Operation Manual

1-100
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
HET SCANNERSTUURPROGRAMMA INSTALLEREN
Het scannerstuurprogramma (TWAIN-stuurprogramma) kan alleen worden gebruikt als het apparaat aan een netwerk
gekoppeld is. Als het scannerstuurprogramma is geïnstalleerd, kan de PC-scanmodus van de functie beeld verzenden
worden gebruikt.
Nadat u stap 1 tot en met 5 van "OPENEN VAN HET SOFTWARE SELECTIESCHERM (VOOR ALLE SOFTWARE)"
(pagina 1-79) hebt uitgevoerd, gaat u door met de stappen hieronder.
Hiermee is de installatie voltooid. Vervolgens configureert u het IP-adres van het apparaat in het
scannerstuurprogramma.
Wanneer het scannerstuurprogramma is geïnstalleerd, is het hulpprogramma "Apparaat selecteren" ook geïnstalleerd.
Het IP-adres van het apparaat wordt met "Apparaat selecteren" geconfigureerd in het scannerstuurprogramma.
1
Klik op de knop
[Scannerstuurprogramma (TWAIN)].
2
Volg de instructies op het scherm.
Lees het bericht in het venster dat verschijnt en klik op de knop [Volgende].
3
In het installatiebeëindigingsvenster dat verschijnt, klikt u op de knop [OK].
4
Klik op de knop [Sluiten] in het venster van stap 1.
Na de installatie verschijnt mogelijk een bericht met de instructie de computer opnieuw op te starten. Als dit bericht
verschijnt, klikt u op de toets [Ja] om uw computer opnieuw op te starten.
5
Klik op de knop [Start], selecteer [Alle programma's] ([Programma's] in Windows
2000), selecteer [SHARP MFP TWAIN K] en vervolgens [Apparaat selecteren].