Operation Manual

1-3
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
Dit hoofdstuk biedt basisinformatie over het apparaat. Lees dit hoofdstuk zorgvuldig door voordat u het apparaat in gebruik neemt.
ONDERDELEN EN FUNCTIES
BUITENZIJDE
(1) Documentdeksel*
Plaats een origineel op het documentglas en sluit het
documentdeksel voor het kopiëren start.
(2) Automatische origineelinvoer
Deze laadt en scant automatisch meerdere originelen. Bij
2-zijdige originelen kunnen automatisch beide zijden
worden gescand.
HET ORIGINEEL PLAATSEN (pagina 1-38)
(3) Voorklep
Open deze klep om de hoofdvoedingsschakelaar aan of
uit te zetten of een tonercartridge te vervangen.
DE VOEDING IN- EN UITSCHAKELEN (pagina 1-15)
DE TONERCARTRIDGES VERVANGEN (pagina 1-69)
(4) Papierdoorvoereenheid*
Deze voert afdrukken naar de finisher (grote
stapeleenheid) of zadelsteek afwerkingseenheid.
(5) Bedieningspaneel
Dit wordt gebruikt om functies te selecteren en het aantal
kopieën in te voeren.
BEDIENINGSPANEEL (pagina 1-8)
(6) Uitvoerlade (rechterlade)
*
Als deze is geïnstalleerd, kunnen er afdrukken naar
worden uitgevoerd.
(7) Uitvoerlade (middelste lade)
Uitvoer wordt naar deze lade uitgevoerd.
(8) Afwerkingseenheid*
Deze kan worden gebruikt om afdrukken te nieten. Er
kan ook een perforatiemodule worden geïnstalleerd om
uitvoer te perforeren.
AFWERKINGEENHEID (pagina 1-44)
* Randapparatuur.
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
(2)
(3)
(4)
(7)
(8)
(6)
(5)
(1)
Wanneer er geen
afwerkingeenheid / zadelsteek
afwerkingseenheid is geïnstalleerd
Wanneer een afwerkingeenheid
is geïnstalleerd