Operation Manual

1-8
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
BEDIENINGSPANEEL
(1) Aanraakscherm
Op het aanraakscherm worden meldingen en toetsen
weergegeven.
Druk op de weergegeven toetsen om de gewenste
functies te bedienen.
Als u op een toets drukt, klinkt een geluidssignaal en
wordt het geselecteerde item gemarkeerd. Hierdoor
wordt uw bedieningshandeling bevestigd.
AANRAAKSCHERM (pagina 1-10)
(2) Toets [SYSTEEM INSTELLINGEN]
Druk op deze toets om het menuscherm voor de
systeeminstellingen weer te geven. De
systeeminstellingen worden gebruikt om de
papierlade-instellingen te configureren, adressen voor
verzendhandelingen op te slaan en parameters aan te
passen om het apparaat gebruiksvriendelijker te maken.
(3) Toets [OPDRACHT STATUS]
Druk op deze toets om het opdrachtstatusscherm weer te
geven. Dit scherm wordt gebruikt om informatie over
opdrachten weer te geven en opdrachten te annuleren.
Zie voor details de hoofdstukken voor elk van de functies
in deze handleiding.
(4) Indicatoren AFDRUKKEN
Indicator GEREED
Als deze indicator brandt kunnen afdrukopdrachten
worden ontvangen.
Indicator DATA
Deze knippert wanneer afdrukgegevens worden
ontvangen en brandt voortdurend wanneer wordt
afgedrukt.
(5) Numerieke toetsen
Deze toetsen worden gebruikt om het aantal kopieën,
faxnummers en andere cijfers in te voeren. Met deze
toetsen worden ook getalswaarden voor instellingen
ingevoerd (behalve voor de systeeminstellingen).
(6) Toets [WISSEN] ( )
Druk op deze toets het aantal kopieën terug te zetten op
"0".
(7) Toets [BEGIN]
Druk op deze toets om het beginscherm weer te geven.
Regelmatig gebruikte instellingen kunnen vastgelegd
worden op het scherm mijn menu om snelle en
eenvoudige bediening van het apparaat mogelijk te
maken.
BEGINSCHERM (pagina 1-22)
(8) Indicatoren BEELD VERZENDEN
Indicator LIJN
Dit gaat branden tijdens het verzenden of ontvangen
van een fax of internetfax. Dit gaat ook branden tijdens
het verzenden van een beeld in scanmodus.
Indicator DATA
Dit gaat knipperen als een ontvangen fax of internetfax
niet afgedrukt kan worden bijvoorbeeld als het papier
op is. Dit gaat branden als er een verzendopdracht is
die niet verzonden is.
LOGOUT
BEGIN
BEELD
VERZENDEN
OPDRACHT
STATUS
AFDRUKKEN
GEREED
DATA
DATA
LIJN
SYSTEEM
INSTELLINGEN
(5)(4) (6)(3)(2)(1)
(8)(7)