Operation Manual
5-95
SCANNER/INTERNETFAX
Inhoudsopgave
4
Selecteer "Verif. Stempel".
(1) Druk op de toetsen om tussen de
schermen te wisselen.
(2) Druk op de toets [Verif. Stempel], zodat die
wordt gemarkeerd.
(3) Druk op [OK].
5
Druk op de toets [START].
Het scannen begint. Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid.
Om het scannen te annuleren...
Druk op de toets [STOP] ( ) om de bewerking te annuleren.
• Wanneer tweezijdige originelen worden gebruikt, wordt de voorzijde van elk origineel twee maal gestempeld.
• Als er een fout optreedt tijdens het scannen, is het mogelijk dat een origineel dat niet werd gescand, een stempel heeft
gekregen.
• Wanneer het "O"-teken dat op originelen wordt gestempeld, vaag wordt, vervang dan de stempelcassette. Zie "DE
STEMPELCASSETTE VERVANGEN" (pagina 1-74) in "1. VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT" voor de procedure
voor het vervangen van de stempelcassette.
Om de stempelfunctie te annuleren...
Druk op [Verif. Stempel] in het scherm van stap 4 zodat de toets niet langer wordt gemarkeerd.
Systeeminstellingen (Beheerder): Standaardverificatie-Stempel
Deze instelling wordt gebruikt om altijd een stempel te zetten op originelen.
Verif.
Stempel
Scannen/Spec. Functies
OK
2
2
(3)
(2) (1)