Operation Manual

4-103
FAX
Inhoudsopgave
EEN FAX VERZENDEN WANNEER EEN
ANDERE MACHINE NAVRAAG DOET BIJ
UW MACHINE (Navraaggeheugen)
Het verzenden van een document dat in het geheugen is gescand wanneer een andere machine navraag doet bij uw
machine wordt "Navraaggeheugen" genoemd.
Voorafgaand aan de navraag, moet het document dat moet worden gefaxt naar de andere machine in het
navraaggeheugen worden gescand.
Deze functie kan alleen gebruikt worden als de andere machine een Super G3 of G3 machine is en de navraagfunctie
ondersteunt.
TOEGANG NAVRAAG BEPERKEN (Navraagbeveiliging)
U kunt het navragen beperken door ervoor te zorgen dat alleen machines waarvan het geprogrammeerde faxnummer
overeenkomt met het faxnummer dat in uw machine is opgeslagen als een navraagwachtwoordnummer, navraag
kunnen doen bij uw machine. Dit wordt "Navraagbeveiliging" genoemd.
Om deze functie te kunnen gebruiken, moet u eerst navraag wachtwoordnummers opslaan (de faxnummers van de
verzenders die zijn geprogrammeerd in de andere machines) in de systeeminstellingen en deze vervolgens inschakelen
voor de Navraagbeveiliging.
U kunt maximaal 10 wachtwoordnummers opslaan voor navraagbeveiliging.
Systeeminstellingen (Beheerder): Faxnavraagbeveiliging
Dit wordt gebruikt om faxnavraagbeveiliging in te schakelen. Dit wordt gebruikt om faxnummers op te slaan als
navraagwachtwoordnummers.
(1) Verzoeken faxverzending.
(3) De fax wordt ontvangen.
(2) Het document in het geheugenvak
wordt verzonden.
Navraag
geheugenvak
Verzending