Operation Manual

2-33
KOPIEERMACHINE
Inhoudsopgave
UITVOER
Als u uitvoerfuncties en de uitvoerlade wilt selecteren, selecteert u de toets [Uitvoer] in het basisscherm van de
kopieermodus. U kunt de volgende uitvoerfuncties selecteren: sorteren, groeperen, staffelen en sorteren nieten. Bij de
uitleg van onderstaande instellingen wordt ervan uit gegaan dat er een afwerkingeenheid is geïnstalleerd. Wanneer een
uitvoerfunctie is geselecteerd, verschijnt er een pictogram dat de uitvoerstatus toont in de uitvoerweergave (pagina
2-4)
van het basisscherm.
(1) Toets [Sorteren]
Hiermee sorteert u uitvoer tot sets.
Sorteerfunctie (pagina 2-34)
(2) Toets [Nietsorteren]
Hiermee sorteert u de uitvoer in sets, niet u elke set en
voert u de sets naar de lade. (Bedenk dat de sets niet
worden gestaffeld in de uitvoerlade.)
Functie Nietsorteren / Zadelsteek (pagina 2-35)
(3) Toets [Groep]
Kopieën worden gegroepeerd per pagina.
Groepeerfunctie (pagina 2-34)
(4) Selectievakje [Staffel]
Hiermee staffelt u elke set uitvoer ten opzichte van de
vorige set.
De staffelfunctie werkt wanneer het selectievakje is
geselecteerd en werkt niet wanneer het selectievakje
niet is geselecteerd . (Het vinkje voor staffel wordt
automatisch gewist wanneer u de functie Nietsorteren
selecteert.)
Staffelfunctie (pagina 2-34)
(1)
(2)
(3)
(4)
Het bovenstaande scherm toont de toetsen die verschijnen wanneer er een afwerkingseenheid is geïnstalleerd.
Afhankelijk van de geïnstalleerde randapparatuur is het daarnaast misschien niet mogelijk sommige toetsen te selecteren.
Zie onderstaand scherm indien het anders is dan bovenstaand scherm.
Voorbeeld
Het scherm als een afwerkingeenheid niet is geïnstalleerd.