Operation Manual

2-50
KOPIEERMACHINE
Inhoudsopgave
MARGES TOEVOEGEN
(kantlijnverschuiving)
Met deze functie verschuift u de gekopieerde afbeelding naar rechts, links, omhoog of omlaag om de kantlijn aan te passen.
Dit is handig wanneer u de kopieën wilt perforeren.
Door de afbeelding naar rechts te verschuiven kunt u de kopieën aan de linkerrand binden met een touwtje.
U kunt de toetsen op het display selecteren met de pijltoetsen en de [OK]-toets.
1
1
Zonder kantlijnverschuiving Met kantlijnverschuiving
De perforatiegaten vallen
in de afbeelding.
Innehållet flyttas för att ge
utrymme för hålen i marginalen
så att bilden inte beskärs.
1
1
1
Plaats het origineel.
Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
Plaats het origineel en geef dan het formaat origineel op.
FORMATEN ORIGINEEL (pagina 2-28)
2
Speciale functies selecteren.
(1) Selecteer de toets [Spec. Functies].
(2) Selecteer de toets [Kantlijn Verschuiving].
Menu voor speciale functies (eerste scherm) (pagina 2-39)
3
Stel de kantlijnverschuiving in.
(1) Selecteer de positie voor de
kantlijnverschuiving.
Selecteer een van de 4 posities.
(2) Stel de mate van kantlijnverschuiving in.
Selecteer de getalsweergave en druk op [OK]. Er
verschijnt een invoerscherm voor het getal. Voer het
gewenste getal met de cijfertoetsen in en kies [OK] in het
scherm voor het invoeren van het getal.
Er kan 0 mm tot 20 mm (0" tot 1") worden ingevoerd.
U kunt het getal ook met de toetsen wijzigen.
(3) Selecteer de toets [Basismenu].
U keert terug naar het basisscherm van de kopieerfunctie.
OKVORIGE
OKVORIGE
(3)
(1)
(2)