Operation Manual

1-25
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
STANDAARDINSTELLING
Met deze instelling kunt u de gebruikersauthenticatie in- of uitschakelen en de methode voor authenticatie specificeren.
Wanneer gebruikersauthenticatie is ingeschakeld wordt elke gebruiker van de machine geregistreerd. Wanneer een
gebruiker inlogt, zijn de instellingen voor die gebruiker van toepassing. Dankzij deze functie hebt u een betere controle
over de veiligheid en de kosten.
Bovendien is het zelfs wanneer de gebruikersinformatie niet wordt opgeslagen in de machine mogelijk om u
rechtstreeks aan te melden door gebruikersinformatie in te voeren die is opgeslagen op een LDAP-server. In dat geval
zal de aangemelde gebruiker de fabrieksinstelling "Gebruiker" zijn. Raadpleeg "Fabrieksinstellingen voor gebruikers"
(pagina 1-23) voor meer informatie.
Gebruikersauthenticatie
Wanneer de functie [Gebruikersauthenticatie] is ingeschakeld,
verschijnt er een loginscherm voordat een handeling is begonnen
in een bepaalde modus, behalve in het opdrachtstatusscherm*. U
moet één van de opgeslagen gebruikersnamen gebruiken. (Nadat
u zich hebt aangemeld, kunt u binnen alle functies navigeren.)
* Behalve wanneer een vastgehouden (afdrukken
blokkeren) bestand wordt gebruikt of wanneer er opnieuw
wordt geprobeerd een distributieverzending vanuit het
opdrachtstatusscherm te verzenden.
Instelling authenticatiemethode
Hiermee wordt de authenticatiemethode geselecteerd. Zorg ervoor
dat u deze instelling configureert voordat u gebruikersauthenticatie
gaat gebruiken. De geconfigureerde items voor gebruikers die na
de gebruikersauthenticatiemethode zijn opgeslagen, worden
afhankelijk van de geselecteerde authenticatiemethode ingesteld.
Gebruikersauthenticatie via gebruikersnaam en
wachtwoord
De standaard authenticatiemethode vindt plaats met
gebruikersnaam en wachtwoord.
Gebruikersauthenticatie via gebruikersnaam,
wachtwoord en e-mailadres
In aanvulling op de gebruikersauthenticatie met gebruikersnaam
en wachtwoord, moet er ook een e-mailadres worden ingevoerd.
Gebruikersauthenticatie uitsluitend via
gebruikersnummer
Deze methode kunt u gebruiken wanneer er geen gebruik wordt
gemaakt van netwerkauthenticatie.
Inst. apparaataccountmodus
Een bepaalde gebruiker kan worden opgeslagen als automatische
login-gebruiker. Wanneer deze instelling is ingeschakeld, kan de
login automatisch worden uitgevoerd.
Met deze functie hoeft er niet meer worden ingelogd, terwijl toch de
instellingen van de geselecteerde gebruiker (netwerkinstellingen,
favoriete handelingen etc.) worden toegepast.
U kunt ook andere dan de automatische ingelogde gebruiker
toestaan om tijdelijk in te loggen en met hun eigen rechten en
instellingen te werken. Om andere gebruikers toe te staan tijdelijk in
te loggen wanneer [Inst. apparaataccountmodus] is ingeschakeld,
selecteert u [Inloggen door andere gebruiker toestaan].
Hierdoor wordt bijvoorbeeld een toepassing als "machtiging voor
alleen kleurenkopiëren" mogelijk.
Handelingen wanneer het maximum
aantal pagina's is bereikt
Met deze instelling bepaalt u of een opdracht moet wordt
voltooid wanneer het maximum aantal pagina's is bereikt
terwijl de opdracht nog wordt uitgevoerd.
De volgende selecties zijn mogelijk:
• De taak wordt beëindigd wanneer het maximum
aantal pagina's is bereikt
• De taak is voltooid wanneer het maximum aantal
pagina's is bereikt
Raadpleeg "GEBRUIKERSLIJST" (pagina 1-22) voor de procedure voor het opslaan van gebruikers.
De te volgen inlogprocedures wanneer gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, vindt u in
"GEBRUIKERSAUTHENTICATIE" (pagina 1-16).
Het loginscherm varieert afhankelijk van de
geselecteerde authenticatiemethode. Raadpleeg
"GEBRUIKERSAUTHENTICATIE" (pagina 1-16)
voor meer informatie.
Als "Gebruikersauthenticatie uitsluitend via
gebruikersnummer" wordt gebruikt, is
netwerkauthenticatie niet mogelijk.
Als de automatische login om wat voor reden dan ook
niet lukt terwijl deze wel is ingeschakeld, of wanneer de
gebruiker geen beheerdersrechten heeft, worden alle
systeeminstellingen of de systeeminstellingen
(beheerder) geblokkeerd. In zo'n geval moet de
beheerder de toets [Beheerderswachtw] in het scherm
systeeminstellingen selecteren en opnieuw inloggen.
Om in te loggen als een andere gebruiker dan de
automatisch ingelogde gebruiker wanneer [Login door
andere gebruiker toestaan] is ingeschakeld, drukt u op
de toets [LOGOUT] ( ) om het automatisch inloggen
te annuleren. Het scherm gebruikersauthenticatie wordt
weergegeven om u aan te melden. Druk op de toets
[LOGOUT] ( ) nadat u de machine hebt gebruikt.