Operation Manual

2-84
KOPIEERMACHINE
Inhoudsopgave
KOPIËREN IN HET MIDDEN VAN HET PAPIER
(Centreren)
Met deze toets centreert u de gekopieerde afbeelding op het papier.
Hiermee kunt u de afbeelding midden in het papier plaatsen wanneer het origineelformaat kleiner is dan het
papierformaat of wanneer u de afbeelding verkleint.
U kunt de toetsen op het display selecteren met de pijltoetsen en de [OK]-toets.
Zonder de centreerfunctie Met de centreerfunctie
1
Plaats het origineel.
Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
Plaats het origineel en geef dan het formaat origineel op.
FORMATEN ORIGINEEL (pagina 2-28)
2
Speciale functies selecteren.
(1) Selecteer de toets [Spec. Functies].
(2) Selecteer de toets [Beeld bewerken].
TOETS [Beeld bewerken] (pagina 2-80)
3
Selecteer Centreren.
(1) Schakel het selectievakje [Centreren] in op
.
(2) Selecteer de toets [Spec. Functies].
U keert terug naar het scherm Speciale Functies. Druk op
[VORIGE] om naar het basisscherm van de
kopieermodus terug te keren.
4
Druk op de toets [STARTEN KLEUR] of de toets [STARTEN ZWART-WIT].
Het kopiëren begint.
Als u de glasplaat gebruikt om meerdere originelen te kopiëren, vindt het kopiëren plaats terwijl u elk origineel scant. Vervang
de originelen en druk op [START] wanneer u de sorteerfunctie heeft geselecteerd. Herhaal dit tot alle pagina's zijn gescand
en selecteer dan [Lezen Klaar]. (Gebruik dezelfde [START]-toets die u voor het eerste origineel gebruikte ook voor het
tweede origineel en alle volgende originelen.)
Als u scannen en kopiëren wilt annuleren...
Druk op de toets [STOP] ( ).
OKVORIGE
(1)
(2)