Operation Manual

2-10
KOPIEERMACHINE
Inhoudsopgave
In dit gedeelte worden de basisprocedures uitgelegd voor het maken van kopieën, inclusief de keuze van de
kopieerfactor en andere kopieerinstellingen.
KOPIEËN MAKEN
KOPIEËN MAKEN MET DE AUTOMATISCHE
DOCUMENTINVOEREENHEID
(1-zijdige kopieën van 1-zijdige originelen)
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u kopieën maakt (1-zijdige kopieën van 1-zijdige originelen) met de automatische documentinvoer.
U kunt de toetsen op het display selecteren met de pijltoetsen en de [OK]-toets.
BASISPROCEDURE OM KOPIEËN TE MAKEN
1
Plaats de originelen met de kopiezijde
naar boven in de origineelinvoerlade met
de vellen gelijkmatig verdeeld.
Steek de originelen helemaal in de lade van de origineelinvoer.
In de origineelinvoerlade kunnen meerdere originelen worden
geplaatst.
Plaats staande originelen op zo'n manier, dat de bovenrand als
eerste in de invoer gaat. Plaats liggende originelen zo, dat de
linkerrand als eerste in de invoer gaat.
De stapel originelen mag niet hoger zijn dan de indicatiestreep
op de lade.
U kunt maximaal 50 vellen invoegen.
De stapel originelen mag niet boven de indicatiestreep op de
lade komen. Oefen geen druk uit op de originelen en probeer
ook niet anderszins meer originelen te laden dan er onder de
indicatiestreep passen. Hierdoor kan het papier vastlopen.
2
Selecteer de toets [Origineel].
Markeerstreep
OKVORIGE