Operation Manual

7-62
SYSTEEMINSTELLINGEN
Inhoudsopgave
Weergavepatroon instelling
U kunt een van de zes kleurenpatronen selecteren die voor het kleurenpatroon in het aanraakscherm wordt gebruikt.
U kunt voorbeeld van het geselecteerde patroon bekijken.
Toetsinstelling aanpassen
Snelkoppelingen naar functies die regelmatig worden gebruikt kunt u op het hoofdscherm van elke modus weergeven.
Voor informatie over aangepaste toetsen, zie de hoofdstukken voor elke functie.
De instellingen worden hieronder weergegeven.
Instellingen beginscherm
Gebruik deze functie om het beginscherm de configureren wanneer er op de toets [BEGIN] wordt gedrukt.
De instellingen worden hieronder weergegeven.
Item Beschrijving
1 – 3 aanpassen Voer een naam voor de aangepaste toets in (maximaal 14 tekens).
Item
Selecteer de functie die u aan de toets wilt toewijzen. Welke functies kunnen worden
geselecteerd, varieert per modus.
Terug naar uitgangswaarden Hiermee zet u alle aangepaste toetsen terug naar de oorspronkelijke instelling.
Deze instelling kan uitsluitend in de webpagina's worden geconfigureerd. U kunt in deze functie niet in het aanraakscherm
configureren.
Item Beschrijving
Functietoetsen
Toetsnaam
Wanneer [Aangepast] is geselecteerd, kan elke toetsnaam (van maximaal 16 tekens) worden
ingevoerd.
Afbeelding
Wanneer [Aangepaste afbeelding gebruiken] is geselecteerd, kan de afbeelding van de
modustoets worden gewijzigd in een gif-bestand van maximaal 10 KB.
Toepassingstoetsen Er kunnen tot vier sneltoetsen naar Sharp OSA-applicaties worden opgeslagen.
Achtergrondbeeld
Wanneer [Aangepaste afbeelding gebruiken] is geselecteerd, kan de achtergrond van het
beginscherm worden gewijzigd met een gif-, png-, jpg- of bmp-bestand van 392 x 800 pixels
van maximaal 310 KB.
Deze instelling kan uitsluitend in de webpagina's worden geconfigureerd. U kunt in deze functie niet in het aanraakscherm
configureren.