Operation Manual

2-17
KOPIEERMACHINE
Inhoudsopgave
De toets [Inbinden Veranderen] gebruiken
4
Controleer het papier dat moet worden
gebruikt.
Controleer of het gewenste papier (de gewenste lade) wordt
geselecteerd.
Druk op de toets [Papierformaat] als u het papier (en lade) wilt
wijzigen.
PAPIERLADEN (pagina 2-11)
Naargelang het formaat van het origineel dat u hebt geplaatst, is het soms mogelijk dat niet automatisch hetzelfde
formaat papier wordt geselecteerd. In zulke gevallen wijzigt u het papierformaat handmatig.
5
Stel het aantal kopieën (aantal sets) in
met de cijfertoetsen.
U kunt maximaal 999 kopieën (sets) instellen.
Als u slechts één kopie wilt maken, kan dit terwijl "0" voor het aantal kopieën wordt aangegeven.
Als het aantal kopieën niet juist is ingesteld...
Druk op de toets [WISSEN] ( ) en voer het juiste aantal in.
6
Druk op [START].
Als u het scannen van het origineel en het kopiëren wilt annuleren...
Druk op de toets [STOP] ( ).
Originelen
Inbinden Veranderen wordt
gebruikt
Inbinden Veranderen wordt niet
gebruikt
De achterkant is
ondersteboven.
De achterkant is
niet
ondersteboven.
Selecteer deze
optie wanneer de
pagina's worden
gebonden tot een
schrijfblok.
Selecteer deze
optie wanneer de
pagina's worden
gebonden tot een
boekje.
Bestand
Snelbestand
Spec. Functies
Dubbelz. Kopie
Uitvoer
Normaal
A3
1.
A4
A4R
B4
3.
2.
4.
A4
Origineel
Papierformaat
Auto
A4
Normaal papier
Auto
A4
Kopieerfactor
Belichting
Auto
100%
Voorbeeld
Normaal
7
A4
Spec. Functies
Dubbelz. Kopie
A
12
A
A
A
3
A