Operation Manual

3-63
PRINTER
Inhoudsopgave
3
Druk op de toets voor het bestand dat u
wilt afdrukken.
Het pictogram verschijnt aan de linkerzijde van de
toetsen voor bestanden die kunnen worden afgedrukt.
Het pictogram wordt links van de toetsen van mappen in
de netwerkmap weergegeven. Druk op de toets voor een
map om de bestanden en mappen in die map weer te geven.
Er kunnen in totaal 100 toetsen voor bestanden en mappen worden weergegeven.
Druk op de toets om een mapniveau omhoog te gaan.
Om terug te keren naar het scherm voor selectie van de netwerkmap, raakt u de toets aan.
Druk op de toets [Bestands- of mapnaam] om de volgorde van de op het scherm weergegeven bestanden en
mappen te wijzigen. De volgorde wisselt bij elke toetsdruk tussen oplopende en aflopende volgorde.
4
Druk het geselecteerde bestand af.
(1) Selecteer afdrukvoorwaarden.
Als u in stap 3 een bestand (PCL, PS of XPS) hebt
geselecteerd met afdrukinstellingen, worden deze
instellingen toegepast.
(2) Druk op de toets [Afdrukken].
Het afdrukken begint zodra het geselecteerde bestand is
overgebracht. Als de melding op het aanraakscherm
verschijnt, drukt u op de toets [OK].
Als u een PDF-bestand selecteert waarvoor een wachtwoord is ingesteld, moet u dit wachtwoord invoeren in het
opdrachtstatusscherm voordat u het bestand kunt afdrukken.
EEN VERSLEUTELD PDF-BESTAND AFDRUKKEN (pagina 3-69)
Bestands- of mapnaam
\\Server 1\User 1
File-01.tiff
File-02.tiff
File-03.tiff
File-04.tiff
File-05.tiff
Folder01
Folder02
1
15
1
Uitvoer
2-Zijdig
Snelbestand
Papierformaat
Auto
Afdrukken
Annuleren
Passend maken
Afdrukken
File-01.tiff
Aantal afdrukken
(1 999)
(1) (2)