Operation Manual

5-116
SCANNER/INTERNETFAX
Inhoudsopgave
1
De functie voor inkomende routing inschakelen.
(1) Klik op [Toepassingsinstellingen],
[Instelling voor inkomende routing] en
vervolgens [Beheerinstellingen] in het
webpaginamenu.
(2) Selecteer [Inschakelen] in "Inkomende
routing" en klik op de toets [Indienen].
Het is mogelijk dat het voor gebruikers zonder beheerderrechten verboden is om doorstuurtabellen in dit scherm op te
slaan, te bewerken en te wissen, en dat ze niet mogen opgeven welke tabel wordt gebruikt. Om dat te doen, selecteert
u de aankruisvakjes hieronder .
Registreren van doorstuurtabel uitschakelen • Wijzigen/verwijderen van doorstuurtabel uitschakelen • Wijzigen van
doorstuurgoedkeuring uitschakelen
Wanneer inkomende routing ingeschakeld staat, kunt u ook opgeven of u al dan niet wenst dat de machine de
doorgestuurde faxen afdrukt.
Om alle ontvangen faxen te laten afdrukken voordat ze worden doorgestuurd, selecteert u "Volledig Rapport
Afdrukken" in "Instelling afdrukstijl". Om ontvangen faxen enkel te laten afdrukken wanneer ze door een fout niet
kunnen worden doorgestuurd, selecteert u "Afdrukken bij fouten".
Als een fout optreedt en [Niet afdrukken en doorsturen naar het volgende e-mailadres bij fout] is geselecteerd, dan
worden de ontvangen gegevens niet afgedrukt, maar doorgestuurd naar het opgegeven e-mailadres.
Vergeet niet op de knop [Indienen] te drukken nadat u de instellingen hebt geconfigureerd.
2
Afzenderadressen opslaan.
Als u enkel faxen van opgegeven adressen wenst door te sturen,
sla dan de gewenste afzenderadressen op. Afzenderadressen
die hier worden opgeslagen, kunnen uit een lijst worden
geselecteerd wanneer u een doorstuurtabel opslaat.
(1) Klik op [Registratie van
afzendernummer/-adres] in het menu [Instelling
voor inkomende routing] in de webpagina.
(2) Voer het adres in van de afzender in
"Internetfaxadres" of "Faxnummer",
naargelang wat nodig is, en klik op de
[Toevoegen aan lijst] button.
Het ingevoerde adres zal worden toegevoegd aan de lijst
"In te voeren adres".
Geef op of het adres rechtstreeks wordt ingevoerd
(maximaal 1500 tekens) of geselecteerd uit een globaal
adresboek door op de toets [Globaal Adres Zoeken] te
drukken.
Herhaal deze stap om meerdere adressen op te slaan.
(3) Wanneer u klaar bent met het toevoegen
van adressen, klikt u op de knop [Indienen].
Er kunnen maximaal 500 afzendernummers/-adressen worden opgeslagen.
Om een ingevoerd adres te wissen, selecteert u het adres in "In te voeren adres" en klikt u op de knop [Wissen].