Operation Manual

5-34
SCANNER/INTERNETFAX
Inhoudsopgave
3
Controleer het scanformaat van het
origineel en de plaatsingsrichting.
Om de stand van de te verzenden afbeelding in te stellen, moet
u het formaat en de stand van het origineel controleren die bij
stap 1 zijn ingesteld.
(1) Controleer het scanformaat.
Controleer of het formaat van het geplaatste origineel in de
toets [Scanformaat] wordt weergegeven. Als het formaat
van het door u geplaatste origineel afwijkt het vermelde
formaat, stel dan het formaat van het origineel in.
SCANFORMAAT ORIGINEEL EN
VERZENDFORMAAT OPGEVEN (pagina 5-61)
(2) Selecteer de toets [Scanformaat].
(3) Selecteer de toets [Stand afbeelding].
(4)
Stel de plaatsingsrichting van het origineel in.
Als het origineel met de bovenrand naar boven is
geplaatst, selecteer dan [Liggend] met de toetsen .
Als de bovenrand links is geplaatst, selecteer dan
[Staand]. Druk op de toets [OK].
(5) Druk op de toets [VORIGE].
U keert terug naar het basisscherm.
De plaatsingsstand van het origineel is oorspronkelijk ingesteld op [Staand]. Als u het origineel met de bovenrand naar
links hebt geplaatst, kunt u deze stap achterwege laten.
Het bij de systeeminstellingen ingestelde formaat van het origineel wordt weergegeven als formaat van het origineel.
4
Druk op de toets [STARTEN KLEUR] of [STARTEN ZWART-WIT].
Het scannen begint.
Als het origineel op de glasplaat is gelegd, verschijnt de toets [Lezen Klaar] op het display. Als het origineel slechts één pagina is,
gaat u naar stap 6. Als u meer pagina's moet scannen gaat u naar de volgende stap.
Als het origineel in de lade van de origineelinvoer was geplaatst, klinkt er een pieptoon na afloop van het scannen en volgt verzending.
Druk op de toets [STARTEN KLEUR] voor een kleurenscan. Druk op de toets [STARTEN ZWART-WIT] voor een
zwart-witscan. Als de kleurenmodus van de toets [STARTEN KLEUR] is ingesteld op [Automatisch], wordt de kleur van het
origineel automatisch vastgesteld en zal deze in kleur of in grijstinten of Mono 2 worden gescand.
Als het bestandtype [versleutelde PDF] is verschijnt er een wachtwoordinvoerscherm zodra de toets [START] wordt ingedrukt.
Selecteer de toets [Invoer] en druk op [OK] om het toetsenbordscherm te openen. Voer het wachtwoord in
(maximaal 32 tekens) en druk op [OK]. De ontvanger moet het hier ingevoerde wachtwoord gebruiken om het
versleutelde PDF-bestand te openen.
Annuleer het openen van het versleutelde PDF-bestand door [Annuleren] te selecteren en druk op [OK]. Het
scherm voor de indelingsinstellingen verschijnt zodat het bestandstype gewijzigd kan worden. Selecteer een nieuw
type en druk op [START] om te beginnen met verzenden.
OKVORIGE
OKVORIGE
OKVORIGE
(1), (2)
(3)
(4) (5)
OKVORIGE
Voer het wachtwoord in voor
de versleutelde PDF.
Annuleren
Invoer