Operation Manual

2-69
KOPIEERMACHINE
Inhoudsopgave
STEMPELLAY-OUT CONTROLEREN (Lay-out)
Nadat de stempelitems zijn geselecteerd kunt u de afdruklay-out controleren, de afdrukpositie wijzigen en stempelitems
wissen.
U kunt de toetsen op het display selecteren met de pijltoetsen en de [OK]-toets.
1
Selecteer de toets [Opmaak].
U kunt alleen de toets [Opmaak] selecteren als stempelitems zijn geselecteerd.
2
Controleer de lay-out.
(Voorbeeld: Als "Tekst" en "Stempel" bij 1.Boven links,
"Stempel" bij 3.Boven rechts, en "Paginanummering" bij
5.Onder midden worden ingesteld.)
Is de lay-out juist, ga dan naar stap 5.
Selecteer de toets van het stempelitem dat u wilt wissen of
waarvan u de positie wilt wijzigen.
In elke toets worden maximaal 14 tekens weergegeven.
3
Als u de positie van een item wilt
wijzigen, selecteert u de toets
[Verplaatsen]. Als u het item wilt wissen,
selecteert u de toets [Wissen].
Als u de toets [Verplaatsen] selecteert, verschijnt een
scherm om de bestemmingspositie te selecteren.
Als u de toets [Wissen] selecteert, wordt het item gewist. (Ga
naar stap 5).
OKVORIGE
OKVORIGE
OKVORIGE