Operation Manual

3-12
PRINTER
Inhoudsopgave
VEELGEBRUIKTE AFDRUKINSTELLINGEN
OPSLAAN
Instellingen die bij het afdrukken op alle tabbladen zijn geconfigureerd kunnen als gebruikersinstellingen worden
opgeslagen. Als u vaak gebruikte instellingen of complexe instellingen opslaat onder een zelfgekozen naam, kunt u ze
de volgende keer dat u ze nodig hebt, gemakkelijker selecteren.
INSTELLINGEN OPSLAAN TIJDENS HET AFDRUKKEN
U kunt instellingen opslaan vanaf elk tabblad van het instelvenster van de printerdriver. De op elk tabblad geselecteerde
instellingen worden voor het opslaan in een lijst geplaatst, zodat u deze kunt controleren.
1
Open het eigenschappenvenster voor
de printerdriver vanuit het
afdrukvenster van de
softwaretoepassing.
(1) Selecteer de printerdriver van het
apparaat.
(2) Klik op de knop [Voorkeursinstellingen].
De knop die wordt gebruikt om het instelvenster van de printerdriver te openen (meestal [Eigenschappen] of
[Voorkeursinstellingen]) kan variëren naargelang de gebruikte software.
2
Sla de afdrukinstellingen op.
(1) Configureer de afdrukinstellingen op elk
tabblad.
(2) Klik op de toets [Opslaan].
(1)
(2)
(2)(1)