Operation Manual

5-117
SCANNER/INTERNETFAX
Inhoudsopgave
3
Een doorstuurtabel opslaan.
Volg de onderstaande stappen om een doorstuurtabel op te
slaan waarin een opgegeven afzender en doorstuuradres
worden gecombineerd.
(1) Klik op [Instelling voor inkomende routing]
in het menu van de webpagina's en klik op
de toets [Toevoegen].
(2) Voer een "Tabelnaam" in.
(3) Selecteer welke lijn voor de ontvangst
wordt gebruikt.
(4) Selecteer de afzender wiens faxen zullen
worden doorgestuurd.
Om alle ontvangen faxen door te sturen, selecteert u
[Alle ontvangen gegevens doorsturen].
Om alleen gegevens van bepaalde afzenders te
ontvangen, selecteert u [Ontvangen gegevens doorsturen
vanaf onder afzender]. Om alle gegevens behalve die van
bepaalde afzenders door te sturen, selecteert u
[Ontvangen gegevens doorsturen van zenders behalve
onderstaande]. Selecteer de betreffende afzenders uit de
lijst en klik op de knop [Toevoegen].
(5) Selecteer de doorstuurvoorwaarden.
Om ontvangen gegevens altijd door te sturen, selecteer
[Altijd doorsturen].
Om een dag en tijd op te geven wanneer ontvangen
gegevens moeten worden doorgestuurd, selecteer
[Doorsturen op geselecteerde dag & tijd] en vink het
selectievakje ( ) voor de gewenste dag van de week
aan. Om een tijd op te geven, vink het selectievakje
[Doorstuurtijd instellen] ( ) aan en geef de tijd op.
(6) Selecteer het bestandsformaat.
De indeling kan voor elk doorstuuradres apart worden ingesteld
(voor elk van de doorstuuradressen 1, 2 en 3 in de tabel).
(7) Selecteer het doorstuuradres.
Doorstuuradressen kunnen in het adresboek van de
machine worden geselecteerd. (Er kunnen meerdere
adressen worden opgegeven.) Er kunnen maximaal 1000
doorstuuradressen worden opgeslagen (er kan een
gecombineerd maximum van 100 bestandserveradressen,
desktopadressen of netwerkadressen worden
opgeslagen).Selecteer het bestandsformaat
Er kan een bestandsformaat voor elke doorstuurtabel
worden ingesteld.
(8) Klik op [Indienen].
Wanneer u afzenders selecteert uit de lijst "Instelling voor afzendernummer/-adres", kunt u de [Shift]-toets of de
[Ctrl]-toets op uw klavier gebruiken om meerdere afzenders te selecteren.
Er kunnen maximaal 50 doorstuurtabellen worden opgeslagen.
Afbeeldingen die zijn verzonden in TIFF-indeling worden in sommige ontvangstsituaties mogelijk niet goed
weergegeven. Wijzig in dat geval de bestandsindeling in PDF.
Er kunnen tot drie instellingen voor het doorsturen op een bepaalde dag en tijd worden gedaan per doorstuurtabel,
en er kan voor elke ingestelde tijd een doorstuurbestemming worden ingesteld. U configureert deze instellingen
door elke instelling te openen met de tabs voor doorstuurlijsten.
Als de doorstuurbestemming een bestandserver, desktop of gedeelde map betreft, moet de computer van die
bestemming aan staan.
(8)
(7)
(6)
(3)
(2)
(4)
(5)