertaak. • Als de SCANMODUS is geselecteerd tijdens een afdruktaak, wordt de scantaak opgeslagen. • Wanneer u een origineel scant via de RSPF kan slechts een origineel geplaatst worden, tenzij u gebruik maakt van Sharpdesk. Opmerking 1 Druk op de [MODUSKEUZE] toets voor het selecteren van de scannermodus.
SCANNEN VIA UW COMPUTER De machine ondersteunt de TWAIN-norm zodat u kunt scannen d.m.v. TWAIN-compatibele toepassingen. De machine ondersteunt ook WIA (Windows Image Acquisition) zodat u kunt scannen via WIA-compatibele toepassingen en de "Scanner en Camera Wizard" in Windows XP. Voor meer informatie over TWAIN en WIA, raadpleeg het help-bestand van het scannerstuurprogramma of Windows Help. Scannen is niet mogelijk tijdens een kopieertaak.
SCANFUNCTIES 5 In het menu "Scanbron" selecteert u de locatie waar u het originaal plaatste in stap 1. • Selecteer [SPF (Simplex)] als u een 1-zijdig origineel in de in de RSPF hebt geplaatst. • Selecteer [SPF (Duplex-Boek)] of [SPF (Duplex-Schrijfblok)] als u een 2-zijdig origineel in de in de RSPF hebt geplaatst. 6 Klik op de "Voorbeeld" toets. Het voorbeeld verschijnt. Opmerking 7 • Wanneer de hoek van het beeld afwijkt, plaats u het origineel opnieuw en klikt u weer op de "Voorbeeld" toets.
SCANFUNCTIES Instellingen van het scannerstuurprogramma Het installatiescherm van de scanner driver bestaat uit het "Installatiescherm", waarin u scaninstellingen kunt selecteren en het "Voorbeeldscherm", dat de scanafdruk toont. Klik op de [Help] toets in het voorbeeldscherm om de helpbestanden weer te geven voor meer informatie over de scaninstellingen. Installatiescherm Klik op de [Help] toets in het voorbeeldscherm om de helpbestanden weer te geven voor meer informatie over de instellingen.
SCANFUNCTIES Voorbeeldscherm 1 2 3 4 5 Voorbeeldscherm "Automatische scangebiedbeoordeling" Klik op de "Voorbeeld" toets in het knop installatiescherm om het gescande beeld Klik op deze toets wanneer het "Voorbeeld" weer te geven.. U kunt het scangebied scherm automatisch wordt weergegeven en specificeren door de muisaanwijzer binnen het scangebied toe te passen op het het venster te slepen. Het scangebied is de volledige voorbeeld. ruimte binnen het met de muis aangemaakte kader.
SCANFUNCTIES Scannen via een WIA-compatibele toepassing (Windows XP/Vista/7) Indien u gebruik maakt van Windows XP/Vista/7 kunt u de WIA-driver gebruiken om te scannen via WIA-compatibele toepassingen. 1 Plaats het origineel dat u wilt scannen op de glasplaat/RSPF. 2 Na het starten van de WIA-compatibele toepassing, klik op het menu "Bestand" en selecteer een menu om te scannen. Voor de procedure om het origineel te plaatsen, zie "NORMAAL KOPIËREN" (p.17).
SCANFUNCTIES Scannen met de "Wizard Scanner en camera" (Windows XP) Hieronder volgt een beschrijving van de procedure voor het scannen met behulp van de "Scanner en Camera's Wizard" in Windows XP. Met de "Scanner en Camera's Wizard" kunt u een beeld scannen zonder een WIA-compliant toepassing te gebruiken. 1 Plaats het origineel dat u wilt scannen op de glasplaat/RSPF.
SCANFUNCTIES 6 Wanneer het scannen is voltooid, wordt het volgende scherm weergegeven. Selecteer de volgende taak die u wilt uitvoeren en klik vervolgens op de toets "Volgende". Wanneer u de bewerking wilt beëindigen, klikt u op "Geen van beide. Ik ben klaar met deze Afbeeldingen". 7 Klik op de "Voltooien" toets. De "Wizard Scanner en camera" wordt afgesloten en de scanafdruk wordt opgeslagen in de gespecificeerde map.
8 Hoofdstuk 8 GEBRUIKERSINSTELLINGEN Met de gebruikersinstellingen kunt u de machine-instellingen aanpassen aan uw behoeften. GEBRUIKERSPROGRAMMA'S De gebruikersinstellingen bestaan uit de volgende items. Wijzig de gebruikersrogramma’s zoals beschreven in "INSTELLINGEN VOOR EEN GEBRUIKERSPROGRAMMA SELECTEREN" (p.79). Kopieermodus Programma nummer 1 74 Programmanaam AUTO WISSEN Instelcodes (fabrieksinstelling verschijnt vetgekleurd) Verklaring 1 : 10 SEC 2 : 30 SEC 3: 60 SEC. 4: 90 SEC.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN Programma nummer Programmanaam Instelcodes (fabrieksinstelling verschijnt vetgekleurd) Verklaring 4 AUTOMATISCHE UITSCHAKELFUNCTIE 1: 5 MIN. 2: 30 MIN. 3: 60 MIN. 4: 120 MIN. 5: 240 MIN. • Deze functie zet de kopieermachine automatisch in een nog lager stroomverbruik dan bij de voorverwarmfunctie wanneer de machine gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. Alle lampjes, behalve de stroombesparing indicator, gaan uit.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN Programma nummer Instelcodes (fabrieksinstelling verschijnt vetgekleurd) Verklaring 1: 30% 2: 40% 3: 50% 4: 60% 5: 70% • Gebruik deze instelling om de grootte van het machinegeheugen in te stellen voor de printerfunctie. AUTO-TOETS HERH. 1: AAN 2: UIT • Gebruik deze instelling om al dan niet de herhaling van het indrukken van een toets te selecteren.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN Programma nummer 20 Programmanaam TAAL Instelcodes (fabrieksinstelling verschijnt vetgekleurd) 1: ENGELS AMERIKAANS 2: ENGELS 3: FRANS 4: SPAANS 5: ------ Verklaring • Dit programma wordt gebruikt om de taal die u in de display gebruikt te wijzigen. : : 18: Braziliaans Portugees 21 FABRIEKINSTELLING 1: JA 2: NEE • Hiermee kunt u alle instellingen terugstellen naar de fabrieksinstellingen. 22 AUTOM.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN Print modus Programma nummer 1 2 3 Programmanaam GEFORCEERDE UITV. USB 2.0 FUNCTIEOMSCHAKELING*1 AUTO-LADE OMSCHAK.*2 Instelcodes (fabrieksinstelling verschijnt vetgekleurd) Verklaring 1: AAN 2: UIT • Wanneer u deze functie activeert, zal het afdrukken in de printerfunctie automatisch worden voortgezet met een ander, gelijkend papierformaat wanneer het ingestelde papierformaat in geen enkele lade meer aanwezig is. Deze functie werkt niet in de kopieerfunctie.
INSTELLINGEN VOOR EEN GEBRUIKERSPROGRAMMA SELECTEREN 1 Druk op de [MENU] toets en vervolgens op de [OK] toets. HOOFDMENU 1:GEBRUIKERSPROGRAM. Druk in de printerfunctie op de [MENU] toets om de gebruikersprogramma’s te verlaten. 2 Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets ( ) om het item te selecteren dat u in het GEBRUIKERSPROGRAM. wilt configureren en druk vervolgens op de [OK] toets. GEBRUIKERSPROGRAM. 2:VOORVERWARMFUNCTIE • Zie "GEBRUIKERSPROGRAMMA" (p.74 tot p.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN Geluidssignalen (toetsinvoer-piep, ongeldige toets-piep, basisinstellingpiep) De machine laat 3 soorten piepsignalen horen: een toetsinvoer-piep die klinkt wanneer een geldige toets wordt ingedrukt, een ongeldige toets-piep die klinkt wanneer een ongeldige toets wordt ingedrukt en een basisinstelling-piep die klinkt wanneer een instelling hetzelfde is als de basisinstelling (de basisinstellingen worden hieronder beschreven). Het basisinstelling geluissignaal staat aanvankelijk uit.
9 Hoofdstuk 9 INSTELLINGEN ACCOUNTREGELING Wanneer de functie accountregeling is ingeschakeld, kunt u het gebruik van de machine per account regelen, of het totaal aantal gekopieerde pagina’s per account zien. Er zijn sommige programmamenu’s voor deze functie zoals getoond in de tabel. Programmanaam Pagina 1. Wachtwoord wijzigen 81 2. Accountcontrole ingave 81 1. Controlemodus 2. Totaal/account 3. Reset account 4. Controle acc. nr. 1. Invoer acc. nr. 2. Wis Account nr. 3. Verander acc. nr.
INSTELLINGEN ACCOUNTREGELING Auditfunctie inschakelen 4 Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets ( om “2: INSTELL. ACC.CONTROLE” te selecteren en druk vervolgens op de [OK] toets. ) ACCOUNTCONTROLE 2:ACC CONTROL INGAVE 5 5 Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets ( ) om “1:AUDITFUNCTIE” te selecteren en druk vervolgens op de [OK] toets. 5 Auditfunctie is standaard niet ingeschakeld.
ACCOUNTNUMMERREGELING Dit programma wordt gebruikt om accountnummers te programmeren, te wissen of te wijzigen. 1 Na stap 1, 2 en 4 op pagina 81 - 82, druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets ( ) tot [4: ACC.CONTROLE] verschijnt en druk daarna op [OK]. ACC CONTROL INGAVE 4:CONTROLE ACC NR 2 3 4 5 Een accountnummer invoeren 1 Selecteer “1. VOER ACCOUNTNR. IN" met de [ ] toets ( ) of [ ] toets ( ) en druk daarna op [OK]. 2 Als er al 15 accounts zijn geprogrammeerd, verschijnt ere en waarschuwingsmelding.
INSTELLINGEN ACCOUNTREGELING 4 Voer het accountnummer dat u wilt wissen in met de cijfertoetsen en druk op de [OK] toets. 5 Selecteer “JA” met de [ ]-toets ( vervolgens op de [OK] toets. ) of de [ ]-toets ( ) en druk Als u een nummer invoert dat nog niet geprogrammeerd is in stap 4 en daarna op de [OK] toets drukt, keert u terug naar het nummerinvoerscherm van stap 4. 6 Herhaal de stappen 4 en 5 als u een ander accountnummer wilt wissen.
TOTAAL/ACCOUNT Dit programma wordt gebruikt om het aantal pagina's van elke account weer te geven. 1 Na stap 1, 2 en 4 op pagina 81 - 82, druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets ( ) tot “2. "TOTAAL/ACCOUNTS" verschijnt, en druk op de [OK] toets. 2 Dit programma wordt gebruikt om het aantal pagina's van elke account weer te geven. Opmerking ACC CONTROL INGAVE 2: TOTAAL/ACCOUNT Pagina’s die gekopieerd worden voor onderhoud van de machine worden bij de account “ANDER” geteld.
KOPIËREN WANNEER DE AUDITFUNCTIE INGESCHAKELD IS Wanneer accountcontrole ingeschakeld is, verschijnt het accountnummer invoerscherm. INGAVE ACCOUNT NR. ACCOUNT NR.----- 1 Voer uw accountnummer van vijf cijfers in met de numerieke toetsen. 2 Wanneer er een geldig accountnummer wordt ingevoerd, worden de kopieën die al voor deze rekening werden gemaakt enkele seconden lang op het oorspronkelijke scherm weergegeven.
10 Hoofdstuk 10 PROBLEEM OPLOSSING EN ONDERHOUD In dit deel worden de problemen met betrekking tot het dagelijkse gebruik van de machine, de kopieerfunctie en de software-instellingen uitgelegd. Controleer het probleem nauwkeurig voordat u contact opneemt met de helpdesk omdat de meeste problemen door de gebruiker zelf kunnen worden opgelost. Als u het probleem niet zelf kunt oplossen, zet u de hoofdschakelaar uit, haalt u de stekker uit het contact en neemt u contact op met uw dealer.
PROBLEEM OPLOSSING EN ONDERHOUD Indicatie Lampindicator Display PLAATS EEN Knippert TONER CARTRIDGE. TONER CARTRIDGE StoringsBIJNA LEEG. indicator Licht op ONDERHOUD VEREIST NEEM CONTACT OP MET SERVICE LEVERANCIER Oorzaak en oplossing De tonercartridge is niet correct geplaatst. Plaats de tonercartridge opnieuw. 105 Vervanging van de tonercartridge is binnenkort nodig. Zorg voor een nieuw patroon. 105 Onderhoud door een SHARP erkende onderhoudstechnicus is vereist.
PROBLEMEN MET DE MACHINE OPLOSSEN KOPIËREN De onderstaande problemen hebben betrekking op de algemene werking van de machine en het kopiëren. Probleem De machine werkt niet. De kopieën zijn te licht of te donker. Blanco kopieën. Oorzaak en oplossing Pagina De machine is niet aangesloten op een stopcontact. → Sluit de machine aan op een geaard stopcontact. - Hoofdschakelaar staat op OFF. → Zet de hoofdschakelaar op ON. 9 De energiebesparingsindicator knippert.
PROBLEEM OPLOSSING EN ONDERHOUD Probleem Een gedeelte van de afbeelding is afgebroken of er is te veel witruimte. Er verschijnen kreukels in het papier of de afbeelding vervaagt op sommige plaatsen. De kopieën zijn vlekkerig of vuil. 90 Oorzaak en oplossing Pagina Het origineel was niet in de juiste richting geplaatst. → Plaats het origineel in de correcte positie. 17, 18 Er is geen correcte kopieerfactor gebruikt voor het origineelformaat en het kopieformaat.
PROBLEEM OPLOSSING EN ONDERHOUD Probleem Oorzaak en oplossing 101 Het papier valt buiten het gespecificeerde formaat en gewicht. ?Gebruik kopieerpapier dat overeenkomt met de gespecificeerde instellingen. 11 Het papier is gekruld of vochtig. ?Gebruik geen gekreukeld of rimpelig papier. Vervang het door droog papier. Vervang het papier door nieuw, droog kopieerpapier.
PROBLEEM OPLOSSING EN ONDERHOUD Probleem Het papierformaat voor een papierlade kan niet worden ingesteld. Pagina - De machine is tijdelijk gestopt als gevolg van papiertekort of papierstoring. → Plaats papier in de lade of verwijder het vastgelopen papier en stel vervolgens het papierformaat in. 12, 16, 101 De uitvoer wordt niet netjes in de papieruitvoerlade gestapeld. Beide uiteinden van het papier zijn omhoog gekruld. → Het kan helpen het papier in de papierlade om te draaien.
PROBLEMEN BIJ AFDRUKKEN OF SCANNEN Als aanvulling op dit hoofdstuk kunnen ook de LEESMIJ-bestanden van de softwareprogramma's worden geraadpleegd. Om een LEESMIJ bestand weer te geven, zie "DE SOFTWARE INSTALLEREN" (p.34). Probleem De machine werkt niet. Waarschuwingspagina (NP-001) werd afgedrukt maar de gegevens werden niet volledig afgedrukt. Oorzaak en oplossing Pagina De machine is niet juist aangesloten op uw computer.
PROBLEEM OPLOSSING EN ONDERHOUD Probleem Pagina Afdrukken gaat traag. – Het afgedrukte beeld is licht en ongelijk. Het papier is fout geladen en de achterzijde wordt bedrukt. → Bepaalde papiertypen hebben een voor- en achterzijde. Indien op de achterzijde wordt gedrukt, zal de toner niet voldoende hechten en het resultaat onvoldoende zijn. 12 U gebruikt papier dat niet geschikt is voor deze machine. → Gebruik papier binnen het gespecificeerde bereik. 11 Het papier is gekruld of vochtig.
PROBLEEM OPLOSSING EN ONDERHOUD Probleem Oorzaak en oplossing Pagina Het papier in de papierlade stemt niet overeen met het gespecificeerde papierformaat. → Controleer of de opties voor "Papierformaat" overeenstemmen met het geladen papier. → Indien de optie "Aanpassen aan papierformaat" geactiveerd is, zorg ervoor dat het geladen papier overeenstemt met het formaat dat u selecteerde in het uitschuifmenu. – De oriëntatie van het document is niet juist.
PROBLEEM OPLOSSING EN ONDERHOUD Probleem Oorzaak en oplossing De origineelplaat of de onderkant van de origineelklep/RSPF is smerig. Reinig deze regelmatig. → Regelmatig reinigen. Slechte scankwaliteit. 96 Pagina 109 Is het origineel vuil of gekreukeld? → Gebruik een schoon origineel. – Geen gepaste resolutie gespecificeerd. → Zorg ervoor dat de gekozen resolutie geschikt is voor het origineel. – Onjuiste waarde voor de instelling "Z/W drempel".
PROBLEEM OPLOSSING EN ONDERHOUD Probleem Kan het beeld niet scannen. Scannerverzendsnelheid is laag. Oorzaak en oplossing Pagina Indien het scannen niet mogelijk is, schakel uw computer uit, schakel het toestel uit en verwijder het netsnoer van de machine uit het stopcontact. Start vervolgens uw computer, schakel de machine opnieuw in en probeer opnieuw te scannen. Indien het nog steeds niet mogelijk is om te scannen, controleer het volgende: – Uw toepassing is niet TWAIN/WIA-compatibel.
PROBLEMEN TIJDENS CONFIGURATIE VAN DE SOFTWARE Indien de software niet correct geïnstalleerd wordt, controleer volgende zaken op uw computer. Om de software te verwijderen, raadpleeg "De software verwijderen" (p.100). De MFP driver kan niet worden geïnstalleerd (Windows 2000/XP) Als het MFP-stuurprogramma niet kan worden geïnstalleerd in Windows 2000/XP, volgt u de onderstaande stappen om de instellingen van uw computer te controleren.
PROBLEEM OPLOSSING EN ONDERHOUD Plug and Play scherm verschijnt niet Als het Plug and Play scherm niet verschijnt nadat u de machine op uw computer heeft aangesloten met een USB kabel en u de machine heeft ingeschakeld, dan moet u de volgende stappen uitvoeren om te controleren of de USB poort beschikbaar is. 1 Klik op "Start", vervolgens op "Configuratiescherm" en daarna op "Prestatievermogen en onderhoud".
PROBLEEM OPLOSSING EN ONDERHOUD De MFP driver kan niet correct met Plug and Play (Windows 2000/ XP/Vista/7) worden geïnstalleerd Als u bij Windows 2000/XP/Vista/7 de MFP driver niet juist kunt installeren met Plug en Play (als Plug en Play bijvoorbeeld wordt uitgevoerd zonder de noodzakelijke bestanden voor de installatie van de MFP driver te kopiëren), volgt u deze stappen om niet-gebruikte apparaten te verwijderen en daarna de MFP driver installeren zoals beschreven in "DE SOFTWARE INSTALLEREN" (p.34).
PAPIERSTORINGEN OPLOSSEN Als papier vastloopt, gaat de storingsindicator knipperen, verschijnt "VERWIJDER VASTGELOPEN PAPIER." in de display en stopt de machine. Als het papier vastloopt terwijl u RSPF gebruikt, verschijnt "DRAAI X ORIGINEEL START = HERVATTEN" in de display. ("X" geeft het aantal opnieuw in te voeren pagina's weer). Dit geeft het aantal originelen aan dat na een papierstoring teruggeplaatst moet worden in de origineel invoerlade, nadat het papier is vastgelopen.
PROBLEEM OPLOSSING EN ONDERHOUD A: Papierstoring in het papiertoevoergedeelte 1 Verwijder de papierstoring zoals aangegeven in onderstaande afbeelding. Als de storingsindicator knippert en het vastgelopen papier niet vanuit het invoergedeelte te zien is, trek dan de papierlade eruit en verwijder het verkeerd ingevoerde papier. Wanneer het papier niet kan verwijderd worden, gaat u door naar "B: Storing in de fusereenheid". Waarschuwing Veiligheidsetiket 2 De fuseereenheid is heet.
PROBLEEM OPLOSSING EN ONDERHOUD 2 Verwijder de papierstoring uit de fuseereenheid zoals aangegeven in onderstaande afbeelding. Wanneer het papier niet kan verwijderd worden, gaat u door naar "C: Storing in de transporteenheid". Waarschuwing Veiligheidsetiket 3 De fuseereenheid is heet. Raak de fuseereenheid niet aan bij het verwijderen van vastgelopen papier. Anders kunt u brandwonden of ander letsel oplopen.
PROBLEEM OPLOSSING EN ONDERHOUD 4 Breng de ontgrendeling van de fuseereenheid omhoog en sluit de zijklep door op de ronde uitsteeksels bij de openingsknop van het zijdeksel te drukken. De storingsindicator gaat uit en de gereedindicator gaat branden. Veiligheidsetiket Wanneer u de kleppen sluit, zorg ervoor dat de voorzijdeklep goed gesloten is en sluit dan de zijklep. Indien de kleppen in de verkeerde volgorde gesloten worden, kunnen deze beschadigd worden.
HET VERVANGEN VAN DE TONER CARTRIDGE Als de toner bijna op is, gaat de storingsindicator branden en verschijnt "TONERNIVEAU IS LAAG" in de display om aan te geven dat er binnenkort een nieuwe cartridge nodig is zodat u deze kunt aanschaffen. Als u verder gaat met kopiëren terwijl de indicator brandt, dan worden de kopieën steeds lichter totdat de toner helemaal op is. Als de toner op is, stopt de machine, gaat de storingsindicator knipperen en verschijnt "VERVANG TONER CARTRIDGE." in de display.
PROBLEEM OPLOSSING EN ONDERHOUD 3 Druk op de ontgrendelingshendel en trek de tonercartridge voorzichtig uit de machine. Opmerking 4 Niet op de toner cartridge kloppen en niet schudden na verwijdering. • Niet op de toner cartridge kloppen en niet schudden na verwijdering. Plaats de oude cartridge meteen in de lege verpakking van de nieuwe cartridge. Oude tonercartridges weggooien conform de lokale wetgeving. Haal de TD (Toner/Developer) cartridge uit de zak.
PROBLEEM OPLOSSING EN ONDERHOUD 6 Sluit de voorklep en vervolgens de zijklep door op de ronde uitsteeksels bij de opentoetsen voor de zijkleppen te drukken. De storingsindicator gaat uit en de gereedindicator gaat branden. 7 Veiligheidsetiket Opmerking Wanneer u de kleppen sluit, zorg ervoor dat de voorzijdeklep goed gesloten is en sluit dan de zijklep. Indien de kleppen in de verkeerde volgorde gesloten worden, kunnen deze beschadigd worden.
CONTROLE VAN DE TOTALE TELLING U kunt het maximaal aantal pagina’s die de machine kan verwerken (alle pagina’s die met de kopieer- en printerfuncties zijn afgedrukt) controleren, net als het aantal op de teller (het aantal kopiëren, gescande pagina’s, faxen, etc.). Als de teller 999.999 bereikt, gaat hij terug naar 0. 1 Druk op de toets [MENU]. Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets ( ) totdat "TOTAAL AANTAL" verschijnt en drukt vervolgens op de [OK] toets.
REINIGEN VAN DE MACHINE Gepast onderhoud van het apparaat zorgt voor zuivere en duidelijke kopieën. Zorg dat u de machine regelmatig schoonmaakt. Spuit er geen ontvlambaar reinigingsgas op. Het gas van de gasspray kan in aanraking komen met het interne elektrische circuit of met hete onderdelen van de fuseereenheid, waardoor er gevaar voor brand of elektrische schokken bestaat.
TRANSPORTLADE 1 Zet de hoofdschakelaar op OFF. (p.10) 2 Controleer of de handinvoer open is en open vervolgens de zijklep door op de openingsknop voor de zijklep te drukken. 3 Pak de ladereiniger met behulp van het lipje. Plaats de reiniger op het rechteruiteinde van de transferlade, schuif de reiniger voorzichtig naar de linkerkant en verwijder deze vervolgens. Herhaal deze actie twee of drie maal.
11 Hoofdstuk 11 OPTIONELE APPARATUUR SYSTEEMCONFIGURATIE Er zijn verschillende opties beschikbaar om een systeem samen te stellen dat voldoet aan uw specifieke behoeften. Deze opties omvatten: Opmerking • Gebruik enkel originele SHARP-onderdelen en toebehoren. • Bepaalde opties zijn mogelijk niet verkrijgbaar in bepaalde landen en regio's. Voor het beste kopieerresultaat raden wij u aan uitsluitend SHARP producten te gebruiken.
INVOEREENHEID VOOR 250 BLADEN (MX-CS10) Deze papierinvoereenheden zijn geschikt voor het maken van grote aantallen afdrukken en beiden een ruimere keuze in bestaande kopieerformaten. De procedures voor het laden van papier, wijzigen van papierformaat en selectie van de papierlade zijn identiek aan de procedures voor de papierlade van het apparaat. Zie "HET LADEN VAN DE PAPIERLADE" (p.12) en "PAPIERLADEKEUZE" (p.20).
OPTIONELE APPARATUUR De MX-CS10 met de printerfunctie gebruiken. Om de MX-CS10 met de printerfunctie te gebruiken, volgt u deze stappen om de instellingen in het printerstuurprogramma aan te passen. Opmerking Het printerstuurprogramma kan gebruikt worden met de MX-CS10 indien geopend vanaf de toepassing. 1 Klik op de knop “start”. 2 Klik op “Configuratiescherm”, selecteer "Printers en andere hardware" en klik vervolgens op "Printers en faxapparaten".
A. Informatie over afvalverwijdering voor gebruikers (particuliere huishoudens) 1. In de Europese Unie Let op: Deze apparatuur niet samen met het normale huisafval weggooien! Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur moet gescheiden worden ingezameld conform de wetgeving inzake de verantwoorde verwerking, terugwinning en recycling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.
SHARP ELECTRONICS (Europe) GmbH Sonninstraße 3, D-20097 Hamburg
MX-B201 / MX-B201D BEDIENINGSHANDLEIDING NL-1