Operation Manual
5-116
SCANNER/INTERNETFAX
Inhoudsopgave
3
Een doorstuurtabel opslaan.
Volg de onderstaande stappen om een doorstuurtabel op te 
slaan waarin een opgegeven afzender en doorstuuradres 
worden gecombineerd.
(1) Klik op [Instelling voor inkomende routing] 
in het menu van de webpagina's en klik op 
de toets [Toevoegen].
(2) Voer een "Tabelnaam" in.
(3) Selecteer de afzender wiens faxen zullen 
worden doorgestuurd.
• Om alle ontvangen faxen door te sturen, selecteert u 
[Alle ontvangen gegevens doorsturen].
•
Om enkel de faxen door te sturen van een opgegeven 
afzender, selecteert u [Ontvangen gegevens doorsturen 
vanaf onder afzender], selecteert u de afzender uit de lijst 
en klikt u vervolgens op de knop [Toevoegen].
(4) Selecteer het doorstuuradres.
Doorstuuradressen kunnen in het adresboek van de 
machine worden geselecteerd. (Er kunnen meerdere 
adressen worden geselecteerd.) Er kunnen maximaal 
1000 doorstuuradressen worden opgeslagen (een 
gecombineerd maximum van 100 adressen op de 
bestandserver, desktop en in de netwerkmap).
(5) Selecteer de bestandsindeling.
Voor elke doorstuurtabel kan een bestandsindeling 
worden ingesteld.
(6) Klik op [Indienen].
• Wanneer u afzenders selecteert uit de lijst "Instelling voor afzendernummer/-adres", kunt u de [Shift]-toets of de 
[Ctrl]-toets op uw toetsenbord gebruiken om meerdere afzenders te selecteren.
• Er kunnen maximaal 50 doorstuurtabellen worden opgeslagen.
• Als u een groep adressen als doorstuurbestemming wilt selecteren, kunt u alleen een groep selecteren die alleen 
e-mailadressen bevat.
• Afbeeldingen die zijn verzonden in TIFF-indeling worden in sommige ontvangstsituaties mogelijk niet goed 
weergegeven. Wijzig in dat geval de bestandsindeling in PDF.
4
Te gebruiken doorstuurtabellen opgeven.
Om de functie voor inkomende routing te gebruiken, schakelt u 
in de opgeslagen tabellen de doorstuurtabellen in die u wenst 
te gebruiken.
(1) Klik op [Instelling voor inkomende routing] 
in het webpaginamenu.
(2) Selecteer het aankruisvakje "Doorsturen 
geactiveerd"   van elke doorstuurtabel 
die u wenst te gebruiken.
(3) Klik op [Indienen].
Om een doorstuurtabel te wissen, klikt u op het aankruisvakje naast de tabelnaam zodat het wordt geselecteerd   
en klikt u op [Wissen].
(6) (4)
(3)
(2)
(5)
(3)
(2)










